Campus

Fax van verre

Wie gaat skiën in Frankrijk hoeft zich nooit ontheemd te voelen. Tenminste niet als je met een goedkope studentenorganisatie vertrekt richting Briançon.

De setting, het barhangen en de conversatie, het lijkt allemaal precies op thuis, schrijft Paul Rutten. Een dependance van Delft in Serre Chevalier.

Een decaan van de TU Delft hoorde ik enkele weken geleden vloeken: ,,Maak je zorgvuldig van week tot week een onderwijsplanning, vertrekken alle studenten in de eerste week van februari naar de wintersport.”

En inderdaad: je kunt hier in Frankrijk beter terecht voor een borrel met Delftenaren dan met Fransen. De Delftse methode – alles even uitrekenen – doet hier dan ook opgang. Zo weten we inmiddels dat dit skigebied zo’n honderd miljoen liter water in de vorm van sneeuw bevat. Bovendien rekende een clubgenoot voor dat het maken van pasfoto’s voor de skipas, à vijftien gulden, duurder is dan het verknippen van een collegekaart – de TU rekent slechts tien gulden voor een duplicaat.

Onze eerste excursie leidde naar de Jeti-bar, de thuisplek voor Nederlandse studenten met heimwee. De gejatte straatnaambordjes doen denken aan een willekeurig studentenhuis, de ranzige vloer aan een sociëteit. De borrelaars zijn van hetzelfde type, behalve dat ze hier wèl in trainingspak aan de bar hangen.

De meest merkbare verschillen zijn de bierprijs van vijf gulden, waar je natuurlijk te laat achter komt, en de ‘veemarkt’ die een clubgenoot binnen enkele minuten een tongzoen opleverde. In de bar worden onophoudelijk verholen en niet verholen blikken uitgewisseld. Er wordt gekeurd, gedanst en al dan niet oké bevonden.

En natuurlijk wordt er vooral veel gezeurd. Over de mate van domheid van de laatste persoon die twee woorden zei in het voorbijlopen, over het lelijke hoofd van iemand die probeert op te vallen. Dit alles doet soms de hoofdactiviteit van de Delftse student van deze week vergeten: skiën. En de bijbehorende valpartijen. Tot de mooiste behoren tot nu toe een driedubbele koprol die een halve meter van een boom eindigde en een vliegende ski die loodrecht in de sneeuw bleef steken.

De sneeuw is wit, de lucht is blauw, bewegen in de buitenlucht is vermoeiender dan staren naar een dictaat of computerscherm. Weinig verrassingen dus op het sportieve vlak. Minstens zo standaard was de reis hier naartoe. In de goedkoopste stoelen – pauper class – zonder beenruimte, en met de eeuwige ‘goede’ grappen van de buschauffeur.

Half Delft staat deze week op de ski, met standaard grappen, standaard adviezen, standaard vrouwen en standaard verkouden. Het is maar goed dat colleges nòg saaier zijn.

Wie gaat skiën in Frankrijk hoeft zich nooit ontheemd te voelen. Tenminste niet als je met een goedkope studentenorganisatie vertrekt richting Briançon. De setting, het barhangen en de conversatie, het lijkt allemaal precies op thuis, schrijft Paul Rutten. Een dependance van Delft in Serre Chevalier.

Een decaan van de TU Delft hoorde ik enkele weken geleden vloeken: ,,Maak je zorgvuldig van week tot week een onderwijsplanning, vertrekken alle studenten in de eerste week van februari naar de wintersport.”

En inderdaad: je kunt hier in Frankrijk beter terecht voor een borrel met Delftenaren dan met Fransen. De Delftse methode – alles even uitrekenen – doet hier dan ook opgang. Zo weten we inmiddels dat dit skigebied zo’n honderd miljoen liter water in de vorm van sneeuw bevat. Bovendien rekende een clubgenoot voor dat het maken van pasfoto’s voor de skipas, à vijftien gulden, duurder is dan het verknippen van een collegekaart – de TU rekent slechts tien gulden voor een duplicaat.

Onze eerste excursie leidde naar de Jeti-bar, de thuisplek voor Nederlandse studenten met heimwee. De gejatte straatnaambordjes doen denken aan een willekeurig studentenhuis, de ranzige vloer aan een sociëteit. De borrelaars zijn van hetzelfde type, behalve dat ze hier wèl in trainingspak aan de bar hangen.

De meest merkbare verschillen zijn de bierprijs van vijf gulden, waar je natuurlijk te laat achter komt, en de ‘veemarkt’ die een clubgenoot binnen enkele minuten een tongzoen opleverde. In de bar worden onophoudelijk verholen en niet verholen blikken uitgewisseld. Er wordt gekeurd, gedanst en al dan niet oké bevonden.

En natuurlijk wordt er vooral veel gezeurd. Over de mate van domheid van de laatste persoon die twee woorden zei in het voorbijlopen, over het lelijke hoofd van iemand die probeert op te vallen. Dit alles doet soms de hoofdactiviteit van de Delftse student van deze week vergeten: skiën. En de bijbehorende valpartijen. Tot de mooiste behoren tot nu toe een driedubbele koprol die een halve meter van een boom eindigde en een vliegende ski die loodrecht in de sneeuw bleef steken.

De sneeuw is wit, de lucht is blauw, bewegen in de buitenlucht is vermoeiender dan staren naar een dictaat of computerscherm. Weinig verrassingen dus op het sportieve vlak. Minstens zo standaard was de reis hier naartoe. In de goedkoopste stoelen – pauper class – zonder beenruimte, en met de eeuwige ‘goede’ grappen van de buschauffeur.

Half Delft staat deze week op de ski, met standaard grappen, standaard adviezen, standaard vrouwen en standaard verkouden. Het is maar goed dat colleges nòg saaier zijn.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.