China is booming business. Steeds meer bedrijven hebben hun weg naar China al gevonden. Ook de TU richt haar blik, voor getalenteerde studenten en lucratieve opdrachten, op het oosten. Deze week bestaat de Fudan-TU Delft School of Micro-electronics twee jaar.
Het eerste waar zesdejaars student life science & technology (lst) Bart Haverkorn (24) voor zijn vertrek naar China aan moest denken als het land ter sprake kwam, waren de vastgeroeste stereotype beelden. Hij dacht aan de Chinese muur, de verboden stad, het plein van de Hemelse Vrede, Mao en het rode boekje. Maar na afgelopen zomer, toen hij twee maanden aan de Tsing Hua Universiteit in Peking onderzoek verrichtte, is dat wel anders. “China verandert ieder uur”, zegt Haverkorn. “Dat is me vooral bijgebleven. Flatgebouwen schieten als paddestoelen uit de grond, steeds een paar verdiepingen hoger dan de vorige dag. De werklichten gaan om twaalf uur ‘s nachts pas uit. Ik wilde tijdens mijn studie per se naar China. Omdat alles uitademt dat dit een gigantisch machtig land gaat worden. Je ziet het voor je ogen groeien, en dat intrigeert me enorm.”
Haverkorn is een van de eerste Delftse studenten die naar het Aziatische land afreisden voor onderzoek of studie. Steeds meer Delftenaren volgen. De sectie transport & planning van Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) organiseerde onlangs een excursie. Ook bij micro-elektronica hebben de eerste studenten hun koffers gepakt om onderzoek te doen in ‘booming China’. “Ik had geen idee wat ik op de Tsing Hua universiteit in Peking zou aantreffen”, zegt Haverkorn. “Ik had alleen een plan opgesteld voor mijn weefselonderzoek, en verder niets. Het niveau bleek heel hoog. Ik was in mijn vakantie, nota bene op een zaterdag, om acht uur in het lab voor mijn onderzoek. Ik dacht dat er maar een paar mensen zouden zitten. Maar toen ik daar aankwam, bleek het hele lab vol te zitten. Hard werken is daar heel normaal. Ze hebben niets anders om op terug te vallen, het is hun enige kans om hogerop te komen.”
Groeireus
De Tsing Hua universiteit in Peking is een van de beste universiteiten van China. Ze hebben een extreem streng toelatingsbeleid. Maar China mag een groeireus zijn met toegenomen kwaliteit op het gebied van wetenschap; veel getalenteerde Chinese studenten zoeken hun studieheil in het buitenland. De TU Delft heeft sinds 1980 contacten met Tsing Hua, en sinds januari 2004 een overeenkomst met de Fudan Universiteit in Sjanghai.
Prof.dr. Kees Beenakker van micro-elektronica & computer engineering (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) is de initiatiefnemer van de overeenkomst. Door zijn inspanningen viert de Fudan-TU Delft School of Microelectronics deze week zijn tweede verjaardag. Over het waarom van het opzetten van activiteiten in China is Beenakker glashelder: “Als we dit niet hadden gedaan, dan hadden we een bedrijf als Philips in Nijmegen net zo goed meteen kunnen sluiten.” In Nijmegen zit een onderdeel van Philips waar ze chips ontwikkelen. “We hadden al jaren heel weinig instroom van Nederlandse studenten. Als er tien afstudeerden, dan konden er negen bij Philips aan het werk, en dat is niet het enige bedrijf in Nederland dat onze mensen wil.” Beenakker luidde de noodklok en na enige aarzeling financiert het bedrijfsleven nu mede de komst van de Chinese studenten.
Bittere noodzaak, meent Beenakker. “We hebben veel geprobeerd om de Nederlandse instroom van studenten te vergroten, maar dat hielp niet genoeg. We kunnen niet zonder Chinezen en andere buitenlanders. Wat is anders je bestaansrecht? Zonder studenten, geen onderzoek. Bovendien, het heeft ook iets treurigs als je les moet geven aan een student, in je eigen kamertje. Vijf jaar geleden studeerden tien mensen per jaar af, nu zijn dat er zestig. Nu er weer meer studenten zijn, leven de docenten ook weer op.”
Hiërarchie
Chinezen zijn dus zeer welkom bij micro-elektronica, waar dit jaar 23 Chinezen in het masterjaar zijn ingestroomd, van wie vijf van Fudan. “Ze werken erg hard”, zegt Beenakker. Een van zijn Chinese studenten, Yide Zhu (25) vult bijdehand op een baldadig toontje zijn hoogleraar aan: “En ik ben erg slim, en ik heb een grote mond, net als iedereen in Nederland.” “Ja, jij wel”, grinnikt Beenakker, “maar jij bent dan ook al langer hier.”
