Hij is geboren in Delft, heeft in Delft op school gezeten, studeerde wiskunde in Delft en straks rondt hij in Delft zijn opleiding af met een promotie.
Ir. Toni Chessa doet onderzoek naar modellen van bodemstructuren. ‘Uitgezonden’ door de faculteit Mijnbouw is hij op het ogenblik actief bij TNO. Maar zijn hart gaat uit naar zeer on-Delftse zaken: de taal en cultuur van Sardinië, het geboorte-eiland van zijn ouders.
,,Mijn ouders komen beiden van Sardinië”, vertelt Chessa; dertig jaar oud en qua uiterlijk duidelijk van Zuideuropese afkomst. ,,Ik ben door mijn ouders bewust opgevoed in het Italiaans en het Sardijns. Nederlands heb ik gewoon op straat moeten leren. Dit past in de filosofie en de traditie die mijn ouders hebben meegenomen van Sardinië. In feite ben ik dus drietalig grootgebracht.”
Chessa is liefhebber van alles wat met taal en de daaraan verbonden cultuuraspecten te maken heeft. ,,Dat komt natuurlijk deels voort uit mijn meertalige opvoeding. Het zwaartepunt van mijn interesse ligt toch wel bij de Sardijnse taal en cultuur. Het Sardijns is fonetisch gezien een hele mooie taal.”
,,Sardijns leent zich uitstekend om er poëzie in te schrijven. Bijna de gehele bevolking van Sardinië doet dat dan ook. En dus bestaat het overgrote deel van de literatuur daaruit. Er is weinig proza beschikbaar. Een uitgever brengt boeken in Sardijnse vertaling uit. Onlangs kreeg ik van een goede vriend het verhaal van Sneeuwwitje in het Sardijns”, glundert Chessa.
Kolonies
Chessa spreekt consequent over Sardinië als hij het over de geboortestreek van zijn ouders heeft, en nauwelijks over Italië. Hoewel hij Nederlander is, ligt een deel van zijn hart op het eiland dat gelegen is ten westen van Italië, onder Corsica. ,,Sardinië is, afgezien van een periode van vijftig jaar, bijna continu het slachtoffer van bezettingsmachten geweest. Dat begon al bij de Romeinen”, aldus Chessa. Een nieuwe bezetter betekende ook een nieuwe officiële taal. ,,Die talen liepen van Latijn via Grieks-Byzantijns en Catalaans tot het huidige Italiaans.”
Het ging de bezetters altijd om de kust van het strategisch zeer gunstig gelegen eiland. ,,Dat had tot gevolg dat sinds de Phoeniciërs kwamen, de oorspronkelijke bewoners het binnenland ingetrokken zijn en daar de eigen taal en cultuur in stand hielden. Die hebben al die tijd weten te overleven doordat het Sardijns altijd de basis van de opvoeding bleef. Die basis dreigt nu, mede onder invloed van de televisie, weg te vallen. Ouders denken, mijns inziens onterecht, dat het beter is omhun kinderen in het Italiaans op te voeden omdat het dan makkelijker zou zijn om op school het onderwijs te volgen. Ik vind dat het aanleren van het Italiaans moet worden overgelaten aan daartoe geschoolde leerkrachten”, zegt Chessa op felle toon.
,,De verschillen tussen het Italiaans en het Sardijns zijn zodanig dat het zomaar vertalen van het Sardijns in het Italiaans gemakkelijk fouten in de woordvolgorde en de grammatica oplevert”, legt Chessa uit.
Het Sardijns is een levende taal. Chessa verklaart dat als volgt: ,,Iedere keer als er Sardijnen naar elders vertrokken, zoals mijn eigen ouders, dan werden Sardijnse tradities in ere gehouden en werd ook het Sardijns bijgebracht aan de nakomelingen. Dat betekent dat het Sardijns altijd gesproken is, niet alleen op Sardinië maar ook in de ‘kolonies’. Thuis spreken we eigenlijk Italiaans, Sardijns en Nederlands door elkaar, net hoe het uitkomt.”
De Sardijnse taal wordt niet alleen door Sardiniërs zelf bestudeerd. ,,Er is een Duitser geweest, Max Leopold Wagner, die een zeer uitgebreide studie van het Sardijns heeft gemaakt. Hij heeft een etymologisch woordenboek samengesteld en daarin de herkomst van alle woorden aangegeven. Van meerdere dialecten.”
