Campus

Fax van verre

Student bouwkunde Mira Husen bericht per fax over haar verblijf in Costa Rico. En weet nu: trouw nooit een tico.Overigens is de voorraad faxberichten ter redactie dermate opgedroogd, dat nieuwe globetrotters worden opgeroepen verslag te doen van hun observaties in den vreemde.

br />
Zeven weken geleden ben ik in San José, de hoofdstad van Costa Rica, aangekomen om hier een onderzoek te verrichten voor mijn afstudeerproject. Mijn gastgezin stond mij met een groot bord ‘Miro Humsen Delf’ op te wachten. De wijk waarin ik woon lijkt op een bungalowparkje; alle huizen tellen één verdieping, hebben een klein voortuintje en zijn pastel geschilderd. Het enige wat mij in deze wijk herinnert aan het feit dat dit een ontwikkelingsland is, is het verkeerslawaai en de levensgevaarlijke gaten in de stoep. Omdat er veel wordt ingebroken, hebben alle huizen tralies voor de ramen en zijn ze overvloedig omgeven door hekwerken. Voordat ik bij de voordeur ben heb ik al drie, een soort van versierde gevangenisdeuren ontsloten.

Op de gelegenheden waarnaar ik door mijn gastgezin wordt meegenomen, leiden mijn naam (die in het Spaans ‘Kijk!’ betekent), mijn lengte en het feit dat ik noch de salsa noch de merenque kan dansen, tot veel verbazing en in het slechtste geval tot grote hilariteit. De feesten zijn hier gezellig en familiair: een achterneef en opa wisselen elkaar af als stand up-comedian, tante zingt mee met de ‘band’, en daarna danst iedereen op Latijns-Amerikaanse muziek uit cassetterecorder met veel ruis.

,,Trouw nooit een ‘tico’: de Costoricaans mannen zijn macho’s en onverantwoordelijk!” De eerste week lichten mijn hospita en haar vriendinnen mij al in over de mannen hier: zij houden er allen één of meerdere vriendinnen op na. En daar wordt geen geheim van gemaakt; op het werk of op straat, er wordt in alle openbaarheid toenadering gezocht. Zijn vrouw houdt deze man het liefste in huis, ze kunnen tenslotte leven van zijn inkomen, en misschien is de echte reden de vrees dat ze tegen de buurman oploopt.

Mijn onderzoek naar de architectuur en stedebouw in San José verricht ik op de universiteit van Costa Rica. Een opvallend aspect in zowel de architectuur als in het dagelijks leven is het kopiëren van Amerikaanse stijlen: de shopping malls, de Simpsons en de post-moderne architectuur zijn hier populair. De verkiezingsstrijd lijkt eerder door de gadgets dan door het programma beslist te worden. Politici verklaren dat de sociaal-democratie iets is voor Europeanen, maar hier niet zal aanslaan. De regering voert dus een zogenaamd neo-liberaal beleid dat veel overlaat aan de ‘regulerende’ werking van de markt.

Het kelderen van de wereldmarktprijzen voor agrarische produkten in 1993 en de EG-quota op de import van bananen hebben de economie van het land, dat drijft op de koffie- en bananenexport, aan de grond gebracht. De regering probeert de overheidsinkomsten te vergroten door bijvoorbeeld de belastingen te verhogen. Maar door een zeer gebrekkig controleapparaat onttrekken de ‘zelfstandigen’ – artsen, advocaten en architecten – zich geheel aan het betalen hiervan en zijn het dientengevolge de gewone werknemers die voor deeconomische crisis betalen. Met de hoge inflatie van jaarlijks twaalf tot twintig procent ziet deze middenklasse haar positie hard achteruit gaan. De crisis in de jaren tachtig heeft geleerd dat ook de armste groepen in de samenleving zeer grote gevolgen ondervinden van de teruggang in de economie. Al deze ontwikkelingen leiden tot veel onrust in het land: een zes weken durende werknemersstaking is net afgelopen en gisteravond zijn in één van de grootste zelfbouwwijken onlusten uitgebroken.