De meeste Chinese studenten letten erg op hiërarchie. Een professor is ‘de baas’. In China zou het ondenkbaar zijn om, zoals Beenakker, rustig te keuvelen met zijn studenten, terwijl hij de ene grap na de andere maakt en de een na de andere sigaret opsteekt. Maar Zhu kijkt er niet echt van op: hij volgde zijn bachelor ook in Nederland. Hij leerde in acht maanden tijd Nederlands om alle vakken van zijn bachelor te kunnen volgen. Inmiddels is hij in de Engelstalige master beland. “Het Nederlands valt best mee”, zegt hij. “Het is net Engels, maar dan anders uitgesproken.”
Zijn ouders, die in China in het onderwijs zitten, zagen hun zoon het liefste voor zijn studie naar het buitenland vertrekken. Zijn studiegenote, Jing Miao (25), die dit jaar aan haar tweede master is begonnen, snapt heel goed waarom. “In China zit je met 188 studenten in een klas, verspreid over vier lokalen. De docent rent van hot naar her. Het is niet efficiënt, en het is onmogelijk om contact te hebben met je hoogleraar.” “En de hoogleraar heeft er vaak nog een bedrijfje naast, omdat hij ook nog voor zijn hele familie moet zorgen”, legt Beenakker uit. “Dat helpt natuurlijk ook niet.”
Studeren in Delft is lastiger dan in China, vindt Miao. “Door de taal vooral. Maar ook omdat je hier zelfstandiger moet werken. Dat is soms lastig. In China krijgen we veel theorie, maar de stof is niet altijd up-to-date. En we hebben in China niet zoveel laboratoria, we moeten ze met te veel mensen delen.”
“Hier hebben we Dimes”, zegt Zhu enthousiast. “En we komen veel meer in contact met de praktijk, met bedrijven. Dat is veel praktischer omdat je weet wat er aan de hand is, wat er speelt in het veld. Dat werkt erg motiverend.”
De TU wil dat het aantal Chinese studenten in balans moet zijn met het aantal andere studenten. Zo vinden ze bij micro-elektronica een verhouding eenderde Chinese studenten, eenderde Nederlandse studenten en eenderde andere buitenlanders ideaal. Als er meer Chinese studenten zijn, wordt die balans verstoord, en bestaat de kans dat de Chinese studenten te veel naar elkaar toetrekken, wat naar beide kanten toe vervelend wordt gevonden, zowel door de Chinezen als de andere studenten. Beenakker wil geen geklit van groepen: “We praten allemaal in hetzelfde beroerde Engels, of anders niet.”
>
Financiële muur
Dat geldt niet voor alle faculteiten op de TU. Bij de sectie transport & planning van CiTG willen ze graag Chinese studenten toelaten, maar deze studenten lopen tegen een bureaucratische en financiële muur op. Idealiter zien ze tien Chinese studenten per jaar komen. “Dan krijg je de beste Chinese studenten in Delft”, zegt prof.dr. Henk van Zuylen. Hij wil vooral dat het mogelijk is de beste studenten naar Nederland te halen en niet alleen de rijkste.
“Nu is het helaas heel lastig voor uitmuntende Chinese studenten om bij transport & planning te studeren, omdat ze 8500 euro collegegeld moeten betalen. Dat kunnen maar weinig Chinezen ophoesten, zij verdienen gemiddeld een vijfde van wat wij verdienen.” Elektrotechniek heeft hier minder last van, omdat de opleiding van de Chinezen deels gesponsord wordt door het bedrijfsleven.
Van Zuylen deed onderzoek aan de Peking Universiteit, geeft les aan Chinese studenten in Nederland, heeft Chinese promovendi, maar hij staat in China vooral bekend om zijn ervaring met verkeersproblemen. De Chinese overheid riep zijn hulp in bij fileproblemen op de ringwegen in Chinese steden.
In 1996 werd er een eerste samenwerking gezocht tussen het Nederlandse ministerie van verkeer en waterstaat en het Chinese ministerie van communicatie (dat over transport gaat). China wilde graag profiteren van de Delftse expertise van intelligente vervoerssystemen. In 2001 volgde een daadwerkelijke overeenkomst, waardoor transport & planning stevig aan het werk werd gezet. De afgelopen jaren gaf Van Zuylen in dit kader les op een trainingscentrum dat hij heeft opgezet voor ingenieurs in China. Het levert zijn sectie tonnen per jaar op.
