Campus

Geen woorden, geen daden

Hermans luistert. Met dat gedrag heeft hij tot nu toe de sympathie van het hoger onderwijs verworven. Maar langzamerhand wordt ook de keerzijde zichtbaar.

Want wanneer schept hij nu eens duidelijkheid over wat hij wil?

,,De grootste verdienste van minister Hermans is dat hij na minister Ritzen is gekomen.” Dat zei afgelopen week Tweede-Kamerlid Rabbae (Groenlinks) bij de behandeling van Hermans’ Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP). Daarmee vatte Rabbae anderhalf jaar ministerschap aardig samen.

Hermans kan in het hoger onderwijs nog steeds op veel steun rekenen. Weliswaar kreeg hij deze week voor het eerst sinds zijn aantreden te maken met boze studenten. Maar bestuurders van universiteiten en hogescholen lopen nog steeds met hem weg.

Dat heeft Hermans inderdaad voor een belangrijk deel aan zijn voorganger te danken. Die teisterde het hoger onderwijs negen jaar lang door altijd alles te weten, overal een mening over te hebben en die mening ook voortdurend in de vorm van regels en wetten over het veld uit te storten.

Hermans is anders, stelden de verzamelde bestuurders al snel vast. Die wist, in elk geval bij zijn aantreden, bijna niets van hoger onderwijs en heeft bijna nergens een mening over. En als hij al een mening heeft, houdt hij die doorgaans voor zich. Daar oogst hij al anderhalf jaar waardering mee.

Wat Hermans als geen ander kan, is het openhouden van opties. Keuzes stelt hij vaak lang uit. Hij luistert geduldig naar de verschillende meningen, overlegt eindeloos met alle partijen en pas als hij het gevoel krijgt dat zich een consensus begint af te tekenen, zet hij zijn eigen lijnen uit.

Hermans’ beleid wijkt nooit veel af van wat de partijen in het overleg aan wensen hadden. ,,Je kunt beter met de trend meegaan dan er tegenin”, heeft de minister al eens gezegd. Dat is precies wat hij doet: de trend onderzoeken en die, hoogstens licht bijsturend, volgen.

Angelsaksisch model .

Zwartkijkers zeggen dat Hermans weinig méér doet dan de grootste gemene deler zoeken van alle beschikbare standpunten. Maar ook deze criticasters moeten toegeven dat de minister met die strategie succes boekt. Het HOOP bevat tenslotte een aantal concrete voorstellen (over het starten van nieuwe opleidingen, over kwaliteitskeurmerken) die Hermans zonder veel merkbare strijd aanvaard heeft weten te krijgen.

Toch stak in de Tweede Kamer deze week een lichte ergernis de kop op over Hermans’ optreden. De Kamerleden hadden met name graag willen weten wat de minister nu precies wil met het Angelsaksische model, met een bachelor- en een mastersfase. Nederland moet zich aanpassen aan dat model, schreef hij in het HOOP. Maar over het hoe en wat hield hij zich op de vlakte: daar moet zich eerst een commissie over buigen.

,,Uitgerekend het onderwerp waar het echt om gaat, schuift hijvoor zich uit”, zei een Kamerlid in september, toen het HOOP openbaar werd. Die ergernis bleek deze week nog wat gegroeid. Want hoe de Kamer ook aandrong, Hermans bleek niet bereid duidelijkheid te scheppen over het Angelsaksische model. ,,Ik kan wel van alles roepen”, zei hij. ,,Maar wie weet ontwikkelt zich de zaak vervolgens een heel andere kant op. En dan moet ik weer iets anders roepen.”

Intussen staat het hoger onderwijs niet stil. Het afgelopen jaar heeft de ene na de andere universiteit zich al bekeerd tot het Angelsaksische model en ook het hbo is druk bezig te bedenken wat deze opzet voor de hogescholen betekent. Nog even en Hermans hoeft niet eens een beslissing meer te nemen.

