Dit is de tijd van goede voornemens. Wij zoeken in de cycli van seizoenen en eeuwen momenten als nieuwjaar en het einde van een millennium om verleden en toekomst te overpeinzen en goede voornemens uit te spreken.
br />
Onze rector verkondigt in zijn diesrede mooie inhoudelijke, hoopgevende voornemens: opleiden is niet zozeer het bijbrengen van gedetailleerde feiten en kennis, maar primair het bieden van grondige basiskennis en een academische manier van denken aanleren, het ‘leren te leren’.
Het zal niet gemakkelijk zijn onze opleidingen in deze richting om te buigen omdat ,,het onderwijsprogramma veelal het resultaat is van een onvoldoende gecoördineerd onderhandelingsproces, en niet gestalte krijgt vanuit een inhoudelijk opleidingsconcept”. Deze onderhandelingen worden gevoerd vanuit de gevestigde belangen die vooral in deze tijden van bezuiniging uit alle macht verdedigd worden.
Nicolo Machiavelli adviseerde de Borgia’s over het behouden van hun macht. Hij laat in Il principe zien dat de samenleving aan het begin van de 16e eeuw in Italië ook grote weerstand kende tegen verandering. ,,…niets (is) qua voorbereiding moeilijker, qua succes twijfelachtiger en qua uitwerking gevaarlijker dan zich opwerpen als iemand die vernieuwing wil doorvoeren. Want hij die dat doet heeft hen die van de oude toestand profiteren tot vijand, terwijl hij slechts lauwe verdedigers vindt in hen die van de nieuwe toestand zouden kunnen profiteren: een lauwheid die gedeeltelijk voortkomt uit vrees voor de tegenstanders ….en gedeeltelijk uit het wantrouwen van de mensen die in feiten pas geloven in vernieuwing als zij deze in werkelijkheid ervaren hebben.”
Machiavelli analyseert vanuit een egoïstisch perspectief. Maar men hoeft niet alleen gemotiveerd te worden door eigen profijt: dat is ook mogelijk door een gevoel van rechtvaardigheid of een streven naar kwaliteit. Dit lijkt ook van toepassing op de verlangde vernieuwing van onze programma’s. Vervallen wij weer in het onderhandelen vanuit eigenbelang over verschuivingen tussen vakjes in onze programma’s, dan verwordt het besturen van onze universiteit van het bepalen van bestemming en koers tot Trivial Coalition Pursuit tijdens het achterhoedegevecht over interne belangenbehartiging.
Ik meen deze bestuurlijke verschuiving van beleid naar simpel operationeel ingrijpen overal in maatschappelijke processen te herkennen. In toenemende mate gaat bijvoorbeeld de Tweede Kamer op de stoel van de regering zitten of de u-raad op die van het college van bestuur. Kamer en raad zijn daar niet voor uitgerust en kampen daardoor met een constant tekort aan tijd en informatie. Bovendien komt men niet meer toe aan de belangrijkstetaken: het vaststellen van bestemming en koers. Ik vind het moedig van onze rector dat hij wel een inhoudelijke visie presenteert.
Machiavelli maakte nog geen onderscheid tussen beleid en uitvoering. Daardoor betreffen zijn ideeën over de weerstand tegen vernieuwing vooral operationele zaken. Geldt die weerstand tegen vernieuwing ook voor beleid? Nieuw beleid verhoogt natuurlijk de onzekerheid, totdat het vertaald is naar de consequenties voor de eigen machtspositie: dan treedt de echte weerstand pas op.
Net als de rector vind ik dat wij ons moeten blijven inspannen voor een nieuw beleid voor onze universiteit zonder dat wij de dagelijkse gang van zaken verwaarlozen, maar ook zonder de bestaande belangen als uitgangspunt te kiezen. Dit mag onze universiteit natuurlijk nooit aan een ‘opleidingsdirecteur’ overlaten. Zo’n functie zou alleen op effectieve wijze vervuld kunnen worden door iemand met een machiavellistische geslepenheid. Het wordt tijd dat de gekozen vertegenwoordiging en de wetenschappelijke staf hun verantwoordelijkheden serieus nemen en in het komend jaar bestemming en koers op heldere wijze vaststellen. Een mooi voornemen, vindt u niet?
