Het zou miljoenen kosten om de nieuwe regels voor het studentenreisrecht flexibeler te maken, zegt staatssecretaris. Daarom ontraadt hij het voorstel van het GroenLinks.
Vorige week besprak de Tweede Kamer de nieuwe regels voor de studenten-ov-jaarkaart. Vanaf 1 januari hebben studenten alleen nog een zogeheten reisrecht tijdens hun gewone studiejaren en één uitloopjaar.
Volgens studentenorganisaties worden studenten dan in hun laatste studiejaren getroffen, wanneer ze juist het meest moeten reizen, bijvoorbeeld als ze in een andere stad een master volgen of stagelopen. De leden van de Tweede Kamer waren daar gevoelig voor.
Kon het niet iets flexibeler, wilde GroenLinks van de staatssecretaris weten. Zouden studenten misschien zelf kunnen beslissen wanneer ze van hun ov-jaarkaart gebruik zouden maken? Als ze de kaart tussentijds een jaar stopzetten, hebben ze aan het eind een jaar extra.
Nee, zei Zijlstra meteen, want dat wordt te duur. Vandaag stuurde hij hierover een brief naar de Tweede Kamer. Het reisrecht is volgens hem 1-op-1 gekoppeld aan de studiefinanciering. Er verandert nogal wat als studenten de mogelijkheid krijgen om wel of niet gebruik te maken van hun reisrecht. Dit vergt een “fundamentele aanpassing” van de systemen. Dat kost grofweg drie miljoen euro en lukt sowieso niet vóór 2015, laat staan voor 1 januari 2013. Bovendien zullen de administratiekosten ook een half miljoen euro hoger worden. DUO noemt deze operatie “bijzonder complex”.
Waarom de aanpassing dan zo complex is, licht Zijlstra niet toe. Het verschil tussen het reisrecht en de rest van de studiefinanciering moet al in de systemen staan, want studenten kunnen hun reisrecht momenteel inruilen voor een extra toelage van 91 euro per maand, als ze bijvoorbeeld in het buitenland studeren. Ze hebben bovendien langer recht op een ov-kaart dan op de basisbeurs.
De bewindsman stelt verder dat de vervoersbedrijven niet zomaar akkoord zouden gaan met een flexibilisering. Want studenten zullen hun ov-jaarkaart dan vooral gaan gebruiken in jaren dat ze veel reizen. Daardoor gaat het gemiddelde gebruik omhoog en wordt de ov-kaart duurder. Het zou wel 32 miljoen euro schelen.
Wat de overheid betaalt voor het reisrecht hangt namelijk af van het ‘gemiddelde reisgedrag’ van studenten, dat iedere drie jaar opnieuw wordt vastgesteld aan de hand van een enquête, aldus Zijlstra.
Overigens zou dit ook moeten betekenen dat de kaart de komende jaren goedkoper wordt, als studenten inderdaad de kaart verliezen in jaren dat ze juist veel moeten reizen. Dan zal het gemiddelde gebruik immers dalen. Ook daar zwijgt de staatssecretaris over.
Comments are closed.