Campus

Fanatieke zeiler

Niels Moerke is verknocht aan maritieme techniek. Hij sleutelt aan snelle zeilboten en ontwerpt grote, luxueuze scheepsjachten voor Van Oossanen. Ook werkt hij aan scheepsrompen met zo min mogelijk weerstand en past hij nieuwe technieken als spoilers toe.

Naam: Niels Moerke (30)
Woonplaats: Hoogland
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd
Studie: HTS, scheepsbouw, maritieme techniek, TU Delft
Afstudeerrichting: Hydrodynamica
Afstudeerjaar: 2006
Loopbaan: In 2001 liep Niels Moerke zijn hts-stage bij Van Oossanen. In 2003 studeerde hij af op de foil assist. In 2006 sloot Moerke zijn studie op de TU Delft af met de opdacht voor de Hull Vane, de bootspoiler met tien tot twaalf procent minder weerstand, waar Van Oossanen patent op aanvroeg. Moerke werkt fulltime voor Van Oossanen.

Het houten balkenplafond waaronder Niels Moerke werkt, hangt vol met ranke, gestroomlijnde bootrompen. Bij elk bootdeel dat hij aanwijst beginnen zijn ogen te glimmen en vertelt hij een verhaal over de hydrodynamica en berekeningen voor minder weerstand in het water. Moerke leeft op bij de uitleg over verbeteringen van traditionele Lemsteraken en luxe motorjachten.
Moerke puzzelde bijvoorbeeld onlangs op het ontwerp van een aluminium motorboot. “Een klant wilde een boot waarmee hij snel van het IJsselmeer naar Amsterdam kon varen om naar het theater te gaan. In de grachten moesten er weinig golven van zijn boot afkomen, maar buiten de grachten wilde hij het gas erop, snel gaan. Een lastige combinatie.” Een boot ontworpen voor lage snelheden kan niet over de golven scheren, en een snelle boot maakt veel golven bij lage snelheden.

Moerke en zijn collega’s bedachten een motorboot met instelbare trimflappen. De vinnen drukken de kont van het schip omhoog en geven hem zo een lift. “Als je hard gaat, blijf je netjes recht.” De voorkant werd ook iets scherper van vorm, zodat het bij snelheid niet te hard op het water klapte. “Daardoor lukte het om snelheid en minder golven in een schip te combineren”, zegt Moerke.

Lassende mannen
Moerkes vader en twee broers hadden een groot schildersbedrijf. Op zaterdagen liep hij aan de hand van zijn vader mee. Ze balanceerden over de loopplank, en gingen langs steile trappetjes, kabels en lassende mannen om de boten te zien die zijn vader met de schilderskwast onder handen nam. Veel interesse voor het verven had hij niet, de schepen op de werf namen al zijn aandacht in beslag. “Ik wilde elke zaterdag mee. Dat mocht, maar ik moest wel mijn vaders hand vasthouden, want anders was hij bang dat ik me zou bezeren of af zou dwalen”, zegt Moerke. Ook was hij al jong een fanatieke wedstrijdzeiler. “Ik wilde zo hard mogelijk over het water scheren”, zegt hij.
Moerke koos voor de hts. “Ik was erg gericht op de praktijk. De TU Delft leek mij te theoretisch. Bovendien was ik de eerste jongen in mijn gezin die ging studeren. De praktijkgerichte hts lag meer voor de hand.”

Gebrand om te winnen
De studie beviel. Moerke leerde veel over zeilboten en motorjachten en ook daarbuiten was hij vaak in een zeilboot te vinden. Hij deed mee aan de Ipen Fryske Kampioenschappen Skûtsjesilen. “Als je zeilt, win je pas als er drie facetten in orde zijn: het team, de tactiek en het schip.” De eerste twee voorwaardes voor een geslaagde race had Moerke al op orde, maar de boot vond hij nog niet goed genoeg. Door zijn studie wilde hij de puntjes op de i zetten.

Via een kennis kwam Moerke in contact met Piet Van Oossanen, die hem gedetailleerde tips gaf voor verbeteringen. “We hadden weinig budget, maar we gingen toch in gesprek. Dat vond ik geweldig. Piet en zijn mensen rekenden veel en samen bekeken we hoe die berekeningen doorgevoerd moesten worden in het schip. Als hij niet zulke goede tips had gegeven, had het team nooit zulke rigoureuze beslissingen genomen.”

Het schip werd langer, de ballast anders, het roer werd aangepast en de loefbijter en het zwaard werden vervangen. “Piet kwam ook een dag kijken tijdens de zeilweek. We waren toen helemaal gebrand om te winnen.” Moerke won met zijn team niet alleen in de kleine A-klasse, hij hield er ook een stageplek bij Van Oossanen aan over. “Ze lieten me meteen veel ervaring opdoen, dat was uniek want bij sommige stages ben je de jongen die de koffie mag halen. Ik werd goed begeleid. Als een klant dwars lag, sprongen ze meteen bij, zodat ik ook leerde hoe je op een goede, tactische manier met klanten omgaat.”