Bij het signaleren van de verkeersproblemen, viel hem vooral op dat de Chinezen niet jarenlang bakkeleien over te nemen beslissingen, maar stante pede de (verkeers)knopen doorhakken. Ook de wegen worden in recordtempo aangelegd. “China bouwt zich uit de naad, ieder jaar bouwen ze daar evenveel kilometers snelweg als wij in heel Nederland hebben. Wij soebatten al veertig jaar over of we de A4 door het Westland zullen aanleggen, terwijl ze in China de planning en bouw van een snelweg vaak in twee of drie jaar afronden. De besluitvorming gaat meestal veel sneller.”
Trots
Ook de ringweg rond Peking is volgens Van Zuylen een goed voorbeeld. Vanaf het moment dat de eerste auto’s over het asfalt reden, stond het verkeer vast. “Kruispunten die aansloten op de ringweg waren slecht ontworpen. Wij stelden voor om bij een aantal knelpunten links afslaand verkeer om te leiden. En dat advies voerden ze binnen twee maanden door. In Nederland is dat onmogelijk. Daar kunnen we nog veel van leren.”
Nieuwe wegen, hoogstaande techniek, hoog opgeleide burgers: de toekomst van China lijkt rooskleurig. Hoe denkt de TU Delft daar later van te profiteren? “Het is belangrijk dat we getalenteerde Chinese studenten hierheen halen. Zij zijn de ministers en de top van het bedrijfsleven in China van de toekomst. Als mensen op die hoge posities met een warm gevoel aan Delft denken, plukken wij daar de vruchten van. Want de relatie universiteit-alumnus blijft voor Chinezen hun hele leven bestaan.” Beenakker kan dit alleen maar beamen: “Een Chinese student is hartstikke trots op zijn universiteit. Daar zal de TU in de toekomst zeker van profiteren.”
Over die toekomst hebben Miao en Zhu al nagedacht. Zhu wil het liefste een paar jaar ervaring opdoen in het Nederlandse bedrijfsleven, en dan terug naar China. Miao wil het liefste een paar jaar werken bij Philips en dan eveneens terug naar China, om haar eigen bedrijfje op te zetten. “Daar kunnen Nederlandse studenten nog wat van leren”, zegt Beenakker enthousiast. “Je eigen Dimes”, zegt Zhu gekscherend. “Dat moet mogelijk zijn, want ik denk dat China de toekomst heeft.”
Een kantine van de Tsing Hua universiteit in Peking. (Foto: Bart Haverkorn)
Het eerste waar zesdejaars student life science & technology (lst) Bart Haverkorn (24) voor zijn vertrek naar China aan moest denken als het land ter sprake kwam, waren de vastgeroeste stereotype beelden. Hij dacht aan de Chinese muur, de verboden stad, het plein van de Hemelse Vrede, Mao en het rode boekje. Maar na afgelopen zomer, toen hij twee maanden aan de Tsing Hua Universiteit in Peking onderzoek verrichtte, is dat wel anders. “China verandert ieder uur”, zegt Haverkorn. “Dat is me vooral bijgebleven. Flatgebouwen schieten als paddestoelen uit de grond, steeds een paar verdiepingen hoger dan de vorige dag. De werklichten gaan om twaalf uur ‘s nachts pas uit. Ik wilde tijdens mijn studie per se naar China. Omdat alles uitademt dat dit een gigantisch machtig land gaat worden. Je ziet het voor je ogen groeien, en dat intrigeert me enorm.”
Haverkorn is een van de eerste Delftse studenten die naar het Aziatische land afreisden voor onderzoek of studie. Steeds meer Delftenaren volgen. De sectie transport & planning van Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) organiseerde onlangs een excursie. Ook bij micro-elektronica hebben de eerste studenten hun koffers gepakt om onderzoek te doen in ‘booming China’. “Ik had geen idee wat ik op de Tsing Hua universiteit in Peking zou aantreffen”, zegt Haverkorn. “Ik had alleen een plan opgesteld voor mijn weefselonderzoek, en verder niets. Het niveau bleek heel hoog. Ik was in mijn vakantie, nota bene op een zaterdag, om acht uur in het lab voor mijn onderzoek. Ik dacht dat er maar een paar mensen zouden zitten. Maar toen ik daar aankwam, bleek het hele lab vol te zitten. Hard werken is daar heel normaal. Ze hebben niets anders om op terug te vallen, het is hun enige kans om hogerop te komen.”
