Education

Gehersenspoelde olieboer

Al bijna zeventien jaar is hij ‘op en top Esso-man’. Maar heen en weer pendelen tussen Brussel en Nederland weerhoudt manager Frank van Dommele niet van een regelmatig partijtje voetbal, een wekelijkse hockeywedstrijd, schaatsen of skiën.

Zijn carrière is al net zo gevarieerd als zijn sportieve keuze: “Ik heb nooit van iets heel specifieks gedroomd.”

Misschien ging er wel een Gerard ‘t Hooft aan hem verloren. Even overwoog Van Dommele namelijk om theoretische natuurkunde te studeren, maar uiteindelijk koos hij voor werktuigbouwkunde. “Bij de gedachte aan een stel natuurkunde-nerds in Leiden dacht ik dat het toch leuker was om met iets minder nerd-achtige mensen in een stad als Delft te studeren.”

Werktuigbouw leek hem een leuke balans tussen theoretische kennis en praktijk, maar in het eerste jaar ontdekte hij dat de studie ‘zo grofstoffelijk’ was. “Op de middelbare school was ik goed in theoretische dingen. Ik vond het mooi om over Einstein en zijn relativiteitstheorie te lezen; dat doe ik nog steeds trouwens, al die ontwikkelingen houd ik bij. Dat is dus allemaal heel precies en exact en theoretisch. Kom je bij werktuigbouw, ontdek je ineens dat je aan een bout en een moer moet rekenen en dat je, nadat je het redelijk precies hebt uitgerekend, vervolgens een veiligheidsfactor van drie erop moet doen. Waarom keer drie? Dat had gewoon iemand een keer verzonnen en in een handboek gezet! Toen dacht ik: waar ben ik terechtgekomen? Een hijskraan uitrekenen, of een lopende band, dat vond ik echt vreselijk, want dat kon ik tien jaar daarvoor ook al. Ik vond dat te eenvoudig. Ik ben toen de meer theoretische vakken gaan doen en heb gekozen voor meet- en regeltechniek, omdat ik daar het meest in terugvond van mijn motivatie om een exacte studie te gaan doen. Vraagstukken als: hoe houd je een F16 stabiel, of hoe zorg je ervoor dat een onderzeeboot op één hoogte blijft; dat zijn wiskundig gezien heel leuke problemen. Dat trok me veel meer aan dan het uitrekenen van een lopende band.”
Verhuizer

Werken kan nog lang genoeg, vond Van Dommele na zijn afstuderen, en hij ging op de bonnefooi naar New York ‘om te kijken wat er ging gebeuren’. “Ik kon daar midden in Manhattan een flatje huren. Daar heb ik een aantal maanden gezeten en heb er uiteindelijk ook wel gewerkt, als verhuizer. Daar bleek ik het meest getalenteerd voor”, constateert hij grinnikend. “Na een aantal maanden had ik het wel weer gezien. Ik heb wat brieven gestuurd, bijvoorbeeld naar ABN Amro in New York, maar wat moet ABN met een werktuigbouwer zonder werkvergunning?”

Hij ging terug, vond zijn eerste baan bij Esso Nederland, en veranderde regelmatig van functie binnen het olieconcern dat nog steeds zijn eerste en enige werkgever is. “Ja, ik ben op en top een Esso-man. Je zit hier met een totaal gehersenspoelde olieboer!”

Bij Esso begon Van Dommele op de raffinaderij in Rotterdam als process engineer bij de technische staf. “Daar ben ik bijna twee jaar gebleven, maar eigenlijk vond ik het er op dat moment niet leuk genoeg. Ik vond het een te kleine wereld, een beetje te beklemmend. Er zijn ontzettend strakke procedures en er is een enorm sterke cultuur, een risicomijdende cultuur natuurlijk ook. Dat is logisch. Maar het moet een beetje bij je passen. Bij mij paste dat niet zo en bovendien wist ik er te weinig van. Als meet- en regelstudent was ik heel theoretisch, heel wis- en natuurkundig bezig geweest, maar van de praktijk van zo’n raffinaderij wist ik niet veel.

