Campus

Feuilleton

LiquiditeitSanja is voor de rest van het jaar geschorst. Ze slaagt erin dit voor iedereen geheim te houden.

Op een date belt huisgenote Evelien haar in paniek op met de mededeling dat er een ramp is gebeurd.

,,Vierduizend-tweehonderdachtennegentig gulden en twaalf cent.” Leest Sanja hardop.

,,Bijna drieënveertighonderd gulden”, zucht Evelien, die al wat meer tijd heeft gehad om in paniek te raken. ,,De meeste kosten zijn gesprekken met Griekenland. Vooral Thessaloniki. Kijk maar, dit nummer.” Evelien klinkt alsof ze elk moment in huilen kan uitbarsten.

Sanja staart naar de telefoonrekening. Het KPN-groen werkt niet kalmerend. ,,En dat moeten wij betalen?”

,,Als we die bitch niet kunnen vinden wel. Ik heb al met mijn oom gesproken, jeweetwel, de advocaat. Hij zegt dat we geen poot hebben om op te staan. Tenminste, als we haar niet kunnen vinden. Dit is de gezamenlijke telefoonrekening. Die wij dus samen moeten betalen.”

Sanja denkt na. Ze was helemaal vergeten dat Zoë wegging. Het hoort nou eenmaal bij uitwisselingsstudenten. Ze komen en gaan. Soms laten ze een indruk achter, meestal zijn het niet meer dan vluchtige contacten. Maar het houdt het huis levendig, en je eet weer eens wat anders. De Griekse Erasmus-studente heeft in ieder geval meer dan een vage indruk achter gelaten.

Haar mobiel gaat: ,,Ja mam?”

,,Ik bel alleen maar even om te kijken of mijn dochter nog in leven is. Heb je geen toets vandaag?”

,,Ja, vanavond. Ik moet zo weg”, liegt Sanja.

,,Nou, succes dan maar.”

,,Zeg mam, even snel iets anders, denk je dat ik, wat geld zou kunnen lenen? Er komt een eh, studiereis aan en..”

,,Sanja, je weet dat ik je altijd iets heel erg duidelijk heb gemaakt: Je krijgt maandelijks een bedrag van ons en daar moet je het mee doen. En lenen van familie leidt tot ellende. Maar als je eens thuis langs zou komen, kunnen we het er over hebben.”

Sanja doet een vage toezegging en beëindigt het gesprek.

Evelien vervolgt: ,,En ik begrijp het niet, ik heb nooit gemerkt dat ze zoveel belde. Ze was altijd weg. En ik kan dit echt niet betalen. Als we het met z’n drieën verdelen, jij, Anne en ik, is het nog altijd ruim veertienhonderd piek. Ik moet mijn penningmeester nog betalen, de huur en de lustrumreis komt er aan.”

Sanja haalt haar schouders op: ,,Wanneer moet de rekening betaald worden? Over twee weken, plus een aanmaning, dus hebben we wel een week of vier. In het ergste geval moeten we allemaal drie weken werken. Maar laten we Zoë eerst maar eens vinden. Griekenland is niet het einde van de wereld.”

,,Hoe bedoel je werken? Ik heb geen tijd, die opdracht moet nog ingeleverd worden. Ik dacht dat jij dat vak ook deed?”

Sanja was bijna vergeten dat Evelien niet weet van haar schorsing. Ze verandert van onderwerp: ,,Weet Anne het al?”

,,Nee, ze heeft geen mobiel en is ergens op haar faculteit. Ze eet wel thuis vanavond. Maar wat bedoel je met Zoë vinden?”

,,Gewoon, haar adres in Griekenland achterhalen, haar opbellen of faxen of mailen of een deurwaarder of zo inschakelen. Als ik in Nederland een rekening niet betaal weten ze me ook altijd te vinden. Dus waarom zou dat in dit geval anders zijn.”

Evelien kijkt sceptisch: ,,Ik geloof niet dat we haar kunnen vinden. En zelfs als dat lukt is het nog maar de vraag of we haar kunnen dwingen om de rekening te betalen.”

Sanja loopt naar haar kamer. Trekt haar shirt uit en gaat op bed liggen. Ze staart naar het plafond en moet opeens lachen. Boven haar hoofd hangt een fluorescerende plastic veter. Als kind gekregen. Ooit was hij vier keer zo lang. Maar twee keer heeft Sanja de plastic sliert in tweeën gedeeld. En de andere helft weggeven. En bij iedere verhuizing moest de veter mee. Vroeger zelfs op vakantie. Het was haar gelukssliert. Misschien is de sliert te kort geworden. Of hangt hij te hoog.

Anne is thuis. Sanja hoort Evelien hysterisch getallen en Griekse plaatsnamen gillen. Sanja gaat rechtop in haar bedstaan. Springt wat op en neer. Zonder reden, maar wel leuk. Hoe lang geleden heeft ze dat voor het laatst gedaan? Ze grijpt de veter. Het uiteinde blijft aan het plafond achter. Sanja stopt de sliert in haar broekzak, trekt een strak truitje aan en loopt naar buiten.

Ze passeert de keuken, waar Evelien en Anne inmiddels thee-treuren. ,,Ook een kop, San?”

,,Nee. Ik ga nu naar de studentenadministratie. Zoë’s adres achterhalen.”


