Education

Frisse wind waait alleen om Elektro heen

Niet alleen hoge bomen vangen veel wind. Hoge gebouwen ook. Wie op een winderige dag klakkeloos langs Elektro dacht te fietsen, is vast al eens omver geblazen.

Het complex, 235 meter lang en negentig meter hoog is niet makkelijk te negeren. ‘Het gezicht’ van de TU-wijk is al van ver te zien. 25 jaar geleden werd het zo hoog gemaakt vanwege ruimtebesparing en om satellietvolgers op het dak te kunnen plaatsen. Een half jaar lang was het het hoogste utiliteitsgebouw van Nederland. Voor de één is het een mooi staaltje functionaliteit, voor de ander een sick building. Zo winderig als het buiten kan zijn, zo heet en benauwd is het vaak binnen. Morgen bestaat Elektro 25 jaar. Reden voor een feestje?

In 1957 wilde de TU nog niets weten van nieuwbouw voor Elektrotechniek. De snel groeiende faculteit zou het moeten doen met de uitbreiding van haar onderkomen Kanaalweg 2b en het leegkomende Mijnbouwplein 11 van Technische Natuurkunde (TN). Echter door vertraging in de nieuwbouw van TN en sterk toenemende studentenaantallen bij Elektro werd de situatie onhoudbaar en ging in 1959 de nieuwbouw alsnog van start.

Omdat nog geen ruimte gereserveerd was in de polder moesten zowel Bouwkunde als Vliegtuigbouw op zoek naar nieuwe lokaties en werd het TU-terrein zelfs uitgebreid tot achter de snelweg.

Architect G. Drexhage en prof.dr.ir. R.M.M. Oberman, voorzitter van de bouwcommissie, kozen voor een gestandaardiseerde ruimte-indeling zodat het complex zelfs na 2000 nog functioneel zou zijn. Met de standaardmodulen werd flexibiliteit in indeling en kostenvermindering nagestreefd.

De dubbele glasgevel was 25 jaar geleden erg populair. Elektrotechniek wilde graag veel daglicht, dus een glazen gevel lag voor de hand. Klimatologische problemen dachten de ontwerpers wel aan te kunnen met ventilatie en koelapparatuur. Maar helaas, het ministerie schrapte om financiële redenen op het laatste moment de airconditioningsapparatuur, die oorspronkelijk wel gepland was. Het gebouw zou het met alleen luchtkoeling moeten doen.

De bouw van Elektro uitte zich, zeker voor die tijd, in extremen. Er gingen circa 1300 heipalen (bij elkaar zo’n twintig kilometer) de grond in, het kreeg een anderhalve meter dikke keldervloer, er kwam 2.300.000 kilo betonijzer aan te pas. Elektro staat nu nog bekend om zijn grote werkkamers, vier bij zes (voor die tijd ook al ongewoon groot), en heeft in totaal 2,5 kilometer ganglengte.
Stank

Elektro is echter niet alleen maar geweldig. Een rondje door het gebouw maakt veel duidelijk. ,,Voel je de tocht?”, vraagt onderwijskundig medewerker Th. Ensing, bovenaan het trapje datnaar de practicumzalen p1 tot en met p10 in de laagbouw van Elektrotechniek leidt. 185 studenten volgen hier iedere dag practicum. Hij gaat voorop, door een wirwar van gangetjes naar practicumzaal 7. Net als de andere zalen: linoleum vloertje, gipswandjes, geen ramen, muffe lucht.

,,Dit is de goorste zaal van allemaal”, zegt hij. ,,In deze zaal kunnen zo’n veertig mensen elektronicapracticum volgen. Met z’n allen veroorzaken we een behoorlijke stank die hier niet weg kan. Studenten klagen vaak over misselijkheid, hoofdpijn en concentratiegebrek omdat de ventilatie niet goed werkt. De andere zalen zijn wat dat betreft niet veel beter.”

,,En als er brand is dan gaat het helemaal mis”, zegt Ensing. Hij loopt naar een deur waar ‘uit’ boven staat. ,,Eerst moet je met een sleuteltje dat hier naast de deur hangt deze nooddeur open maken. Dan moet je op dezelfde manier nog twee zalen door. Maar zoals je ziet is het sleuteltje hier in de tweede zaal zelfs weg. Dan kom je bij een trap die uitkomt in een werkplaats. Daar is het weer zoeken naar de nooduitgang en dan sta je pas buiten. Je kunt je wel voorstellen dat je hier nauwelijks wegkomt, zeker als je, zoals studenten die hier niet vaak komen, nauwelijks de weg weet. En dat alles terwijl de muur van deze practicumzalen grenst aan de parkeerplaats achter Elektro. Een deur naar buiten zou de oplossing zijn. Maar ja, dan moet de gevel gewijzigd worden.”

Ensing, die tevens secretaris van de medezeggenschapscommissie van Elektro is, vertelt dat hij wel een vermoeden heeft hoe het komt dat de indeling zo ‘knullig’ in elkaar zit. ,,Toen wij zes jaar geleden de practicumzalen op de vijfde, zesde en zevende verdieping van de hoogbouw uit moesten, heeft de Gebouwendienst even snel een vloertje in het magazijn gelegd en van de gecreëerde verdieping practicumzalen gemaakt. Omdat er aan de gevel niets veranderd werd, kon de bouwverordening omzeild worden. Maar over vluchtroutes en daglicht is kennelijk niet nagedacht. Er zitten geen ramen en geen nooddeuren in deze buitenmuren.”

Terwijl we verder lopen door een deur die 24 uur per dag open gehouden wordt met een kapotte kartonnen ordner omdat hij verkeerd om open gaat, zegt Ensing: ,,In de zes jaar tijd dat we nu in de laagbouw zitten, is er nog nooit wat gedaan aan de klachten van de mc. Ik denk dat ik nog maar een jaar of negentien wacht, misschien dat er dan wat gebeurt.” Ensing doelt daarmee op een ander probleem van complex Mekelweg, dat al 25 jaar speelt: het binnenklimaat van de hoogbouw. Onder druk van de Arbeidsinspectie lijkt daar nu eindelijk wat schot in te komen.
Instraling

Het binnenklimaat wordt geregeld door drie aan de buitenmuur gemonteerde temperatuursensoren. Door het ontbreken van binnensensoren komt het voor dat, met name tijdens wisselende weersomstandigheden in het voor-, en najaar de verwarming aan gaat, terwijl het binnen al warm genoeg is als gevolg van instraling. Daardoor kan het bij buitentemperaturen van zestien graden Celcius binnen wel 25 graden worden. Door het ontbreken van ramen of thermostaatknoppen kunnen medewerkers niet handmatig ingrijpen.

,,De beheersbaarheid van het binnenklimaat is slecht”,concludeert ook een rapport van de Dienst Arbeidsomstandigheden (DAO) van de TU. De DAO maakte dit rapport (Arbeidshygiënisch onderzoek naar aanleiding van klachten met betrekking tot het binnenklimaat in het complex Elektrotechniek TU-Delft) in opdracht van het college van bestuur (cvb). Het cvb had op haar beurt weer opdracht gekregen van de Arbeidsinspectie die gealarmeerd was door Elektromedewerkers. Het cvb moet dit rapport voorzien van voorgenomen maatregelen binnekort opsturen naar de hoofdinspecteur gezondheid opsturen. Volgens het hoofd van de DAO, ing. A.J. Monster, zal het cvb zich op korte termijn over het rapport buigen. De inspectie zal beoordelen of de TU voldoende maatregelen treft om het klimaat te verbeteren.

