Education

‘Er is behoefte aan meerdere typen academische technici’

Hij benadrukt dat het een discussiestuk is. Zijn nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU-Delft’ is volgens rector Wakker een aanzet om met elkaar na te denken over een nieuwe opzet van het onderwijs aan de TU.


1 Illustratie: Gripp
Meersporenbeleid

De inrichting van het onderwijs moet anders. Dat staat voor prof.ir. K.F. Wakker als een paal boven water. ,,We spannen ons met zijn allen erg in, maar de resultaten van ons onderwijs zijn niet goed genoeg. We moeten de onderwijsprocessen beter, effectiever en efficiënter maken. Ik denk dat onze aanpak niet meer optimaal is voor deze tijd. Onderwijs moet mee veranderen met de maatschappij.”

Over de nieuwe vorm die het onderwijs moet krijgen, zegt hij: ,,Ik heb daar mijn ideeën over en een aantal daarvan heb ik neergelegd in de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU Delft’, maar ik kan me heel goed voorstellen dat anderen er anders over denken.”

Dat het onderwijs anders moet worden opgezet, komt volgens Wakker door de nieuwe eisen die de omgeving aan het universitaire technische onderwijs stelt. ,,Het begrip ‘omgeving’ interpreteer ik ruim, hieronder vallen voor mij zowel de samenleving als totaal, als het bedrijfsleven en het ministerie van het Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.”

Minister Ritzen heeft in een recent gesprek met het Delftse college van bestuur laten weten dat hij op onderwijsgebied meer verlangt van de TU Delft. ,,Het studierendement moet omhoog en de doorstroming van de studenten moet beter worden. We zijn eraan herinnerd dat de technische opleidingen enige jaren geleden een vijfde studiejaar hebben gekregen. We hebben ons toen vastgelegd op het terugbrengen van de gemiddelde studieduur en het verhogen van de doorstroming van studenten. Dat is ons nog niet in voldoende mate gelukt. We zullen daar verder aan moeten werken. De minister is en blijft onze baas, en ik vind zijn eisen redelijk. Per slot van rekening komen bij de TU Delft de, qua prestaties in de exacte vakken, beste afgestudeerden van het vwo studeren. Zij verdienen het dat wij ons tot het uiterste inspannen om hen redelijk op schema door de Delftse opleiding te loodsen.”
Inefficiënt

In zijn nota geeft de rector een aantal mogelijkheden aan om het onderwijs te vernieuwen. Zo stelt hij dat studenten in het eerste studiejaar makkelijker naar een andere opleiding moeten kunnen overstappen als hun eerste keuze wat tegenvalt. ,,Om dit vloeiender te laten verlopen moeten we voor een twee of drie instellingspakketten kiezen, die alle eerstejaarsstudenten van een aantal opleidingen volgen. In zo’n pakket is bijvoorbeeld 85 procent van het curriculum gelijk voor die opleidingen en is slechts 15 procent beschikbaar voor op een opleiding toegesneden onderwijs. Het is niet nodig, en zelfs bijzonder inefficiënt, dat er in debasisstudie verschillende varianten van hetzelfde vak bestaan.”

Vervolgens stelt Wakker voor om, op veel systematischer wijze dan nu het geval is, na één jaar een zwaarwegend studieadvies te geven. Dat kan uiteenlopen van stoppen met de studie tot overstappen naar een andere opleiding. Een belangrijke voorwaarde is voor hem dat er een goede begeleiding moet zijn bij een negatief studieadvies. ,,Samen met de studenten moet gekeken worden naar de mogelijkheden. Niet alleen binnen de TU maar ook daarbuiten. Daarvoor zal het nodig zijn dat de TU afspraken maakt met andere instellingen over de overstap van studenten.”