Daarna ben ik naar Breda gegaan, naar de afdeling retail. Die houdt zich bezig met tankstations. Ik werd verantwoordelijk voor het ontwerp en de voorbereiding van tankstations in Nederland, en ik werkte samen met architectenbureaus, aannemers en intern met de lui die de businessverantwoordelijkheid hadden voor die tankstations. Je was daar eigenlijk een soort projectontwikkelaar, en in dat team had ik een technische rol. Dat vond ik heel leuk werk. Je kon langs de weg rijden en denken: o ja, dat tankstation heb ik gebouwd, en van dat tankstation weet ik nog het verhaal… Je zat gewoon in de echte wereld. Je hebt vergunningen nodig, er gaan dingetjes mis, en als er iets misgaat is het niet meteen een ramp of zoiets, zoals op de raffinaderij. Bij retail heb je zelf veel meer verantwoordelijkheid. Er kijken niet continu tien man over je schouders mee om maar zeker te stellen dat er niets fout gaat. Op een raffinaderij of een boortoren móet dat zo, maar in de retailwereld kun je wat meer zelf organiseren.”

Bodemsanering werd zijn volgende job. Van Dommele: “Bij Esso heb je management committees die wikken en wegen over de carrière van mensen. Je kunt natuurlijk aangeven wat je wilt, maar er is geen intern open sollicitatiesysteem, zoals bij andere bedrijven. Dat is voor veel mensen niet voor te stellen, maar als je geen duidelijk passie hebt of je hebt geen heel duidelijk beroep voor ogen, zoals ik, dan is het misschien wel handig. Dan kun je je fijn concentreren op je werk, en iemand anders verzint dan wel wat er bij je past.”

Van Dommele belandde vervolgens toch weer in een ‘raffinaderijachtige’ functie. “Supply, dat wilde ik ook graag doen. Dat is een afdeling die de logistiek van olie en olieproducten overziet, organiseert en optimaliseert, inclusief de fysieke distributie. Dat is heel operationeel. Ik was daar vaak echt dag en nacht in de weer. Maar toen ik bijvoorbeeld een keer aan een Rotterdamse kade koffie zat te drinken, kwam er zo’n groot schip voorbij, en ik dacht: hé, dat hebben we gisteren gecharterd, die vaart nu voor ons naar Zwolle! Dat vond ik hartstikke leuk.”
Kruispunt

Bij supply stond de oud-TU’er opnieuw op een kruispunt. Wilde hij terug de raffinaderijwereld in, of toch weer naar marketing en verkoop? Hij koos voor het laatste, nu vanuit het Europese coordination centre van moederbedrijf ExxonMobil in Brussel.

“Ik ben niet meer betrokken bij de hardere engineering-kant, zoals die bodemsaneringen en de tankstationbouw”, zegt hij. “Nu zit ik in de it-systemen, om ervoor te zorgen dat alle processen in de tankstations geautomatiseerd worden. Want in de tankstationwereld wordt geen cent verdiend, ondanks het feit dat je een kapitaal betaalt aan de pomp. In de oliewinning wordt wél verdiend, en ook de raffinage doet het goed, maar de tankstations hebben de afgelopen vijftien jaar in heel Europa veel concurrentie gekregen van witte pompen en . in het buitenland . ook van supermarkten. Die verkopen dat soms met nul cent winst, of één cent winst, omdat ze klanten willen trekken voor de winkel. De retailmarges zijn in de loop van de jaren gezakt naar een paar cent per liter. Daarvan moet je alles doen: een tankstation bouwen, onderhouden, zorgen dat het schoon blijft, dat het licht het blijft doen, de pompen blijven draaien, de bodem beschermd is. Daar verdient bijna niemand wat op. Voor een groot deel wordt dat in de toekomst allemaal geautomatiseerd. En een shop heb je alleen als die zichzelf kan bedruipen.

