Door de nauwere samenwerking tussen de TU Delft en hogeschool InHolland krijgen ook hbo’ers toegang tot het sportcentrum. Maar aangezien het centrum nu al op avonden erg vol zit, wil de TU dat de hogeschool investeert in een grotere capaciteit.
InHolland is dat niet van plan, aldus woordvoerder Donatello Piras. “Hogeschool InHolland sponsort in principe geen activiteiten buiten de school om, studentenverenigingen daargelaten. We stimuleren studenten zeker om te gaan sporten, maar het sportcentrum hoeft geen bedrag van ons te verwachten.” Volgens Piras gaat InHolland uit van het principe dat wanneer studenten willen sporten ze daarvoor zelf willen betalen. “Onze studenten vormen een interessante extra klantenkring voor het sportcentrum. Hier kan vanuit het sportcentrum ook iets tegenover staan.”
Maar volgens Raymond Browne, hoofd van het sportcentrum, is daarmee de kous niet af. Hij denkt dat het sportcentrum alleen aan een toenemende vraag kan voldoen als de capaciteit wordt uitgebreid. En daarvoor is geld vanuit het hbo nodig. “Komt dat er niet, dan wordt in mijn redenatie de sportkaart voor hbo’ers duurder.”
Ook Kees Maring, die het college van bestuur van de TU adviseert over de samenwerking met hogescholen, denkt er zo over. “Voor wat, hoort wat”, weet hij. Hij realiseert zich dat die hogere prijs van de sportkaart ervoor kan zorgen dat hbo’ers worden afgeschrikt. Maar dat is nu eenmaal marktwerking.
Maring voorziet voor de toekomst sowieso meer marktwerking voor het sportcentrum. “We hebben bij eerdere reorganisaties al gezien dat eenheden die diensten leveren op een afstand werden geplaatst. Zij worden alleen nog betaald voor wat ze leveren. Dat zou ook tot het sportcentrum uitgebreid kunnen worden.”
Volgens Piras legt de hogeschool zich erbij neer dat TU-studenten minder betalen voor een sportkaart en hbo-studenten meer. “Dit heeft met het beleid van de TU te maken en het bedrag dat de universiteit voor het sportcentrum neerlegt. We accepteren dat onze studenten meer betalen, maar willen niet dat ze onderaan de lijst worden geplaatst.” (SB)
InHolland is dat niet van plan, aldus woordvoerder Donatello Piras. “Hogeschool InHolland sponsort in principe geen activiteiten buiten de school om, studentenverenigingen daargelaten. We stimuleren studenten zeker om te gaan sporten, maar het sportcentrum hoeft geen bedrag van ons te verwachten.” Volgens Piras gaat InHolland uit van het principe dat wanneer studenten willen sporten ze daarvoor zelf willen betalen. “Onze studenten vormen een interessante extra klantenkring voor het sportcentrum. Hier kan vanuit het sportcentrum ook iets tegenover staan.”
Maar volgens Raymond Browne, hoofd van het sportcentrum, is daarmee de kous niet af. Hij denkt dat het sportcentrum alleen aan een toenemende vraag kan voldoen als de capaciteit wordt uitgebreid. En daarvoor is geld vanuit het hbo nodig. “Komt dat er niet, dan wordt in mijn redenatie de sportkaart voor hbo’ers duurder.”
Ook Kees Maring, die het college van bestuur van de TU adviseert over de samenwerking met hogescholen, denkt er zo over. “Voor wat, hoort wat”, weet hij. Hij realiseert zich dat die hogere prijs van de sportkaart ervoor kan zorgen dat hbo’ers worden afgeschrikt. Maar dat is nu eenmaal marktwerking.
Maring voorziet voor de toekomst sowieso meer marktwerking voor het sportcentrum. “We hebben bij eerdere reorganisaties al gezien dat eenheden die diensten leveren op een afstand werden geplaatst. Zij worden alleen nog betaald voor wat ze leveren. Dat zou ook tot het sportcentrum uitgebreid kunnen worden.”
Volgens Piras legt de hogeschool zich erbij neer dat TU-studenten minder betalen voor een sportkaart en hbo-studenten meer. “Dit heeft met het beleid van de TU te maken en het bedrag dat de universiteit voor het sportcentrum neerlegt. We accepteren dat onze studenten meer betalen, maar willen niet dat ze onderaan de lijst worden geplaatst.” (SB)
Comments are closed.