Education

Geodetische globetrotter

Geodetisch ingenieur Jochem Lesparre meet en berekent bij het kadaster de grenzen in Nederland. Hij deed een opmerkelijke ontdekking: Nederland ligt een centimeter noordelijker dan al twintig jaar in de papieren stond.

De woonkamer van Jochem Lesparre verraadt direct zijn grote fascinatie voor het aardoppervlak. De boekenkast staat vol met atlassen en landkaarten. Drie globes doen dienst als schemerlamp. Thee schenkt hij in mokken met een afbeelding van Europa. Op het geboortekaartje van zijn tweede zoon Arwin staan naast de datum ook de breedte- en lengtegraad van de geboorteplaats.

“Als kind was ik al gek op landkaarten”, zegt de geodetisch ingenieur. “Ik kan uren in een atlas bladeren. Als er bijvoorbeeld een plaats in het nieuws is die ik niet ken, zoals Wilnis bij de dijkverzakking, dan zoek ik die plaats op. In mijn gedetailleerde atlas met een schaal van 1:50.000 kijk ik hoe de plaats ligt en hoe het landschap eruitziet. Het is dan net of ik echt in Wilnis sta.”

Sinds drie jaar werkt Lesparre voor het geodetisch adviesbureau van het kadaster in Apeldoorn. “Toen ik er solliciteerde, dacht ik dat het een stoffige organisatie was”, zegt hij. “Maar dat bleek gelukkig niet waar.” Het kadaster registreert onroerend goed, van bedrijfspand tot woning, in Nederland. En het legt bijvoorbeeld de grenzen vast tussen de percelen van 7,5 miljoen adressen. Om dat steeds nauwkeuriger te kunnen meten, houdt Lesparre zich voor het geodetisch adviesbureau onder meer bezig met gps-metingen.

Met vergaande gevolgen. Bij een groot project deed hij een opmerkelijke ontdekking. “Dankzij nauwkeurige gps-metingen kwamen we er in 2004 achter dat Nederland één centimeter noordelijker ligt dan we dachten”, aldus Lesparre. “Heel vreemd, het lijkt pietluttig, maar bij grensoverschrijdende metingen is het belangrijk om dit te weten. Bij de oude metingen bepaalde het kadaster afstanden met behulp van kerktorens, via het rijksdriehoekstelsel. Eerst werd de hoek van de ene toren naar de andere bepaald, en vervolgens legde men met een ijzeren ketting de afstand vast van een driehoekszijde. Maar dat systeem uit 1904 bevat natuurlijk veel onnauwkeurigheden. Nu kunnen we met satellieten veel nauwkeuriger meten en blijken veel afstanden anders dan we dachten. De afstand die toen tussen Amersfoort en Groningen werd gemeten, zit er bijvoorbeeld 25 centimeter naast.”

Naast het opmeten van Nederland, houdt de geodetisch ingenieur zich bezig met het verbeteren van de digitale kaartenbestanden van het kadaster en het ontwikkelen van nieuwe kaarten. Zo bedacht hij een kaart met bedrijventerreinen van Nederland. Als proef maakte hij een kaart met bedrijventerreinen van Gelderland. “In de database van het kadaster ben ik gaan zoeken naar gebieden waar veel bedrijven zitten en weinig woningen”, zegt hij. “Na die zoekopdracht ratelde de computer een paar uur over de uitkomst. Maar of het precies klopt wat je uit zo’n database opdiept, is moeilijk te bepalen. Om het te controleren zou je alsnog iemand langs moeten sturen, zoals bij de topografische kaarten van Nederland gebeurt.”
Luiers

Met een vast contract op zak en enerverend werk lijkt het leven Lesparre toe te lachen. Maar niets is minder waar. “Het kadaster gaat reorganiseren, al heet het officieel niet zo. Dat betekent dat ik opnieuw bij het kadaster moet solliciteren.”

En onduidelijkheid over je baan, terwijl je de luiers verwisselt, is niet fijn. De ingenieur is net voor de tweede keer vader geworden. “De onderzoeksafdeling waar ik nu werk, verdwijnt. Waarschijnlijk wordt straks meer werk uitbesteed, bijvoorbeeld aan universiteiten. De vraag is hoe mijn werk er dan uit komt te zien. Als ik alleen moet coördineren en al het onderzoek wordt uitbesteed, zou ik dat heel jammer vinden. Aan de andere kant, als ik door de invloed van de universiteiten, zelf meer aan wetenschappelijk onderzoek kan doen, zou me dat erg aanspreken.”

Werken bij een universiteit staat namelijk hoog op zijn verlanglijstje. “Bij het kadaster heb ik geïnformeerd of ik het werk en promoveren zou kunnen combineren. De TU Delft zou dan een logische stap zijn.”

