Bij beladen onderwerpen als kernenergie is neutrale informatie zeldzaam. Iedere groep selecteert vaak zijn eigen bruikbare feiten om het eigen gelijk te bevestigen, of dit nu pro of contra is.
br />
Het onlangs verschenen boekje ‘Het nucleaire landschap’ van het Rathenau Instituut, doet wat partijen met belangen soms nalaten in een neutrale ‘verkenning van feiten en meningen over kernenergie’. Volgens directeur Jan Staman moet het boekje aanleiding geven voor een vrij debat over kernenergie, waarbij de discussie niet een herhaling van zetten wordt, zoals in de jaren tachtig al is gebeurd.
Het boekje is leesbaar voor iedere geïnteresseerde leek die wel eens wil weten hoe de nucleaire vork anno 2004 in de steel zit. Er lijken nieuwe kansen voor kernenergie, die nu goed is voor zestien procent van de wereldenergieproductie. Dat de uitstoot van CO2 een politiek item is geworden en de eindigheid van fossiele brandstoffen doen de vraag naar alternatieven stijgen.
In het debat verschijnt ook een nieuw economisch argument. Nieuwe investeringen in kernenergie moeten van marktpartijen komen nu de energiemarkt geliberaliseerd wordt. Kernenergie kan een concurrerend alternatief worden voor conventionele centrales als gasprijzen flink stijgen.
Verschillende studies geven verschillende uitkomsten over de winstgevendheid van kernenergie. Zo geeft een studie in opdracht van een Fins bedrijf dat een nieuwe centrale laat bouwen aan dat kernenergie goedkoper kan zijn dan olie en gas. Terwijl een Amerikaanse studie juist een hogere prijs geeft: twee tot drie dollarcent per kilowattuur extra.
Verschillende landen hanteren tot nu een verschillend beleid. Duitsland hanteert een sterfhuisconstructie terwijl Frankrijk, dat voor 78 procent op kernenergie draait, juist de bouw van nieuwe centrales overweegt. Met name India (met zeven nieuwe centrales in aanbouw) en het economisch exploderende China (vier nieuwe) proberen hun energiehonger met nucleaire middelen te stillen. De verwachting is ook dat vooral Aziatische landen verder gaan op deze weg.
Uiteraard heeft het onderzoek naar kernafval, bij het Nederlandse publiek het meest beladen, ook niet stilgelegen. Met bestraling kan een deel van het kernafval worden afgebroken. Ook zou uranium als brandstof vervangen kunnen worden door thorium, met minder afvalproblemen. Maar een echte oplossing is nog ver.
Tegenstanders grijpen dit dan ook aan om hun afkeurend gelijk te bevestigen. Voorstanders roemen weer de toegenomen veiligheid van de nieuwe generatie kerncentrales, waarop tegenstanders weer op het nieuwe gevaar van terrorisme wijzen. Het Rathenau Instituut concludeert dat het lijkt of voor- en tegenstanders ieder nieuwe argument hebben aangegrepen om in hun eigen standpunt te volharden.
De schrijvers zien dit als typerend voor het huidige debatklimaat in Nederland rond kernenergie. Nieuwe informatie hoeft ook niet per se tot een nieuwe mening te leiden. Een ramp of een opgedroogde oliebron in de toekomst werken mogelijk veel beslissender voor wie het uiteindelijke gelijk zal halen.
Rypke Zeilmaker
‘Het nucleaire landschap’, door het Rathenau Instituut. April 2004. ISBN: 9077364064.
Bij beladen onderwerpen als kernenergie is neutrale informatie zeldzaam. Iedere groep selecteert vaak zijn eigen bruikbare feiten om het eigen gelijk te bevestigen, of dit nu pro of contra is.
Het onlangs verschenen boekje ‘Het nucleaire landschap’ van het Rathenau Instituut, doet wat partijen met belangen soms nalaten in een neutrale ‘verkenning van feiten en meningen over kernenergie’. Volgens directeur Jan Staman moet het boekje aanleiding geven voor een vrij debat over kernenergie, waarbij de discussie niet een herhaling van zetten wordt, zoals in de jaren tachtig al is gebeurd.
Het boekje is leesbaar voor iedere geïnteresseerde leek die wel eens wil weten hoe de nucleaire vork anno 2004 in de steel zit. Er lijken nieuwe kansen voor kernenergie, die nu goed is voor zestien procent van de wereldenergieproductie. Dat de uitstoot van CO2 een politiek item is geworden en de eindigheid van fossiele brandstoffen doen de vraag naar alternatieven stijgen.
In het debat verschijnt ook een nieuw economisch argument. Nieuwe investeringen in kernenergie moeten van marktpartijen komen nu de energiemarkt geliberaliseerd wordt. Kernenergie kan een concurrerend alternatief worden voor conventionele centrales als gasprijzen flink stijgen.
Verschillende studies geven verschillende uitkomsten over de winstgevendheid van kernenergie. Zo geeft een studie in opdracht van een Fins bedrijf dat een nieuwe centrale laat bouwen aan dat kernenergie goedkoper kan zijn dan olie en gas. Terwijl een Amerikaanse studie juist een hogere prijs geeft: twee tot drie dollarcent per kilowattuur extra.
Verschillende landen hanteren tot nu een verschillend beleid. Duitsland hanteert een sterfhuisconstructie terwijl Frankrijk, dat voor 78 procent op kernenergie draait, juist de bouw van nieuwe centrales overweegt. Met name India (met zeven nieuwe centrales in aanbouw) en het economisch exploderende China (vier nieuwe) proberen hun energiehonger met nucleaire middelen te stillen. De verwachting is ook dat vooral Aziatische landen verder gaan op deze weg.
Uiteraard heeft het onderzoek naar kernafval, bij het Nederlandse publiek het meest beladen, ook niet stilgelegen. Met bestraling kan een deel van het kernafval worden afgebroken. Ook zou uranium als brandstof vervangen kunnen worden door thorium, met minder afvalproblemen. Maar een echte oplossing is nog ver.
Tegenstanders grijpen dit dan ook aan om hun afkeurend gelijk te bevestigen. Voorstanders roemen weer de toegenomen veiligheid van de nieuwe generatie kerncentrales, waarop tegenstanders weer op het nieuwe gevaar van terrorisme wijzen. Het Rathenau Instituut concludeert dat het lijkt of voor- en tegenstanders ieder nieuwe argument hebben aangegrepen om in hun eigen standpunt te volharden.
De schrijvers zien dit als typerend voor het huidige debatklimaat in Nederland rond kernenergie. Nieuwe informatie hoeft ook niet per se tot een nieuwe mening te leiden. Een ramp of een opgedroogde oliebron in de toekomst werken mogelijk veel beslissender voor wie het uiteindelijke gelijk zal halen.
Rypke Zeilmaker
‘Het nucleaire landschap’, door het Rathenau Instituut. April 2004. ISBN: 9077364064.
Comments are closed.