Dr.ir. Annemiek van Boeijen praat bij een lunchdiscussie van Dewis (Delft Women in Science) over de vooroordelen en mogelijkheden binnen gendered design. “Dit onderwerp is soms moeilijk om over te praten.”
Wat is gendered design?
“Veel producten zijn oorspronkelijk voor mannen ontworpen. Een bekend voorbeeld is dat bepaalde medicijnen veel getest zijn met mannelijke proefpersonen, terwijl het vrouwelijk lichaam anders functioneert. Een voorbeeld in productontwerp is het testen van autogordels. Bij crashtesten werd geen rekening gehouden met zwangere vrouwen. Uiteindelijk komt er meer aandacht voor vrouwelijke aspecten zoals bij een fiets of een auto.”
Een auto?
“Ja, bij Volvo is een vrouwenteam op een auto-ontwerp gezet. De aandachtspunten bleken anders te liggen. De auto krijgt een andere uitstraling en bijvoorbeeld grotere deuropeningen waardoor je er makkelijker spullen in kunt zetten. Er zijn ook producten die oorspronkelijk meer op mannen waren gericht en die worden aangepast voor vrouwen. Denk aan het scheerklauwtje om nat te scheren.”
Wat is er fout aan het scheerklauwtje?
“Ik heb het niet over ‘fout’ en ‘goed’, maar over ‘niet passend’ of ‘wel passend’. Ik kan prima omgaan met een mannenscheerklauwtje, maar het is wel aangepast aan de vrouw. Je krijgt dan kort-door-de-bochtoplossingen zoals pink it and shrink it: ‘we geven het een ander kleurtje en maken het wat kleiner’ en dan is het opeens voor vrouwen. In die zin vind ik wel dat je van ‘fout’ kunt spreken. Het vak ontwerpen is zoveel interessanter.”
Wat valt u verder op?
“Je hebt vrouwenproducten die worden her-ontworpen voor mannen, zoals de kinderwagen. Er zijn sportievere en stoerdere op de markt gekomen met minder babykleuren. Je hebt ook producten die een mismatch zijn, doordat er geen aandacht is besteed aan de doelgroep. Zoals de scanner voor borstkanker, die is heel gebruiksonvriendelijk. Los van het feit dat het pijnlijk is, geldt bij dit ontwerp: hoe en waar moet je je armen houden? Het product vertelt je dat niet. Je wordt in een raar standje gezet en onzeker gemaakt, want iemand zegt wat je moet doen.”
Zijn ontwerpers zich daar onvoldoende bewust van?
“Ja, welke doelgroep spreek je eigenlijk aan? Soms kun je met een kleine ingreep vrouwen aanspreken. Met taal bijvoorbeeld. In een handleiding voor wasmachines vond ik informatie over onderhoud onder het kopje ‘maintenance‘. Dat kan al oproepen dat dit iets voor mannen is. Als je dit zet onder het kopje ‘care‘, kun je een barrière slechten via taal.”
Als vrouwen schrikken van het woord maintenance, zit dat dan niet in die vrouwen zelf?
“Hoe wij met genderrollen omgaan, wordt voor een deel bepaald door onze cultuur. Je kunt discussiëren over de vraag of we mensen gaan veranderen of producten aanpassen aan een cultuur. Ik denk dat je niet altijd mensen kunt veranderen, maar dat je wel iets kunt doen waardoor je een brug slaat tussen wat je misschien zelf beoogt en wat die mensen al doen. Producten beïnvloeden ook weer cultuur, want op het moment dat die kinderwagen een leuk speeltje wordt voor mannen, verleid je ze als het ware om een andere rol aan te nemen.”
Is er in het curriculum van de TU voldoende aandacht voor dit onderwerp?
“Heel weinig. Het is een onderwerp dat kriebels oproept en het is soms moeilijk om hierover te praten. Er kan een discussie ontstaan dat we ‘toch allemaal gelijk’ zijn en dat er geen onderscheid hoeft te worden gemaakt. Het is een beetje politiek en dat vinden mensen lastig. We hopen een leuke discussie te hebben bij de lunchmeeting.”
Lunchdiscussie Gendered Design, woensdag 18 januari van 12.00 – 13.00 uur bij de faculteit Industrieel Ontwerpen (IDE Arena, eerste verdieping).
Do you have a question or comment about this article?
c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl
Comments are closed.