Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Campus

Het kleurengamma van een milde anarchist

De Britse kunstenaar David Hockney (1937), die al weer lange tijd onder de zon van Californië woont, had dertig jaar geleden zijn eerste buitenlandse tentoonstelling in Amsterdam.

Destijds hield hij zich vooral bezig met Pop Art. In Museum Boymans-van Beuningen hangt nu zijn meest recente werk met stillevens, foto’s van schilderijen en portretten van zijn twee teckels.

Dat veel hedendaagse kunst een loopje met zichzelf neemt werd voor de opening van de Hockney-expositie weer eens aardig geïllustreerd. Als ode aan de twee lievelingsteckels van de kunstenaar, ‘Stanley’ en ‘Boogie’, had het museum namelijk een teckelrace georganiseerd. Een ouverture die perfect past bij deze milde anarchist die houdt van experimenteren en altijd goed is voor een ironische toon in zijn werk.

Prachtige lijntekeningen heeft hij op zijn naam staan, vooral van zijn homoseksuele vrienden, meestal naakt en in ongedwongen poses, zodat het lijkt dat ze gevangen zijn in een snapshot. Maar beroemd is hij geworden met zijn zwembadtaferelen waarin de Californische jetset zich baadt in hedonistische weelde. Felkeurige doeken die in heldere stijl een verstilde, lichtvoetige verveling uitdrukken.

Eenzelfde sfeer maar dan in meer ingetogen pasteltinten vinden we ook terug in zijn portretten van Stanley en Boogie. Pakweg vijftig keer heeft hij ze afgebeeld en wel in meerdere houdingen, waarbij ze meestal loom en verzadigd liggen te luieren op een matras. Goeie lobbessen die eindeloos weg lijken te dromen op bergen hondevoer. Altijd put Hockney zijn inspiratie uit zijn nabije omgeving en met het schilderen van zijn teckels is hij naar eigen zeggen begonnen toen zijn vriend overleed.

Het bijzondere aan de tentoonstelling is dat de portretten boven, onder en naast elkaar aan één wand hangen, zoals voor de oorlog gebruikelijk was. Ze hangen zij aan zij met stillevens en foto’s van schilderijen. Een kakafonie van kleurencomposities die zo zijn gerangschikt dat de muur in zijn geheel haast ook weer een kunstwerk wordt.

Vergeleken met de portretten van de honden zijn de stillevens zeer fel van kleur. Meteen moeten we aan de stillevens van Van Gogh denken, voor wie Hockney altijd veel bewondering heeft opgevat. Toch is zijn kleurengamma net iets luchtiger en heeft hij, door bijvoorbeeld ook een plastic fles mineraalwater af te beelden, het genre een eigentijdse draai gegeven.

De foto’s van schilderijen verraden de invloed van zijn andere grote voorbeeld: Pablo Picasso. ‘Kubistische’ composities die bestaan uit gestipte kleurvlakken met sterk wisselende, gebroken perspectieven. Bij sommige valt het doek samen met de foto, bij andere zie je meerdere op ezels in zijn atelier. Ook dit werk is gemaakt zonder enige pretentie. Beheerst en ongedwongen verraadt het de hand van een virtuoos die spelenderwijs zijn vak uitoefent. (M.v.d.L)

Het recente werk van David Hockney is nog t/m 21 januari te zien in Museum Boymans-van Beuningen.


Figuur 1 Teckel van de Britse kunstenaar Hockney

Mannus van der Laan

De Britse kunstenaar David Hockney (1937), die al weer lange tijd onder de zon van Californië woont, had dertig jaar geleden zijn eerste buitenlandse tentoonstelling in Amsterdam. Destijds hield hij zich vooral bezig met Pop Art. In Museum Boymans-van Beuningen hangt nu zijn meest recente werk met stillevens, foto’s van schilderijen en portretten van zijn twee teckels.

Dat veel hedendaagse kunst een loopje met zichzelf neemt werd voor de opening van de Hockney-expositie weer eens aardig geïllustreerd. Als ode aan de twee lievelingsteckels van de kunstenaar, ‘Stanley’ en ‘Boogie’, had het museum namelijk een teckelrace georganiseerd. Een ouverture die perfect past bij deze milde anarchist die houdt van experimenteren en altijd goed is voor een ironische toon in zijn werk.

Prachtige lijntekeningen heeft hij op zijn naam staan, vooral van zijn homoseksuele vrienden, meestal naakt en in ongedwongen poses, zodat het lijkt dat ze gevangen zijn in een snapshot. Maar beroemd is hij geworden met zijn zwembadtaferelen waarin de Californische jetset zich baadt in hedonistische weelde. Felkeurige doeken die in heldere stijl een verstilde, lichtvoetige verveling uitdrukken.

Eenzelfde sfeer maar dan in meer ingetogen pasteltinten vinden we ook terug in zijn portretten van Stanley en Boogie. Pakweg vijftig keer heeft hij ze afgebeeld en wel in meerdere houdingen, waarbij ze meestal loom en verzadigd liggen te luieren op een matras. Goeie lobbessen die eindeloos weg lijken te dromen op bergen hondevoer. Altijd put Hockney zijn inspiratie uit zijn nabije omgeving en met het schilderen van zijn teckels is hij naar eigen zeggen begonnen toen zijn vriend overleed.

Het bijzondere aan de tentoonstelling is dat de portretten boven, onder en naast elkaar aan één wand hangen, zoals voor de oorlog gebruikelijk was. Ze hangen zij aan zij met stillevens en foto’s van schilderijen. Een kakafonie van kleurencomposities die zo zijn gerangschikt dat de muur in zijn geheel haast ook weer een kunstwerk wordt.

Vergeleken met de portretten van de honden zijn de stillevens zeer fel van kleur. Meteen moeten we aan de stillevens van Van Gogh denken, voor wie Hockney altijd veel bewondering heeft opgevat. Toch is zijn kleurengamma net iets luchtiger en heeft hij, door bijvoorbeeld ook een plastic fles mineraalwater af te beelden, het genre een eigentijdse draai gegeven.

De foto’s van schilderijen verraden de invloed van zijn andere grote voorbeeld: Pablo Picasso. ‘Kubistische’ composities die bestaan uit gestipte kleurvlakken met sterk wisselende, gebroken perspectieven. Bij sommige valt het doek samen met de foto, bij andere zie je meerdere op ezels in zijn atelier. Ook dit werk is gemaakt zonder enige pretentie. Beheerst en ongedwongen verraadt het de hand van een virtuoos die spelenderwijs zijn vak uitoefent. (M.v.d.L)

Het recente werk van David Hockney is nog t/m 21 januari te zien in Museum Boymans-van Beuningen.


Figuur 1 Teckel van de Britse kunstenaar Hockney

Mannus van der Laan

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.