Het heeft erg lang geduurd voordat iemand actie ging ondernemen om wat aan dit binnenklimaat te doen. Jarenlang heerste er een soort fatalisme onder de medewerkers. Mc-voorzitter ir. J.M. Brans van Elektrotechniek: ,,De meesten hadden hun eigen oplossing voor de hitte en je overleefde het wel.”

,,In de tijd dat Boudewijns nog beheerder was, werd op hete dagen in het gebouw omgeroepen dat het tropenrooster inging”, weet Ensing zich nog te herinneren. ,,Dan moesten we allemaal om drie uur naar huis en de dag erna om zes uur beginnen.” Toen Wiskunde introk in het gebouw aan de Mekelweg werd de klimaatproblematiek weer wat opgerakeld. De mc van TWI noemt het schertsend ‘de Soap’ van Elektro.
Schroevedraaier

,,Vroeger, toen wij nog in de hoogbouw zaten, hadden we een mannetje voor het bijstellen van de ventilatie op warme dagen”, vertelt Ensing. ,,Dik van de Bos was dat. Die liep hier altijd rond in een overall met een peukie in zijn mond en een enorme schroevedraaier in zijn zak. Als het dan weer eens te warm of te benauwd was dan belde je Dik van de technische dienst. Dan regelde hij dat de ventilator op twee ging of zo. Eigenlijk wist niemand precies wat hij nou deed, maar dan kwam hij even later terug en dan riep hij in alle kamers ‘voor mekaar’ en dan was het weer goed. Misschien was het wel psychologisch, maar het hielp.”

Ook universitair docent ir. A.P. Thijssen, die op de negende verdieping van de hoogbouw werkt bij computerarchitectuur en digitale techniek en tevens degene die uiteindelijk de Arbeidsinspectie inschakelde, beaamt dat het sinds het vertrek van Van de Bos fout is gegaan. Thijssen loopt al jaren met longklachten bij de longspecialist. Enigszins verbitterd: ,,De longarts durft geen uitspraak te doen over de oorzaak van mijn kwaal. Maar volgens mij is er een duidelijk verband tussen dit gebouw en mijn klachten. Maar hier zeggen ze allemaal dat ik gek ben, dat het tussen mijn oren zit.”

Dit voorjaar was Thijssen het zat. De mc en de beheerder handelden niet snel genoeg naar Thijssens zin, dus verzamelde hij op een middag 135 handtekeningen en schreef een brief naar de Arbeidsinspectie. Deze verzocht het cvb opheldering te geven over het binnenklimaat van Elektro en daaruit volgde de opdracht voor het opstellen van het DAO-rapport.
Zomerhitte

Arbeidshygiënist drs. H.H. Klaasboer van de DAO, die het rapport voor de Arbeidsinspectie opstelde samen met de arbo-adviseur van Elektrotechniek A.J.W. Bouwman, erkent het probleem: ,,Dit klimaatbeheersingsprobleem is overduidelijk en verbetering hoeft niet meer dan een paar ton te kosten. We verwachten dat het college het advies van de DAO om wat aan de beheersbaarheid te doen wel over zal nemen”.

Maar met een verbetering van het klimaatbeheersingssysteem is Elektro nog niet van het probleem van de zomerhitte af. Maximaal 100 arbeidsuren boven de 25 graden. Dat is de wettelijke norm. Bij Elektrotechniek zijn er deze zomer wel 318 gemeten. ,,Hoewel deze zomer erg warm was, zal ook in normale zomers normoverschrijding plaatsvinden”, meldt het rapport van de DAO.

Om de zomerhitte te lijf te gaan zijn drastische maatregelen nodig. Met de huidige middelen kan het gebouw ‘s nachts ‘gespoeld’ worden met buitenlucht, maar soms is dat niet voldoende om de temperaturen flink te laten dalen. Daarvoor zou een koelingssysteem nodig zijn. Volgens het rapport van de DAO kost dat zo’n dertien miljoen gulden plus jaarlijkse energiekosten van 330 duizend gulden.

Deze oplossing verdient volgens Klaasboer echter niet de voorkeur gezien het feit dat mensen in airco-gebouwen toch relatief veel klachten blijken te hebben. ,,Uit onderzoek blijkt dat mensen liever zelf ingrijpen in het klimaat door een raam open te zetten.” Daarvoor zou aanpassing van de gevel van Elektro nodig zijn en dat kost naar schatting tien miljoen gulden.
Zuurkast

De DAO adviseert in haar rapport op dit punt een TU-brede belangenafweging. ,,Gezien de hoge kosten van een dergelijke verandering dient het uitvoeren nader afgewogen te worden binnen het totaal aan arbo-knelpunten van de TU Delft.” Klaasboer licht dit toe. ,,Het binnenklimaat van Elektro is namelijk niet direct een gezondheidsbedreigend probleem. Er is zonder meer sprake van hinder. Maar op de TU zijn nog meer problemen die misschien wel bedreigender zijn, zoals de asbestproblematiek en het brandveiligheidsprobleem. Die vereisen misschien wel sneller ingrijpen”, aldus Klaasboer.

,,Als je bijvoorbeeld de keuze hebt om het beperkte geld dat er is, te besteden aan het voorkòmen dat mensen kanker krijgen van slechte zuurkasten of aan het bestrijden van hinder als gevolg van een slecht binnenklimaat, dan lijkt deze keuze voor de hand te liggen. De DAO probeert een zo objectief mogelijk totaalbeeld te geven aan de hand waarvan het cvb een verantwoorde beslissing kan nemen.”

De mc van Elektro is niet erg gelukkig met deze opmerking in het rapport over de belangenafweging omdat de DAO daarmee volgens Brans een voorschot neemt op het te kiezen beleid van het college van bestuur. ,,Het rapport zou alleen feiten moeten melden. Daarom wilde de mc eigenlijk ook een onafhankelijk onderzoek door bijvoorbeeld TNO.” Thijssen: ,,Je laat toch een dief ook niet zijn eigen proces verbaal opstellen?”

Onafhankelijk of niet, de resultaten in het rapport liegen er niet om. Er is sprake van normoverschrijdingen. ,,Toch is hetwel moeilijk een idee te krijgen hoe groot het probleem nu precies is”, zegt Klaasboer. ,,Niet alle Elektrobewoners klagen. Veel mensen zeggen ‘Ach ja, het is wel eens te warm, maar dan zet ik de ventilator aan en dan gaat het wel weer.’ Het gaat om een beleving. Die is subjectief. Soms blijken er heel andere problemen te zijn op de werkvloer die mensen ontevreden stemmen en die zich dan in dit soort klachten uiten.”