Chessa heeft daar veel bewondering voor en steekt zijn lof niet onder stoelen of banken. ,,Ik had niet gedacht dat een niet-Sardijn zo ontzettend diep in de taal zou willen duiken.” Chessa lijkt even weg te dromen: ,,Als je een taal bestudeert, zie je als het ware de geschiedenis van het land aan je voorbijtrekken. Taal is het collectieve geheugen van een volk.”
Handvest
Wat Chessa ondermeer zou willen is dat het Sardijns op de scholen op het eiland onderwezen wordt. ,,Dat mag niet van de Italiaanse regering. Die bepaalt in zeer grote mate het onderwijsprogramma. Sardinië is wel een van de autonome regio’s binnen Italië, maar in vergelijking met de andere autonome gebieden geeft het regiostatuut minder mogelijkheden tot het invullen van het cultuuronderwijs.” Chessa is daar erg verontwaardigd over. ,,In Trentino-Alto Adige (Zuid-Tirol) en Valle d’Aosta (in het noordwesten) kan er wel de plaatselijke taalvariant worden onderwezen. Er is al twee keer een wetsvoorstel ingediend door de regionale raad van Sardinië om het mogelijk te maken Sardijns te onderwijzen.”
Ook de tweede poging had geen succes, Chessa: ,,De Hoge Raad was van mening dat het belangrijkste deel van het voorstel in strijd was met de richtlijnen van de regering en achtte het voorstel dus onwettig.”
Dat was voor Chessa de reden om een petitie te organiseren. In de petitie, die gericht is aan de minister van cultuur in Italië, vragen de ondertekenaars onder meer meer aandacht van de regering voor het belang van de Sardijnse taal en cultuur. De petitie roept op tot het activeren van alle mogelijke invloeden die er op de autoriteiten in Rome kunnen worden uitgeoefend. Chessa verzucht: ,,Alle landen binnen de EU hebben een handvest voor minderheidstalen binnen Europa ondertekend. Alleen komt daar in de praktijk dus niet zoveelvan terecht.”
Toch heeft Toni Chessa goede moed. ,,Ik heb eerst aan een paar kennissen gevraagd wat zij ervan vonden. Die waren er erg enthousiast over. Nadat ik mijn concept-proefschrift had ingeleverd, had ik het iets minder druk en ben ik aan de slag gegaan. Gelukkig konden een paar goede contacten me op weg helpen.”
Radio
Chessa gaat selectief te werk. In zijn aanpak kan zijn Delftse opleiding worden herkend. ,,In principe is mijn doelgroep de Sardijnse bevolking, zowel binnen als buiten Sardinië. Op Sardinië zelf wonen 1,6 miljoen mensen, van wie er ongeveer 1,3 miljoen Sardijns spreken.” Op het eiland probeert hij vrienden en bekenden in te schakelen om de handtekeningen te werven. ,,Buiten Sardinië wonen nog ongeveer een half miljoen mensen. Die probeer ik te bereiken. Verder mag iedereen die achter de inhoud van de petitie staat hem ondertekenen.”
Chessa heeft de afgelopen kerstvakantie, hoe kan het anders, op Sardinië doorgebracht. ,,Ik heb daar mijn tijd grotendeels aan deze actie besteed. In het geboortedorp van mijn ouders had binnen twee weken zestig procent van de bevolking de petitie getekend.”
,,Wat ik in ieder geval nog van plan ben, is om te proberen een gesprek hierover op een Sardijnse radiozender te krijgen, zodat in ieder geval een groter deel van de bevolking van het bestaan van de actie op de hoogte is. Wat het deel van de bevolking betreft dat zich buiten Sardinië bevindt, heb ik de 22 trefcentra die er in een aantal landen voor Sardijnen zijn, aangeschreven. Ik hoop daar veel reacties op te krijgen.”
Als Chessa het over aantallen heeft, aarzelt hij een beetje. Voorlopig zit hij op zo’n vijfhonderd handtekeningen. ,,Het is in ieder geval mijn streven om de honderdduizend te halen, maar voorlopig ben ik op weg naar de duizend. Dan heb ik weer een richtpunt gehaald om verder te werken. De instabiele politieke situatie in Italië zorgt er voor dat het op dit moment geen prioriteit is om mijn verzoekschrift nu in te dienen.” (J.P.L)
Toni Chessa: ,,Taal is het collectieve geheugen van een volk”
Hij is geboren in Delft, heeft in Delft op school gezeten, studeerde wiskunde in Delft en straks rondt hij in Delft zijn opleiding af met een promotie. Ir. Toni Chessa doet onderzoek naar modellen van bodemstructuren. ‘Uitgezonden’ door de faculteit Mijnbouw is hij op het ogenblik actief bij TNO. Maar zijn hart gaat uit naar zeer on-Delftse zaken: de taal en cultuur van Sardinië, het geboorte-eiland van zijn ouders.
