‘Geen Interpay-aanpak werkplekken studenten’

Die oproep heeft de Studentenraad (sr) in een brief gedaan aan het college van bestuur. Aanleiding zijn de resultaten van de Monitor Logistieke Kwaliteit. Bij zes van de acht faculteiten wordt de omvang van de voorzieningen door studenten negatiever beoordeeld dan vorig jaar. Het gaat om het aantal computerplaatsen, laptopwerkplekken, projectwerkruimten en zelfstudieplaatsen.

Prioriteitenlijst

Volgens de sr maakt het intensieve onderwijs op de faculteiten het noodzakelijk om op de campus te werken. Bovendien wordt de nood alleen maar hoger door het stijgend aantal studenten op de TU. “De bouw van het Learning Centre moet dan ook hoog op de prioriteitenlijst staan van de TU”, stelde de sr in de brief.

Bij de behandeling van de brief, vorige week bij de vergadering van de sr met het college van bestuur (cvb), meldde collegelid Paul Rullmann dat het LC ook bij het cvb hoog op de prioriteitenlijst staat. Hij erkende dat er ‘spanning zit op de kwantiteit van de voorzieningen’, gaf aan dat het LC 200 werkplekken meer komen dan aanvankelijk was gepland en legde het probleem deels terug bij de studenten: “Het heeft ook te maken met de spreiding van het gebruik.” Te veel studenten komen volgens hem op een te klein aantal uren, namelijk tussen tien uur ’s ochtends en drie uur ‘s middags.

Stampen

Sr-lid Emma Sirks stelde ‘studenten moeten kunnen werken als ze tijd hebben’ en ‘je gaat er niet al zitten als je het eerste uur geen college hebt, maar je moet er wel na je college kunnen blijven’. Rullmann vond dat het cvb niet hoeft te zorgen voor een werkplek voor elke student op elk moment van de dag. Hij maakte de vergelijking met Interpay. “Dat staat het hele jaar te stampen met een capaciteit om rond kerst alle pinbetalingen aan te kunnen. Als je dat doet met de werkplekken is dat verspilling van publiek geld.” Hij hoopt dat het spreiden van colleges via het 10-urenrooster straks voor enige verlichting zorgt, net als pogingen studenten sneller te laten afstuderen.

Monitoring

Een andere manier om topdrukte op bepaalde plaatsen te voorkomen is de uitwerking van het sr-idee voor monitoring van de werkplekken. Op elke faculteit zouden camera’s vrije werkplekken moeten ontdekken. Een overzicht zou bij de ingang op beeldschermen te zien moeten zijn. Sr en cvb zijn daar enthousiast over omdat er op minder populaire of minder bekende werkplekken vaak nog wel ruimte is. Volgens Rullmann strandde de uitwerking bij ict. “Het bleek ingewikkeld, maar er wordt aan gewerkt, onder meer bij de faculteit civiele techniek en geodesie.”

Naam: ir. Ignaz Worm (34)
Nationaliteit: Nederlandse
Promotor: Prof.ir. Hans van Dijk en dr.ir. Luuk Rietveld (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, afdeling gezondheidstechniek)
Onderwerp: Simulator voor drinkwaterzuivering
Tussenstand: Halverwege