,,En er kunnen andere dan klimatologische oorzaken zijn voor de klachten”, meent Klaasboer. ,,Er was een ruimte waarin ze ook klaagden over stof. Het bleek dat in deze ruimte veel rommel stond, waardoor de schoonmakers er niet goed bij konden en het daar dus stoffig werd. Dan is het advies simpelweg: meer opruimen.”
Financiën

Hoe is het mogelijk dat het probleem al zo lang leeft en er al die tijd niets aan gedaan is? Brans: ,,De mc is diverse malen met de beheerder in overleg geweest en telkens werd de zaak afgedaan met ‘Ja, maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet. Dat moet eerst eens onderzocht worden.’ Het ene onderzoek volgde op het andere. Maar er gebeurde niets.”

Faculteitsdirecteur dr.ir. J. Kapteijn is zeven jaar lang secretaris-beheerder van de faculteit is geweest en in feite nu nog steeds degene die namens de dekaan-beheerder de beheerszaken afhandelt. Hij is ook niet gelukkig met het binnenklimaat en probeert al jaren geld los te peuteren van de universiteit voor verbeteringen maar stuit telkens op financiële bezwaren van de u-raad. Kapteijn: ,,Deels komt dat denk ik doordat er nog steeds geen oplossing is gevonden voor het probleem waar iedereen tevreden mee kan zijn. Deels ook door ongeloof in de u-raad. Men vraagt zich af of het echt wel zo’n probleem is.”

Misschien was er wat meer vaart achter de aanpak van het probleem gekomen als de mc en de beheerder wat beter met elkaar communiceerden. Brans: ,,Eigenlijk zou de secretaris-beheerder ons van allerlei beheerszaken op de hoogte moeten houden, maar wij vernemen alles via het informele circuit.” Kapteijn sluit niet uit dat de mc in het verleden inderdaad wel eens gepasseerd is, maar wijst erop dat de wil om te beïnvloeden per mc-samenstelling sterk wisselt. De medezeggenschapscommissie heeft nooit aan de bel getrokken.

Brans maakt een enigszins moedeloze indruk. Hij is in het dagelijks leven conservator van de verzameling historisch elektrotechnisch materiaal in de kelder van Elektro en is al negen jaar voorzitter van de mc. ,,Voordat het practicum in de laagbouw introk hadden we geen reden om achterdochtig te zijn dus hebben we ons maar niet al te druk gemaakt over het feit dat wij niet bij de bouwplannen van de practicumzalen betrokken werden. Achteraf gezien was dit vertrouwen niet terecht. Als je nu wil aantonen dat er verkeerd gehandeld is dan moet je daar full-time mee aan de slag gaan. Daar heb ik niet veel tijd voor.”
Testgebouw

De grote vraag blijft hoe het zo ver heeft kunnen komen?Hadden de ontwerpers, Drexhage en Oberman, dit niet kunnen voorzien? Jarenlang heeft er naast Elektro een testgebouwtje gestaan, Het Moduul (afgebroken in 1991), bestaande uit twee verdiepingen die exact zo waren ingericht als het Elektrogebouw. Tijdens de bouw hebben Drexhage en Oberman toen uitvoerig de constructie getest. Toen lukte het kennelijk wel om het klimaat in de hand te houden.

,,Met wat extra meetpunten en een beter regelsysteem kan het in ieder geval in het voor- en najaar een stuk aangenamer worden”, denkt Kapteijn. ,,Wat betreft de oplossing voor de zomerhitte, dat gaat om een kleinere groep mensen met klachten. Gezien de kosten moet daar beter over nagedacht worden.” Het cvb zal binnenkort de knoop moeten doorhakken.

Kapteijn vindt dat er ondanks dit 25 jaar durende probleem toch reden is voor een feestje, ,,al is het om financiële redenen maar een klein feestje”. ,,Het is niet alleen maar 25 jaar sick-building Elektro. Het is ook 25 jaar indruk.”

Gezien van de buitenkant is de 235 meter hoge constructie van staal en glas nog steeds imponerend en gezichtsbepalend voor de ‘TU-skyline’. Aan de binnenkant zijn andere factoren bepalend.

JUBILEUMBOEK EN ACTIVITEITEN

Achter het Elektro-gebouw schuilt meer dan de meeste gebruikers zullen weten. Zo is er bijvoorbeeld een bidkamer voor moslims en heeft Elektro een gevel met extra sterke glazenwassersstijlen voor het unieke noodremmechanisme van de gondel. In het boek ‘Elektro 25 jaar Mekelweg Delft’, dat Constant Gras ter gelegenheid van dit jubileum schreef, zijn nog veel meer details over Elektro te lezen. Het boek over de gemakken en ongemakken voor de gebruikers van het gebouw, wordt morgen uitgereikt aan alle mensen die in het gebouw werken. Niet-Mekelwegcomplexbewoners kunnen het boek vanaf maandag voor 25 gulden kopen bij de diktatenverkoop van Elektro.

Joyce Ouwerkerk


De Elektroflat in aanbouw omstreeks 1968, gezien vanuit het westen. Het Moduul is – met enige moeite – nog zichtbaar (Foto: Jan van der Krogt)


Nooddeur eerst met sleuteltje open maken


Kapotte ordner moet verkeerd om opengaande deur open houden

,,

Niet alleen hoge bomen vangen veel wind. Hoge gebouwen ook. Wie op een winderige dag klakkeloos langs Elektro dacht te fietsen, is vast al eens omver geblazen. Het complex, 235 meter lang en negentig meter hoog is niet makkelijk te negeren. ‘Het gezicht’ van de TU-wijk is al van ver te zien. 25 jaar geleden werd het zo hoog gemaakt vanwege ruimtebesparing en om satellietvolgers op het dak te kunnen plaatsen. Een half jaar lang was het het hoogste utiliteitsgebouw van Nederland. Voor de één is het een mooi staaltje functionaliteit, voor de ander een sick building. Zo winderig als het buiten kan zijn, zo heet en benauwd is het vaak binnen. Morgen bestaat Elektro 25 jaar. Reden voor een feestje?

In 1957 wilde de TU nog niets weten van nieuwbouw voor Elektrotechniek. De snel groeiende faculteit zou het moeten doen met de uitbreiding van haar onderkomen Kanaalweg 2b en het leegkomende Mijnbouwplein 11 van Technische Natuurkunde (TN). Echter door vertraging in de nieuwbouw van TN en sterk toenemende studentenaantallen bij Elektro werd de situatie onhoudbaar en ging in 1959 de nieuwbouw alsnog van start.

Omdat nog geen ruimte gereserveerd was in de polder moesten zowel Bouwkunde als Vliegtuigbouw op zoek naar nieuwe lokaties en werd het TU-terrein zelfs uitgebreid tot achter de snelweg.

Architect G. Drexhage en prof.dr.ir. R.M.M. Oberman, voorzitter van de bouwcommissie, kozen voor een gestandaardiseerde ruimte-indeling zodat het complex zelfs na 2000 nog functioneel zou zijn. Met de standaardmodulen werd flexibiliteit in indeling en kostenvermindering nagestreefd.

De dubbele glasgevel was 25 jaar geleden erg populair. Elektrotechniek wilde graag veel daglicht, dus een glazen gevel lag voor de hand. Klimatologische problemen dachten de ontwerpers wel aan te kunnen met ventilatie en koelapparatuur. Maar helaas, het ministerie schrapte om financiële redenen op het laatste moment de airconditioningsapparatuur, die oorspronkelijk wel gepland was. Het gebouw zou het met alleen luchtkoeling moeten doen.

