Prof.dr. Wubbo Ockels is niet de enige TU-medewerker met octrooien in eigen bv’s. De inspanningen voor universiteit en eigen bedrijf overlappen veelal, maar zolang alle partijen van de ondernemingslust profiteren, hoor je niemand klagen.
“De TU wordt commerciëler en dan moet je niet roomser dan de paus willen zijn”, zegt prof.drs. Marco Waas, decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalkunde (3mE). Hij sprak meerdere malen met het college van bestuur over deze materie. Ook over de kwestie rond het laddermolen-octrooi van Wubbo Ockels. “Aan de investering van één miljoen euro door de gemeente Rotterdam, is tien a’ vijftien jaar onderzoek voorafgegaan. Het octrooi is eigendom van een bv van Ockels en de TU zou dat octrooi – of een deel daarvan – graag overnemen. Niet om straks de hoofdprijs te kunnen incasseren, maar om helderheid te krijgen in de relatie. Werken binnen de TU met een geheel extern octrooi is lastig.”
Meer algemeen gesproken vindt Waas dat we onze Nederlandse cultuur van wantrouwen en controle moeten loslaten en ons er bewust van moeten worden dat ondernemerschap een zekere mate van vrijheid vereist. “We moeten niet al te jaloers zijn als iemand een keer een grote klapper maakt. Zeker niet als we er zelf baat bij hebben.”
“Het mes snijdt aan twee kanten”, vindt ook dr.ir. Paul Breedveld, onderzoeker op de afdeling bio-mechanical engineering van de faculteit 3mE en medeoprichter en aandeelhouder van de start-up Deam, dat zijn idee voor een endoscoop met een in alle richtingen bestuurbare kop exploiteert. “Ik houd me niet bezig met de contractuele kant van de bedrijfsvoering, maar alleen met de technische kant en die loopt parallel aan mijn onderzoekslijnen binnen de TU. Dat onderzoek heeft een groot deel van zijn financiering te danken aan Deam.” De patenten staan nu op naam van de TU, die Deam een honderd-procentlicentie verleent, maar worden op termijn overgedragen aan de bv.
Breedveld verdient nu nog niet aan zijn vinding, maar als de prototypes straks hun weg vinden naar de wereldwijde medische markt, verwacht hij flink te kunnen cashen. “Je kunt niet zeggen dat ik een x-aantal uren aan mijn TU-werk besteedt, en een y-aantal uren aan mijn werk voor Deam. Deam is de TU Delft. Het komt er uit voort en draagt er aan bij. Angst voor belangenverstrengeling werkt zó remmend”, meent Breedveld. “Zolang ondernemende onderzoekers nog een zeldzaamheid zijn, kun je het beter ronduit stimuleren, dan het hele proces meteen de kop indrukken door op zoek te gaan naar misbruik van overheidsgeld.”
De Nederlandse economie zal sterk achterop raken bij die van landen als China zonder ondernemende wetenschappers, meent Breedveld. “De tijd dat wetenschappers in hun ivoren toren konden blijven zitten is voorbij. Als je leuke dingen ontdekt, moet je ze niet in een stoffige la laten liggen.”
Afvalmaterialen
Dr.ir. Peter Rem is het met hem eens: “De kosten voor echte wetenschap, met revenuen over twintig of dertig jaar, moeten worden gedragen door de overheid. Maar daarin is men de laatste jaren steeds minder geïnteresseerd.” Rem is onderzoeker grondstoffentechnologie bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en samen met andere medewerkers van de TU auteur van een reeks octrooien op het gebied van scheiding van afvalmaterialen. “We krijgen tegenwoordig de opdracht te werken aan oplossingen voor morgen. Met geld uit octrooien kunnen we werken aan ontwikkelingen voor over vijf a’ tien jaar.”
Rem heeft er niet voor gekozen zijn octrooien onder te brengen in een eigen bv. “Ik zou dat niet met mijn werk als onderzoeker en docent kunnen combineren. Je moet het implementeren van een octrooi niet onderschatten. Als je zestien uur per dag werkt, dan kan het misschien. Als ik er de energie voor had, deed ik het ook.” Toch draaien er nu grote machines met zijn vindingen bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) van de gemeente Amsterdam. “Ik zoek meteen bij de aanvraag van een octrooi een partner in de industrie. Die koopt het octrooi en dat geld stroomt direct naar mijn onderzoeksgroep. Soms krijgen we machines als tegenprestatie, soms drie ton euro om een promovendus aan het werk te zetten.”