Liquiditeit

Sanja is voor de rest van het jaar geschorst. Ze slaagt erin dit voor iedereen geheim te houden. Op een date belt huisgenote Evelien haar in paniek op met de mededeling dat er een ramp is gebeurd.

,,Vierduizend-tweehonderdachtennegentig gulden en twaalf cent.” Leest Sanja hardop.

,,Bijna drieënveertighonderd gulden”, zucht Evelien, die al wat meer tijd heeft gehad om in paniek te raken. ,,De meeste kosten zijn gesprekken met Griekenland. Vooral Thessaloniki. Kijk maar, dit nummer.” Evelien klinkt alsof ze elk moment in huilen kan uitbarsten.

Sanja staart naar de telefoonrekening. Het KPN-groen werkt niet kalmerend. ,,En dat moeten wij betalen?”

,,Als we die bitch niet kunnen vinden wel. Ik heb al met mijn oom gesproken, jeweetwel, de advocaat. Hij zegt dat we geen poot hebben om op te staan. Tenminste, als we haar niet kunnen vinden. Dit is de gezamenlijke telefoonrekening. Die wij dus samen moeten betalen.”

Sanja denkt na. Ze was helemaal vergeten dat Zoë wegging. Het hoort nou eenmaal bij uitwisselingsstudenten. Ze komen en gaan. Soms laten ze een indruk achter, meestal zijn het niet meer dan vluchtige contacten. Maar het houdt het huis levendig, en je eet weer eens wat anders. De Griekse Erasmus-studente heeft in ieder geval meer dan een vage indruk achter gelaten.

Haar mobiel gaat: ,,Ja mam?”

,,Ik bel alleen maar even om te kijken of mijn dochter nog in leven is. Heb je geen toets vandaag?”

,,Ja, vanavond. Ik moet zo weg”, liegt Sanja.

,,Nou, succes dan maar.”

,,Zeg mam, even snel iets anders, denk je dat ik, wat geld zou kunnen lenen? Er komt een eh, studiereis aan en..”

,,Sanja, je weet dat ik je altijd iets heel erg duidelijk heb gemaakt: Je krijgt maandelijks een bedrag van ons en daar moet je het mee doen. En lenen van familie leidt tot ellende. Maar als je eens thuis langs zou komen, kunnen we het er over hebben.”

Sanja doet een vage toezegging en beëindigt het gesprek.

Evelien vervolgt: ,,En ik begrijp het niet, ik heb nooit gemerkt dat ze zoveel belde. Ze was altijd weg. En ik kan dit echt niet betalen. Als we het met z’n drieën verdelen, jij, Anne en ik, is het nog altijd ruim veertienhonderd piek. Ik moet mijn penningmeester nog betalen, de huur en de lustrumreis komt er aan.”

Sanja haalt haar schouders op: ,,Wanneer moet de rekening betaald worden? Over twee weken, plus een aanmaning, dus hebben we wel een week of vier. In het ergste geval moeten we allemaal drie weken werken. Maar laten we Zoë eerst maar eens vinden. Griekenland is niet het einde van de wereld.”

,,Hoe bedoel je werken? Ik heb geen tijd, die opdracht moet nog ingeleverd worden. Ik dacht dat jij dat vak ook deed?”

Sanja was bijna vergeten dat Evelien niet weet van haar schorsing. Ze verandert van onderwerp: ,,Weet Anne het al?”

,,Nee, ze heeft geen mobiel en is ergens op haar faculteit. Ze eet wel thuis vanavond. Maar wat bedoel je met Zoë vinden?”

,,Gewoon, haar adres in Griekenland achterhalen, haar opbellen of faxen of mailen of een deurwaarder of zo inschakelen. Als ik in Nederland een rekening niet betaal weten ze me ook altijd te vinden. Dus waarom zou dat in dit geval anders zijn.”

Evelien kijkt sceptisch: ,,Ik geloof niet dat we haar kunnen vinden. En zelfs als dat lukt is het nog maar de vraag of we haar kunnen dwingen om de rekening te betalen.”

Sanja loopt naar haar kamer. Trekt haar shirt uit en gaat op bed liggen. Ze staart naar het plafond en moet opeens lachen. Boven haar hoofd hangt een fluorescerende plastic veter. Als kind gekregen. Ooit was hij vier keer zo lang. Maar twee keer heeft Sanja de plastic sliert in tweeën gedeeld. En de andere helft weggeven. En bij iedere verhuizing moest de veter mee. Vroeger zelfs op vakantie. Het was haar gelukssliert. Misschien is de sliert te kort geworden. Of hangt hij te hoog.

Anne is thuis. Sanja hoort Evelien hysterisch getallen en Griekse plaatsnamen gillen. Sanja gaat rechtop in haar bedstaan. Springt wat op en neer. Zonder reden, maar wel leuk. Hoe lang geleden heeft ze dat voor het laatst gedaan? Ze grijpt de veter. Het uiteinde blijft aan het plafond achter. Sanja stopt de sliert in haar broekzak, trekt een strak truitje aan en loopt naar buiten.

Ze passeert de keuken, waar Evelien en Anne inmiddels thee-treuren. ,,Ook een kop, San?”

,,Nee. Ik ga nu naar de studentenadministratie. Zoë’s adres achterhalen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.