Kort na zijn afstuderen werkte Lesparre al twee maanden voor de TU, bij de afdeling verkeerskunde. “Files lijken zich vaak naar voren te verplaatsen. Hoe dat mogelijk is, is voor veel wetenschappers nog een raadsel. Ze denken dat het door individueel weggedrag komt. Maar om dat aan te tonen zijn veel data nodig. Helikopters hebben opnames gemaakt van files, met tien beelden per seconde. Om uit die beelden de bewegingen van alle auto’s te bepalen, was door het schommelen van de helikopter haast onbegonnen werk. Maar het is gelukt.”

Het project sprak hem wel aan. “Voor mijn afstudeeropdracht werkte ik met satellietbeelden, dus het was een kleine stap om naar helikopterbeelden te gaan. Maar ik had toen al acht jaar op de TU gezeten en ik wilde wel eens wat anders.”

Dat Lesparre acht jaar over zijn studie deed, had veel te maken met een uit de hand gelopen hobby: liften. Hij organiseerde een TU-liftwedstrijd naar de Middellandse Zee en halverwege zijn studie liftte Lesparre niet lang na de Joegoslavische burgeroorlog met een studiegenoot naar de Balkan. “We dachten: als het daar te gevaarlijk is, nemen mensen echt geen lifters mee. Dus we zouden wel zien hoe ver we zouden komen. Binnen een week stonden we in hartje Sarajevo. We werden in Mostar, ten zuidwesten van Sarajevo, afgezet bij de voormalige frontlinie. Lantaarnpalen waren doorzeefd met kogelgaten. Daar stond ook een monument voor gesneuvelde VN-militairen. De laatste naam was er twee weken voor wij daar waren bijgeschreven.”

De oud-TU’er houdt van de spanning nooit te weten wat je te wachten staat. “In het Servische deel van Bosnië stonden we bijvoorbeeld in de middle of nowhere. Er was een weg, waar geen auto’s reden, en braak liggende grond waar zeer waarschijnlijk mijnen lagen. Hoe komen we hier ooit weer weg, dacht ik toen. Maar even later stopt er toch een auto, zoals altijd. Bij het liften heb je alles bij je wat je nodig hebt. Dat maakt het zo leuk. En overal waar je komt is het landschap anders. Dat vind ik schitterend. Ook nu ik voor mijn werk vier keer per week van Leiden naar Apeldoorn reis, kijk ik vaak naar buiten. Van landschappen kan ik geen genoeg krijgen.”

Naam: Ir. Jochem Lesparre

Leeftijd: 29 jaar

Woonplaats: Leiden

Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, twee kinderen

Afgestudeerd: 2003

Afstudeerproject: Satellietbeeldinterpretatie van de kwelder op Schiermonnikoog

Loopbaan: Na zijn studie werkte Lesparre twee maanden voor de afdeling verkeerskunde van de TU. Daarna ging hij aan de slag bij het geodetisch adviesbureau van het kadaster.

De woonkamer van Jochem Lesparre verraadt direct zijn grote fascinatie voor het aardoppervlak. De boekenkast staat vol met atlassen en landkaarten. Drie globes doen dienst als schemerlamp. Thee schenkt hij in mokken met een afbeelding van Europa. Op het geboortekaartje van zijn tweede zoon Arwin staan naast de datum ook de breedte- en lengtegraad van de geboorteplaats.

“Als kind was ik al gek op landkaarten”, zegt de geodetisch ingenieur. “Ik kan uren in een atlas bladeren. Als er bijvoorbeeld een plaats in het nieuws is die ik niet ken, zoals Wilnis bij de dijkverzakking, dan zoek ik die plaats op. In mijn gedetailleerde atlas met een schaal van 1:50.000 kijk ik hoe de plaats ligt en hoe het landschap eruitziet. Het is dan net of ik echt in Wilnis sta.”

Sinds drie jaar werkt Lesparre voor het geodetisch adviesbureau van het kadaster in Apeldoorn. “Toen ik er solliciteerde, dacht ik dat het een stoffige organisatie was”, zegt hij. “Maar dat bleek gelukkig niet waar.” Het kadaster registreert onroerend goed, van bedrijfspand tot woning, in Nederland. En het legt bijvoorbeeld de grenzen vast tussen de percelen van 7,5 miljoen adressen. Om dat steeds nauwkeuriger te kunnen meten, houdt Lesparre zich voor het geodetisch adviesbureau onder meer bezig met gps-metingen.

Met vergaande gevolgen. Bij een groot project deed hij een opmerkelijke ontdekking. “Dankzij nauwkeurige gps-metingen kwamen we er in 2004 achter dat Nederland één centimeter noordelijker ligt dan we dachten”, aldus Lesparre. “Heel vreemd, het lijkt pietluttig, maar bij grensoverschrijdende metingen is het belangrijk om dit te weten. Bij de oude metingen bepaalde het kadaster afstanden met behulp van kerktorens, via het rijksdriehoekstelsel. Eerst werd de hoek van de ene toren naar de andere bepaald, en vervolgens legde men met een ijzeren ketting de afstand vast van een driehoekszijde. Maar dat systeem uit 1904 bevat natuurlijk veel onnauwkeurigheden. Nu kunnen we met satellieten veel nauwkeuriger meten en blijken veel afstanden anders dan we dachten. De afstand die toen tussen Amersfoort en Groningen werd gemeten, zit er bijvoorbeeld 25 centimeter naast.”