Een andere constructie waar zijn onderzoeksgroep voor gekozen heeft is om een octrooi bouwrijp te maken in een joint-venture met een extern bedrijf. “Het octrooi voor het scheiden van metalen uit bodem-as is voor vijftig procent van AEB, en voor vijftig procent van de TU. De komende jaren zal de TU zo’n vijf a’ tien procent ontvangen van de winst uit de exploitatie van dat octrooi.” Dan gaat de kassa echt rinkelen. Rem rekent voor: “Zeg dat één ton bodem-as met de vinding twintig euro meer opbrengt. En dat er vier miljoen ton bodem-as per jaar met de vinding wordt verwerkt… Je moet denken aan enkele tientallen miljoenen euro’s.” Sinds vorig jaar zomer het maximum van 25 duizend euro dat de uitvinder kon ontvangen is losgelaten, kan ook Rem persoonlijk miljoenen euro’s tegemoet zien. Rem: “Als de uitvinder helemaal geen belangen heeft, gebeurt er niks. Als de uitvinder teveel belangen heeft, zou het de TU kunnen schaden. Het is zoeken naar de balans.”
Miljarden
Rem is trots op zijn commerciële succes, maar relativeert het door te zeggen dat het allemaal peanuts is als je het vergelijkt met de revenuen die Ockels zou kunnen genereren als hij zijn laddermolen aan de praat krijgt. “Dan moet je denken aan miljarden”, aldus Rem. Hij heeft veel bewondering voor de wijze waarop Wubbo Ockels zijn ideeën aan de man brengt. “Mensen die zeuren dat hij ideeën verkoopt die mogelijk niet haalbaar zijn, begrijpen niet hoe het werkt. Wie meteen meldt dat het ook wel eens niet zou kunnen werken, zal nooit een cent loskrijgen. Om verder te komen moet je risico’s nemen”, aldus Rem. “Zijn laddermolen is een prachtig idee. Op grote hoogte is de windenergie vele orden groter. De kans dat het je lukt die energie af te tappen is erg klein, maar ook als het niet lukt, is er veel kennis te winnen. Onze voorvaders hadden nooit een vliegtuig gebouwd als ze geen risico hadden genomen. De ideeën van Ockels zijn door onafhankelijke experts geranked, en doen mee in de topregionen. Voor zover ik kan zien, handelt Wubbo Ockels heel transparant. Al zóu hij zijn zakken vullen; alleen al de aandacht die de man genereert, daar móet de TU beter van worden.”
De TU heeft ondernemende ingenieurs nodig en ondernemende ingenieurs hebben de TU nodig, weet dr.ir. Jan van der Tempel. Hij was aanvankelijk van plan na zijn promotie in 2005 de TU achter zich te laten. Samen met een collega-promovendus had hij in 2002 onder het genot van een biertje het idee gekregen voor de Ampelmann, een constructie die in alle zes bewegingsrichtingen stabiel blijft als het schip waaraan hij bevestigd is, beweegt op de golven. “Het idee was direct een bv te starten, maar de markt bleek er nog niet helemaal klaar voor”, zegt Van der Tempel. “Uiteindelijk konden we binnen de TU met het idee aan de slag. We zijn in dienst bij de faculteit Civiele Techniek en alle octrooien rond de Ampelmann zijn eigendom van de TU. Wij hebben een exclusieve honderd-procentlicentie voor de octrooien en dragen straks royalties af tot een bepaald maximum. Als dat maximum bereikt is, gaan de octrooien over naar onze eigen bv.”
Van der Tempel is zeer gelukkig met hoe het is uitgepakt. “Ik vind het fantastisch om het ontwikkelen van de Ampelmann te combineren met het geven van college en het begeleiden van afstudeerders.” De verhouding tussen zijn inspanningen voor de Ampelmann en zijn overige werk is ongeveer fifty-fifty. Afgelopen september werd met geld van grote bedrijven als Shell en bergingsbedrijf Smit, begonnen met de bouw van een prototype op ware grootte. De geboorte van de eigen bv is nabij. “Binnen een maand gaat dat gebeuren”, zegt Van der Tempel. “Het is vooralsnog niet meer dan een administratieve handeling. Voor het verder exploiteren van het octrooi is het nodig om deze rechtspersoon in het leven te roepen. We blijven nog even binnen de TU.”