“Van een proces dat vierentwintig uur per dag bemand wordt, is de drinkwatervoorziening in Noord-Holland naar een volledige onbemande procesvoering gegaan. De zogenaamde operation supervisors houden zich alleen nog met de bedrijfsvoering bezig. Daardoor weten ze steeds minder goed hoe alles precies werkt. Met mijn simulator Waterspot kunnen zij oefenen. Waterspot is vergelijkbaar met een vliegsimulator voor piloten.
De simulator is gebaseerd op modellen. Ik ontwikkel ongelijksoortige modellen, zoals een waterkwaliteitmodel en een hydraulisch model. Het eerste voorspelt onder meer de kwaliteit van het water, de doseringen en de looptijden van filters. Het tweede gaat de verdeling van het water over de zuiveringinstallatie na. Daarnaast ontwerp ik nog een controlemodel. Dat is een kopie van alle regelingen. Bij de waterzuivering staan overal computers met regelingen.
In de toekomst zou men ook software updates kunnen testen met de simulator. Dat is belangrijk, omdat op dit moment veel urgente alarmen worden veroorzaakt door updates. Traditioneel wordt de software getest bij de fabrikant, maar in plaats daarvan willen wij de software virtueel testen in de simulator. Dan zouden we fouten uit het systeem kunnen halen.
Daarnaast kan de simulator het proces optimaliseren. Mijn modellen hebben namelijk een voorspellende waarde. Als je weet dat het over honderd dagen misgaat, omdat de waterkwaliteit dan te wensen overlaat, kun je pro-actief ingrijpen. De simulator kan ook laten zien dat bepaalde metingen niet goed gekalibreerd zijn. Als het model iets voorspelt en de meetinstrumenten wijken daar vanaf, dan moet je de instrumenten verifiëren. De modellen kloppen soms beter dan de metingen.
Ik weet dat er veel behoefte is aan Waterspot. Ik werk twee dagen als teamleider bij Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Ik zie op de werkvloer hoe belangrijk de simulator kan zijn. Ik kan aan de TU Delft, waar ik drie dagen werk, profiteren van de hoogwaardige kennis van modellen van andere promovendi. Dat is echt goud waard.
Ik moest in het begin wel wennen als promovendus. Bij PWN is de tijdschaal veel korter en rond je iets af. Als promovendus zit je op een onzeker traject. Je kunt er niet vanuit gaan dat als dit gebeurt, dat volgt. Ik ben geen toptalent als promovendus, het komt mij niet aanwaaien. Ik maak relatief veel uren. Maar de diepgang van het werk in Delft spreekt mij zeer aan. Als ik klaar ben, blijf ik in ieder geval nog een tijd bij PWN werken. Ik wil ze terugbetalen voor deze kans die zij mij hebben gegeven.”

Die oproep heeft de Studentenraad (sr) in een brief gedaan aan het college van bestuur. Aanleiding zijn de resultaten van de Monitor Logistieke Kwaliteit. Bij zes van de acht faculteiten wordt de omvang van de voorzieningen door studenten negatiever beoordeeld dan vorig jaar. Het gaat om het aantal computerplaatsen, laptopwerkplekken, projectwerkruimten en zelfstudieplaatsen.

Prioriteitenlijst

Volgens de sr maakt het intensieve onderwijs op de faculteiten het noodzakelijk om op de campus te werken. Bovendien wordt de nood alleen maar hoger door het stijgend aantal studenten op de TU. “De bouw van het Learning Centre moet dan ook hoog op de prioriteitenlijst staan van de TU”, stelde de sr in de brief.

Bij de behandeling van de brief, vorige week bij de vergadering van de sr met het college van bestuur (cvb), meldde collegelid Paul Rullmann dat het LC ook bij het cvb hoog op de prioriteitenlijst staat. Hij erkende dat er ‘spanning zit op de kwantiteit van de voorzieningen’, gaf aan dat in het LC 200 werkplekken meer komen dan aanvankelijk was gepland en legde het probleem deels terug bij de studenten: “Het heeft ook te maken met de spreiding van het gebruik.” Te veel studenten komen volgens hem op een te klein aantal uren, namelijk tussen tien uur ’s ochtends en drie uur ‘s middags.

Stampen

Sr-lid Emma Sirks stelde ‘studenten moeten kunnen werken als ze tijd hebben’ en ‘je gaat er niet al zitten als je het eerste uur geen college hebt, maar je moet er wel na je college kunnen blijven’. Rullmann vond dat het cvb niet hoeft te zorgen voor een werkplek voor elke student op elk moment van de dag.

Hij maakte de vergelijking met Interpay. “Dat staat het hele jaar te stampen met een capaciteit om rond kerst alle pinbetalingen aan te kunnen. Als je dat doet met de werkplekken is dat verspilling van publiek geld.” Hij hoopt dat het spreiden van colleges via het 10-urenrooster straks voor enige verlichting zorgt, net als pogingen studenten sneller te laten afstuderen.

Monitoring

Een andere manier om topdrukte op bepaalde plaatsen te voorkomen is de uitwerking van het sr-idee voor monitoring van de werkplekken. Op elke faculteit zouden camera’s vrije werkplekken moeten ontdekken. Een overzicht zou bij de ingang op beeldschermen te zien moeten zijn.

Sr en cvb zijn daar enthousiast over omdat er op minder populaire of minder bekende werkplekken vaak nog wel ruimte is. Volgens Rullmann strandde de uitwerking bij ict. “Het bleek ingewikkeld, maar er wordt aan gewerkt, onder meer bij de faculteit civiele techniek en geowetenschappen.”