‘De evolutie van alles’ is een boek dat je wereldbeeld doet kantelen. Het gaat over evolutie in de breedste zin van het woord: moraliteit, cultuur, technologie, economie, leiderschap, geld en meer.
Ridleys laatste boek gaat over evolutie in de wijdste zin van het woord. Darwiniaanse evolutie noemt hij ‘speciale evolutie’, in de biologie namelijk. Maar het stuurloos ontstaan van spontane veranderingen, de ongewisse afloop, de selectie door de buitenwereld, cumulatieve mutaties die uitgroeien tot een complex systeem spelen volgens Ridley op veel meer gebieden dan de biologie. Evolutie ligt ten grondslag aan moraliteit, cultuur, technologie, economie, leiderschap, geld en meer. Kortom, alles is het product van evolutie.
Dat technologie een evolutionair proces is illustreert Ridley met de parallelle uitvindingen. We kennen Thomas Edison als uitvinder van de gloeilamp, maar uit de literatuur zijn er 23 anderen bekend. Elektriciteit kwam beschikbaar, alom heerste duisternis onderbroken door olielampjes, dus de uitvinding van een lamp was volgens Ridley onvermijdelijk.
Hoe dat kan? Doordat techniek uit techniek ontstaat. Technologie ontwikkelt alsmaar naar het aangrenzend mogelijke. Daarom verloopt innovatie volgens Ridley het best in een open samenleving waar men zich enthousiast overgeeft aan vrije handel. Net als in de biologie seks is uitgevonden om genen te mixen, zo worden in een open samenleving ideeën het vruchtbaarst gecombineerd door handel.
Ridley ventileert veel originele en tegendraadse ideeën. Zo heeft wetenschapsbeleid om innovatie aan te jagen volgens hem geen zin. Dat gaat er namelijk vanuit dat onderzoek leidt tot innovatie, wat vervolgens de economie stimuleert.
Ridley argumenteert dat vernieuwingen andersom lopen. Eerst kwam de stoommachine, toen de thermodynamica. Innovaties kun je niet afdwingen, die ontwikkelen zich vanzelf in een open omgeving, dat leert ons de evolutie. Landen waar de overheid het minst in wetenschap investeert doen het economisch gezien het beste en landen waar handel bloeit, kennen minder geweld.
Meer algemeen: mislukkingen zijn het resultaat van opgelegd beleid, terwijl grote successen vaak ongepland ontstaan. Als voorbeeld dient het internet waarvoor niemand een blauwdruk schreef.
De dwarse liberale denkbeelden van Ridley zijn verfrissend om te lezen. Hij schrijft soepel en schudt onophoudelijk verrassende voorbeelden uit zijn mouw. Het zij hem vergeven dat hij daarbij wel eens de draad kwijtraakt (het hoofdstuk over internet eindigt met aanbevelingen voor politici).
Mijn probleem met zijn evolutionaire visie is dat die weinig houvast geeft voor de praktijk. Wat vertelt evolutie over het vluchtelingenprobleem? Over de inrichting van de zorg of het energiebeleid? Evolutie beweegt zich met de rug naar de toekomst. Achteraf zijn patronen logisch en herkenbaar, maar naar de toekomst toe is het een blind proces. Dat blijft onbevredigend.
Matt Ridley, ‘De evolutie van alles’, Uitgeverij, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen 2016, 400 blz., 24,99 euro.
Comments are closed.