Civieler Ronald Roosjen zit sinds een week of drie in Bangladesh. Hij doet een afstudeer-onderzoek naar splitsingspunten in rivieren bij de technische universiteit in Dhaka.
br />
Hoera, een vrije dag. Die brengen we door onder het genot van een drankje, al zwemmend, tennissend en squashend. De plaatselijke bevolking in Bangladesh leeft in armoede maar de gemiddelde westerling in de hoofdstad Dhaka leeft als een vorst. Iedere westerling bewoont een villa die door een poortwachter wordt bewaakt, heeft minstens een kok, een schoonmaker en een tuinman in dienst en wordt naar zijn werk gereden door een chauffeur. Dat kan allemaal omdat het loon op zo’n vier gulden per dag ligt.
En verder is iedereen lid van een club, waar je de beschikking hebt over een zwembad – erg prettig na een dag zweten bij 33 graden -, tennisbanen en een squashbaan. Kortom, wij benaderen hier het ideale leven, althans voor een student.
De reden voor onze extra vrije dag heeft een politieke achtergrond. Bangladesh wordt sinds 1991 democratisch geregeerd. De verkiezingen zijn destijds afgedwongen door een oppositiebeweging die de heersende militaire dicatatuur het leven zuur maakte en regelmatig een ‘Hartal’ organiseerde. Dat is een groot en pretentieus opgezette demonstratie, waarbij het volledige maatschappelijk leven totaal lam ligt.
Sinds de verkiezingen proberen de huidige oppositiepartijen de tactiek van Hartals toe te passen, waarbij grote groepen ‘beroepsdemonstranten’ geworven worden; mensen die betaald worden om rellen te veroorzaken. Met name op de Dhaka University, een ‘algemene’ universiteit, is men politiek bewogen, met als gevolg dat er tijdens een Hartal veelvuldig schietpartijen voorkomen waarbij regelmatig een dode te betreuren valt. Aangezien deze universiteit grenst aan de Bangladesh University of Egineering and Technology, waar wij werkzaam zijn, leveren de Hartals ons uit veiligheidsoverwegingen, extra vrije dagen op.
Maar ook als er geen onlusten zijn, verloopt de tocht naar de universiteit niet geheel zonder risico’s. De kans te verongelukken in het verkeer is vele malen hoger dan in Nederland, vanwege de anarchistische aard van de verkeersdeelnemers. De Bangladeshi rijden links, erfenis uit de Engelse koloniale tijd, en het verkeer is als volgt opgebouwd: Uiterst links rijden de riksja’s, ernaast pruttelen de baby-taxi’s (riksja’s met een brommermotortje), en daarnaast rijdt het snelverkeer, bestaande uit westerse auto’s en vrachtauto’s die je in Nederland dertig jaar geleden nog wel zag. En bussen natuurlijk, die een behoorlijk deel van de passagiers op het dak vervoeren.
Al deze verkeersstromen mengen zich volkomen ongedisciplineerd. Iedereen snijdt elkaar en de toeter of de fietsbel zijn de meest gebruikte voertuigonderdelen en files van riksja’s en babytaxi’s zijn een alledaags verschijnsel. Alleen niet vandaag, vandaag is er Hartal.
Civieler Ronald Roosjen zit sinds een week of drie in Bangladesh. Hij doet een afstudeer-onderzoek naar splitsingspunten in rivieren bij de technische universiteit in Dhaka.
Hoera, een vrije dag. Die brengen we door onder het genot van een drankje, al zwemmend, tennissend en squashend. De plaatselijke bevolking in Bangladesh leeft in armoede maar de gemiddelde westerling in de hoofdstad Dhaka leeft als een vorst. Iedere westerling bewoont een villa die door een poortwachter wordt bewaakt, heeft minstens een kok, een schoonmaker en een tuinman in dienst en wordt naar zijn werk gereden door een chauffeur. Dat kan allemaal omdat het loon op zo’n vier gulden per dag ligt.
En verder is iedereen lid van een club, waar je de beschikking hebt over een zwembad – erg prettig na een dag zweten bij 33 graden -, tennisbanen en een squashbaan. Kortom, wij benaderen hier het ideale leven, althans voor een student.
De reden voor onze extra vrije dag heeft een politieke achtergrond. Bangladesh wordt sinds 1991 democratisch geregeerd. De verkiezingen zijn destijds afgedwongen door een oppositiebeweging die de heersende militaire dicatatuur het leven zuur maakte en regelmatig een ‘Hartal’ organiseerde. Dat is een groot en pretentieus opgezette demonstratie, waarbij het volledige maatschappelijk leven totaal lam ligt.
Sinds de verkiezingen proberen de huidige oppositiepartijen de tactiek van Hartals toe te passen, waarbij grote groepen ‘beroepsdemonstranten’ geworven worden; mensen die betaald worden om rellen te veroorzaken. Met name op de Dhaka University, een ‘algemene’ universiteit, is men politiek bewogen, met als gevolg dat er tijdens een Hartal veelvuldig schietpartijen voorkomen waarbij regelmatig een dode te betreuren valt. Aangezien deze universiteit grenst aan de Bangladesh University of Egineering and Technology, waar wij werkzaam zijn, leveren de Hartals ons uit veiligheidsoverwegingen, extra vrije dagen op.
Maar ook als er geen onlusten zijn, verloopt de tocht naar de universiteit niet geheel zonder risico’s. De kans te verongelukken in het verkeer is vele malen hoger dan in Nederland, vanwege de anarchistische aard van de verkeersdeelnemers. De Bangladeshi rijden links, erfenis uit de Engelse koloniale tijd, en het verkeer is als volgt opgebouwd: Uiterst links rijden de riksja’s, ernaast pruttelen de baby-taxi’s (riksja’s met een brommermotortje), en daarnaast rijdt het snelverkeer, bestaande uit westerse auto’s en vrachtauto’s die je in Nederland dertig jaar geleden nog wel zag. En bussen natuurlijk, die een behoorlijk deel van de passagiers op het dak vervoeren.
Al deze verkeersstromen mengen zich volkomen ongedisciplineerd. Iedereen snijdt elkaar en de toeter of de fietsbel zijn de meest gebruikte voertuigonderdelen en files van riksja’s en babytaxi’s zijn een alledaags verschijnsel. Alleen niet vandaag, vandaag is er Hartal.
Comments are closed.