Aandelen
Ook prof.dr.ir. Pieter Kruit, hoogleraar deeltjesoptica aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft nog niet verdiend aan zijn patenten op de techniek van een nieuw type elektronenlithografiemachine, dat het mogelijk maakt te schrijven op silicium voor de volgende generatie computerchips. Wel heeft hij zijn patenten al overgebracht van de TU naar de bv Mapper Lithografie, waar nu tachtig man werken aan de verdere ontwikkeling. De bv deed een bod en verkreeg de patenten in ruil voor aandelen. “De TU heeft een goede prijs gekregen”, meent Kruit. Eigenlijk kun je niet meer spreken van ‘zijn’ bv. “In het begin was Mapper Lithografie voor honderd procent in handen van de drie oprichters, maar er moet zo ontzettend veel geld in. Het bedrijf is nu van de geldschieters. Ik heb nog een paar aandelen en ben alleen nog adviseur.”
De TU en Mapper hebben een contract over de betrokkenheid van de hoogleraar. “Als ik nu een patent bedenk, wordt dat automatisch eigendom van Mapper Lithografie”, aldus Kruit. “Voor mijn adviseurschap betaalde Mapper in 2006 een ton euro aan de TU en als ze me inhuren voor extra uren, stroomt dat geld rechtstreeks naar mijn onderzoeksgroep.”
Alle constructies zijn mogelijk. “Zolang het maar transparant is”, zegt decaan Marco Waas. Medewerkers dienen goedkeuring te vragen voor hun nevenactiviteiten, maar controleren hoeveel de medewerker daar in steekt, doet de TU niet. “Wetenschappelijk personeel wordt gecontroleerd én keihard afgerekend op zijn kwaliteit in het onderzoek en het onderwijs. Als die afneemt zitten we er bovenop.”
Jan van der Tempel bedacht in 2002 met een collega-promovendus de Ampelmann, een constructie die in alle zes bewegingsrichtingen stabiel blijft als het schip waaraan hij bevestigd is, beweegt op de golven. “Het idee was direct een bv te starten, maar de markt bleek er nog niet helemaal klaar voor. Uiteindelijk konden we binnen de TU met het idee aan de slag. We zijn in dienst bij de faculteit Civiele Techniek en alle octrooien rond de Ampelmann zijn eigendom van de TU.” (Foto: XXXXXXXXXXXXXXX)
De eerste stap van een TU-medewerker die een octrooi wil aanvragen is ‘een belletje naar Lieuwe of Annegreeth’. Zij beheren bij de afdeling juridische zaken van de TU Delft de portefeuille octrooien en patenten en werken bij het speciaal voor dit soort zaken opgezette Valorisation Center.
Lieuwe Boersma: “De eerste regel is heel eenvoudig: het recht op het aanvragen van octrooi op vindingen van medewerkers van de universiteit ligt bij de universiteit. Dat is artikel 12, lid 3 van de Rijksoctrooiwet. De namen van de uitvinders staan naast die van de TU op de octrooiaanvraag. De TU kan het octrooi zonder verdere uitwerking direct verkopen aan een derde partij, of besluiten het proces van het uitwerken van het octrooi samen met een commerciële partij te doorlopen. In beide gevallen wordt de opbrengst van het octrooi of de baten van de exploitatie van het octrooi na aftrek van de octrooikosten, verdeeld volgens de derde/derde/derde-regeling. Een derde van de opbrengst gaat naar de centrale kas van de universiteit, een derde vloeit naar de betreffende onderzoeksgroep en een derde wordt overgemaakt aan de uitvinder. Het maximum van 25 duizend euro voor de uitvinder is vorig jaar zomer met de nieuwe, 3TU-brede regeling losgelaten.
Medewerkers of studenten die een eigen bedrijfje willen beginnen zónder TU-octrooi, maar wel gebruik willen maken van de kennis of faciliteiten van de TU, kunnen een samenwerkingscontract tekenen.
Medewerkers of studenten die met een eigen vinding een bedrijfje willen beginnen (de zogenaamde TU-starters), maar het eigenhandig aanvragen van een octrooi een te dure grap vinden, kunnen samen met de TU octrooi aanvragen. Het octrooi kan dan op termijn in ruil voor betaling in cash of aandelen aan de externe bv worden overgedragen.