Kennisshock
Moerke stond al met beide benen in de praktijk, maar ontdekte dat hij veel theorie miste. Dus ging hij alsnog maritieme techniek aan de TU Delft doen. “Op de hts leerde ik wel theoretische modellen, maar die waren vrij breed van opzet. Bij de TU gingen we de diepte in en ook het tempo was een shock. De schoolborden stonden vol met berekeningen en we spurtten met een vaart door het dikke calculusboek heen. Op de hts heerste een heel andere mentaliteit. Daar was je vooral met projecten bezig en lag het tempo veel lager.”

Moerke leerde veel van de wiskundevraagstukken en vond de proeven in de sleeptank en windtunnels fascinerend. Tegenwoordig berekent hij bijna alles met computational fluid dynamics, een soort digitale sleeptank. “De CFD-berekeningen zorgen ervoor dat je het stromingsbeeld rond scheepsrompen goed kan visualiseren en dat is een goede aanvulling op alle theoretische modellen.”

Monaco
Moerke maakt dagelijks gebruik van de kennis die hij aan de TU opdeed. “Als ik bij een klant ben kan ik snel nog wat narekenen. Tegelijkertijd valt mij op dat de TU ver af staat van de praktijk. Ze leren je bijvoorbeeld niet hoe je met klanten om moet gaan.”

Van Oossanen ontwerpt ook luxe, grote jachten. Een keer per jaar gaan de medewerkers naar Monaco voor een grote botenshow. “Je ligt dan met een schip waarvan je alleen maar kan dromen in de binnenhaven van Monaco. Overal is luxe. Die mensen leven in een gouden bol. Het is surrealistisch om daar bij te zijn. Zij geven zonder met de ogen te knipperen nog eens vijftigduizend euro extra uit voor een gadget op hun jacht. Andere klanten zijn bij elke vergadering aanwezig die over hun boot gaat. Ze schetsen mee en zijn erg betrokken. Klanten met erg luxe boten interesseert dat meestal veel minder, voor hen is een jacht een financiële investering. Hoe kleiner de boot, des te groter de passie meestal is.”

Ethiopië
De maritiem ingenieur beseft dat zijn bedrijf erg afhankelijk is van klanten met een grote portemonnee, maar in zijn persoonlijke leven heeft hij niet veel met luxe. Samen met zijn vrouw is hij twee keer in Ethiopië geweest. Hij gaf Engelse les en repareerde kapotte machines en waterpompen. “De tegenstelling tussen mijn werk en het leven daar is erg groot. Tijdens de Engelse les raakten kinderen snel uit hun concentratie omdat ze met een lege maag naar school kwamen. Mijn vrouw en ik hebben altijd onze talenten kunnen ontwikkelen. Daarom wilden we de kinderen in Ethiopië graag tot dienst zijn met onze talenten en zo ons steentje bijdragen. Zij verdienen ook mogelijkheden om hun talenten te ontwikkelen en daar wil ik graag bij helpen.”

Complex
De maritiem ingenieur is daarom sinds kort ook voorzitter van de stichting Addis Nigat die geld inzamelt voor de scholing van Ethiopische kinderen. Dat voorzitterschap en zijn werk voor Van Oossanen is voor Moerke de ideale combinatie. Hij is namelijk nog lang niet klaar met het bedrijf waar hij ooit als stagiair begon. “Ik zou graag nog eens een wedstrijdjacht voor de Volvo Ocean Race ontwerpen. En ik wil meer onderzoek doen naar boten die minder brandstof nodig hebben en minder CO2 uitstoten. We moeten efficiëntere schepen bouwen. De olie raakt ooit op. Met onze software willen we de rompvorm optimaliseren. We hebben al een patent op een spoiler die de weerstand van een schip met tien tot twaalf procent kan verminderen. Schepen worden steeds complexer, maar er komt minder brandstof. Dat levert leuke, interessante opdrachten op met veel hydrodynamica-berekeningen en onderzoek. Ik ben hier dus nog lang niet klaar.”