Voor degenen die een positief advies krijgen wil Wakker een betere studiebegeleiding, waarin de studievoortgang van de student regelmatig aan vooraf gemaakte afspraken wordt getoetst.
Variatie

Het bedrijfsleven klaagt regelmatig dat ‘ze in Delft zo lang bezig zijn’, en dat de opleiding niet altijd is aangepast aan de wensen vanuit de maatschappij. Ook vind men de totale tijd tot het afronden van een promotie te lang; pas na minimaal negen jaar in Delft te hebben gestudeerd zijn de jonge doctoren klaar om in ondernemingen te beginnen.

,,Uit deze verschillende meningen en wensen trek ik de conclusie dat er behoefte is aan meerdere typen academisch opgeleide technici. Om die reden stel ik een meersporen-beleid voor. Allereerst lijkt de terugkeer van de kandidaatstitel mij een goede optie. Na drie jaar kan een student de studie afsluiten met een kandidaatsdiploma. Menig bedrijf heeft behoefte aan een medewerker die een basiskennis heeft van techniek, maar die hoeft niet altijd volleerd ingenieur te zijn”, meent Wakker.

,,Na het kandidaatsdiploma duurt de ingenieursstudie, die equivalent is met de internationale master-of-science-opleiding (M.Sc.), nog twee jaar. Daar mogen we absoluut niet op bezuinigen. Dat is onze echte Delftse opleiding. In het laatste jaar van de ingenieursopleiding wordt zelfstandig een onderzoek verricht dat fundamenteel, toegepast of ontwerpgericht kan zijn.”
Alternatief

,,Ik stel voor dat we studenten de gelegenheid geven om na het kandidaatsdiploma voor een alternatief studietraject te kiezen, dat een jaar duurt en tot een diploma leidt dat ik voorlopig maar het ‘master-of-engineering’ (M.Eng.) heb genoemd. Op het gebied van onderwijs is het even zwaar als de ingenieursopleiding, maar het kent niet de lange periode van zelfstandig onderzoek. Het zal moeten worden onderzocht of er belangstelling voor een dergelijke variant is.”

Volgens de plannen van de rector mag alleen de ingenieur doorstromen naar de promotieopleiding. ,,Daarbij is het de bedoeling dat de student al in het vijfde jaar van zijn ingenieursopleiding begint met het promotieonderzoek. Op die manier wordt het mogelijk om de totale periode tot de promotie met een jaar terug te brengen.”

Wakker verwacht niet dat iedereen direct enthousiast zal zijn over zijn ideeën. ,,Ik stel mij open voor positieve kritiek, mensen moeten bereid zijn mee te denken. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er iets moet veranderen. Iemand moet het gesprek daarover nieuw leven inblazen en ik vind dat dat de rector magnificus moet zijn. Ik zal goed naar de reacties luisteren en pas daarna zal het college van bestuur verdere initiatieven ontplooien.”
Individuen

,,Overigens zijn de meeste van mijn ideeën absoluut niet nieuw”, voegt Wakker nog toe. ,,Ze zijn veelal gebaseerd op de praktijk bij buitenlandse – bijvoorbeeld Amerikaanse – universiteiten. Een gezamenlijke propedeuse is daar normaal en de profilering van de faculteiten is minder. In de VS zegt een student bijvoorbeeld dat hij bij MIT studeert – welke studierichting hij of zij volgt is minder van belang.”

Er is voor Wakker nog een reden om voor een andere opzet van het onderwijs te kiezen. ,,Ik geloof in individuen. De ene student heeft een wetenschappelijke inslag en de andere een meer bedrijfsmatige houding. Voor allebei moet er aan de TU Delft plaats zijn. Het is onjuist om te denken dat alleen het huidige curriculum de ideale academische technische opleiding geeft. ”


1 Illustratie: Gripp
Meersporenbeleid

De inrichting van het onderwijs moet anders. Dat staat voor prof.ir. K.F. Wakker als een paal boven water. ,,We spannen ons met zijn allen erg in, maar de resultaten van ons onderwijs zijn niet goed genoeg. We moeten de onderwijsprocessen beter, effectiever en efficiënter maken. Ik denk dat onze aanpak niet meer optimaal is voor deze tijd. Onderwijs moet mee veranderen met de maatschappij.”

