Education

‘Er blijft altijd een handige man nodig’

Bij faculteiten verdwijnen steeds meer ambachtslieden. Onlangs kwam het advies van de stuurgroep mechanische werkplaatsen uit: er moeten nog twintig mensen weg, los van de vacante plaatsen die al openstaan.

Het oude type werkplaats verdwijnt voorgoed; de geschoolde vakmensen ruimen het veld. De draaibank is ingeruild voor een computer. Twee medewerkers blikken terug.

De meeste van de te schrappen plaatsen lopen in lijn met reorganisaties of bezuinigingen binnen de faculteiten. Bij Lucht- en Ruimtevaart bijvoorbeeld is onlangs een reorganisatieprocedure gestart voor de Algemene Dienst waar de werkplaats onder valt. Daar heerst nog grote onzekerheid over hoeveel mensen het zullen worden, maar de vier uit het werkplaatsenrapport vallen daar in ieder geval onder.

Soms kan de krimp ook door natuurlijk verloop gerealiseerd worden. Volgens secretaris-beheerder dr. M.W.J. van den Esker is dat bij zijn faculteit, Scheikundige Technologie en Materiaalkunde, het geval. Zelfs het niet vervullen van vacatures kan in enkele gevallen voldoende zijn om de krimp te verwezenlijken zoals bij Civiele Techniek. Bij Elektrotechniek (ET) zal dat echter niet lukken. Daar is men bezig om voor een aantal mensen ander werk te zoeken. H.H. van Schagen en R.F.M. van der Velden zijn daar twee van.
Piekfijn

Van Schagen is van huis uit horlogemaker en werkte twintig jaar als reparateur van fijnmechanische apparaten in de werkplaats van ET. ,,Dertig jaar geleden was de werkplaats van Elektro nog zeventig man sterk”, herinnert Van Schagen zich. ,,In de toekomst zullen dat er misschien nog maar elf zijn. Het was een hechte club. We stonden voor elkaar. Dat is het nu nog steeds wel, alleen zijn we met minder. Veel mensen die nu op een andere werkplek binnen ET zitten, komen hun boterhammetje nog opeten op de werkplaats.”

Zelfs Van der Velden, die voor een half jaar gedetacheerd is in een ander gebouw, het laboratorium voor aëro- en hydrodynamica, komt er nog regelmatig koffie drinken. Over een half jaar mag hij beslissen of hij bij Werktuigbouw blijft of weer terug wil naar Elektro.

Van der Velden heeft het goed naar zijn zin op zijn nieuwe plek, maar volgens hem is de Elektro-werkplaats het neusje van de zalm. ,,Er heerst een goede sfeer en discipline. Vrijdagmiddag worden er geen klussen meer gedaan want dan moet er opgeruimd en schoongemaakt worden. Daar krijgen we wel eens scheve gezichten over, maar het werkt wel heel prettig als alles netjes is. De machines bij Elektro worden piekfijn onderhouden. Sommigen zijn opgepiepte oude beestjes die overal vandaan komen. Iedereen heeft er de verantwoording voor zijn eigen apparaat. Als je eens een uurtje niets te doen hebt dan ga je de tandwielbak schoonmaken of ander onderhoud plegen.”
Hobby

Van Schagen constateerde dat er op werkplaatsen steeds minder gerepareerd wordt. ,,Spullen die nu stuk gaan, worden vaak weggegooid of, als het om hele dure apparatuur gaat, wordt de reparatie uitbesteed. Ik vind dat wel zonde voor een instituut als de TU.”

Van Schagen is nu werkzaam bij de studentenadministratie. Hij greep zijn kans om eens wat heel anders te gaan doen. ,,In dergelijke situaties gaan er ineens heel veel deuren voor je open. Banen die je vroeger nooit had kunnen krijgen, omdat je er niet goed genoeg voor gekwalificeerd was, blijken nu ineens wel beschikbaar te zijn. Ik heb wel een zwaar jaar achter de rug want dit werk is natuurlijk ineens iets heel anders. Maar ik vind het leuk. Horloges en antieke klokken maken doe ik nog wel, maar dan als hobby.”

Met het verdwijnen van Van Schagen is er niemand meer die microscopen, uurwerken, robotvingertjes en dat soort fijn mechanische apparatuur kan repareren. Van der Velden heeft het idee dat er niet erg gekeken wordt naar de specialismen van de mensen die eruit gaan. ,,Als iets niet gerepareerd kan worden op de TU dan wordt het uitbesteed. Het hoofd van de werpkplaats bepaalt binnenkort gewoon met welke tien mensen hij verder wil. Voor de rest moet iets anders gezocht worden.”

De werkplaatsen zijn te sterk gekrompen vinden Van Schagen en Van der Velden. Daardoor is de werkdruk toegenomen. ,,Vroeger hadden we veel meer tijd voor overleg met de studenten of andere opdrachtgevers.” Toch denken Van Schagen en Van der Velden dat het fenomeen werkplaats nooit helemaal zal uitsterven op de TU. Van der Velden: ,,Er blijft altijd een handige man nodig. Als er binnenkort te weinig of helemaal geen mensen meer zullen zijn voor het werk dat gedaan moet worden, dan zul je zien dat mensen hun eigen boormachientje in de kast zullen zetten en hun eigen sleutelsetje. Omdat ze toch even snel een gaatje willen boren of iets dergelijks. En zo ontstaan er na een aantal jaar weer nieuwe miniwerkplaatsjes.”

