,,Ik heb wedstrijden gewonnen op een dieet van alleen maar chocolade”, vertelt voormalig toproeister Laurien Vermulst. Snel voedsel dus.Toch associeert de gemiddelde sporter hamuburgers, patat en kroketten eerder met dichtslibbende bloedvaten dan met topprestaties.
Daarom houdt roeivereniging Proteus tijdens de Delft Regatta het symposium ‘Fast Food’. Terwijl buiten de eindtijden rondgalmen en boten langsschuimen, heeft een redelijk aantal belangstellenden zich in het nog altijd nieuwe clubhuis verzameld.
Bert Snijder, sportdiëtist met het afgetrainde hoofd van een marathonloper, vertelt over goed uitgebalanceerde voeding voor sporters: minder vet en meer koolhydraten, drink voldoende en zeker vlak voor de wedstrijd is een snelle hap taboe. Met onze vetvoorraad zit het sowieso wel goed. ,,De gemiddelde mens heeft genoeg vetvoorraad om drie dagen volcontinu hard te lopen. Iets wat ik overigens afraad”, aldus Snijders.
Maar ook sporters lusten zo nu en dan een Big Mac, dus de topprestaties zullen ergens anders vandaan moeten komen. Zo zijn er stoffen als creatine, cafeïne, taurine, ginseng, boron en inosine die een prestatieverhogende reputatie hebben. Doping? Misschien wel. Het ogenschijnlijk onschuldige cafeïne is bijvoorbeeld boven bepaalde hoeveelheden verboden en er zijn geruchten dat creatine een anabole werking heeft.
Onderzoekster Eva Kovacs van de Rijksuniversiteit Limburg heeft de verschillende stoffen bekeken en concludeert dat het – zeker voor amateurs als roeiers – weinig zin heeft om deze dure voedingspreparaten te slikken. ,,Miracle foods do not exist. Je kunt beter je aandacht besteden aan training en techniek.” Maar trainen is vermoeiend en niet altijd even leuk. Vandaar dat de toeschouwers onmiddellijk van Kovacs willen weten waar de stoffen te koop zijn en wat een ‘opbouwkuur’ kost.
Roeister Laurien Vermulst vertelt waarom het ook niet werkt: ,,Het probleem met al die preparaten is dat ze gewoon verschrikkelijk goor smaken.” Misschien dat de voormalig wereldkampioen en Atlantaganger weet wat dan wel helpt. Helaas komt Vermulst niet verder dan een opsomming van anekdote’s uit haar roeiverleden. Als ‘zware’ lichte roeier was zij namelijk tien jaar lang bezig met afvallen om maar binnen haar categorie te blijven. Het gevecht van de lichte roeier tegen de weegschaal is bekend: twee uur voor de weging nog een kilo te zwaar, betekent weer kilometers hardlopen met drie regenpakken over elkaar aan om dat gewicht maar weg te zweten.
Vermulst: ,,Op je voeding letten is niet leuk, vandaar dat je eigenlijk altijd te laat op gewicht bent. Ik vind diëten ook onzin. De laatste jaren gebruikte ik luxere manieren om voor een wedstrijd af te vallen: naar de sauna of uren in een heet bad liggen lezen. Lekker passief gewicht verliezen.”
,,Ik heb wedstrijden gewonnen op een dieet van alleen maar chocolade”, vertelt voormalig toproeister Laurien Vermulst. Snel voedsel dus.
Toch associeert de gemiddelde sporter hamuburgers, patat en kroketten eerder met dichtslibbende bloedvaten dan met topprestaties. Daarom houdt roeivereniging Proteus tijdens de Delft Regatta het symposium ‘Fast Food’. Terwijl buiten de eindtijden rondgalmen en boten langsschuimen, heeft een redelijk aantal belangstellenden zich in het nog altijd nieuwe clubhuis verzameld.
Bert Snijder, sportdiëtist met het afgetrainde hoofd van een marathonloper, vertelt over goed uitgebalanceerde voeding voor sporters: minder vet en meer koolhydraten, drink voldoende en zeker vlak voor de wedstrijd is een snelle hap taboe. Met onze vetvoorraad zit het sowieso wel goed. ,,De gemiddelde mens heeft genoeg vetvoorraad om drie dagen volcontinu hard te lopen. Iets wat ik overigens afraad”, aldus Snijders.
Maar ook sporters lusten zo nu en dan een Big Mac, dus de topprestaties zullen ergens anders vandaan moeten komen. Zo zijn er stoffen als creatine, cafeïne, taurine, ginseng, boron en inosine die een prestatieverhogende reputatie hebben. Doping? Misschien wel. Het ogenschijnlijk onschuldige cafeïne is bijvoorbeeld boven bepaalde hoeveelheden verboden en er zijn geruchten dat creatine een anabole werking heeft.
Onderzoekster Eva Kovacs van de Rijksuniversiteit Limburg heeft de verschillende stoffen bekeken en concludeert dat het – zeker voor amateurs als roeiers – weinig zin heeft om deze dure voedingspreparaten te slikken. ,,Miracle foods do not exist. Je kunt beter je aandacht besteden aan training en techniek.” Maar trainen is vermoeiend en niet altijd even leuk. Vandaar dat de toeschouwers onmiddellijk van Kovacs willen weten waar de stoffen te koop zijn en wat een ‘opbouwkuur’ kost.
Roeister Laurien Vermulst vertelt waarom het ook niet werkt: ,,Het probleem met al die preparaten is dat ze gewoon verschrikkelijk goor smaken.” Misschien dat de voormalig wereldkampioen en Atlantaganger weet wat dan wel helpt. Helaas komt Vermulst niet verder dan een opsomming van anekdote’s uit haar roeiverleden. Als ‘zware’ lichte roeier was zij namelijk tien jaar lang bezig met afvallen om maar binnen haar categorie te blijven. Het gevecht van de lichte roeier tegen de weegschaal is bekend: twee uur voor de weging nog een kilo te zwaar, betekent weer kilometers hardlopen met drie regenpakken over elkaar aan om dat gewicht maar weg te zweten.
Vermulst: ,,Op je voeding letten is niet leuk, vandaar dat je eigenlijk altijd te laat op gewicht bent. Ik vind diëten ook onzin. De laatste jaren gebruikte ik luxere manieren om voor een wedstrijd af te vallen: naar de sauna of uren in een heet bad liggen lezen. Lekker passief gewicht verliezen.”
Comments are closed.