Science

Gsm-foto’s

Naam: Martijn Snoeij (28)Onderwerp: Verbeteren van beeldsensoren in mobiele telefoonsPromotoren: Prof.dr.ir Albert Theuwissen en prof.d

r.ir Johan Huijsing (basiseenheid elektronische instrumentatie)

Tussenstand: Nog ruim anderhalf jaar te gaan

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

“Ik heb geen camera op mijn mobieltje, aan bellen heb ik genoeg bij een telefoon. De toepassing is erg populair, maar de beeldkwaliteit is nog erg beroerd. Het kan in de verste verte niet concurreren met een digitale camera. Je moet niet proberen van een foto van je mobieltje een afdruk te maken. Terwijl het op termijn leuk zou zijn als er een camera op een mobieltje zit die bijna even goede foto’s geeft als een digitale camera.

Een reden voor het kwaliteitsverschil ligt in het feit dat in een mobiele telefoon een ander soort sensorchip wordt gebruikt. Het voordeel van die chip is dat alle uitleeselektronica ook op de chip kan, waardoor je een complete camera op een chip kunt maken.

Helaas komt er veel ruis op het signaal van de beeldsensor, omdat dit enkele analoge bewerkingsstappen moet ondergaan voor het als foto zichtbaar wordt op je scherm. Bij iedere stap komt een stukje ruis, omdat iedere transistor en convertor die je gebruikt hun eigen onnauwkeurigheid toevoegen.

Een andere probleem is dat het menselijk gezichtsvermogen erg gevoelig is voor verstoringen in het beeld dat gepresenteerd wordt. Zelfs een kleine afwijking, bijvoorbeeld een stipje op de muur, merk je al op. Voor een mooie foto moet de elektronica daarom heel goed uniform werken.

Ik heb vooral gekeken hoe je minder ruis in de uitleeselektronica van het lichtsignaal krijgt en hoe je elektrisch vermogen kunt besparen. Die ruis kun je verminderen door het aantal bewerkingen tussen transistor en convertor terug te brengen van lichtsignaal naar digitaal signaal. In de schakeling die ik heb ontworpen zit dat principe verwerkt. De komende tijd moet ik nog testen of mijn papieren schakeling in de praktijk ook werkt.

Mijn onderzoek ligt op een grensvlak tussen twee expertises. Beeldsensoren zijn een heel apart vakgebied en dit is de expertise van prof. Theuwissen, mijn ene promotor. Het verbeteren van de uitleeselektronica is juist de expertise van mijn andere promotor, Johan Huijsing. Daarnaast werken we in opdracht van een bedrijf en daar heb ik expres voor gekozen. Je bent weliswaar niet meer zuiver wetenschappelijk bezig, maar krijgt wel meteen feedback op wat je gemaakt hebt. Dat maakt het voor mij spannender, omdat ik zelf na mijn promotie naar het bedrijfsleven wil.” (RZ)

Naam: Martijn Snoeij (28)

Onderwerp: Verbeteren van beeldsensoren in mobiele telefoons

Promotoren: Prof.dr.ir Albert Theuwissen en prof.dr.ir Johan Huijsing (basiseenheid elektronische instrumentatie)

Tussenstand: Nog ruim anderhalf jaar te gaan

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

“Ik heb geen camera op mijn mobieltje, aan bellen heb ik genoeg bij een telefoon. De toepassing is erg populair, maar de beeldkwaliteit is nog erg beroerd. Het kan in de verste verte niet concurreren met een digitale camera. Je moet niet proberen van een foto van je mobieltje een afdruk te maken. Terwijl het op termijn leuk zou zijn als er een camera op een mobieltje zit die bijna even goede foto’s geeft als een digitale camera.

Een reden voor het kwaliteitsverschil ligt in het feit dat in een mobiele telefoon een ander soort sensorchip wordt gebruikt. Het voordeel van die chip is dat alle uitleeselektronica ook op de chip kan, waardoor je een complete camera op een chip kunt maken.

Helaas komt er veel ruis op het signaal van de beeldsensor, omdat dit enkele analoge bewerkingsstappen moet ondergaan voor het als foto zichtbaar wordt op je scherm. Bij iedere stap komt een stukje ruis, omdat iedere transistor en convertor die je gebruikt hun eigen onnauwkeurigheid toevoegen.

Een andere probleem is dat het menselijk gezichtsvermogen erg gevoelig is voor verstoringen in het beeld dat gepresenteerd wordt. Zelfs een kleine afwijking, bijvoorbeeld een stipje op de muur, merk je al op. Voor een mooie foto moet de elektronica daarom heel goed uniform werken.

Ik heb vooral gekeken hoe je minder ruis in de uitleeselektronica van het lichtsignaal krijgt en hoe je elektrisch vermogen kunt besparen. Die ruis kun je verminderen door het aantal bewerkingen tussen transistor en convertor terug te brengen van lichtsignaal naar digitaal signaal. In de schakeling die ik heb ontworpen zit dat principe verwerkt. De komende tijd moet ik nog testen of mijn papieren schakeling in de praktijk ook werkt.

Mijn onderzoek ligt op een grensvlak tussen twee expertises. Beeldsensoren zijn een heel apart vakgebied en dit is de expertise van prof. Theuwissen, mijn ene promotor. Het verbeteren van de uitleeselektronica is juist de expertise van mijn andere promotor, Johan Huijsing. Daarnaast werken we in opdracht van een bedrijf en daar heb ik expres voor gekozen. Je bent weliswaar niet meer zuiver wetenschappelijk bezig, maar krijgt wel meteen feedback op wat je gemaakt hebt. Dat maakt het voor mij spannender, omdat ik zelf na mijn promotie naar het bedrijfsleven wil.” (RZ)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.