Wat we nu proberen is om op Europese schaal alles te automatiseren. We hebben grote computersystemen staan op verschillende plaatsen in de wereld, en ik heb een groep mensen in Engeland die ervoor zorgt dat dat loopt. Die groep heb ik opgezet, en daar ben ik de baas van. Behalve in Engeland hebben we in een aantal andere plaatsen ondersteunende teams zitten, zoals in Houston en in Bangkok. Over de hele wereld zijn er dus mensen bezig die er continu voor zorgen dat die systemen draaien en dat de problemen worden opgelost.

In de praktijk zit ik de hele dag telefonisch te overleggen of te e-mailen, of ik zit documenten te bekijken en er commentaar op te leveren. Of ik moet me ineens midden in de nacht bemoeien met een probleem dat nog niet is opgelost.

Het is een heel goede mix die ik nu heb. Als ik een keer een dag thuis wil werken, werk ik een dag thuis. En op donderdagavond zorg ik dat ik in Brussel ben, want dan ga ik daar voetballen, onderling met collega’s. Ik moet er niet aan denken dat ik vijf dagen per week kantoor aan huis zou hebben en nooit meer interactie. Dat zou ik niet willen.”

Voorlopig is er bij Esso voldoende interactie voor Van Dommele. Bij het ter perse gaan van dit artikel liet hij weten dat hij met ingang van november dit jaar in Engeland werkzaam zal zijn als retail area manager.

www.esso.nl

www.exxonmobil.com

Naam: Frank van Dommele

Leeftijd: 41 jaar

Woonplaats: Dordrecht

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd

Studie: Werktuigbouwkunde

Afgestudeerd: 1988

Afstudeerrichting: Meet- en regeltechniek

Loopbaan: Sinds eind 1989 werkzaam bij Esso, achtereenvolgens bij de raffinaderij in Rotterdam, ontwerp en voorbereiding van tankstations (Breda), vervolgens bij bodemsanering, daarna supply, en momenteel automatisering tankstations (Brussel)

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Misschien ging er wel een Gerard ‘t Hooft aan hem verloren. Even overwoog Van Dommele namelijk om theoretische natuurkunde te studeren, maar uiteindelijk koos hij voor werktuigbouwkunde. “Bij de gedachte aan een stel natuurkunde-nerds in Leiden dacht ik dat het toch leuker was om met iets minder nerd-achtige mensen in een stad als Delft te studeren.”

Werktuigbouw leek hem een leuke balans tussen theoretische kennis en praktijk, maar in het eerste jaar ontdekte hij dat de studie ‘zo grofstoffelijk’ was. “Op de middelbare school was ik goed in theoretische dingen. Ik vond het mooi om over Einstein en zijn relativiteitstheorie te lezen; dat doe ik nog steeds trouwens, al die ontwikkelingen houd ik bij. Dat is dus allemaal heel precies en exact en theoretisch. Kom je bij werktuigbouw, ontdek je ineens dat je aan een bout en een moer moet rekenen en dat je, nadat je het redelijk precies hebt uitgerekend, vervolgens een veiligheidsfactor van drie erop moet doen. Waarom keer drie? Dat had gewoon iemand een keer verzonnen en in een handboek gezet! Toen dacht ik: waar ben ik terechtgekomen? Een hijskraan uitrekenen, of een lopende band, dat vond ik echt vreselijk, want dat kon ik tien jaar daarvoor ook al. Ik vond dat te eenvoudig. Ik ben toen de meer theoretische vakken gaan doen en heb gekozen voor meet- en regeltechniek, omdat ik daar het meest in terugvond van mijn motivatie om een exacte studie te gaan doen. Vraagstukken als: hoe houd je een F16 stabiel, of hoe zorg je ervoor dat een onderzeeboot op één hoogte blijft; dat zijn wiskundig gezien heel leuke problemen. Dat trok me veel meer aan dan het uitrekenen van een lopende band.”
Verhuizer