Externe bedrijven die een octrooi van de TU willen exploiteren kunnen een licentiecontract aangaan. Voor het gebruik van het octrooi kan worden betaald in cash of royalties.
“De TU wordt commerciëler en dan moet je niet roomser dan de paus willen zijn”, zegt prof.drs. Marco Waas, decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalkunde (3mE). Hij sprak meerdere malen met het college van bestuur over deze materie. Ook over de kwestie rond het laddermolen-octrooi van Wubbo Ockels. “Aan de investering van één miljoen euro door de gemeente Rotterdam, is tien a’ vijftien jaar onderzoek voorafgegaan. Het octrooi is eigendom van een bv van Ockels en de TU zou dat octrooi – of een deel daarvan – graag overnemen. Niet om straks de hoofdprijs te kunnen incasseren, maar om helderheid te krijgen in de relatie. Werken binnen de TU met een geheel extern octrooi is lastig.”
Meer algemeen gesproken vindt Waas dat we onze Nederlandse cultuur van wantrouwen en controle moeten loslaten en ons er bewust van moeten worden dat ondernemerschap een zekere mate van vrijheid vereist. “We moeten niet al te jaloers zijn als iemand een keer een grote klapper maakt. Zeker niet als we er zelf baat bij hebben.”
“Het mes snijdt aan twee kanten”, vindt ook dr.ir. Paul Breedveld, onderzoeker op de afdeling bio-mechanical engineering van de faculteit 3mE en medeoprichter en aandeelhouder van de start-up Deam, dat zijn idee voor een endoscoop met een in alle richtingen bestuurbare kop exploiteert. “Ik houd me niet bezig met de contractuele kant van de bedrijfsvoering, maar alleen met de technische kant en die loopt parallel aan mijn onderzoekslijnen binnen de TU. Dat onderzoek heeft een groot deel van zijn financiering te danken aan Deam.” De patenten staan nu op naam van de TU, die Deam een honderd-procentlicentie verleent, maar worden op termijn overgedragen aan de bv.
Breedveld verdient nu nog niet aan zijn vinding, maar als de prototypes straks hun weg vinden naar de wereldwijde medische markt, verwacht hij flink te kunnen cashen. “Je kunt niet zeggen dat ik een x-aantal uren aan mijn TU-werk besteedt, en een y-aantal uren aan mijn werk voor Deam. Deam is de TU Delft. Het komt er uit voort en draagt er aan bij. Angst voor belangenverstrengeling werkt zó remmend”, meent Breedveld. “Zolang ondernemende onderzoekers nog een zeldzaamheid zijn, kun je het beter ronduit stimuleren, dan het hele proces meteen de kop indrukken door op zoek te gaan naar misbruik van overheidsgeld.”
De Nederlandse economie zal sterk achterop raken bij die van landen als China zonder ondernemende wetenschappers, meent Breedveld. “De tijd dat wetenschappers in hun ivoren toren konden blijven zitten is voorbij. Als je leuke dingen ontdekt, moet je ze niet in een stoffige la laten liggen.”
Afvalmaterialen
Dr.ir. Peter Rem is het met hem eens: “De kosten voor echte wetenschap, met revenuen over twintig of dertig jaar, moeten worden gedragen door de overheid. Maar daarin is men de laatste jaren steeds minder geïnteresseerd.” Rem is onderzoeker grondstoffentechnologie bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en samen met andere medewerkers van de TU auteur van een reeks octrooien op het gebied van scheiding van afvalmaterialen. “We krijgen tegenwoordig de opdracht te werken aan oplossingen voor morgen. Met geld uit octrooien kunnen we werken aan ontwikkelingen voor over vijf a’ tien jaar.”
Rem heeft er niet voor gekozen zijn octrooien onder te brengen in een eigen bv. “Ik zou dat niet met mijn werk als onderzoeker en docent kunnen combineren. Je moet het implementeren van een octrooi niet onderschatten. Als je zestien uur per dag werkt, dan kan het misschien. Als ik er de energie voor had, deed ik het ook.” Toch draaien er nu grote machines met zijn vindingen bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) van de gemeente Amsterdam. “Ik zoek meteen bij de aanvraag van een octrooi een partner in de industrie. Die koopt het octrooi en dat geld stroomt direct naar mijn onderzoeksgroep. Soms krijgen we machines als tegenprestatie, soms drie ton euro om een promovendus aan het werk te zetten.”