De bouw van Elektro uitte zich, zeker voor die tijd, in extremen. Er gingen circa 1300 heipalen (bij elkaar zo’n twintig kilometer) de grond in, het kreeg een anderhalve meter dikke keldervloer, er kwam 2.300.000 kilo betonijzer aan te pas. Elektro staat nu nog bekend om zijn grote werkkamers, vier bij zes (voor die tijd ook al ongewoon groot), en heeft in totaal 2,5 kilometer ganglengte.
Stank

Elektro is echter niet alleen maar geweldig. Een rondje door het gebouw maakt veel duidelijk. ,,Voel je de tocht?”, vraagt onderwijskundig medewerker Th. Ensing, bovenaan het trapje datnaar de practicumzalen p1 tot en met p10 in de laagbouw van Elektrotechniek leidt. 185 studenten volgen hier iedere dag practicum. Hij gaat voorop, door een wirwar van gangetjes naar practicumzaal 7. Net als de andere zalen: linoleum vloertje, gipswandjes, geen ramen, muffe lucht.

,,Dit is de goorste zaal van allemaal”, zegt hij. ,,In deze zaal kunnen zo’n veertig mensen elektronicapracticum volgen. Met z’n allen veroorzaken we een behoorlijke stank die hier niet weg kan. Studenten klagen vaak over misselijkheid, hoofdpijn en concentratiegebrek omdat de ventilatie niet goed werkt. De andere zalen zijn wat dat betreft niet veel beter.”

,,En als er brand is dan gaat het helemaal mis”, zegt Ensing. Hij loopt naar een deur waar ‘uit’ boven staat. ,,Eerst moet je met een sleuteltje dat hier naast de deur hangt deze nooddeur open maken. Dan moet je op dezelfde manier nog twee zalen door. Maar zoals je ziet is het sleuteltje hier in de tweede zaal zelfs weg. Dan kom je bij een trap die uitkomt in een werkplaats. Daar is het weer zoeken naar de nooduitgang en dan sta je pas buiten. Je kunt je wel voorstellen dat je hier nauwelijks wegkomt, zeker als je, zoals studenten die hier niet vaak komen, nauwelijks de weg weet. En dat alles terwijl de muur van deze practicumzalen grenst aan de parkeerplaats achter Elektro. Een deur naar buiten zou de oplossing zijn. Maar ja, dan moet de gevel gewijzigd worden.”

Ensing, die tevens secretaris van de medezeggenschapscommissie van Elektro is, vertelt dat hij wel een vermoeden heeft hoe het komt dat de indeling zo ‘knullig’ in elkaar zit. ,,Toen wij zes jaar geleden de practicumzalen op de vijfde, zesde en zevende verdieping van de hoogbouw uit moesten, heeft de Gebouwendienst even snel een vloertje in het magazijn gelegd en van de gecreëerde verdieping practicumzalen gemaakt. Omdat er aan de gevel niets veranderd werd, kon de bouwverordening omzeild worden. Maar over vluchtroutes en daglicht is kennelijk niet nagedacht. Er zitten geen ramen en geen nooddeuren in deze buitenmuren.”

Terwijl we verder lopen door een deur die 24 uur per dag open gehouden wordt met een kapotte kartonnen ordner omdat hij verkeerd om open gaat, zegt Ensing: ,,In de zes jaar tijd dat we nu in de laagbouw zitten, is er nog nooit wat gedaan aan de klachten van de mc. Ik denk dat ik nog maar een jaar of negentien wacht, misschien dat er dan wat gebeurt.” Ensing doelt daarmee op een ander probleem van complex Mekelweg, dat al 25 jaar speelt: het binnenklimaat van de hoogbouw. Onder druk van de Arbeidsinspectie lijkt daar nu eindelijk wat schot in te komen.
Instraling

Het binnenklimaat wordt geregeld door drie aan de buitenmuur gemonteerde temperatuursensoren. Door het ontbreken van binnensensoren komt het voor dat, met name tijdens wisselende weersomstandigheden in het voor-, en najaar de verwarming aan gaat, terwijl het binnen al warm genoeg is als gevolg van instraling. Daardoor kan het bij buitentemperaturen van zestien graden Celcius binnen wel 25 graden worden. Door het ontbreken van ramen of thermostaatknoppen kunnen medewerkers niet handmatig ingrijpen.

,,De beheersbaarheid van het binnenklimaat is slecht”,concludeert ook een rapport van de Dienst Arbeidsomstandigheden (DAO) van de TU. De DAO maakte dit rapport (Arbeidshygiënisch onderzoek naar aanleiding van klachten met betrekking tot het binnenklimaat in het complex Elektrotechniek TU-Delft) in opdracht van het college van bestuur (cvb). Het cvb had op haar beurt weer opdracht gekregen van de Arbeidsinspectie die gealarmeerd was door Elektromedewerkers. Het cvb moet dit rapport voorzien van voorgenomen maatregelen binnekort opsturen naar de hoofdinspecteur gezondheid opsturen. Volgens het hoofd van de DAO, ing. A.J. Monster, zal het cvb zich op korte termijn over het rapport buigen. De inspectie zal beoordelen of de TU voldoende maatregelen treft om het klimaat te verbeteren.

Het heeft erg lang geduurd voordat iemand actie ging ondernemen om wat aan dit binnenklimaat te doen. Jarenlang heerste er een soort fatalisme onder de medewerkers. Mc-voorzitter ir. J.M. Brans van Elektrotechniek: ,,De meesten hadden hun eigen oplossing voor de hitte en je overleefde het wel.”

,,In de tijd dat Boudewijns nog beheerder was, werd op hete dagen in het gebouw omgeroepen dat het tropenrooster inging”, weet Ensing zich nog te herinneren. ,,Dan moesten we allemaal om drie uur naar huis en de dag erna om zes uur beginnen.” Toen Wiskunde introk in het gebouw aan de Mekelweg werd de klimaatproblematiek weer wat opgerakeld. De mc van TWI noemt het schertsend ‘de Soap’ van Elektro.
Schroevedraaier

,,Vroeger, toen wij nog in de hoogbouw zaten, hadden we een mannetje voor het bijstellen van de ventilatie op warme dagen”, vertelt Ensing. ,,Dik van de Bos was dat. Die liep hier altijd rond in een overall met een peukie in zijn mond en een enorme schroevedraaier in zijn zak. Als het dan weer eens te warm of te benauwd was dan belde je Dik van de technische dienst. Dan regelde hij dat de ventilator op twee ging of zo. Eigenlijk wist niemand precies wat hij nou deed, maar dan kwam hij even later terug en dan riep hij in alle kamers ‘voor mekaar’ en dan was het weer goed. Misschien was het wel psychologisch, maar het hielp.”

Ook universitair docent ir. A.P. Thijssen, die op de negende verdieping van de hoogbouw werkt bij computerarchitectuur en digitale techniek en tevens degene die uiteindelijk de Arbeidsinspectie inschakelde, beaamt dat het sinds het vertrek van Van de Bos fout is gegaan. Thijssen loopt al jaren met longklachten bij de longspecialist. Enigszins verbitterd: ,,De longarts durft geen uitspraak te doen over de oorzaak van mijn kwaal. Maar volgens mij is er een duidelijk verband tussen dit gebouw en mijn klachten. Maar hier zeggen ze allemaal dat ik gek ben, dat het tussen mijn oren zit.”

