Campus

Esplanade

ColumnProfessor Francine Houben, ontwerper van het nieuwe Mekelpark, vertelde in Delta dat haar ontwerp een ‘esplanade’ bevat die ‘als een bliksemschicht de energielijn in het park verbeeldt’.

Ik word daar een beetje zenuwachtig van. Houben ontwierp eerder de bibliotheek van de TU Delft. Een prachtgebouw. Ik geef het je te doen, een gebouw ontwerpen dat niet alleen goed combineert met de kolossale aula, maar hem zelfs mooier maakt. De bibliotheek van de TU Delft is een mooi gebouw. Een mooi gebouw dat lekt, met een onbeloopbare entree, trillende studieplaatsen en waarbij rolstoelers aan de achterkant van het gebouw moeten aanbellen bij de personeelsingang.

Het lijkt mij als leek, dat als je een gebouw ontwerpt het 1) functioneel en 2) mooi moet zijn. Het moet niet instorten, je moet er kunnen wonen of werken en bij voorkeur moet het niet lekken. En omdat je er dan toch tegenaan moet kijken is het fijn als het een beetje een ‘mooi’ gebouw is. Maar wat een gebouw – als het goed is – niet nodig heeft is architectengewauwel. Het nieuwe-kleren-van-de-keizerverhaal, bedoeld voor architectuurbladen en de opdrachtgever, maar wat ik er zelf nooit uithaal als ik simpelweg naar zo’n gebouw kijk. En juist dat gewauwel wordt zo vaak gebruikt om mankementen te repareren. Terwijl je dat veel beter met teer of zo kunt doen.

Nu richt professor Houben zich op het Mekelpark en krijgen wij een stoep in de vorm van een flits. Mooie symboliek, maar is het 1) functioneel en 2) mooi? Zou een flitspad de makkelijkste manier zijn om van A naar B en C te komen? Ik hoorde ooit van een mythische architect die rond een gebouw geen bestrating aanlegde maar een grasveld. Al lopend sleten de bezoekers van het gebouw paden uit in het gras, waarop de architect voetpaden aanlegde. Zo kan het dus ook. En mooi? Op de plattegrond zien we inderdaad een flits. En als professor Houben mij een helikoptervlucht aanbiedt ben ik waarschijnlijk erg gecharmeerd van haar ontwerp, maar meestal zie ik de Mekelweg vanuit ooghoogteperspectief.

Als het goed is spreekt een ontwerp voor zich. Hoe goed is jouw ontwerp, Francine?

Jasper van Kuijk

Column

Professor Francine Houben, ontwerper van het nieuwe Mekelpark, vertelde in Delta dat haar ontwerp een ‘esplanade’ bevat die ‘als een bliksemschicht de energielijn in het park verbeeldt’. Ik word daar een beetje zenuwachtig van. Houben ontwierp eerder de bibliotheek van de TU Delft. Een prachtgebouw. Ik geef het je te doen, een gebouw ontwerpen dat niet alleen goed combineert met de kolossale aula, maar hem zelfs mooier maakt. De bibliotheek van de TU Delft is een mooi gebouw. Een mooi gebouw dat lekt, met een onbeloopbare entree, trillende studieplaatsen en waarbij rolstoelers aan de achterkant van het gebouw moeten aanbellen bij de personeelsingang.

Het lijkt mij als leek, dat als je een gebouw ontwerpt het 1) functioneel en 2) mooi moet zijn. Het moet niet instorten, je moet er kunnen wonen of werken en bij voorkeur moet het niet lekken. En omdat je er dan toch tegenaan moet kijken is het fijn als het een beetje een ‘mooi’ gebouw is. Maar wat een gebouw – als het goed is – niet nodig heeft is architectengewauwel. Het nieuwe-kleren-van-de-keizerverhaal, bedoeld voor architectuurbladen en de opdrachtgever, maar wat ik er zelf nooit uithaal als ik simpelweg naar zo’n gebouw kijk. En juist dat gewauwel wordt zo vaak gebruikt om mankementen te repareren. Terwijl je dat veel beter met teer of zo kunt doen.

Nu richt professor Houben zich op het Mekelpark en krijgen wij een stoep in de vorm van een flits. Mooie symboliek, maar is het 1) functioneel en 2) mooi? Zou een flitspad de makkelijkste manier zijn om van A naar B en C te komen? Ik hoorde ooit van een mythische architect die rond een gebouw geen bestrating aanlegde maar een grasveld. Al lopend sleten de bezoekers van het gebouw paden uit in het gras, waarop de architect voetpaden aanlegde. Zo kan het dus ook. En mooi? Op de plattegrond zien we inderdaad een flits. En als professor Houben mij een helikoptervlucht aanbiedt ben ik waarschijnlijk erg gecharmeerd van haar ontwerp, maar meestal zie ik de Mekelweg vanuit ooghoogteperspectief.

Als het goed is spreekt een ontwerp voor zich. Hoe goed is jouw ontwerp, Francine?

Jasper van Kuijk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.