Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën met grote beloftes voor de toekomst. Maar wat is er, een paar jaar later, met het idee gebeurd? Hoe staat het bijvoorbeeld met de stoomproducerende plastic zonnecollector?
Delta, 10 februari 2005: Een zonnecollector die stoom produceert kan veel goedkoper worden gemaakt. Achtstejaars student scheikundige technologie Jeroen van Luijtelaer (25) testte vorige week met succes zijn prototype van een zonnecollector van plastic?
“Pony’s knabbelden aan mijn zonnecollectors”. Het klinkt als een songtitel van Captain Beefheart. Maar voor Jeroen van Luijtelaer (promovendus, inmiddels) waren de onverstoorbaar voortknagende pony’s het afgelopen jaar een ware plaag.
De tien zelfontworpen zonneboilers die hij in 2007 in de weide achter de Stevinweg plaatste, waren een sprong vooruit ten opzichte van het prototype dat hij in 2005 op het dak van zijn studentenwoning had uitgetest. Ze waren elk vier vierkante meter in omvang en voorzien van grote parabolische spiegels. Door piepschuim te gebruiken wist hij de kosten te drukken. En de temperatuur kon oplopen tot 150 graden. Niet verwonderlijk dus dat Solaq, een in thermische zonne-energie gespecialiseerd bedrijf, in de proefopstelling genoeg reden zag om een samenwerking met de Delftse promovendus aan te gaan.
Maar voor het groepje pony’s dat onverwachts van een boer in hetzelfde weiland mocht grazen, waren de piepschuimen zonneboilers vooral onweerstaanbare knaagobjecten. “Er was geen houden meer aan”, verzucht Van Luijtelaer. “In januari 2008 heb ik de zonneboilers moeten weghalen. Een jaar eerder dan gepland.” Een tegenvaller, maar toch was het experiment een succes. Zo bleken de spiegels de herfststormen goed te doorstaan.
Van Luijtelaer begon drie jaar geleden met een idee dat hij de afgelopen jaren steeds verder heeft verfijnd: een roterende zonnecollector die ondanks de lage productiekosten hoge temperaturen kan bereiken, omdat de middelpuntvliedende kracht verhindert dat de warme luchtstromen kunnen afkoelen. Hij studeerde in 2006 cum laude op het onderwerp af.
Toen verschillende ingenieursbureaus hem vertelden dat het commercieel nog niet aantrekkelijk was om zulke zonnecollectoren in productie te nemen . “te veel bewegende onderdelen” . gebruikte Van Luijtelaer de piepschuimsnijmachine van een vriend om aan grotere, goedkopere, met reflecterend folie beplakte zonneboilers te werken. Tegenwoordig is hij vooral bezig de mechanische eigenschappen van de zonneboilers te analyseren. De lage kosten blijven echter cruciaal. “Zodra een zonneboiler minder dan tweehonderd euro per vierkante meter kost, kun je de concurrentie met aardgas aan. Zonne-energie wordt binnen tien jaar goedkoper dan fossiele energie, en daar wil ik graag bij zijn.”
Volgende week gaat hij trouwen. “Daarna verhuizen we naar San Francisco, voor een periode van ten minste twee jaar. Van Luijtelaer zal zijn promotieonderzoek aan de andere kant van de oceaan voortzetten. Hij is zelfs op zoek naar Delftse bachelor- en masterstudenten die hem bij zijn werk kunnen helpen. De oude zonneboilers heeft hij al weggegooid, maar in de Verenigde Staten zal hij nieuwe prototypes bouwen. “Natuurlijk zou het mooi zijn als Amerikaanse hightechbedrijven geïnteresseerd raakten in het concept.”
Delta, 10 februari 2005: Een zonnecollector die stoom produceert kan veel goedkoper worden gemaakt. Achtstejaars student scheikundige technologie Jeroen van Luijtelaer (25) testte vorige week met succes zijn prototype van een zonnecollector van plastic?
“Pony’s knabbelden aan mijn zonnecollectors”. Het klinkt als een songtitel van Captain Beefheart. Maar voor Jeroen van Luijtelaer (promovendus, inmiddels) waren de onverstoorbaar voortknagende pony’s het afgelopen jaar een ware plaag.
De tien zelfontworpen zonneboilers die hij in 2007 in de weide achter de Stevinweg plaatste, waren een sprong vooruit ten opzichte van het prototype dat hij in 2005 op het dak van zijn studentenwoning had uitgetest. Ze waren elk vier vierkante meter in omvang en voorzien van grote parabolische spiegels. Door piepschuim te gebruiken wist hij de kosten te drukken. En de temperatuur kon oplopen tot 150 graden. Niet verwonderlijk dus dat Solaq, een in thermische zonne-energie gespecialiseerd bedrijf, in de proefopstelling genoeg reden zag om een samenwerking met de Delftse promovendus aan te gaan.
Maar voor het groepje pony’s dat onverwachts van een boer in hetzelfde weiland mocht grazen, waren de piepschuimen zonneboilers vooral onweerstaanbare knaagobjecten. “Er was geen houden meer aan”, verzucht Van Luijtelaer. “In januari 2008 heb ik de zonneboilers moeten weghalen. Een jaar eerder dan gepland.” Een tegenvaller, maar toch was het experiment een succes. Zo bleken de spiegels de herfststormen goed te doorstaan.
Van Luijtelaer begon drie jaar geleden met een idee dat hij de afgelopen jaren steeds verder heeft verfijnd: een roterende zonnecollector die ondanks de lage productiekosten hoge temperaturen kan bereiken, omdat de middelpuntvliedende kracht verhindert dat de warme luchtstromen kunnen afkoelen. Hij studeerde in 2006 cum laude op het onderwerp af.
Toen verschillende ingenieursbureaus hem vertelden dat het commercieel nog niet aantrekkelijk was om zulke zonnecollectoren in productie te nemen . “te veel bewegende onderdelen” . gebruikte Van Luijtelaer de piepschuimsnijmachine van een vriend om aan grotere, goedkopere, met reflecterend folie beplakte zonneboilers te werken. Tegenwoordig is hij vooral bezig de mechanische eigenschappen van de zonneboilers te analyseren. De lage kosten blijven echter cruciaal. “Zodra een zonneboiler minder dan tweehonderd euro per vierkante meter kost, kun je de concurrentie met aardgas aan. Zonne-energie wordt binnen tien jaar goedkoper dan fossiele energie, en daar wil ik graag bij zijn.”
Volgende week gaat hij trouwen. “Daarna verhuizen we naar San Francisco, voor een periode van ten minste twee jaar. Van Luijtelaer zal zijn promotieonderzoek aan de andere kant van de oceaan voortzetten. Hij is zelfs op zoek naar Delftse bachelor- en masterstudenten die hem bij zijn werk kunnen helpen. De oude zonneboilers heeft hij al weggegooid, maar in de Verenigde Staten zal hij nieuwe prototypes bouwen. “Natuurlijk zou het mooi zijn als Amerikaanse hightechbedrijven geïnteresseerd raakten in het concept.”
Comments are closed.