Een serie explosies in een grote olieopslagplaats liet het Britse stadje Hemel Hempstead schudden op zijn grondvesten. Buurtbewoners werden zondagochtend om vijf over zes bruut uit hun slaap gehaald.
“The whole house was shaking. I really thought it was the end of the world”, zei ooggetuige Jamie Morehouse in ‘The Daily Telegraph’. De brandweer probeert uit alle macht de brand meester te worden. Met een deken van schuim willen ze de vlammen temmen. Is dat de juiste aanpak?
“Ja, want met water kun je niet blussen”, zegt prof.dr.ir. Harry van den Akker van de vakgroep multiscale physics van Technische Natuurwetenschappen desgevraagd. “Kerosine en water mengen niet. Water is zwaarder en zal er onder komen te liggen, dus blussen is dan zinloos. Bovendien kan het heel gevaarlijk zijn om met water te blussen, omdat er gevaar is voor explosies.”
De brandweer probeert bij een brand de temperatuur te verlagen en de toetreding van zuurstof te vermijden. “Maar veel van het schuim verbrandt of verdampt door de hoge temperatuur”, zegt Van den Akker. “Want schuim blijft er niet bovenop liggen bij deze hitte. Daarom waren enorme hoeveelheden schuim nodig.” Een woordvoerder verklaarde dat de brandweer de brand bluste met vijftien miljoen liter water en een kwart miljoen schuim. “Meer kan de brandweer niet doen,” zegt Van den Akker.
Op het eerste gezicht, benadrukt prof.dr. Ben Ale van veiligheidskunde (faculteit Techniek, Bestuur en Management), lijken alle veiligheidsafstanden in orde te zijn. “Die afstanden worden berekend aan de hand van de grootte van het depot. De opslag zat ver van de bewoonde wereld. Er zijn wat huizen ontzet en geen doden gevallen. De schade valt wat dat betreft mee.” Een ongeluk zit in een klein hoekje, meent Ale. “Er kan altijd een ongeluk gebeuren. Bijvoorbeeld door een kleine lekkage of een vonk. Meestal heeft zo’n brand een kleine oorzaak.”
De brand bedwingen is bijzonder lastig, stelt Ale. “Als de brand nog klein is, kun je met blusschuim een tank afdekken. Maar deze brand was zo groot, 22 tanks stonden in de fik, dan kun je niet veel meer doen dan de brand laten uitbranden.”
Maar ook daarin schuilt een groot gevaar, waarschuwt Van den Akker. Het roet dat vrijkomt, is schadelijk bij inademing. “Roet verspreidt zich nu via de wind en bij een regenbui valt het weer naar beneden. Van de gebouwen spuit je makkelijk de zwarte laag af, maar het zal ook water verontreinigen. Dat is nu het grootste probleem. Daarom is het juist zo belangrijk dat de brand snel wordt geblust.”
De grote rookwolken maakten een diepe indruk op Van den Akker. “Het moet verschrikkelijk zijn geweest om op dat terrein te staan. Een inferno. Je kunt je er geen voorstelling van maken.” (RV)
Buurtbewoners werden zondagochtend om vijf over zes bruut uit hun slaap gehaald. “The whole house was shaking. I really thought it was the end of the world”, zei ooggetuige Jamie Morehouse in ‘The Daily Telegraph’. De brandweer probeert uit alle macht de brand meester te worden. Met een deken van schuim willen ze de vlammen temmen. Is dat de juiste aanpak?
“Ja, want met water kun je niet blussen”, zegt prof.dr.ir. Harry van den Akker van de vakgroep multiscale physics van Technische Natuurwetenschappen desgevraagd. “Kerosine en water mengen niet. Water is zwaarder en zal er onder komen te liggen, dus blussen is dan zinloos. Bovendien kan het heel gevaarlijk zijn om met water te blussen, omdat er gevaar is voor explosies.”
De brandweer probeert bij een brand de temperatuur te verlagen en de toetreding van zuurstof te vermijden. “Maar veel van het schuim verbrandt of verdampt door de hoge temperatuur”, zegt Van den Akker. “Want schuim blijft er niet bovenop liggen bij deze hitte. Daarom waren enorme hoeveelheden schuim nodig.” Een woordvoerder verklaarde dat de brandweer de brand bluste met vijftien miljoen liter water en een kwart miljoen schuim. “Meer kan de brandweer niet doen,” zegt Van den Akker.
Op het eerste gezicht, benadrukt prof.dr. Ben Ale van veiligheidskunde (faculteit Techniek, Bestuur en Management), lijken alle veiligheidsafstanden in orde te zijn. “Die afstanden worden berekend aan de hand van de grootte van het depot. De opslag zat ver van de bewoonde wereld. Er zijn wat huizen ontzet en geen doden gevallen. De schade valt wat dat betreft mee.” Een ongeluk zit in een klein hoekje, meent Ale. “Er kan altijd een ongeluk gebeuren. Bijvoorbeeld door een kleine lekkage of een vonk. Meestal heeft zo’n brand een kleine oorzaak.”
De brand bedwingen is bijzonder lastig, stelt Ale. “Als de brand nog klein is, kun je met blusschuim een tank afdekken. Maar deze brand was zo groot, 22 tanks stonden in de fik, dan kun je niet veel meer doen dan de brand laten uitbranden.”
Maar ook daarin schuilt een groot gevaar, waarschuwt Van den Akker. Het roet dat vrijkomt, is schadelijk bij inademing. “Roet verspreidt zich nu via de wind en bij een regenbui valt het weer naar beneden. Van de gebouwen spuit je makkelijk de zwarte laag af, maar het zal ook water verontreinigen. Dat is nu het grootste probleem. Daarom is het juist zo belangrijk dat de brand snel wordt geblust.”
De grote rookwolken maakten een diepe indruk op Van den Akker. “Het moet verschrikkelijk zijn geweest om op dat terrein te staan. Een inferno. Je kunt je er geen voorstelling van maken.” (RV)
Comments are closed.