Van veel dingen merk je pas echt hoe verslaafd je er aan bent als ze weg vallen. Zo had ik dagenlang een slecht humeur toen mijn vaatwasser het begaf, omdat ik afwassen de meest ergerniswekkende bezigheid vind die ik kan bedenken.
En laten we eerlijk zijn: niets is hinderlijker dan een haperend netwerk als de deadline van je column nadert. Alles moet gewoon werken, anders raak je als moderne kosmopoliet gefrustreerd en uit je hum.
Ook het ontbreken van een douche is iets wat het menselijk welbevinden behoorlijk kan verstoren. Het is een beleving die hoort bij reizen in verre oorden, bij overnachtingen in een hutje in het oerwoud waar òf geen stromend water is òf waar de doucheboiler met zijn blanke elektriciteitsdraden eruit ziet of hij je elk moment kan elektrocuteren. Op dat soort momenten ga je stinkend door het leven, in de prettige wetenschap dat ook de naaste medemens aldaar niet bepaald naar viooltjes ruikt.
Wanneer je in je eigen huis ineens geen douche meer hebt, ligt deze beleving heel anders. De afgelopen tijd is mijn badkamer gerenoveerd, en een bijkomend probleem van zo’n make-over is dat je inderdaad drie weken lang niet kan douchen. Ik geef eerlijk toe dat ik daar niet goed over heb nagedacht. Pas toen de klussenbus voor de deur stond en het krikkemikkige bad en de zeeblauwe tegels (zo 1980) in de container waren verdwenen, realiseerde ik me dat ik me voorlopig zou moeten behelpen met poedelen aan de wastafel, bij gebrek aan een redelijk alternatief.
Ik weet niet hoe ze dat in de jaren vijftig precies deden, maar dat geknoei aan zo’n wastafel heeft zijn beperkingen. Als ik mijn haar wilde wassen, raakte mijn hoofd steeds klem onder de kraan. En geloof me: tenzij je de ruggengraat van een huiskat hebt, zijn er echt plekken op je lichaam die je niet kunt bereiken met een washandje. Om niet volledig te verkazen, klopten mijn man en ik daarom af en toe aan bij onze uitwonende zoon die ons verbaasd binnenliet in zijn habitat. Dat je 21 jaar lang dagelijks een half uur de badkamer van je ouders hebt geblokkeerd, maakt het kennelijk nog niet vanzelfsprekend dat je ouders ook eens bij jou willen douchen. Toen het besef van onze nood tot hem doordrong, schoof hij bereidwillig een en ander opzij en boende zelfs de badkamervloer om het ons naar de zin te maken, zodat wij verkwikt en opgefrist weer naar onze bouwput konden terugkeren.
Maar gelukkig komt aan alle leed een einde, en heb ik sinds eind vorige week de beschikking over mijn eigen, in leigrijs uitgevoerde, inloopdouche (zo 2013). In het begin kon ik er geen genoeg van krijgen en stond ik er minstens twee keer per dag het stof van eeuwen af te spoelen. Maar het is nu al weer zo gewoon dat ik er nauwelijks meer over nadenk. Ik zal je het nog sterker vertellen: volgens mij ben ik vanmorgen helemaal vergeten om te douchen.
Comments are closed.