,,Mijn ouders komen beiden van Sardinië”, vertelt Chessa; dertig jaar oud en qua uiterlijk duidelijk van Zuideuropese afkomst. ,,Ik ben door mijn ouders bewust opgevoed in het Italiaans en het Sardijns. Nederlands heb ik gewoon op straat moeten leren. Dit past in de filosofie en de traditie die mijn ouders hebben meegenomen van Sardinië. In feite ben ik dus drietalig grootgebracht.”
Chessa is liefhebber van alles wat met taal en de daaraan verbonden cultuuraspecten te maken heeft. ,,Dat komt natuurlijk deels voort uit mijn meertalige opvoeding. Het zwaartepunt van mijn interesse ligt toch wel bij de Sardijnse taal en cultuur. Het Sardijns is fonetisch gezien een hele mooie taal.”
,,Sardijns leent zich uitstekend om er poëzie in te schrijven. Bijna de gehele bevolking van Sardinië doet dat dan ook. En dus bestaat het overgrote deel van de literatuur daaruit. Er is weinig proza beschikbaar. Een uitgever brengt boeken in Sardijnse vertaling uit. Onlangs kreeg ik van een goede vriend het verhaal van Sneeuwwitje in het Sardijns”, glundert Chessa.
Kolonies
Chessa spreekt consequent over Sardinië als hij het over de geboortestreek van zijn ouders heeft, en nauwelijks over Italië. Hoewel hij Nederlander is, ligt een deel van zijn hart op het eiland dat gelegen is ten westen van Italië, onder Corsica. ,,Sardinië is, afgezien van een periode van vijftig jaar, bijna continu het slachtoffer van bezettingsmachten geweest. Dat begon al bij de Romeinen”, aldus Chessa. Een nieuwe bezetter betekende ook een nieuwe officiële taal. ,,Die talen liepen van Latijn via Grieks-Byzantijns en Catalaans tot het huidige Italiaans.”
Het ging de bezetters altijd om de kust van het strategisch zeer gunstig gelegen eiland. ,,Dat had tot gevolg dat sinds de Phoeniciërs kwamen, de oorspronkelijke bewoners het binnenland ingetrokken zijn en daar de eigen taal en cultuur in stand hielden. Die hebben al die tijd weten te overleven doordat het Sardijns altijd de basis van de opvoeding bleef. Die basis dreigt nu, mede onder invloed van de televisie, weg te vallen. Ouders denken, mijns inziens onterecht, dat het beter is omhun kinderen in het Italiaans op te voeden omdat het dan makkelijker zou zijn om op school het onderwijs te volgen. Ik vind dat het aanleren van het Italiaans moet worden overgelaten aan daartoe geschoolde leerkrachten”, zegt Chessa op felle toon.
,,De verschillen tussen het Italiaans en het Sardijns zijn zodanig dat het zomaar vertalen van het Sardijns in het Italiaans gemakkelijk fouten in de woordvolgorde en de grammatica oplevert”, legt Chessa uit.
Het Sardijns is een levende taal. Chessa verklaart dat als volgt: ,,Iedere keer als er Sardijnen naar elders vertrokken, zoals mijn eigen ouders, dan werden Sardijnse tradities in ere gehouden en werd ook het Sardijns bijgebracht aan de nakomelingen. Dat betekent dat het Sardijns altijd gesproken is, niet alleen op Sardinië maar ook in de ‘kolonies’. Thuis spreken we eigenlijk Italiaans, Sardijns en Nederlands door elkaar, net hoe het uitkomt.”
De Sardijnse taal wordt niet alleen door Sardiniërs zelf bestudeerd. ,,Er is een Duitser geweest, Max Leopold Wagner, die een zeer uitgebreide studie van het Sardijns heeft gemaakt. Hij heeft een etymologisch woordenboek samengesteld en daarin de herkomst van alle woorden aangegeven. Van meerdere dialecten.”