Dit voorjaar was Thijssen het zat. De mc en de beheerder handelden niet snel genoeg naar Thijssens zin, dus verzamelde hij op een middag 135 handtekeningen en schreef een brief naar de Arbeidsinspectie. Deze verzocht het cvb opheldering te geven over het binnenklimaat van Elektro en daaruit volgde de opdracht voor het opstellen van het DAO-rapport.
Zomerhitte

Arbeidshygiënist drs. H.H. Klaasboer van de DAO, die het rapport voor de Arbeidsinspectie opstelde samen met de arbo-adviseur van Elektrotechniek A.J.W. Bouwman, erkent het probleem: ,,Dit klimaatbeheersingsprobleem is overduidelijk en verbetering hoeft niet meer dan een paar ton te kosten. We verwachten dat het college het advies van de DAO om wat aan de beheersbaarheid te doen wel over zal nemen”.

Maar met een verbetering van het klimaatbeheersingssysteem is Elektro nog niet van het probleem van de zomerhitte af. Maximaal 100 arbeidsuren boven de 25 graden. Dat is de wettelijke norm. Bij Elektrotechniek zijn er deze zomer wel 318 gemeten. ,,Hoewel deze zomer erg warm was, zal ook in normale zomers normoverschrijding plaatsvinden”, meldt het rapport van de DAO.

Om de zomerhitte te lijf te gaan zijn drastische maatregelen nodig. Met de huidige middelen kan het gebouw ‘s nachts ‘gespoeld’ worden met buitenlucht, maar soms is dat niet voldoende om de temperaturen flink te laten dalen. Daarvoor zou een koelingssysteem nodig zijn. Volgens het rapport van de DAO kost dat zo’n dertien miljoen gulden plus jaarlijkse energiekosten van 330 duizend gulden.

Deze oplossing verdient volgens Klaasboer echter niet de voorkeur gezien het feit dat mensen in airco-gebouwen toch relatief veel klachten blijken te hebben. ,,Uit onderzoek blijkt dat mensen liever zelf ingrijpen in het klimaat door een raam open te zetten.” Daarvoor zou aanpassing van de gevel van Elektro nodig zijn en dat kost naar schatting tien miljoen gulden.
Zuurkast

De DAO adviseert in haar rapport op dit punt een TU-brede belangenafweging. ,,Gezien de hoge kosten van een dergelijke verandering dient het uitvoeren nader afgewogen te worden binnen het totaal aan arbo-knelpunten van de TU Delft.” Klaasboer licht dit toe. ,,Het binnenklimaat van Elektro is namelijk niet direct een gezondheidsbedreigend probleem. Er is zonder meer sprake van hinder. Maar op de TU zijn nog meer problemen die misschien wel bedreigender zijn, zoals de asbestproblematiek en het brandveiligheidsprobleem. Die vereisen misschien wel sneller ingrijpen”, aldus Klaasboer.

,,Als je bijvoorbeeld de keuze hebt om het beperkte geld dat er is, te besteden aan het voorkòmen dat mensen kanker krijgen van slechte zuurkasten of aan het bestrijden van hinder als gevolg van een slecht binnenklimaat, dan lijkt deze keuze voor de hand te liggen. De DAO probeert een zo objectief mogelijk totaalbeeld te geven aan de hand waarvan het cvb een verantwoorde beslissing kan nemen.”

De mc van Elektro is niet erg gelukkig met deze opmerking in het rapport over de belangenafweging omdat de DAO daarmee volgens Brans een voorschot neemt op het te kiezen beleid van het college van bestuur. ,,Het rapport zou alleen feiten moeten melden. Daarom wilde de mc eigenlijk ook een onafhankelijk onderzoek door bijvoorbeeld TNO.” Thijssen: ,,Je laat toch een dief ook niet zijn eigen proces verbaal opstellen?”

Onafhankelijk of niet, de resultaten in het rapport liegen er niet om. Er is sprake van normoverschrijdingen. ,,Toch is hetwel moeilijk een idee te krijgen hoe groot het probleem nu precies is”, zegt Klaasboer. ,,Niet alle Elektrobewoners klagen. Veel mensen zeggen ‘Ach ja, het is wel eens te warm, maar dan zet ik de ventilator aan en dan gaat het wel weer.’ Het gaat om een beleving. Die is subjectief. Soms blijken er heel andere problemen te zijn op de werkvloer die mensen ontevreden stemmen en die zich dan in dit soort klachten uiten.”

,,En er kunnen andere dan klimatologische oorzaken zijn voor de klachten”, meent Klaasboer. ,,Er was een ruimte waarin ze ook klaagden over stof. Het bleek dat in deze ruimte veel rommel stond, waardoor de schoonmakers er niet goed bij konden en het daar dus stoffig werd. Dan is het advies simpelweg: meer opruimen.”
Financiën

Hoe is het mogelijk dat het probleem al zo lang leeft en er al die tijd niets aan gedaan is? Brans: ,,De mc is diverse malen met de beheerder in overleg geweest en telkens werd de zaak afgedaan met ‘Ja, maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet. Dat moet eerst eens onderzocht worden.’ Het ene onderzoek volgde op het andere. Maar er gebeurde niets.”

Faculteitsdirecteur dr.ir. J. Kapteijn is zeven jaar lang secretaris-beheerder van de faculteit is geweest en in feite nu nog steeds degene die namens de dekaan-beheerder de beheerszaken afhandelt. Hij is ook niet gelukkig met het binnenklimaat en probeert al jaren geld los te peuteren van de universiteit voor verbeteringen maar stuit telkens op financiële bezwaren van de u-raad. Kapteijn: ,,Deels komt dat denk ik doordat er nog steeds geen oplossing is gevonden voor het probleem waar iedereen tevreden mee kan zijn. Deels ook door ongeloof in de u-raad. Men vraagt zich af of het echt wel zo’n probleem is.”

Misschien was er wat meer vaart achter de aanpak van het probleem gekomen als de mc en de beheerder wat beter met elkaar communiceerden. Brans: ,,Eigenlijk zou de secretaris-beheerder ons van allerlei beheerszaken op de hoogte moeten houden, maar wij vernemen alles via het informele circuit.” Kapteijn sluit niet uit dat de mc in het verleden inderdaad wel eens gepasseerd is, maar wijst erop dat de wil om te beïnvloeden per mc-samenstelling sterk wisselt. De medezeggenschapscommissie heeft nooit aan de bel getrokken.

Brans maakt een enigszins moedeloze indruk. Hij is in het dagelijks leven conservator van de verzameling historisch elektrotechnisch materiaal in de kelder van Elektro en is al negen jaar voorzitter van de mc. ,,Voordat het practicum in de laagbouw introk hadden we geen reden om achterdochtig te zijn dus hebben we ons maar niet al te druk gemaakt over het feit dat wij niet bij de bouwplannen van de practicumzalen betrokken werden. Achteraf gezien was dit vertrouwen niet terecht. Als je nu wil aantonen dat er verkeerd gehandeld is dan moet je daar full-time mee aan de slag gaan. Daar heb ik niet veel tijd voor.”
Testgebouw

De grote vraag blijft hoe het zo ver heeft kunnen komen?Hadden de ontwerpers, Drexhage en Oberman, dit niet kunnen voorzien? Jarenlang heeft er naast Elektro een testgebouwtje gestaan, Het Moduul (afgebroken in 1991), bestaande uit twee verdiepingen die exact zo waren ingericht als het Elektrogebouw. Tijdens de bouw hebben Drexhage en Oberman toen uitvoerig de constructie getest. Toen lukte het kennelijk wel om het klimaat in de hand te houden.

