Education

Europese mijnbouwklas studeert in vier landen

De faculteit Technische Aardwetenschappen organiseert samen met drie Europese universiteiten een deel van het curriculum van mijntechnologie. Tien studenten zullen een jaar langs Europese steden reizen om daar te studeren.

br />
Het is voor het eerst dat een TU-faculteit een gezamenlijk studieprogramma opzet met Europese universiteiten. Dit jaar start een pilot waarin de technische universiteiten van Aken, Helsinki, Londen en Delft vijfdejaars studenten leveren. Uiteindelijk moet er jaarlijks een klas samengesteld worden van twintig internationale studenten. Deze klas zal een half jaar colleges volgen (uitgesmeerd over een jaar) aan de vier universiteiten en in mijntechnologie afstuderen. Delft heeft de organisatie in handen; de faculteit Technische Aardwetenschappen heeft de kosten daarvan vooralsnog op zich genomen.

,,Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om studenten te lokken met aantrekkelijke buitenlandreisjes”, zegt universitair hoofddocent en projectcoördinator ir. Hans de Ruiter. ,,Onze belangrijkste overweging is het behoud van de kleine vakgroepen zoals winning en verwerking. Ook buitenlandse universiteiten zien deze richtingen verdwijnen. Door internationale clustering is het mogelijk om de kennis én het onderwijs voor de ondergang te behoeden.”

Dat belang wordt niet alleen door de universiteiten onderkend, maar ook door de Europese Gemeenschap. Zij was ongewoon lovend over het project European Mining Co-operative Advanced Education (EMCAE) en honoreerde dat met 65 duizend gulden voor het proefjaar.

De eerste twee studenten van de TU Delft reizen vrijdag af naar Helsinki. Eén van hen is Cor Oldenziel. Hij vindt het idee geweldig: ,,Dit sluit goed aan op het internationale karakter van mijntechnologie. Als dit project er niet was geweest, had ik sowieso naar het buitenland gemoeten. Nu kom ik in een groep van tien man in vier wisselende settings. Met alle kansen van dien om contacten te leggen met bedrijven. Want die heb je nodig om af te studeren.” Een groot deel van de kosten wordt voor hem betaald, maar voor zijn levensonderhoud is hij aangewezen op een Erasmusbeurs.

Projectleider De Ruiter wil het niet bij EG-gelden alleen laten: ,,Elke deelnemende universiteit heeft de inspanningsverplichting op zich genomen om gelden uit het bedrijfsleven te betrekken. Uiteindelijk moet het project volledig op deze fondsen draaien. Dat is mogelijk, want de industrie heeft veel belang bij deze bundeling van kennis.”

De TU Delft zal zich in dit samenwerkingsverband specialiseren op drie terreinen: minerally economics, alluvial mining en geostatistics. Studenten die in aanmerking willen komen voor het programma worden voornamelijk geselecteerd op grond van hun studieprestaties. Student Oldenziel kan zich daar in vinden: ,,Als je zo’n kostbaar project opzet ga je dat toch niet weggeven aan een willekeurige student?”

Leo de Vries

De faculteit Technische Aardwetenschappen organiseert samen met drie Europese universiteiten een deel van het curriculum van mijntechnologie. Tien studenten zullen een jaar langs Europese steden reizen om daar te studeren.

Het is voor het eerst dat een TU-faculteit een gezamenlijk studieprogramma opzet met Europese universiteiten. Dit jaar start een pilot waarin de technische universiteiten van Aken, Helsinki, Londen en Delft vijfdejaars studenten leveren. Uiteindelijk moet er jaarlijks een klas samengesteld worden van twintig internationale studenten. Deze klas zal een half jaar colleges volgen (uitgesmeerd over een jaar) aan de vier universiteiten en in mijntechnologie afstuderen. Delft heeft de organisatie in handen; de faculteit Technische Aardwetenschappen heeft de kosten daarvan vooralsnog op zich genomen.

,,Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om studenten te lokken met aantrekkelijke buitenlandreisjes”, zegt universitair hoofddocent en projectcoördinator ir. Hans de Ruiter. ,,Onze belangrijkste overweging is het behoud van de kleine vakgroepen zoals winning en verwerking. Ook buitenlandse universiteiten zien deze richtingen verdwijnen. Door internationale clustering is het mogelijk om de kennis én het onderwijs voor de ondergang te behoeden.”

Dat belang wordt niet alleen door de universiteiten onderkend, maar ook door de Europese Gemeenschap. Zij was ongewoon lovend over het project European Mining Co-operative Advanced Education (EMCAE) en honoreerde dat met 65 duizend gulden voor het proefjaar.

De eerste twee studenten van de TU Delft reizen vrijdag af naar Helsinki. Eén van hen is Cor Oldenziel. Hij vindt het idee geweldig: ,,Dit sluit goed aan op het internationale karakter van mijntechnologie. Als dit project er niet was geweest, had ik sowieso naar het buitenland gemoeten. Nu kom ik in een groep van tien man in vier wisselende settings. Met alle kansen van dien om contacten te leggen met bedrijven. Want die heb je nodig om af te studeren.” Een groot deel van de kosten wordt voor hem betaald, maar voor zijn levensonderhoud is hij aangewezen op een Erasmusbeurs.

Projectleider De Ruiter wil het niet bij EG-gelden alleen laten: ,,Elke deelnemende universiteit heeft de inspanningsverplichting op zich genomen om gelden uit het bedrijfsleven te betrekken. Uiteindelijk moet het project volledig op deze fondsen draaien. Dat is mogelijk, want de industrie heeft veel belang bij deze bundeling van kennis.”

De TU Delft zal zich in dit samenwerkingsverband specialiseren op drie terreinen: minerally economics, alluvial mining en geostatistics. Studenten die in aanmerking willen komen voor het programma worden voornamelijk geselecteerd op grond van hun studieprestaties. Student Oldenziel kan zich daar in vinden: ,,Als je zo’n kostbaar project opzet ga je dat toch niet weggeven aan een willekeurige student?”

Leo de Vries

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.