Naast het opmeten van Nederland, houdt de geodetisch ingenieur zich bezig met het verbeteren van de digitale kaartenbestanden van het kadaster en het ontwikkelen van nieuwe kaarten. Zo bedacht hij een kaart met bedrijventerreinen van Nederland. Als proef maakte hij een kaart met bedrijventerreinen van Gelderland. “In de database van het kadaster ben ik gaan zoeken naar gebieden waar veel bedrijven zitten en weinig woningen”, zegt hij. “Na die zoekopdracht ratelde de computer een paar uur over de uitkomst. Maar of het precies klopt wat je uit zo’n database opdiept, is moeilijk te bepalen. Om het te controleren zou je alsnog iemand langs moeten sturen, zoals bij de topografische kaarten van Nederland gebeurt.”
Luiers

Met een vast contract op zak en enerverend werk lijkt het leven Lesparre toe te lachen. Maar niets is minder waar. “Het kadaster gaat reorganiseren, al heet het officieel niet zo. Dat betekent dat ik opnieuw bij het kadaster moet solliciteren.”

En onduidelijkheid over je baan, terwijl je de luiers verwisselt, is niet fijn. De ingenieur is net voor de tweede keer vader geworden. “De onderzoeksafdeling waar ik nu werk, verdwijnt. Waarschijnlijk wordt straks meer werk uitbesteed, bijvoorbeeld aan universiteiten. De vraag is hoe mijn werk er dan uit komt te zien. Als ik alleen moet coördineren en al het onderzoek wordt uitbesteed, zou ik dat heel jammer vinden. Aan de andere kant, als ik door de invloed van de universiteiten, zelf meer aan wetenschappelijk onderzoek kan doen, zou me dat erg aanspreken.”

Werken bij een universiteit staat namelijk hoog op zijn verlanglijstje. “Bij het kadaster heb ik geïnformeerd of ik het werk en promoveren zou kunnen combineren. De TU Delft zou dan een logische stap zijn.”

Kort na zijn afstuderen werkte Lesparre al twee maanden voor de TU, bij de afdeling verkeerskunde. “Files lijken zich vaak naar voren te verplaatsen. Hoe dat mogelijk is, is voor veel wetenschappers nog een raadsel. Ze denken dat het door individueel weggedrag komt. Maar om dat aan te tonen zijn veel data nodig. Helikopters hebben opnames gemaakt van files, met tien beelden per seconde. Om uit die beelden de bewegingen van alle auto’s te bepalen, was door het schommelen van de helikopter haast onbegonnen werk. Maar het is gelukt.”

Het project sprak hem wel aan. “Voor mijn afstudeeropdracht werkte ik met satellietbeelden, dus het was een kleine stap om naar helikopterbeelden te gaan. Maar ik had toen al acht jaar op de TU gezeten en ik wilde wel eens wat anders.”

Dat Lesparre acht jaar over zijn studie deed, had veel te maken met een uit de hand gelopen hobby: liften. Hij organiseerde een TU-liftwedstrijd naar de Middellandse Zee en halverwege zijn studie liftte Lesparre niet lang na de Joegoslavische burgeroorlog met een studiegenoot naar de Balkan. “We dachten: als het daar te gevaarlijk is, nemen mensen echt geen lifters mee. Dus we zouden wel zien hoe ver we zouden komen. Binnen een week stonden we in hartje Sarajevo. We werden in Mostar, ten zuidwesten van Sarajevo, afgezet bij de voormalige frontlinie. Lantaarnpalen waren doorzeefd met kogelgaten. Daar stond ook een monument voor gesneuvelde VN-militairen. De laatste naam was er twee weken voor wij daar waren bijgeschreven.”

De oud-TU’er houdt van de spanning nooit te weten wat je te wachten staat. “In het Servische deel van Bosnië stonden we bijvoorbeeld in de middle of nowhere. Er was een weg, waar geen auto’s reden, en braak liggende grond waar zeer waarschijnlijk mijnen lagen. Hoe komen we hier ooit weer weg, dacht ik toen. Maar even later stopt er toch een auto, zoals altijd. Bij het liften heb je alles bij je wat je nodig hebt. Dat maakt het zo leuk. En overal waar je komt is het landschap anders. Dat vind ik schitterend. Ook nu ik voor mijn werk vier keer per week van Leiden naar Apeldoorn reis, kijk ik vaak naar buiten. Van landschappen kan ik geen genoeg krijgen.”

Naam: Ir. Jochem Lesparre

Leeftijd: 29 jaar

Woonplaats: Leiden

Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, twee kinderen

Afgestudeerd: 2003

Afstudeerproject: Satellietbeeldinterpretatie van de kwelder op Schiermonnikoog

Loopbaan: Na zijn studie werkte Lesparre twee maanden voor de afdeling verkeerskunde van de TU. Daarna ging hij aan de slag bij het geodetisch adviesbureau van het kadaster.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.