,,Met wat extra meetpunten en een beter regelsysteem kan het in ieder geval in het voor- en najaar een stuk aangenamer worden”, denkt Kapteijn. ,,Wat betreft de oplossing voor de zomerhitte, dat gaat om een kleinere groep mensen met klachten. Gezien de kosten moet daar beter over nagedacht worden.” Het cvb zal binnenkort de knoop moeten doorhakken.

Kapteijn vindt dat er ondanks dit 25 jaar durende probleem toch reden is voor een feestje, ,,al is het om financiële redenen maar een klein feestje”. ,,Het is niet alleen maar 25 jaar sick-building Elektro. Het is ook 25 jaar indruk.”

Gezien van de buitenkant is de 235 meter hoge constructie van staal en glas nog steeds imponerend en gezichtsbepalend voor de ‘TU-skyline’. Aan de binnenkant zijn andere factoren bepalend.

JUBILEUMBOEK EN ACTIVITEITEN

Achter het Elektro-gebouw schuilt meer dan de meeste gebruikers zullen weten. Zo is er bijvoorbeeld een bidkamer voor moslims en heeft Elektro een gevel met extra sterke glazenwassersstijlen voor het unieke noodremmechanisme van de gondel. In het boek ‘Elektro 25 jaar Mekelweg Delft’, dat Constant Gras ter gelegenheid van dit jubileum schreef, zijn nog veel meer details over Elektro te lezen. Het boek over de gemakken en ongemakken voor de gebruikers van het gebouw, wordt morgen uitgereikt aan alle mensen die in het gebouw werken. Niet-Mekelwegcomplexbewoners kunnen het boek vanaf maandag voor 25 gulden kopen bij de diktatenverkoop van Elektro.

Joyce Ouwerkerk


De Elektroflat in aanbouw omstreeks 1968, gezien vanuit het westen. Het Moduul is – met enige moeite – nog zichtbaar (Foto: Jan van der Krogt)


Nooddeur eerst met sleuteltje open maken


Kapotte ordner moet verkeerd om opengaande deur open houden

Niet alleen hoge bomen vangen veel wind. Hoge gebouwen ook. Wie op een winderige dag klakkeloos langs Elektro dacht te fietsen, is vast al eens omver geblazen. Het complex, 235 meter lang en negentig meter hoog is niet makkelijk te negeren. ‘Het gezicht’ van de TU-wijk is al van ver te zien. 25 jaar geleden werd het zo hoog gemaakt vanwege ruimtebesparing en om satellietvolgers op het dak te kunnen plaatsen. Een half jaar lang was het het hoogste utiliteitsgebouw van Nederland. Voor de één is het een mooi staaltje functionaliteit, voor de ander een sick building. Zo winderig als het buiten kan zijn, zo heet en benauwd is het vaak binnen. Morgen bestaat Elektro 25 jaar. Reden voor een feestje?

In 1957 wilde de TU nog niets weten van nieuwbouw voor Elektrotechniek. De snel groeiende faculteit zou het moeten doen met de uitbreiding van haar onderkomen Kanaalweg 2b en het leegkomende Mijnbouwplein 11 van Technische Natuurkunde (TN). Echter door vertraging in de nieuwbouw van TN en sterk toenemende studentenaantallen bij Elektro werd de situatie onhoudbaar en ging in 1959 de nieuwbouw alsnog van start.

Omdat nog geen ruimte gereserveerd was in de polder moesten zowel Bouwkunde als Vliegtuigbouw op zoek naar nieuwe lokaties en werd het TU-terrein zelfs uitgebreid tot achter de snelweg.

Architect G. Drexhage en prof.dr.ir. R.M.M. Oberman, voorzitter van de bouwcommissie, kozen voor een gestandaardiseerde ruimte-indeling zodat het complex zelfs na 2000 nog functioneel zou zijn. Met de standaardmodulen werd flexibiliteit in indeling en kostenvermindering nagestreefd.

De dubbele glasgevel was 25 jaar geleden erg populair. Elektrotechniek wilde graag veel daglicht, dus een glazen gevel lag voor de hand. Klimatologische problemen dachten de ontwerpers wel aan te kunnen met ventilatie en koelapparatuur. Maar helaas, het ministerie schrapte om financiële redenen op het laatste moment de airconditioningsapparatuur, die oorspronkelijk wel gepland was. Het gebouw zou het met alleen luchtkoeling moeten doen.

De bouw van Elektro uitte zich, zeker voor die tijd, in extremen. Er gingen circa 1300 heipalen (bij elkaar zo’n twintig kilometer) de grond in, het kreeg een anderhalve meter dikke keldervloer, er kwam 2.300.000 kilo betonijzer aan te pas. Elektro staat nu nog bekend om zijn grote werkkamers, vier bij zes (voor die tijd ook al ongewoon groot), en heeft in totaal 2,5 kilometer ganglengte.
Stank

Elektro is echter niet alleen maar geweldig. Een rondje door het gebouw maakt veel duidelijk. ,,Voel je de tocht?”, vraagt onderwijskundig medewerker Th. Ensing, bovenaan het trapje datnaar de practicumzalen p1 tot en met p10 in de laagbouw van Elektrotechniek leidt. 185 studenten volgen hier iedere dag practicum. Hij gaat voorop, door een wirwar van gangetjes naar practicumzaal 7. Net als de andere zalen: linoleum vloertje, gipswandjes, geen ramen, muffe lucht.

,,Dit is de goorste zaal van allemaal”, zegt hij. ,,In deze zaal kunnen zo’n veertig mensen elektronicapracticum volgen. Met z’n allen veroorzaken we een behoorlijke stank die hier niet weg kan. Studenten klagen vaak over misselijkheid, hoofdpijn en concentratiegebrek omdat de ventilatie niet goed werkt. De andere zalen zijn wat dat betreft niet veel beter.”

,,En als er brand is dan gaat het helemaal mis”, zegt Ensing. Hij loopt naar een deur waar ‘uit’ boven staat. ,,Eerst moet je met een sleuteltje dat hier naast de deur hangt deze nooddeur open maken. Dan moet je op dezelfde manier nog twee zalen door. Maar zoals je ziet is het sleuteltje hier in de tweede zaal zelfs weg. Dan kom je bij een trap die uitkomt in een werkplaats. Daar is het weer zoeken naar de nooduitgang en dan sta je pas buiten. Je kunt je wel voorstellen dat je hier nauwelijks wegkomt, zeker als je, zoals studenten die hier niet vaak komen, nauwelijks de weg weet. En dat alles terwijl de muur van deze practicumzalen grenst aan de parkeerplaats achter Elektro. Een deur naar buiten zou de oplossing zijn. Maar ja, dan moet de gevel gewijzigd worden.”

