Het desolate landschap op de kaft loopt door op de achterkant van het proefschrift. Hier en daar staat een struik. Verder is er vooral steen te zien.
En een schaduw. “Dat is mijn schaduw”, zegt drs. José Taal-Van Koppen “IJdel, hè”, voegt ze er een beetje gegeneerd aan toe. “Ik vind de foto mooi, omdat je in het verlaten landschap wel een persoon ziet, maar dan de schaduw.”
Maar om de schaduw is het de geologe niet echt te doen. Vooral de grond, ‘het mooie gesteente’, maakte dat ze deze foto voor de kaft gebruikte. “Het is een beetje een beroepsmatige ‘ziekte’, maar ik vind dat prachtig. Je ziet heel mooi de vlakken waar het gesteente gebroken is.”
Voor haar promotieonderzoek verdiepte ze zich in die scheuren en breuken in het gesteente. “Ze ontstaan doordat de aarde constant in beweging is, waardoor spanning op het gesteente komt te staan. Omdat steen niet kan buigen, breekt het.”
Voor de olie-industrie is het interessant te weten waar scheuren zitten, omdat vloeistoffen er mooi door kunnen stromen. Meestal zit het gebroken gesteente een paar kilometer diep. Oliezoekers goochelen dan met seismiek en gegevens uit olieputten om te schatten waar de breuken zijn. De foto is genomen in het Karoo-bekken in Zuid-Afrika, waar het gebroken steen gewoon met het blote oog te zien is. Taal.Van Koppen ging er voor haar onderzoek dan ook twee keer op veldwerk. Met rugzak. Die zette ze ook op de foto. “Een geoloog moet ook altijd iets fotograferen om de schaal aan te geven.” (MM)
Drs. José Taal.Van Koppen hoopt op 2 september te promoveren. Haar onderzoek aan de faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen resulteerde in het proefschrift ‘A multi-Scale Case Study of Natural Fracture Systems in Outcrops and Boreholes with Applications to Reservoir Modelling’.
Het desolate landschap op de kaft loopt door op de achterkant van het proefschrift. Hier en daar staat een struik. Verder is er vooral steen te zien. En een schaduw. “Dat is mijn schaduw”, zegt drs. José Taal-Van Koppen “IJdel, hè”, voegt ze er een beetje gegeneerd aan toe. “Ik vind de foto mooi, omdat je in het verlaten landschap wel een persoon ziet, maar dan de schaduw.”
Maar om de schaduw is het de geologe niet echt te doen. Vooral de grond, ‘het mooie gesteente’, maakte dat ze deze foto voor de kaft gebruikte. “Het is een beetje een beroepsmatige ‘ziekte’, maar ik vind dat prachtig. Je ziet heel mooi de vlakken waar het gesteente gebroken is.”
Voor haar promotieonderzoek verdiepte ze zich in die scheuren en breuken in het gesteente. “Ze ontstaan doordat de aarde constant in beweging is, waardoor spanning op het gesteente komt te staan. Omdat steen niet kan buigen, breekt het.”
Voor de olie-industrie is het interessant te weten waar scheuren zitten, omdat vloeistoffen er mooi door kunnen stromen. Meestal zit het gebroken gesteente een paar kilometer diep. Oliezoekers goochelen dan met seismiek en gegevens uit olieputten om te schatten waar de breuken zijn. De foto is genomen in het Karoo-bekken in Zuid-Afrika, waar het gebroken steen gewoon met het blote oog te zien is. Taal.Van Koppen ging er voor haar onderzoek dan ook twee keer op veldwerk. Met rugzak. Die zette ze ook op de foto. “Een geoloog moet ook altijd iets fotograferen om de schaal aan te geven.” (MM)
Drs. José Taal.Van Koppen hoopt op 2 september te promoveren. Haar onderzoek aan de faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen resulteerde in het proefschrift ‘A multi-Scale Case Study of Natural Fracture Systems in Outcrops and Boreholes with Applications to Reservoir Modelling’.
Comments are closed.