Education

Het gevaar van annexatie

In de aanloop naar de faculteit Technische Bestuurskunde, zes jaar geleden, werd samengaan met de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen van de hand gewezen.

Bij het verzoek om nader te onderzoeken wat daarvan de voor- en nadelen zouden zijn, wezen in de politieke arena de duimen naar beneden.

,,Technische Bestuurskunde onderbrengen bij WTM, de zwakste faculteit van Delft, dat mág niet gebeuren.” Alsof het een angstbeeld betrof baande mr. H.J. Zeevalking in september 1990 de weg vrij voor een aparte faculteit voor de nieuw op te richten studierichting technische bestuurskunde. Om zijn woorden kracht bij te zetten, wees de oud-minister subtiel op zijn zware bemanning (in de commissie van voorbereiding zaten de secretarissen-generaal van drie ministeries): ,,U mag de adviezen niet te licht opvatten. U moet echt een aparte faculteit beginnen.”

De vrees was dat de baby zou opgroeien in een verkeerd milieu. In het geval van WTM zou de balans misschien uitslaan naar de algemene bestuurskunde, terwijl overheid en bedrijfsleven nou juist schreeuwden om een opleiding téchnische bestuurskunde. Een nieuwe decaan, en niet die van WTM, moest de kar trekken.

,,Onderbrengen bij WTM houdt geen gevaar voor annexatie in”, wierp ir. J. Klooster van de fractie Democratisch Beleid (DB) nog tegen. ,,Een bestaansreden voor die faculteit is juist de samenwerking met andere. En àls WTM niet de sterkste faculteit is, dan is dit een goede manier om de boel te versterken.”

De u-raadsfractie stond bepaald niet alleen. Het college van decanen adviseerde met klem TB wèl bij WTM onder te brengen, als het dan toch zonodig moest. Want het toenmalig college had haast. Wilde de studie in ’91 van start gaan, dan moest de knoop doorgehakt. Anders zou een andere technische universiteit er met de buit vandoor gaan. Nadat het college een vaste WTM-inbreng had toegezegd, ging de meerderheid van de u-raad akkoord – en verloor een DB-amendement om de voor- en nadelen van samengaan te onderzoeken het van de pressie.

Van een bijzonder profetisch karaker waren de woorden van het buiten-universitair lid dr. F.Th. Hesselink: ,,Ik kan me voorstellen dat samenvoeging van technische bestuurskunde bij WTM een goede zaak is, al zou dat wel een complete overhaul van de faculteit betekenen. Ofschoon…, die oplossing lijkt wel erg veel op een masterstroke om alle problemen op te lossen. Masterstrokes, daar moet je eigenlijk beducht voor zijn.” (H.O.)

Henk Orsel

In de aanloop naar de faculteit Technische Bestuurskunde, zes jaar geleden, werd samengaan met de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen van de hand gewezen. Bij het verzoek om nader te onderzoeken wat daarvan de voor- en nadelen zouden zijn, wezen in de politieke arena de duimen naar beneden.

,,Technische Bestuurskunde onderbrengen bij WTM, de zwakste faculteit van Delft, dat mág niet gebeuren.” Alsof het een angstbeeld betrof baande mr. H.J. Zeevalking in september 1990 de weg vrij voor een aparte faculteit voor de nieuw op te richten studierichting technische bestuurskunde. Om zijn woorden kracht bij te zetten, wees de oud-minister subtiel op zijn zware bemanning (in de commissie van voorbereiding zaten de secretarissen-generaal van drie ministeries): ,,U mag de adviezen niet te licht opvatten. U moet echt een aparte faculteit beginnen.”

De vrees was dat de baby zou opgroeien in een verkeerd milieu. In het geval van WTM zou de balans misschien uitslaan naar de algemene bestuurskunde, terwijl overheid en bedrijfsleven nou juist schreeuwden om een opleiding téchnische bestuurskunde. Een nieuwe decaan, en niet die van WTM, moest de kar trekken.

,,Onderbrengen bij WTM houdt geen gevaar voor annexatie in”, wierp ir. J. Klooster van de fractie Democratisch Beleid (DB) nog tegen. ,,Een bestaansreden voor die faculteit is juist de samenwerking met andere. En àls WTM niet de sterkste faculteit is, dan is dit een goede manier om de boel te versterken.”

De u-raadsfractie stond bepaald niet alleen. Het college van decanen adviseerde met klem TB wèl bij WTM onder te brengen, als het dan toch zonodig moest. Want het toenmalig college had haast. Wilde de studie in ’91 van start gaan, dan moest de knoop doorgehakt. Anders zou een andere technische universiteit er met de buit vandoor gaan. Nadat het college een vaste WTM-inbreng had toegezegd, ging de meerderheid van de u-raad akkoord – en verloor een DB-amendement om de voor- en nadelen van samengaan te onderzoeken het van de pressie.

Van een bijzonder profetisch karaker waren de woorden van het buiten-universitair lid dr. F.Th. Hesselink: ,,Ik kan me voorstellen dat samenvoeging van technische bestuurskunde bij WTM een goede zaak is, al zou dat wel een complete overhaul van de faculteit betekenen. Ofschoon…, die oplossing lijkt wel erg veel op een masterstroke om alle problemen op te lossen. Masterstrokes, daar moet je eigenlijk beducht voor zijn.” (H.O.)

Henk Orsel

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.