Ensing, die tevens secretaris van de medezeggenschapscommissie van Elektro is, vertelt dat hij wel een vermoeden heeft hoe het komt dat de indeling zo ‘knullig’ in elkaar zit. ,,Toen wij zes jaar geleden de practicumzalen op de vijfde, zesde en zevende verdieping van de hoogbouw uit moesten, heeft de Gebouwendienst even snel een vloertje in het magazijn gelegd en van de gecreëerde verdieping practicumzalen gemaakt. Omdat er aan de gevel niets veranderd werd, kon de bouwverordening omzeild worden. Maar over vluchtroutes en daglicht is kennelijk niet nagedacht. Er zitten geen ramen en geen nooddeuren in deze buitenmuren.”

Terwijl we verder lopen door een deur die 24 uur per dag open gehouden wordt met een kapotte kartonnen ordner omdat hij verkeerd om open gaat, zegt Ensing: ,,In de zes jaar tijd dat we nu in de laagbouw zitten, is er nog nooit wat gedaan aan de klachten van de mc. Ik denk dat ik nog maar een jaar of negentien wacht, misschien dat er dan wat gebeurt.” Ensing doelt daarmee op een ander probleem van complex Mekelweg, dat al 25 jaar speelt: het binnenklimaat van de hoogbouw. Onder druk van de Arbeidsinspectie lijkt daar nu eindelijk wat schot in te komen.
Instraling

Het binnenklimaat wordt geregeld door drie aan de buitenmuur gemonteerde temperatuursensoren. Door het ontbreken van binnensensoren komt het voor dat, met name tijdens wisselende weersomstandigheden in het voor-, en najaar de verwarming aan gaat, terwijl het binnen al warm genoeg is als gevolg van instraling. Daardoor kan het bij buitentemperaturen van zestien graden Celcius binnen wel 25 graden worden. Door het ontbreken van ramen of thermostaatknoppen kunnen medewerkers niet handmatig ingrijpen.

,,De beheersbaarheid van het binnenklimaat is slecht”,concludeert ook een rapport van de Dienst Arbeidsomstandigheden (DAO) van de TU. De DAO maakte dit rapport (Arbeidshygiënisch onderzoek naar aanleiding van klachten met betrekking tot het binnenklimaat in het complex Elektrotechniek TU-Delft) in opdracht van het college van bestuur (cvb). Het cvb had op haar beurt weer opdracht gekregen van de Arbeidsinspectie die gealarmeerd was door Elektromedewerkers. Het cvb moet dit rapport voorzien van voorgenomen maatregelen binnekort opsturen naar de hoofdinspecteur gezondheid opsturen. Volgens het hoofd van de DAO, ing. A.J. Monster, zal het cvb zich op korte termijn over het rapport buigen. De inspectie zal beoordelen of de TU voldoende maatregelen treft om het klimaat te verbeteren.

Het heeft erg lang geduurd voordat iemand actie ging ondernemen om wat aan dit binnenklimaat te doen. Jarenlang heerste er een soort fatalisme onder de medewerkers. Mc-voorzitter ir. J.M. Brans van Elektrotechniek: ,,De meesten hadden hun eigen oplossing voor de hitte en je overleefde het wel.”

,,In de tijd dat Boudewijns nog beheerder was, werd op hete dagen in het gebouw omgeroepen dat het tropenrooster inging”, weet Ensing zich nog te herinneren. ,,Dan moesten we allemaal om drie uur naar huis en de dag erna om zes uur beginnen.” Toen Wiskunde introk in het gebouw aan de Mekelweg werd de klimaatproblematiek weer wat opgerakeld. De mc van TWI noemt het schertsend ‘de Soap’ van Elektro.
Schroevedraaier

,,Vroeger, toen wij nog in de hoogbouw zaten, hadden we een mannetje voor het bijstellen van de ventilatie op warme dagen”, vertelt Ensing. ,,Dik van de Bos was dat. Die liep hier altijd rond in een overall met een peukie in zijn mond en een enorme schroevedraaier in zijn zak. Als het dan weer eens te warm of te benauwd was dan belde je Dik van de technische dienst. Dan regelde hij dat de ventilator op twee ging of zo. Eigenlijk wist niemand precies wat hij nou deed, maar dan kwam hij even later terug en dan riep hij in alle kamers ‘voor mekaar’ en dan was het weer goed. Misschien was het wel psychologisch, maar het hielp.”

Ook universitair docent ir. A.P. Thijssen, die op de negende verdieping van de hoogbouw werkt bij computerarchitectuur en digitale techniek en tevens degene die uiteindelijk de Arbeidsinspectie inschakelde, beaamt dat het sinds het vertrek van Van de Bos fout is gegaan. Thijssen loopt al jaren met longklachten bij de longspecialist. Enigszins verbitterd: ,,De longarts durft geen uitspraak te doen over de oorzaak van mijn kwaal. Maar volgens mij is er een duidelijk verband tussen dit gebouw en mijn klachten. Maar hier zeggen ze allemaal dat ik gek ben, dat het tussen mijn oren zit.”

Dit voorjaar was Thijssen het zat. De mc en de beheerder handelden niet snel genoeg naar Thijssens zin, dus verzamelde hij op een middag 135 handtekeningen en schreef een brief naar de Arbeidsinspectie. Deze verzocht het cvb opheldering te geven over het binnenklimaat van Elektro en daaruit volgde de opdracht voor het opstellen van het DAO-rapport.
Zomerhitte

Arbeidshygiënist drs. H.H. Klaasboer van de DAO, die het rapport voor de Arbeidsinspectie opstelde samen met de arbo-adviseur van Elektrotechniek A.J.W. Bouwman, erkent het probleem: ,,Dit klimaatbeheersingsprobleem is overduidelijk en verbetering hoeft niet meer dan een paar ton te kosten. We verwachten dat het college het advies van de DAO om wat aan de beheersbaarheid te doen wel over zal nemen”.

Maar met een verbetering van het klimaatbeheersingssysteem is Elektro nog niet van het probleem van de zomerhitte af. Maximaal 100 arbeidsuren boven de 25 graden. Dat is de wettelijke norm. Bij Elektrotechniek zijn er deze zomer wel 318 gemeten. ,,Hoewel deze zomer erg warm was, zal ook in normale zomers normoverschrijding plaatsvinden”, meldt het rapport van de DAO.

Om de zomerhitte te lijf te gaan zijn drastische maatregelen nodig. Met de huidige middelen kan het gebouw ‘s nachts ‘gespoeld’ worden met buitenlucht, maar soms is dat niet voldoende om de temperaturen flink te laten dalen. Daarvoor zou een koelingssysteem nodig zijn. Volgens het rapport van de DAO kost dat zo’n dertien miljoen gulden plus jaarlijkse energiekosten van 330 duizend gulden.

Deze oplossing verdient volgens Klaasboer echter niet de voorkeur gezien het feit dat mensen in airco-gebouwen toch relatief veel klachten blijken te hebben. ,,Uit onderzoek blijkt dat mensen liever zelf ingrijpen in het klimaat door een raam open te zetten.” Daarvoor zou aanpassing van de gevel van Elektro nodig zijn en dat kost naar schatting tien miljoen gulden.
Zuurkast

De DAO adviseert in haar rapport op dit punt een TU-brede belangenafweging. ,,Gezien de hoge kosten van een dergelijke verandering dient het uitvoeren nader afgewogen te worden binnen het totaal aan arbo-knelpunten van de TU Delft.” Klaasboer licht dit toe. ,,Het binnenklimaat van Elektro is namelijk niet direct een gezondheidsbedreigend probleem. Er is zonder meer sprake van hinder. Maar op de TU zijn nog meer problemen die misschien wel bedreigender zijn, zoals de asbestproblematiek en het brandveiligheidsprobleem. Die vereisen misschien wel sneller ingrijpen”, aldus Klaasboer.