Werken kan nog lang genoeg, vond Van Dommele na zijn afstuderen, en hij ging op de bonnefooi naar New York ‘om te kijken wat er ging gebeuren’. “Ik kon daar midden in Manhattan een flatje huren. Daar heb ik een aantal maanden gezeten en heb er uiteindelijk ook wel gewerkt, als verhuizer. Daar bleek ik het meest getalenteerd voor”, constateert hij grinnikend. “Na een aantal maanden had ik het wel weer gezien. Ik heb wat brieven gestuurd, bijvoorbeeld naar ABN Amro in New York, maar wat moet ABN met een werktuigbouwer zonder werkvergunning?”

Hij ging terug, vond zijn eerste baan bij Esso Nederland, en veranderde regelmatig van functie binnen het olieconcern dat nog steeds zijn eerste en enige werkgever is. “Ja, ik ben op en top een Esso-man. Je zit hier met een totaal gehersenspoelde olieboer!”

Bij Esso begon Van Dommele op de raffinaderij in Rotterdam als process engineer bij de technische staf. “Daar ben ik bijna twee jaar gebleven, maar eigenlijk vond ik het er op dat moment niet leuk genoeg. Ik vond het een te kleine wereld, een beetje te beklemmend. Er zijn ontzettend strakke procedures en er is een enorm sterke cultuur, een risicomijdende cultuur natuurlijk ook. Dat is logisch. Maar het moet een beetje bij je passen. Bij mij paste dat niet zo en bovendien wist ik er te weinig van. Als meet- en regelstudent was ik heel theoretisch, heel wis- en natuurkundig bezig geweest, maar van de praktijk van zo’n raffinaderij wist ik niet veel.

Daarna ben ik naar Breda gegaan, naar de afdeling retail. Die houdt zich bezig met tankstations. Ik werd verantwoordelijk voor het ontwerp en de voorbereiding van tankstations in Nederland, en ik werkte samen met architectenbureaus, aannemers en intern met de lui die de businessverantwoordelijkheid hadden voor die tankstations. Je was daar eigenlijk een soort projectontwikkelaar, en in dat team had ik een technische rol. Dat vond ik heel leuk werk. Je kon langs de weg rijden en denken: o ja, dat tankstation heb ik gebouwd, en van dat tankstation weet ik nog het verhaal… Je zat gewoon in de echte wereld. Je hebt vergunningen nodig, er gaan dingetjes mis, en als er iets misgaat is het niet meteen een ramp of zoiets, zoals op de raffinaderij. Bij retail heb je zelf veel meer verantwoordelijkheid. Er kijken niet continu tien man over je schouders mee om maar zeker te stellen dat er niets fout gaat. Op een raffinaderij of een boortoren móet dat zo, maar in de retailwereld kun je wat meer zelf organiseren.”

Bodemsanering werd zijn volgende job. Van Dommele: “Bij Esso heb je management committees die wikken en wegen over de carrière van mensen. Je kunt natuurlijk aangeven wat je wilt, maar er is geen intern open sollicitatiesysteem, zoals bij andere bedrijven. Dat is voor veel mensen niet voor te stellen, maar als je geen duidelijk passie hebt of je hebt geen heel duidelijk beroep voor ogen, zoals ik, dan is het misschien wel handig. Dan kun je je fijn concentreren op je werk, en iemand anders verzint dan wel wat er bij je past.”