Joyce Ouwerkerk


Werkplaats Elektrotechniek (
Klik voor grotere foto)

Bij faculteiten verdwijnen steeds meer ambachtslieden. Onlangs kwam het advies van de stuurgroep mechanische werkplaatsen uit: er moeten nog twintig mensen weg, los van de vacante plaatsen die al openstaan. Het oude type werkplaats verdwijnt voorgoed; de geschoolde vakmensen ruimen het veld. De draaibank is ingeruild voor een computer. Twee medewerkers blikken terug.

De meeste van de te schrappen plaatsen lopen in lijn met reorganisaties of bezuinigingen binnen de faculteiten. Bij Lucht- en Ruimtevaart bijvoorbeeld is onlangs een reorganisatieprocedure gestart voor de Algemene Dienst waar de werkplaats onder valt. Daar heerst nog grote onzekerheid over hoeveel mensen het zullen worden, maar de vier uit het werkplaatsenrapport vallen daar in ieder geval onder.

Soms kan de krimp ook door natuurlijk verloop gerealiseerd worden. Volgens secretaris-beheerder dr. M.W.J. van den Esker is dat bij zijn faculteit, Scheikundige Technologie en Materiaalkunde, het geval. Zelfs het niet vervullen van vacatures kan in enkele gevallen voldoende zijn om de krimp te verwezenlijken zoals bij Civiele Techniek. Bij Elektrotechniek (ET) zal dat echter niet lukken. Daar is men bezig om voor een aantal mensen ander werk te zoeken. H.H. van Schagen en R.F.M. van der Velden zijn daar twee van.
Piekfijn

Van Schagen is van huis uit horlogemaker en werkte twintig jaar als reparateur van fijnmechanische apparaten in de werkplaats van ET. ,,Dertig jaar geleden was de werkplaats van Elektro nog zeventig man sterk”, herinnert Van Schagen zich. ,,In de toekomst zullen dat er misschien nog maar elf zijn. Het was een hechte club. We stonden voor elkaar. Dat is het nu nog steeds wel, alleen zijn we met minder. Veel mensen die nu op een andere werkplek binnen ET zitten, komen hun boterhammetje nog opeten op de werkplaats.”

Zelfs Van der Velden, die voor een half jaar gedetacheerd is in een ander gebouw, het laboratorium voor aëro- en hydrodynamica, komt er nog regelmatig koffie drinken. Over een half jaar mag hij beslissen of hij bij Werktuigbouw blijft of weer terug wil naar Elektro.

Van der Velden heeft het goed naar zijn zin op zijn nieuwe plek, maar volgens hem is de Elektro-werkplaats het neusje van de zalm. ,,Er heerst een goede sfeer en discipline. Vrijdagmiddag worden er geen klussen meer gedaan want dan moet er opgeruimd en schoongemaakt worden. Daar krijgen we wel eens scheve gezichten over, maar het werkt wel heel prettig als alles netjes is. De machines bij Elektro worden piekfijn onderhouden. Sommigen zijn opgepiepte oude beestjes die overal vandaan komen. Iedereen heeft er de verantwoording voor zijn eigen apparaat. Als je eens een uurtje niets te doen hebt dan ga je de tandwielbak schoonmaken of ander onderhoud plegen.”
Hobby

Van Schagen constateerde dat er op werkplaatsen steeds minder gerepareerd wordt. ,,Spullen die nu stuk gaan, worden vaak weggegooid of, als het om hele dure apparatuur gaat, wordt de reparatie uitbesteed. Ik vind dat wel zonde voor een instituut als de TU.”

Van Schagen is nu werkzaam bij de studentenadministratie. Hij greep zijn kans om eens wat heel anders te gaan doen. ,,In dergelijke situaties gaan er ineens heel veel deuren voor je open. Banen die je vroeger nooit had kunnen krijgen, omdat je er niet goed genoeg voor gekwalificeerd was, blijken nu ineens wel beschikbaar te zijn. Ik heb wel een zwaar jaar achter de rug want dit werk is natuurlijk ineens iets heel anders. Maar ik vind het leuk. Horloges en antieke klokken maken doe ik nog wel, maar dan als hobby.”

Met het verdwijnen van Van Schagen is er niemand meer die microscopen, uurwerken, robotvingertjes en dat soort fijn mechanische apparatuur kan repareren. Van der Velden heeft het idee dat er niet erg gekeken wordt naar de specialismen van de mensen die eruit gaan. ,,Als iets niet gerepareerd kan worden op de TU dan wordt het uitbesteed. Het hoofd van de werpkplaats bepaalt binnenkort gewoon met welke tien mensen hij verder wil. Voor de rest moet iets anders gezocht worden.”

De werkplaatsen zijn te sterk gekrompen vinden Van Schagen en Van der Velden. Daardoor is de werkdruk toegenomen. ,,Vroeger hadden we veel meer tijd voor overleg met de studenten of andere opdrachtgevers.” Toch denken Van Schagen en Van der Velden dat het fenomeen werkplaats nooit helemaal zal uitsterven op de TU. Van der Velden: ,,Er blijft altijd een handige man nodig. Als er binnenkort te weinig of helemaal geen mensen meer zullen zijn voor het werk dat gedaan moet worden, dan zul je zien dat mensen hun eigen boormachientje in de kast zullen zetten en hun eigen sleutelsetje. Omdat ze toch even snel een gaatje willen boren of iets dergelijks. En zo ontstaan er na een aantal jaar weer nieuwe miniwerkplaatsjes.”

Joyce Ouwerkerk


Werkplaats Elektrotechniek (
Klik voor grotere foto)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.