,,Als je bijvoorbeeld de keuze hebt om het beperkte geld dat er is, te besteden aan het voorkòmen dat mensen kanker krijgen van slechte zuurkasten of aan het bestrijden van hinder als gevolg van een slecht binnenklimaat, dan lijkt deze keuze voor de hand te liggen. De DAO probeert een zo objectief mogelijk totaalbeeld te geven aan de hand waarvan het cvb een verantwoorde beslissing kan nemen.”

De mc van Elektro is niet erg gelukkig met deze opmerking in het rapport over de belangenafweging omdat de DAO daarmee volgens Brans een voorschot neemt op het te kiezen beleid van het college van bestuur. ,,Het rapport zou alleen feiten moeten melden. Daarom wilde de mc eigenlijk ook een onafhankelijk onderzoek door bijvoorbeeld TNO.” Thijssen: ,,Je laat toch een dief ook niet zijn eigen proces verbaal opstellen?”

Onafhankelijk of niet, de resultaten in het rapport liegen er niet om. Er is sprake van normoverschrijdingen. ,,Toch is hetwel moeilijk een idee te krijgen hoe groot het probleem nu precies is”, zegt Klaasboer. ,,Niet alle Elektrobewoners klagen. Veel mensen zeggen ‘Ach ja, het is wel eens te warm, maar dan zet ik de ventilator aan en dan gaat het wel weer.’ Het gaat om een beleving. Die is subjectief. Soms blijken er heel andere problemen te zijn op de werkvloer die mensen ontevreden stemmen en die zich dan in dit soort klachten uiten.”

,,En er kunnen andere dan klimatologische oorzaken zijn voor de klachten”, meent Klaasboer. ,,Er was een ruimte waarin ze ook klaagden over stof. Het bleek dat in deze ruimte veel rommel stond, waardoor de schoonmakers er niet goed bij konden en het daar dus stoffig werd. Dan is het advies simpelweg: meer opruimen.”
Financiën

Hoe is het mogelijk dat het probleem al zo lang leeft en er al die tijd niets aan gedaan is? Brans: ,,De mc is diverse malen met de beheerder in overleg geweest en telkens werd de zaak afgedaan met ‘Ja, maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet. Dat moet eerst eens onderzocht worden.’ Het ene onderzoek volgde op het andere. Maar er gebeurde niets.”

Faculteitsdirecteur dr.ir. J. Kapteijn is zeven jaar lang secretaris-beheerder van de faculteit is geweest en in feite nu nog steeds degene die namens de dekaan-beheerder de beheerszaken afhandelt. Hij is ook niet gelukkig met het binnenklimaat en probeert al jaren geld los te peuteren van de universiteit voor verbeteringen maar stuit telkens op financiële bezwaren van de u-raad. Kapteijn: ,,Deels komt dat denk ik doordat er nog steeds geen oplossing is gevonden voor het probleem waar iedereen tevreden mee kan zijn. Deels ook door ongeloof in de u-raad. Men vraagt zich af of het echt wel zo’n probleem is.”

Misschien was er wat meer vaart achter de aanpak van het probleem gekomen als de mc en de beheerder wat beter met elkaar communiceerden. Brans: ,,Eigenlijk zou de secretaris-beheerder ons van allerlei beheerszaken op de hoogte moeten houden, maar wij vernemen alles via het informele circuit.” Kapteijn sluit niet uit dat de mc in het verleden inderdaad wel eens gepasseerd is, maar wijst erop dat de wil om te beïnvloeden per mc-samenstelling sterk wisselt. De medezeggenschapscommissie heeft nooit aan de bel getrokken.

Brans maakt een enigszins moedeloze indruk. Hij is in het dagelijks leven conservator van de verzameling historisch elektrotechnisch materiaal in de kelder van Elektro en is al negen jaar voorzitter van de mc. ,,Voordat het practicum in de laagbouw introk hadden we geen reden om achterdochtig te zijn dus hebben we ons maar niet al te druk gemaakt over het feit dat wij niet bij de bouwplannen van de practicumzalen betrokken werden. Achteraf gezien was dit vertrouwen niet terecht. Als je nu wil aantonen dat er verkeerd gehandeld is dan moet je daar full-time mee aan de slag gaan. Daar heb ik niet veel tijd voor.”
Testgebouw

De grote vraag blijft hoe het zo ver heeft kunnen komen?Hadden de ontwerpers, Drexhage en Oberman, dit niet kunnen voorzien? Jarenlang heeft er naast Elektro een testgebouwtje gestaan, Het Moduul (afgebroken in 1991), bestaande uit twee verdiepingen die exact zo waren ingericht als het Elektrogebouw. Tijdens de bouw hebben Drexhage en Oberman toen uitvoerig de constructie getest. Toen lukte het kennelijk wel om het klimaat in de hand te houden.

,,Met wat extra meetpunten en een beter regelsysteem kan het in ieder geval in het voor- en najaar een stuk aangenamer worden”, denkt Kapteijn. ,,Wat betreft de oplossing voor de zomerhitte, dat gaat om een kleinere groep mensen met klachten. Gezien de kosten moet daar beter over nagedacht worden.” Het cvb zal binnenkort de knoop moeten doorhakken.

Kapteijn vindt dat er ondanks dit 25 jaar durende probleem toch reden is voor een feestje, ,,al is het om financiële redenen maar een klein feestje”. ,,Het is niet alleen maar 25 jaar sick-building Elektro. Het is ook 25 jaar indruk.”

Gezien van de buitenkant is de 235 meter hoge constructie van staal en glas nog steeds imponerend en gezichtsbepalend voor de ‘TU-skyline’. Aan de binnenkant zijn andere factoren bepalend.

JUBILEUMBOEK EN ACTIVITEITEN

Achter het Elektro-gebouw schuilt meer dan de meeste gebruikers zullen weten. Zo is er bijvoorbeeld een bidkamer voor moslims en heeft Elektro een gevel met extra sterke glazenwassersstijlen voor het unieke noodremmechanisme van de gondel. In het boek ‘Elektro 25 jaar Mekelweg Delft’, dat Constant Gras ter gelegenheid van dit jubileum schreef, zijn nog veel meer details over Elektro te lezen. Het boek over de gemakken en ongemakken voor de gebruikers van het gebouw, wordt morgen uitgereikt aan alle mensen die in het gebouw werken. Niet-Mekelwegcomplexbewoners kunnen het boek vanaf maandag voor 25 gulden kopen bij de diktatenverkoop van Elektro.

Joyce Ouwerkerk


De Elektroflat in aanbouw omstreeks 1968, gezien vanuit het westen. Het Moduul is – met enige moeite – nog zichtbaar (Foto: Jan van der Krogt)


Nooddeur eerst met sleuteltje open maken


Kapotte ordner moet verkeerd om opengaande deur open houden

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.