Een andere constructie waar zijn onderzoeksgroep voor gekozen heeft is om een octrooi bouwrijp te maken in een joint-venture met een extern bedrijf. “Het octrooi voor het scheiden van metalen uit bodem-as is voor vijftig procent van AEB, en voor vijftig procent van de TU. De komende jaren zal de TU zo’n vijf a’ tien procent ontvangen van de winst uit de exploitatie van dat octrooi.” Dan gaat de kassa echt rinkelen. Rem rekent voor: “Zeg dat één ton bodem-as met de vinding twintig euro meer opbrengt. En dat er vier miljoen ton bodem-as per jaar met de vinding wordt verwerkt… Je moet denken aan enkele tientallen miljoenen euro’s.” Sinds vorig jaar zomer het maximum van 25 duizend euro dat de uitvinder kon ontvangen is losgelaten, kan ook Rem persoonlijk miljoenen euro’s tegemoet zien. Rem: “Als de uitvinder helemaal geen belangen heeft, gebeurt er niks. Als de uitvinder teveel belangen heeft, zou het de TU kunnen schaden. Het is zoeken naar de balans.”
Miljarden
Rem is trots op zijn commerciële succes, maar relativeert het door te zeggen dat het allemaal peanuts is als je het vergelijkt met de revenuen die Ockels zou kunnen genereren als hij zijn laddermolen aan de praat krijgt. “Dan moet je denken aan miljarden”, aldus Rem. Hij heeft veel bewondering voor de wijze waarop Wubbo Ockels zijn ideeën aan de man brengt. “Mensen die zeuren dat hij ideeën verkoopt die mogelijk niet haalbaar zijn, begrijpen niet hoe het werkt. Wie meteen meldt dat het ook wel eens niet zou kunnen werken, zal nooit een cent loskrijgen. Om verder te komen moet je risico’s nemen”, aldus Rem. “Zijn laddermolen is een prachtig idee. Op grote hoogte is de windenergie vele orden groter. De kans dat het je lukt die energie af te tappen is erg klein, maar ook als het niet lukt, is er veel kennis te winnen. Onze voorvaders hadden nooit een vliegtuig gebouwd als ze geen risico hadden genomen. De ideeën van Ockels zijn door onafhankelijke experts geranked, en doen mee in de topregionen. Voor zover ik kan zien, handelt Wubbo Ockels heel transparant. Al zóu hij zijn zakken vullen; alleen al de aandacht die de man genereert, daar móet de TU beter van worden.”
De TU heeft ondernemende ingenieurs nodig en ondernemende ingenieurs hebben de TU nodig, weet dr.ir. Jan van der Tempel. Hij was aanvankelijk van plan na zijn promotie in 2005 de TU achter zich te laten. Samen met een collega-promovendus had hij in 2002 onder het genot van een biertje het idee gekregen voor de Ampelmann, een constructie die in alle zes bewegingsrichtingen stabiel blijft als het schip waaraan hij bevestigd is, beweegt op de golven. “Het idee was direct een bv te starten, maar de markt bleek er nog niet helemaal klaar voor”, zegt Van der Tempel. “Uiteindelijk konden we binnen de TU met het idee aan de slag. We zijn in dienst bij de faculteit Civiele Techniek en alle octrooien rond de Ampelmann zijn eigendom van de TU. Wij hebben een exclusieve honderd-procentlicentie voor de octrooien en dragen straks royalties af tot een bepaald maximum. Als dat maximum bereikt is, gaan de octrooien over naar onze eigen bv.”
Van der Tempel is zeer gelukkig met hoe het is uitgepakt. “Ik vind het fantastisch om het ontwikkelen van de Ampelmann te combineren met het geven van college en het begeleiden van afstudeerders.” De verhouding tussen zijn inspanningen voor de Ampelmann en zijn overige werk is ongeveer fifty-fifty. Afgelopen september werd met geld van grote bedrijven als Shell en bergingsbedrijf Smit, begonnen met de bouw van een prototype op ware grootte. De geboorte van de eigen bv is nabij. “Binnen een maand gaat dat gebeuren”, zegt Van der Tempel. “Het is vooralsnog niet meer dan een administratieve handeling. Voor het verder exploiteren van het octrooi is het nodig om deze rechtspersoon in het leven te roepen. We blijven nog even binnen de TU.”