Over the years, TU Delft has nurtured its students to challenge the future through devising and developing sustainable ideas and products. Today, these lessons in sustainability are beginning to bear fruit in the form of the many new, innovative technologies that the university’s students and researchers are churning out with ever-greater frequency.
One of the many ways TU Delft has ensured this learning process continues is through hosting special events, seminars and open lectures on issues related to sustainability and socio-economic and environmental progress. One such event was held at the university last week, the ‘Greenovation’ tour, which, as the name suggests, focuses on merging ‘green’ issues with innovation.
On hand to shed light on this subject was Minister Jacqueline Cramer, of the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment. Resplendent in her crown of white hair, the affable minister – who previously was a professor of sustainable entrepreneurship at Utrecht University and professor of enviromental management at Erasmus University Rotterdam – called on students to ‘greenovate’, and thus contribute towards creating an innovative, green future for all of mankind.
To assess these developments and the progress achieved so far, Minister Cramer invited the audience, assembled in the Faculty of Architecture’s magnificent, orange-hued Oost Serra room, to witness firsthand how this TU Delft spirit is helping to shepherd in a whole host of sustainable technologies and inventions. More importantly, the minister was present to pledge the Dutch government’s continuing support and appreciation for the sustainable ideas being developed at TU Delft, and to encourage the university’s students to continue “thinking outside the box” for solutions to the many environmental problems we face today.
The Greenovation event was also graced by an impressive collection of prominent businesspeople, innovators, inventors and various other movers and shakers in the world of sustainability, including Ruud Koornstra (CEO of Tendris), Anne-Marie Rakhorst (CEO of Search BV), Han Brezet (professor of design for sustainability, TU Delft), and Pauline Westendorp (managing director of New NRG). Also in attendance to share their experiences were three TU Delft alumni and founders of hi-tech start up companies: Igor Kluin (Qurrent), Thomas van den Groenendaal (Evening Breeze) and Nils Beers (Czeers).

Human ingenuity
In her opening address, Minister Cramer highlighted the importance of sustainability and the need for mankind to protect the environment. Rakhorst and Koornstra then led a discussion aimed at underscoring the importance of how technological innovations can proffer solutions to our most pressing environmental problems. To reiterate his company’s commitment to sustainability, Koornstra discussed the variety of sustainable, environmentally friendly energy saving lighting devices and bulbs available today. Through innovation, Koornstra’s company Tendris aims “to promote a conscious use of our planet’s limited natural energy sources and, eventually, contribute to a world using only green energy.”
Rakhorst’s company, Search BV, is an international engineering bureau, research centre and education institute that promotes “socially responsible entrepreneurship and supports sustainable development,” especially as related to the building industry.
As the Greenovator tour especially urges students ‘to take the lead’, this event would not be complete
without a presentation of some sustainable, green innovations developed by TU Delft’s students. The series of impressive presentations began with a demonstration of an energy-producing fitness bicycle. The bike’s fundamental concept, according its inventor Remi Veenman, is that while users of the fitness bike are burning off the excess energy stored as fat in their bodies, they simultaneously produce energy that can then be fed back into the fitness club’s power system and re-used for other purposes.
Ideas, in the words of Ted Levitt, the late American economist and professor at the Harvard Business School, are the source of innovation, and “innovation is the vital spark of all human change, improvement and progress.” Minster Cramer then called on Han Brezet, professor of design for sustainability, who shared his own perspective on how his students at the Faculty of Industrial Design Engineering are helping to further address the challenges presented by our urgent need to create a more sustainable world.
Next up was Pauline Westendorp, whose company, New NRG, is committed to creating “a world in which all energy is derived from sustainable sources, such as wind, water, plants, trees, the sun and geothermal sources.” With a clever charisma reminiscent of Anne Robinson of the BBC’s ‘The Weakest Link’ TV show, Minister Cramer peppered the New NRG director with questions about how the Netherlands was faring in its role as a proponent of sustainability. Westendorp was resolute in reiterating her company’s commitment to helping promote clean, affordable and sustainable energy for everyone.
It was then the turn of another student from the TU Delft think tank to take the stage: Arno Scheepens proudly presently his sustainable and innovative bicycle, called ‘ReBICYCLE’, which is made from wood and bio-plastics. He was followed by another student, Berend Jan Kleute, an MSc offshore engineering student, who presented his group’s ambitious plan to harness energy from the ocean, called OTEC, or ocean thermal energy conversion, which, Kleute said, is no different from the “principle of a refrigerator” and involves converting solar radiation to electric power. OTEC systems use the ocean’s natural thermal gradient — the fact that the ocean’s layers of water have different temperatures — to drive a power-producing cycle.
To answer the final question – can technological innovation and human progress be truly green and sustainable? –  Minister Cramer called on a trio of TU Delft alumnus: Kluin, Van den Groenendaal and Beers. These three young CEOs of hi-tech
startup companies born in the Yes!Delft incubator proceeded to win over even the most skeptical audience members with their thoughtful answers and convincing ideas for using technology to create a
genuinely green future for planet. The message here was, ‘dare to dream, be passionate about your dreams, and then the sky is the limit’ – an uplifting thought to take away from an inspirational evening devoted to using technology and human ingenuity to help save our planet from future ecological disaster.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.