Ook het Delftse beton is ermee besmet: posters van het ‘detective-moordenaarspel’ Gotcha. Wie maakt er zoveel mogelijk studenten af? Met een waterpistool wel te verstaan.
De regels zijn eenvoudig: slechts gewapend met een foto, naam en pistool moet de deelnemer zijn slachtoffer opsporen en neerschieten. Het spel wordt interessanter doordat iedere ‘killer’ ook weer doelwit is. Is een deelnemer er in geslaagd zijn tegenstander uit te schakelen dan wordt het doel van de ongelukkige overgenomen en gaat de jacht verder. Tot er uiteindelijk één winnaar overblijft.
Tien jaar geleden organiseerde Pepijn Nicolas het spel voor de eerste keer, in Delft. Gotcha beviel, de studie technische informatica een stuk minder. Inmiddels is hij van stad gewisseld en als bijna afgestudeerd sociaal econoom in Utrecht de organisator van de landelijke versie van Gotcha.
,,Het is een beetje uit de hand gelopen café-idee. We vonden het een goed plan om in wat meer steden een Gotcha-competitie op te zetten. Met een landelijke finale. Dat vond zoveel navolging dat we besloten hebben alle universiteitssteden in de competitie te betrekken”, zegt Nicolas.
Waarom blijft het slagveld beperkt tot de ‘eigen’ stad? Een speurtocht om je slachtoffer in Groningen of Tilburg uit te schakelen is toch veel leuker dan het zoveelste waterballet rond de flat in Delft-zuid?
Nicolas: ,,Er zouden dan veel minder mensen meedoen. Want het kost natuurlijk zeeën van tijd. En iedere moordopdracht moet binnen tien dagen afgerond zijn. Misschien dat ik ooit nog wel eens voor een klein groepje fanatiekelingen zo’n echt landelijke versie organiseer.”
De inschrijving en organisatie in Delft is deels in handen van Bram Coremans: ,,Het gaat tot nu toe redelijk goed. We zijn nu twee weken bezig en hebben al ruim honderd deelnemers.” Er is dus nog plaats, want iedere stad heeft een quotum van vijfhonderd deelnemers. Als ware veehouders mogen de grotere Gotcha-steden quota van kleinere plaatsen afromen.
Nicolas: ,,Ik schat dat er zo’n vijduizend deelnemers in heel Nederland zullen zijn. Nee, daar verdienen we niets aan. Die 12,50 gulden voor deelname is lang niet genoeg om uit de kosten te komen. Zelfs bij zoveel deelnemers.”
Met deze schiethausse zullen de landelijke speelgoedgiganten wel blij zijn. De schietrage was eigenlijk al twee zomers over zijn hoogtepunt heen, maar vijfduizend waterpistolen en supersoakers zijn meer dan Bart Smit in de schappen heeft liggen. Wanneer alle duels uitgevochten zijn blijft er in iedere stad een winnaar over. Deze twaalf Dirty Harry’s zullen elkaar in een landelijke finale treffen. Het waterpistool wordt dan wel ingeruild voor een paintball-uitrusting.
Jammer, want zo’n verfkanon kan nooit de bijna-erotische uitstraling van het meisje-met-waterpistool op de Gotcha-poster evenaren.
Ook het Delftse beton is ermee besmet: posters van het ‘detective-moordenaarspel’ Gotcha. Wie maakt er zoveel mogelijk studenten af? Met een waterpistool wel te verstaan. De regels zijn eenvoudig: slechts gewapend met een foto, naam en pistool moet de deelnemer zijn slachtoffer opsporen en neerschieten. Het spel wordt interessanter doordat iedere ‘killer’ ook weer doelwit is. Is een deelnemer er in geslaagd zijn tegenstander uit te schakelen dan wordt het doel van de ongelukkige overgenomen en gaat de jacht verder. Tot er uiteindelijk één winnaar overblijft.
Tien jaar geleden organiseerde Pepijn Nicolas het spel voor de eerste keer, in Delft. Gotcha beviel, de studie technische informatica een stuk minder. Inmiddels is hij van stad gewisseld en als bijna afgestudeerd sociaal econoom in Utrecht de organisator van de landelijke versie van Gotcha.
,,Het is een beetje uit de hand gelopen café-idee. We vonden het een goed plan om in wat meer steden een Gotcha-competitie op te zetten. Met een landelijke finale. Dat vond zoveel navolging dat we besloten hebben alle universiteitssteden in de competitie te betrekken”, zegt Nicolas.
Waarom blijft het slagveld beperkt tot de ‘eigen’ stad? Een speurtocht om je slachtoffer in Groningen of Tilburg uit te schakelen is toch veel leuker dan het zoveelste waterballet rond de flat in Delft-zuid?
Nicolas: ,,Er zouden dan veel minder mensen meedoen. Want het kost natuurlijk zeeën van tijd. En iedere moordopdracht moet binnen tien dagen afgerond zijn. Misschien dat ik ooit nog wel eens voor een klein groepje fanatiekelingen zo’n echt landelijke versie organiseer.”
De inschrijving en organisatie in Delft is deels in handen van Bram Coremans: ,,Het gaat tot nu toe redelijk goed. We zijn nu twee weken bezig en hebben al ruim honderd deelnemers.” Er is dus nog plaats, want iedere stad heeft een quotum van vijfhonderd deelnemers. Als ware veehouders mogen de grotere Gotcha-steden quota van kleinere plaatsen afromen.
Nicolas: ,,Ik schat dat er zo’n vijduizend deelnemers in heel Nederland zullen zijn. Nee, daar verdienen we niets aan. Die 12,50 gulden voor deelname is lang niet genoeg om uit de kosten te komen. Zelfs bij zoveel deelnemers.”
Met deze schiethausse zullen de landelijke speelgoedgiganten wel blij zijn. De schietrage was eigenlijk al twee zomers over zijn hoogtepunt heen, maar vijfduizend waterpistolen en supersoakers zijn meer dan Bart Smit in de schappen heeft liggen. Wanneer alle duels uitgevochten zijn blijft er in iedere stad een winnaar over. Deze twaalf Dirty Harry’s zullen elkaar in een landelijke finale treffen. Het waterpistool wordt dan wel ingeruild voor een paintball-uitrusting.
Jammer, want zo’n verfkanon kan nooit de bijna-erotische uitstraling van het meisje-met-waterpistool op de Gotcha-poster evenaren.
Comments are closed.