Groeireus
De Tsing Hua universiteit in Peking is een van de beste universiteiten van China. Ze hebben een extreem streng toelatingsbeleid. Maar China mag een groeireus zijn met toegenomen kwaliteit op het gebied van wetenschap; veel getalenteerde Chinese studenten zoeken hun studieheil in het buitenland. De TU Delft heeft sinds 1980 contacten met Tsing Hua, en sinds januari 2004 een overeenkomst met de Fudan Universiteit in Sjanghai.
Prof.dr. Kees Beenakker van micro-elektronica & computer engineering (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) is de initiatiefnemer van de overeenkomst. Door zijn inspanningen viert de Fudan-TU Delft School of Microelectronics deze week zijn tweede verjaardag. Over het waarom van het opzetten van activiteiten in China is Beenakker glashelder: “Als we dit niet hadden gedaan, dan hadden we een bedrijf als Philips in Nijmegen net zo goed meteen kunnen sluiten.” In Nijmegen zit een onderdeel van Philips waar ze chips ontwikkelen. “We hadden al jaren heel weinig instroom van Nederlandse studenten. Als er tien afstudeerden, dan konden er negen bij Philips aan het werk, en dat is niet het enige bedrijf in Nederland dat onze mensen wil.” Beenakker luidde de noodklok en na enige aarzeling financiert het bedrijfsleven nu mede de komst van de Chinese studenten.
Bittere noodzaak, meent Beenakker. “We hebben veel geprobeerd om de Nederlandse instroom van studenten te vergroten, maar dat hielp niet genoeg. We kunnen niet zonder Chinezen en andere buitenlanders. Wat is anders je bestaansrecht? Zonder studenten, geen onderzoek. Bovendien, het heeft ook iets treurigs als je les moet geven aan een student, in je eigen kamertje. Vijf jaar geleden studeerden tien mensen per jaar af, nu zijn dat er zestig. Nu er weer meer studenten zijn, leven de docenten ook weer op.”
Hiërarchie
Chinezen zijn dus zeer welkom bij micro-elektronica, waar dit jaar 23 Chinezen in het masterjaar zijn ingestroomd, van wie vijf van Fudan. “Ze werken erg hard”, zegt Beenakker. Een van zijn Chinese studenten, Yide Zhu (25) vult bijdehand op een baldadig toontje zijn hoogleraar aan: “En ik ben erg slim, en ik heb een grote mond, net als iedereen in Nederland.” “Ja, jij wel”, grinnikt Beenakker, “maar jij bent dan ook al langer hier.”
De meeste Chinese studenten letten erg op hiërarchie. Een professor is ‘de baas’. In China zou het ondenkbaar zijn om, zoals Beenakker, rustig te keuvelen met zijn studenten, terwijl hij de ene grap na de andere maakt en de een na de andere sigaret opsteekt. Maar Zhu kijkt er niet echt van op: hij volgde zijn bachelor ook in Nederland. Hij leerde in acht maanden tijd Nederlands om alle vakken van zijn bachelor te kunnen volgen. Inmiddels is hij in de Engelstalige master beland. “Het Nederlands valt best mee”, zegt hij. “Het is net Engels, maar dan anders uitgesproken.”
Zijn ouders, die in China in het onderwijs zitten, zagen hun zoon het liefste voor zijn studie naar het buitenland vertrekken. Zijn studiegenote, Jing Miao (25), die dit jaar aan haar tweede master is begonnen, snapt heel goed waarom. “In China zit je met 188 studenten in een klas, verspreid over vier lokalen. De docent rent van hot naar her. Het is niet efficiënt, en het is onmogelijk om contact te hebben met je hoogleraar.” “En de hoogleraar heeft er vaak nog een bedrijfje naast, omdat hij ook nog voor zijn hele familie moet zorgen”, legt Beenakker uit. “Dat helpt natuurlijk ook niet.”
Studeren in Delft is lastiger dan in China, vindt Miao. “Door de taal vooral. Maar ook omdat je hier zelfstandiger moet werken. Dat is soms lastig. In China krijgen we veel theorie, maar de stof is niet altijd up-to-date. En we hebben in China niet zoveel laboratoria, we moeten ze met te veel mensen delen.”
“Hier hebben we Dimes”, zegt Zhu enthousiast. “En we komen veel meer in contact met de praktijk, met bedrijven. Dat is veel praktischer omdat je weet wat er aan de hand is, wat er speelt in het veld. Dat werkt erg motiverend.”
De TU wil dat het aantal Chinese studenten in balans moet zijn met het aantal andere studenten. Zo vinden ze bij micro-elektronica een verhouding eenderde Chinese studenten, eenderde Nederlandse studenten en eenderde andere buitenlanders ideaal. Als er meer Chinese studenten zijn, wordt die balans verstoord, en bestaat de kans dat de Chinese studenten te veel naar elkaar toetrekken, wat naar beide kanten toe vervelend wordt gevonden, zowel door de Chinezen als de andere studenten. Beenakker wil geen geklit van groepen: “We praten allemaal in hetzelfde beroerde Engels, of anders niet.”