Van Dommele belandde vervolgens toch weer in een ‘raffinaderijachtige’ functie. “Supply, dat wilde ik ook graag doen. Dat is een afdeling die de logistiek van olie en olieproducten overziet, organiseert en optimaliseert, inclusief de fysieke distributie. Dat is heel operationeel. Ik was daar vaak echt dag en nacht in de weer. Maar toen ik bijvoorbeeld een keer aan een Rotterdamse kade koffie zat te drinken, kwam er zo’n groot schip voorbij, en ik dacht: hé, dat hebben we gisteren gecharterd, die vaart nu voor ons naar Zwolle! Dat vond ik hartstikke leuk.”
Kruispunt

Bij supply stond de oud-TU’er opnieuw op een kruispunt. Wilde hij terug de raffinaderijwereld in, of toch weer naar marketing en verkoop? Hij koos voor het laatste, nu vanuit het Europese coordination centre van moederbedrijf ExxonMobil in Brussel.

“Ik ben niet meer betrokken bij de hardere engineering-kant, zoals die bodemsaneringen en de tankstationbouw”, zegt hij. “Nu zit ik in de it-systemen, om ervoor te zorgen dat alle processen in de tankstations geautomatiseerd worden. Want in de tankstationwereld wordt geen cent verdiend, ondanks het feit dat je een kapitaal betaalt aan de pomp. In de oliewinning wordt wél verdiend, en ook de raffinage doet het goed, maar de tankstations hebben de afgelopen vijftien jaar in heel Europa veel concurrentie gekregen van witte pompen en . in het buitenland . ook van supermarkten. Die verkopen dat soms met nul cent winst, of één cent winst, omdat ze klanten willen trekken voor de winkel. De retailmarges zijn in de loop van de jaren gezakt naar een paar cent per liter. Daarvan moet je alles doen: een tankstation bouwen, onderhouden, zorgen dat het schoon blijft, dat het licht het blijft doen, de pompen blijven draaien, de bodem beschermd is. Daar verdient bijna niemand wat op. Voor een groot deel wordt dat in de toekomst allemaal geautomatiseerd. En een shop heb je alleen als die zichzelf kan bedruipen.

Wat we nu proberen is om op Europese schaal alles te automatiseren. We hebben grote computersystemen staan op verschillende plaatsen in de wereld, en ik heb een groep mensen in Engeland die ervoor zorgt dat dat loopt. Die groep heb ik opgezet, en daar ben ik de baas van. Behalve in Engeland hebben we in een aantal andere plaatsen ondersteunende teams zitten, zoals in Houston en in Bangkok. Over de hele wereld zijn er dus mensen bezig die er continu voor zorgen dat die systemen draaien en dat de problemen worden opgelost.

In de praktijk zit ik de hele dag telefonisch te overleggen of te e-mailen, of ik zit documenten te bekijken en er commentaar op te leveren. Of ik moet me ineens midden in de nacht bemoeien met een probleem dat nog niet is opgelost.

Het is een heel goede mix die ik nu heb. Als ik een keer een dag thuis wil werken, werk ik een dag thuis. En op donderdagavond zorg ik dat ik in Brussel ben, want dan ga ik daar voetballen, onderling met collega’s. Ik moet er niet aan denken dat ik vijf dagen per week kantoor aan huis zou hebben en nooit meer interactie. Dat zou ik niet willen.”

Voorlopig is er bij Esso voldoende interactie voor Van Dommele. Bij het ter perse gaan van dit artikel liet hij weten dat hij met ingang van november dit jaar in Engeland werkzaam zal zijn als retail area manager.

www.esso.nl

www.exxonmobil.com

Naam: Frank van Dommele

Leeftijd: 41 jaar

Woonplaats: Dordrecht

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd

Studie: Werktuigbouwkunde

Afgestudeerd: 1988

Afstudeerrichting: Meet- en regeltechniek

Loopbaan: Sinds eind 1989 werkzaam bij Esso, achtereenvolgens bij de raffinaderij in Rotterdam, ontwerp en voorbereiding van tankstations (Breda), vervolgens bij bodemsanering, daarna supply, en momenteel automatisering tankstations (Brussel)

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.