Hermans luistert. Met dat gedrag heeft hij tot nu toe de sympathie van het hoger onderwijs verworven. Maar langzamerhand wordt ook de keerzijde zichtbaar. Want wanneer schept hij nu eens duidelijkheid over wat hij wil?

,,De grootste verdienste van minister Hermans is dat hij na minister Ritzen is gekomen.” Dat zei afgelopen week Tweede-Kamerlid Rabbae (Groenlinks) bij de behandeling van Hermans’ Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP). Daarmee vatte Rabbae anderhalf jaar ministerschap aardig samen.

Hermans kan in het hoger onderwijs nog steeds op veel steun rekenen. Weliswaar kreeg hij deze week voor het eerst sinds zijn aantreden te maken met boze studenten. Maar bestuurders van universiteiten en hogescholen lopen nog steeds met hem weg.

Dat heeft Hermans inderdaad voor een belangrijk deel aan zijn voorganger te danken. Die teisterde het hoger onderwijs negen jaar lang door altijd alles te weten, overal een mening over te hebben en die mening ook voortdurend in de vorm van regels en wetten over het veld uit te storten.

Hermans is anders, stelden de verzamelde bestuurders al snel vast. Die wist, in elk geval bij zijn aantreden, bijna niets van hoger onderwijs en heeft bijna nergens een mening over. En als hij al een mening heeft, houdt hij die doorgaans voor zich. Daar oogst hij al anderhalf jaar waardering mee.

Wat Hermans als geen ander kan, is het openhouden van opties. Keuzes stelt hij vaak lang uit. Hij luistert geduldig naar de verschillende meningen, overlegt eindeloos met alle partijen en pas als hij het gevoel krijgt dat zich een consensus begint af te tekenen, zet hij zijn eigen lijnen uit.

Hermans’ beleid wijkt nooit veel af van wat de partijen in het overleg aan wensen hadden. ,,Je kunt beter met de trend meegaan dan er tegenin”, heeft de minister al eens gezegd. Dat is precies wat hij doet: de trend onderzoeken en die, hoogstens licht bijsturend, volgen.

Angelsaksisch model .

Zwartkijkers zeggen dat Hermans weinig méér doet dan de grootste gemene deler zoeken van alle beschikbare standpunten. Maar ook deze criticasters moeten toegeven dat de minister met die strategie succes boekt. Het HOOP bevat tenslotte een aantal concrete voorstellen (over het starten van nieuwe opleidingen, over kwaliteitskeurmerken) die Hermans zonder veel merkbare strijd aanvaard heeft weten te krijgen.

Toch stak in de Tweede Kamer deze week een lichte ergernis de kop op over Hermans’ optreden. De Kamerleden hadden met name graag willen weten wat de minister nu precies wil met het Angelsaksische model, met een bachelor- en een mastersfase. Nederland moet zich aanpassen aan dat model, schreef hij in het HOOP. Maar over het hoe en wat hield hij zich op de vlakte: daar moet zich eerst een commissie over buigen.

,,Uitgerekend het onderwerp waar het echt om gaat, schuift hijvoor zich uit”, zei een Kamerlid in september, toen het HOOP openbaar werd. Die ergernis bleek deze week nog wat gegroeid. Want hoe de Kamer ook aandrong, Hermans bleek niet bereid duidelijkheid te scheppen over het Angelsaksische model. ,,Ik kan wel van alles roepen”, zei hij. ,,Maar wie weet ontwikkelt zich de zaak vervolgens een heel andere kant op. En dan moet ik weer iets anders roepen.”

Intussen staat het hoger onderwijs niet stil. Het afgelopen jaar heeft de ene na de andere universiteit zich al bekeerd tot het Angelsaksische model en ook het hbo is druk bezig te bedenken wat deze opzet voor de hogescholen betekent. Nog even en Hermans hoeft niet eens een beslissing meer te nemen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.