Dit is de tijd van goede voornemens. Wij zoeken in de cycli van seizoenen en eeuwen momenten als nieuwjaar en het einde van een millennium om verleden en toekomst te overpeinzen en goede voornemens uit te spreken.
Onze rector verkondigt in zijn diesrede mooie inhoudelijke, hoopgevende voornemens: opleiden is niet zozeer het bijbrengen van gedetailleerde feiten en kennis, maar primair het bieden van grondige basiskennis en een academische manier van denken aanleren, het ‘leren te leren’.
Het zal niet gemakkelijk zijn onze opleidingen in deze richting om te buigen omdat ,,het onderwijsprogramma veelal het resultaat is van een onvoldoende gecoördineerd onderhandelingsproces, en niet gestalte krijgt vanuit een inhoudelijk opleidingsconcept”. Deze onderhandelingen worden gevoerd vanuit de gevestigde belangen die vooral in deze tijden van bezuiniging uit alle macht verdedigd worden.
Nicolo Machiavelli adviseerde de Borgia’s over het behouden van hun macht. Hij laat in Il principe zien dat de samenleving aan het begin van de 16e eeuw in Italië ook grote weerstand kende tegen verandering. ,,…niets (is) qua voorbereiding moeilijker, qua succes twijfelachtiger en qua uitwerking gevaarlijker dan zich opwerpen als iemand die vernieuwing wil doorvoeren. Want hij die dat doet heeft hen die van de oude toestand profiteren tot vijand, terwijl hij slechts lauwe verdedigers vindt in hen die van de nieuwe toestand zouden kunnen profiteren: een lauwheid die gedeeltelijk voortkomt uit vrees voor de tegenstanders ….en gedeeltelijk uit het wantrouwen van de mensen die in feiten pas geloven in vernieuwing als zij deze in werkelijkheid ervaren hebben.”
Machiavelli analyseert vanuit een egoïstisch perspectief. Maar men hoeft niet alleen gemotiveerd te worden door eigen profijt: dat is ook mogelijk door een gevoel van rechtvaardigheid of een streven naar kwaliteit. Dit lijkt ook van toepassing op de verlangde vernieuwing van onze programma’s. Vervallen wij weer in het onderhandelen vanuit eigenbelang over verschuivingen tussen vakjes in onze programma’s, dan verwordt het besturen van onze universiteit van het bepalen van bestemming en koers tot Trivial Coalition Pursuit tijdens het achterhoedegevecht over interne belangenbehartiging.
Ik meen deze bestuurlijke verschuiving van beleid naar simpel operationeel ingrijpen overal in maatschappelijke processen te herkennen. In toenemende mate gaat bijvoorbeeld de Tweede Kamer op de stoel van de regering zitten of de u-raad op die van het college van bestuur. Kamer en raad zijn daar niet voor uitgerust en kampen daardoor met een constant tekort aan tijd en informatie. Bovendien komt men niet meer toe aan de belangrijkstetaken: het vaststellen van bestemming en koers. Ik vind het moedig van onze rector dat hij wel een inhoudelijke visie presenteert.
Machiavelli maakte nog geen onderscheid tussen beleid en uitvoering. Daardoor betreffen zijn ideeën over de weerstand tegen vernieuwing vooral operationele zaken. Geldt die weerstand tegen vernieuwing ook voor beleid? Nieuw beleid verhoogt natuurlijk de onzekerheid, totdat het vertaald is naar de consequenties voor de eigen machtspositie: dan treedt de echte weerstand pas op.
Net als de rector vind ik dat wij ons moeten blijven inspannen voor een nieuw beleid voor onze universiteit zonder dat wij de dagelijkse gang van zaken verwaarlozen, maar ook zonder de bestaande belangen als uitgangspunt te kiezen. Dit mag onze universiteit natuurlijk nooit aan een ‘opleidingsdirecteur’ overlaten. Zo’n functie zou alleen op effectieve wijze vervuld kunnen worden door iemand met een machiavellistische geslepenheid. Het wordt tijd dat de gekozen vertegenwoordiging en de wetenschappelijke staf hun verantwoordelijkheden serieus nemen en in het komend jaar bestemming en koers op heldere wijze vaststellen. Een mooi voornemen, vindt u niet?
Comments are closed.