Aandelen
Ook prof.dr.ir. Pieter Kruit, hoogleraar deeltjesoptica aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft nog niet verdiend aan zijn patenten op de techniek van een nieuw type elektronenlithografiemachine, dat het mogelijk maakt te schrijven op silicium voor de volgende generatie computerchips. Wel heeft hij zijn patenten al overgebracht van de TU naar de bv Mapper Lithografie, waar nu tachtig man werken aan de verdere ontwikkeling. De bv deed een bod en verkreeg de patenten in ruil voor aandelen. “De TU heeft een goede prijs gekregen”, meent Kruit. Eigenlijk kun je niet meer spreken van ‘zijn’ bv. “In het begin was Mapper Lithografie voor honderd procent in handen van de drie oprichters, maar er moet zo ontzettend veel geld in. Het bedrijf is nu van de geldschieters. Ik heb nog een paar aandelen en ben alleen nog adviseur.”
De TU en Mapper hebben een contract over de betrokkenheid van de hoogleraar. “Als ik nu een patent bedenk, wordt dat automatisch eigendom van Mapper Lithografie”, aldus Kruit. “Voor mijn adviseurschap betaalde Mapper in 2006 een ton euro aan de TU en als ze me inhuren voor extra uren, stroomt dat geld rechtstreeks naar mijn onderzoeksgroep.”
Alle constructies zijn mogelijk. “Zolang het maar transparant is”, zegt decaan Marco Waas. Medewerkers dienen goedkeuring te vragen voor hun nevenactiviteiten, maar controleren hoeveel de medewerker daar in steekt, doet de TU niet. “Wetenschappelijk personeel wordt gecontroleerd én keihard afgerekend op zijn kwaliteit in het onderzoek en het onderwijs. Als die afneemt zitten we er bovenop.”
Jan van der Tempel bedacht in 2002 met een collega-promovendus de Ampelmann, een constructie die in alle zes bewegingsrichtingen stabiel blijft als het schip waaraan hij bevestigd is, beweegt op de golven. “Het idee was direct een bv te starten, maar de markt bleek er nog niet helemaal klaar voor. Uiteindelijk konden we binnen de TU met het idee aan de slag. We zijn in dienst bij de faculteit Civiele Techniek en alle octrooien rond de Ampelmann zijn eigendom van de TU.” (Foto: XXXXXXXXXXXXXXX)
De eerste stap van een TU-medewerker die een octrooi wil aanvragen is ‘een belletje naar Lieuwe of Annegreeth’. Zij beheren bij de afdeling juridische zaken van de TU Delft de portefeuille octrooien en patenten en werken bij het speciaal voor dit soort zaken opgezette Valorisation Center.
Lieuwe Boersma: “De eerste regel is heel eenvoudig: het recht op het aanvragen van octrooi op vindingen van medewerkers van de universiteit ligt bij de universiteit. Dat is artikel 12, lid 3 van de Rijksoctrooiwet. De namen van de uitvinders staan naast die van de TU op de octrooiaanvraag. De TU kan het octrooi zonder verdere uitwerking direct verkopen aan een derde partij, of besluiten het proces van het uitwerken van het octrooi samen met een commerciële partij te doorlopen. In beide gevallen wordt de opbrengst van het octrooi of de baten van de exploitatie van het octrooi na aftrek van de octrooikosten, verdeeld volgens de derde/derde/derde-regeling. Een derde van de opbrengst gaat naar de centrale kas van de universiteit, een derde vloeit naar de betreffende onderzoeksgroep en een derde wordt overgemaakt aan de uitvinder. Het maximum van 25 duizend euro voor de uitvinder is vorig jaar zomer met de nieuwe, 3TU-brede regeling losgelaten.
Medewerkers of studenten die een eigen bedrijfje willen beginnen zónder TU-octrooi, maar wel gebruik willen maken van de kennis of faciliteiten van de TU, kunnen een samenwerkingscontract tekenen.
Medewerkers of studenten die met een eigen vinding een bedrijfje willen beginnen (de zogenaamde TU-starters), maar het eigenhandig aanvragen van een octrooi een te dure grap vinden, kunnen samen met de TU octrooi aanvragen. Het octrooi kan dan op termijn in ruil voor betaling in cash of aandelen aan de externe bv worden overgedragen.
Externe bedrijven die een octrooi van de TU willen exploiteren kunnen een licentiecontract aangaan. Voor het gebruik van het octrooi kan worden betaald in cash of royalties.
Comments are closed.