Chessa heeft daar veel bewondering voor en steekt zijn lof niet onder stoelen of banken. ,,Ik had niet gedacht dat een niet-Sardijn zo ontzettend diep in de taal zou willen duiken.” Chessa lijkt even weg te dromen: ,,Als je een taal bestudeert, zie je als het ware de geschiedenis van het land aan je voorbijtrekken. Taal is het collectieve geheugen van een volk.”
Handvest
Wat Chessa ondermeer zou willen is dat het Sardijns op de scholen op het eiland onderwezen wordt. ,,Dat mag niet van de Italiaanse regering. Die bepaalt in zeer grote mate het onderwijsprogramma. Sardinië is wel een van de autonome regio’s binnen Italië, maar in vergelijking met de andere autonome gebieden geeft het regiostatuut minder mogelijkheden tot het invullen van het cultuuronderwijs.” Chessa is daar erg verontwaardigd over. ,,In Trentino-Alto Adige (Zuid-Tirol) en Valle d’Aosta (in het noordwesten) kan er wel de plaatselijke taalvariant worden onderwezen. Er is al twee keer een wetsvoorstel ingediend door de regionale raad van Sardinië om het mogelijk te maken Sardijns te onderwijzen.”
Ook de tweede poging had geen succes, Chessa: ,,De Hoge Raad was van mening dat het belangrijkste deel van het voorstel in strijd was met de richtlijnen van de regering en achtte het voorstel dus onwettig.”
Dat was voor Chessa de reden om een petitie te organiseren. In de petitie, die gericht is aan de minister van cultuur in Italië, vragen de ondertekenaars onder meer meer aandacht van de regering voor het belang van de Sardijnse taal en cultuur. De petitie roept op tot het activeren van alle mogelijke invloeden die er op de autoriteiten in Rome kunnen worden uitgeoefend. Chessa verzucht: ,,Alle landen binnen de EU hebben een handvest voor minderheidstalen binnen Europa ondertekend. Alleen komt daar in de praktijk dus niet zoveelvan terecht.”
Toch heeft Toni Chessa goede moed. ,,Ik heb eerst aan een paar kennissen gevraagd wat zij ervan vonden. Die waren er erg enthousiast over. Nadat ik mijn concept-proefschrift had ingeleverd, had ik het iets minder druk en ben ik aan de slag gegaan. Gelukkig konden een paar goede contacten me op weg helpen.”
Radio
Chessa gaat selectief te werk. In zijn aanpak kan zijn Delftse opleiding worden herkend. ,,In principe is mijn doelgroep de Sardijnse bevolking, zowel binnen als buiten Sardinië. Op Sardinië zelf wonen 1,6 miljoen mensen, van wie er ongeveer 1,3 miljoen Sardijns spreken.” Op het eiland probeert hij vrienden en bekenden in te schakelen om de handtekeningen te werven. ,,Buiten Sardinië wonen nog ongeveer een half miljoen mensen. Die probeer ik te bereiken. Verder mag iedereen die achter de inhoud van de petitie staat hem ondertekenen.”
Chessa heeft de afgelopen kerstvakantie, hoe kan het anders, op Sardinië doorgebracht. ,,Ik heb daar mijn tijd grotendeels aan deze actie besteed. In het geboortedorp van mijn ouders had binnen twee weken zestig procent van de bevolking de petitie getekend.”
,,Wat ik in ieder geval nog van plan ben, is om te proberen een gesprek hierover op een Sardijnse radiozender te krijgen, zodat in ieder geval een groter deel van de bevolking van het bestaan van de actie op de hoogte is. Wat het deel van de bevolking betreft dat zich buiten Sardinië bevindt, heb ik de 22 trefcentra die er in een aantal landen voor Sardijnen zijn, aangeschreven. Ik hoop daar veel reacties op te krijgen.”
Als Chessa het over aantallen heeft, aarzelt hij een beetje. Voorlopig zit hij op zo’n vijfhonderd handtekeningen. ,,Het is in ieder geval mijn streven om de honderdduizend te halen, maar voorlopig ben ik op weg naar de duizend. Dan heb ik weer een richtpunt gehaald om verder te werken. De instabiele politieke situatie in Italië zorgt er voor dat het op dit moment geen prioriteit is om mijn verzoekschrift nu in te dienen.” (J.P.L)
Toni Chessa: ,,Taal is het collectieve geheugen van een volk”
Comments are closed.