IO-student Eelke Kingma (24) bracht drie maanden door op de afgelegen hoogvlaktes van Bolivia, de enige plek ter wereld waar de ‘extreem gezonde’ graansoort quinoa groeit. Slimmere verbouw van dit plantje moet boeren behoeden voor de overstap naar de cocaproductie.
Quinoa. Nooit van gehoord.
“Quinoa groeit alleen in de buurt van het grootste zoutmeer ter wereld, op vier kilometer hoogte, waar het heel droog en koud is. Het is één van de meest superieure graansoorten ter wereld, extreem gezond en voedzaam. Nasa gebruikt het voor langdurige ruimtevluchten en het is hip onder celebrities in Hollywood. In Nederland is het alleen te vinden in biowinkels.”
Klinkt als goede handel.
“87 Procent van de boeren in het gebied leeft onder de armoedegrens. Zij eten zelf alleen quinoa en krijgen niet zoveel voor hun oogst. Zestig tot zeventig procent van de quinoa wordt het land uitgesmokkeld, om in een buurland een illegaal certificaat voor organische productie te krijgen. Veel van de quinoa die hier in de biowinkels ligt, is dus helemaal niet organisch.”
Waarom moet het organisch zijn?
“Quinoa met een organisch keurmerk levert het dubbele op. Maar dan moeten de boeren wel investeren. Nu verbouwen zij een stuk land twee jaar. Daarna is het uitgeput. De bemesting en de irrigatie moeten veel beter. Daar is onderwijs voor nodig.”
Zitten de boeren te wachten op vernieuwingen?
“Net als de meeste mensen staan ze niet zo open voor veranderingen. ‘Waarom zouden we’, zeggen ze. Je moet ze dus kunnen vertellen wat de voordelen zijn. Certificering is een oplossing voor meerdere problemen. De smokkel stopt, boeren gaan duurzamer produceren en ze krijgen een hogere prijs voor hun waar.”
En ze stappen hopelijk niet over naar de veel lucratievere cocahandel.
“Precies. Veel mensen trekken weg uit het gebied. Ze gaan naar de stad, of naar een cocaplantage. Maar dat laatste brengt ook risico’s met zich mee. Je oogst kan worden vernietigd door vliegtuigjes die gif sproeien in de war on drugs. Quinoa moet een serieus alternatief worden voor coca.”
Je zat maandenlang in een afgelegen gebied. Hoe was dat?
“Ik zat in de grootste stad, bij de Fundacion Autapo, een organisatie die grotendeels door de Nederlandse ambassade in Bolivia wordt gefinancierd. We zijn een paar keer het land op geweest, een week lang met je rugzak op pad. Het was zomer, maar gruwelijk koud. De ‘Lonely Planet’ zegt over de mensen die in dit gebied wonen, dat het de hardste zielen ter wereld zijn. Zo zien ze er ook uit: gehard en verweerd.”
Wil je na je studie het ontwikkelingswerk in?
“Ik hoef daar niet mee door te gaan, maar het is wel fijn nuttig werk te doen. Als je daar een innovatie kunt doorvoeren, heeft dat direct effect op een grote groep mensen.”
Eelke Kingma. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Quinoa. Nooit van gehoord.
“Quinoa groeit alleen in de buurt van het grootste zoutmeer ter wereld, op vier kilometer hoogte, waar het heel droog en koud is. Het is één van de meest superieure graansoorten ter wereld, extreem gezond en voedzaam. Nasa gebruikt het voor langdurige ruimtevluchten en het is hip onder celebrities in Hollywood. In Nederland is het alleen te vinden in biowinkels.”
Klinkt als goede handel.
“87 Procent van de boeren in het gebied leeft onder de armoedegrens. Zij eten zelf alleen quinoa en krijgen niet zoveel voor hun oogst. Zestig tot zeventig procent van de quinoa wordt het land uitgesmokkeld, om in een buurland een illegaal certificaat voor organische productie te krijgen. Veel van de quinoa die hier in de biowinkels ligt, is dus helemaal niet organisch.”
Waarom moet het organisch zijn?
“Quinoa met een organisch keurmerk levert het dubbele op. Maar dan moeten de boeren wel investeren. Nu verbouwen zij een stuk land twee jaar. Daarna is het uitgeput. De bemesting en de irrigatie moeten veel beter. Daar is onderwijs voor nodig.”
Zitten de boeren te wachten op vernieuwingen?
“Net als de meeste mensen staan ze niet zo open voor veranderingen. ‘Waarom zouden we’, zeggen ze. Je moet ze dus kunnen vertellen wat de voordelen zijn. Certificering is een oplossing voor meerdere problemen. De smokkel stopt, boeren gaan duurzamer produceren en ze krijgen een hogere prijs voor hun waar.”
En ze stappen hopelijk niet over naar de veel lucratievere cocahandel.
“Precies. Veel mensen trekken weg uit het gebied. Ze gaan naar de stad, of naar een cocaplantage. Maar dat laatste brengt ook risico’s met zich mee. Je oogst kan worden vernietigd door vliegtuigjes die gif sproeien in de war on drugs. Quinoa moet een serieus alternatief worden voor coca.”
Je zat maandenlang in een afgelegen gebied. Hoe was dat?
“Ik zat in de grootste stad, bij de Fundacion Autapo, een organisatie die grotendeels door de Nederlandse ambassade in Bolivia wordt gefinancierd. We zijn een paar keer het land op geweest, een week lang met je rugzak op pad. Het was zomer, maar gruwelijk koud. De ‘Lonely Planet’ zegt over de mensen die in dit gebied wonen, dat het de hardste zielen ter wereld zijn. Zo zien ze er ook uit: gehard en verweerd.”
Wil je na je studie het ontwikkelingswerk in?
“Ik hoef daar niet mee door te gaan, maar het is wel fijn nuttig werk te doen. Als je daar een innovatie kunt doorvoeren, heeft dat direct effect op een grote groep mensen.”
Eelke Kingma. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Comments are closed.