Student bouwkunde Mira Husen bericht per fax over haar verblijf in Costa Rico. En weet nu: trouw nooit een tico.

Overigens is de voorraad faxberichten ter redactie dermate opgedroogd, dat nieuwe globetrotters worden opgeroepen verslag te doen van hun observaties in den vreemde.

Zeven weken geleden ben ik in San José, de hoofdstad van Costa Rica, aangekomen om hier een onderzoek te verrichten voor mijn afstudeerproject. Mijn gastgezin stond mij met een groot bord ‘Miro Humsen Delf’ op te wachten. De wijk waarin ik woon lijkt op een bungalowparkje; alle huizen tellen één verdieping, hebben een klein voortuintje en zijn pastel geschilderd. Het enige wat mij in deze wijk herinnert aan het feit dat dit een ontwikkelingsland is, is het verkeerslawaai en de levensgevaarlijke gaten in de stoep. Omdat er veel wordt ingebroken, hebben alle huizen tralies voor de ramen en zijn ze overvloedig omgeven door hekwerken. Voordat ik bij de voordeur ben heb ik al drie, een soort van versierde gevangenisdeuren ontsloten.

Op de gelegenheden waarnaar ik door mijn gastgezin wordt meegenomen, leiden mijn naam (die in het Spaans ‘Kijk!’ betekent), mijn lengte en het feit dat ik noch de salsa noch de merenque kan dansen, tot veel verbazing en in het slechtste geval tot grote hilariteit. De feesten zijn hier gezellig en familiair: een achterneef en opa wisselen elkaar af als stand up-comedian, tante zingt mee met de ‘band’, en daarna danst iedereen op Latijns-Amerikaanse muziek uit cassetterecorder met veel ruis.

,,Trouw nooit een ‘tico’: de Costoricaans mannen zijn macho’s en onverantwoordelijk!” De eerste week lichten mijn hospita en haar vriendinnen mij al in over de mannen hier: zij houden er allen één of meerdere vriendinnen op na. En daar wordt geen geheim van gemaakt; op het werk of op straat, er wordt in alle openbaarheid toenadering gezocht. Zijn vrouw houdt deze man het liefste in huis, ze kunnen tenslotte leven van zijn inkomen, en misschien is de echte reden de vrees dat ze tegen de buurman oploopt.

Mijn onderzoek naar de architectuur en stedebouw in San José verricht ik op de universiteit van Costa Rica. Een opvallend aspect in zowel de architectuur als in het dagelijks leven is het kopiëren van Amerikaanse stijlen: de shopping malls, de Simpsons en de post-moderne architectuur zijn hier populair. De verkiezingsstrijd lijkt eerder door de gadgets dan door het programma beslist te worden. Politici verklaren dat de sociaal-democratie iets is voor Europeanen, maar hier niet zal aanslaan. De regering voert dus een zogenaamd neo-liberaal beleid dat veel overlaat aan de ‘regulerende’ werking van de markt.

Het kelderen van de wereldmarktprijzen voor agrarische produkten in 1993 en de EG-quota op de import van bananen hebben de economie van het land, dat drijft op de koffie- en bananenexport, aan de grond gebracht. De regering probeert de overheidsinkomsten te vergroten door bijvoorbeeld de belastingen te verhogen. Maar door een zeer gebrekkig controleapparaat onttrekken de ‘zelfstandigen’ – artsen, advocaten en architecten – zich geheel aan het betalen hiervan en zijn het dientengevolge de gewone werknemers die voor deeconomische crisis betalen. Met de hoge inflatie van jaarlijks twaalf tot twintig procent ziet deze middenklasse haar positie hard achteruit gaan. De crisis in de jaren tachtig heeft geleerd dat ook de armste groepen in de samenleving zeer grote gevolgen ondervinden van de teruggang in de economie. Al deze ontwikkelingen leiden tot veel onrust in het land: een zes weken durende werknemersstaking is net afgelopen en gisteravond zijn in één van de grootste zelfbouwwijken onlusten uitgebroken.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.