>
Financiële muur
Dat geldt niet voor alle faculteiten op de TU. Bij de sectie transport & planning van CiTG willen ze graag Chinese studenten toelaten, maar deze studenten lopen tegen een bureaucratische en financiële muur op. Idealiter zien ze tien Chinese studenten per jaar komen. “Dan krijg je de beste Chinese studenten in Delft”, zegt prof.dr. Henk van Zuylen. Hij wil vooral dat het mogelijk is de beste studenten naar Nederland te halen en niet alleen de rijkste.
“Nu is het helaas heel lastig voor uitmuntende Chinese studenten om bij transport & planning te studeren, omdat ze 8500 euro collegegeld moeten betalen. Dat kunnen maar weinig Chinezen ophoesten, zij verdienen gemiddeld een vijfde van wat wij verdienen.” Elektrotechniek heeft hier minder last van, omdat de opleiding van de Chinezen deels gesponsord wordt door het bedrijfsleven.
Van Zuylen deed onderzoek aan de Peking Universiteit, geeft les aan Chinese studenten in Nederland, heeft Chinese promovendi, maar hij staat in China vooral bekend om zijn ervaring met verkeersproblemen. De Chinese overheid riep zijn hulp in bij fileproblemen op de ringwegen in Chinese steden.
In 1996 werd er een eerste samenwerking gezocht tussen het Nederlandse ministerie van verkeer en waterstaat en het Chinese ministerie van communicatie (dat over transport gaat). China wilde graag profiteren van de Delftse expertise van intelligente vervoerssystemen. In 2001 volgde een daadwerkelijke overeenkomst, waardoor transport & planning stevig aan het werk werd gezet. De afgelopen jaren gaf Van Zuylen in dit kader les op een trainingscentrum dat hij heeft opgezet voor ingenieurs in China. Het levert zijn sectie tonnen per jaar op.
Bij het signaleren van de verkeersproblemen, viel hem vooral op dat de Chinezen niet jarenlang bakkeleien over te nemen beslissingen, maar stante pede de (verkeers)knopen doorhakken. Ook de wegen worden in recordtempo aangelegd. “China bouwt zich uit de naad, ieder jaar bouwen ze daar evenveel kilometers snelweg als wij in heel Nederland hebben. Wij soebatten al veertig jaar over of we de A4 door het Westland zullen aanleggen, terwijl ze in China de planning en bouw van een snelweg vaak in twee of drie jaar afronden. De besluitvorming gaat meestal veel sneller.”
Trots
Ook de ringweg rond Peking is volgens Van Zuylen een goed voorbeeld. Vanaf het moment dat de eerste auto’s over het asfalt reden, stond het verkeer vast. “Kruispunten die aansloten op de ringweg waren slecht ontworpen. Wij stelden voor om bij een aantal knelpunten links afslaand verkeer om te leiden. En dat advies voerden ze binnen twee maanden door. In Nederland is dat onmogelijk. Daar kunnen we nog veel van leren.”
Nieuwe wegen, hoogstaande techniek, hoog opgeleide burgers: de toekomst van China lijkt rooskleurig. Hoe denkt de TU Delft daar later van te profiteren? “Het is belangrijk dat we getalenteerde Chinese studenten hierheen halen. Zij zijn de ministers en de top van het bedrijfsleven in China van de toekomst. Als mensen op die hoge posities met een warm gevoel aan Delft denken, plukken wij daar de vruchten van. Want de relatie universiteit-alumnus blijft voor Chinezen hun hele leven bestaan.” Beenakker kan dit alleen maar beamen: “Een Chinese student is hartstikke trots op zijn universiteit. Daar zal de TU in de toekomst zeker van profiteren.”
Over die toekomst hebben Miao en Zhu al nagedacht. Zhu wil het liefste een paar jaar ervaring opdoen in het Nederlandse bedrijfsleven, en dan terug naar China. Miao wil het liefste een paar jaar werken bij Philips en dan eveneens terug naar China, om haar eigen bedrijfje op te zetten. “Daar kunnen Nederlandse studenten nog wat van leren”, zegt Beenakker enthousiast. “Je eigen Dimes”, zegt Zhu gekscherend. “Dat moet mogelijk zijn, want ik denk dat China de toekomst heeft.”
Een kantine van de Tsing Hua universiteit in Peking. (Foto: Bart Haverkorn)
Comments are closed.