Over de nieuwe vorm die het onderwijs moet krijgen, zegt hij: ,,Ik heb daar mijn ideeën over en een aantal daarvan heb ik neergelegd in de nota ‘Vernieuwing van het onderwijs aan de TU Delft’, maar ik kan me heel goed voorstellen dat anderen er anders over denken.”

Dat het onderwijs anders moet worden opgezet, komt volgens Wakker door de nieuwe eisen die de omgeving aan het universitaire technische onderwijs stelt. ,,Het begrip ‘omgeving’ interpreteer ik ruim, hieronder vallen voor mij zowel de samenleving als totaal, als het bedrijfsleven en het ministerie van het Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.”

Minister Ritzen heeft in een recent gesprek met het Delftse college van bestuur laten weten dat hij op onderwijsgebied meer verlangt van de TU Delft. ,,Het studierendement moet omhoog en de doorstroming van de studenten moet beter worden. We zijn eraan herinnerd dat de technische opleidingen enige jaren geleden een vijfde studiejaar hebben gekregen. We hebben ons toen vastgelegd op het terugbrengen van de gemiddelde studieduur en het verhogen van de doorstroming van studenten. Dat is ons nog niet in voldoende mate gelukt. We zullen daar verder aan moeten werken. De minister is en blijft onze baas, en ik vind zijn eisen redelijk. Per slot van rekening komen bij de TU Delft de, qua prestaties in de exacte vakken, beste afgestudeerden van het vwo studeren. Zij verdienen het dat wij ons tot het uiterste inspannen om hen redelijk op schema door de Delftse opleiding te loodsen.”
Inefficiënt

In zijn nota geeft de rector een aantal mogelijkheden aan om het onderwijs te vernieuwen. Zo stelt hij dat studenten in het eerste studiejaar makkelijker naar een andere opleiding moeten kunnen overstappen als hun eerste keuze wat tegenvalt. ,,Om dit vloeiender te laten verlopen moeten we voor een twee of drie instellingspakketten kiezen, die alle eerstejaarsstudenten van een aantal opleidingen volgen. In zo’n pakket is bijvoorbeeld 85 procent van het curriculum gelijk voor die opleidingen en is slechts 15 procent beschikbaar voor op een opleiding toegesneden onderwijs. Het is niet nodig, en zelfs bijzonder inefficiënt, dat er in debasisstudie verschillende varianten van hetzelfde vak bestaan.”

Vervolgens stelt Wakker voor om, op veel systematischer wijze dan nu het geval is, na één jaar een zwaarwegend studieadvies te geven. Dat kan uiteenlopen van stoppen met de studie tot overstappen naar een andere opleiding. Een belangrijke voorwaarde is voor hem dat er een goede begeleiding moet zijn bij een negatief studieadvies. ,,Samen met de studenten moet gekeken worden naar de mogelijkheden. Niet alleen binnen de TU maar ook daarbuiten. Daarvoor zal het nodig zijn dat de TU afspraken maakt met andere instellingen over de overstap van studenten.”

Voor degenen die een positief advies krijgen wil Wakker een betere studiebegeleiding, waarin de studievoortgang van de student regelmatig aan vooraf gemaakte afspraken wordt getoetst.
Variatie

Het bedrijfsleven klaagt regelmatig dat ‘ze in Delft zo lang bezig zijn’, en dat de opleiding niet altijd is aangepast aan de wensen vanuit de maatschappij. Ook vind men de totale tijd tot het afronden van een promotie te lang; pas na minimaal negen jaar in Delft te hebben gestudeerd zijn de jonge doctoren klaar om in ondernemingen te beginnen.

,,Uit deze verschillende meningen en wensen trek ik de conclusie dat er behoefte is aan meerdere typen academisch opgeleide technici. Om die reden stel ik een meersporen-beleid voor. Allereerst lijkt de terugkeer van de kandidaatstitel mij een goede optie. Na drie jaar kan een student de studie afsluiten met een kandidaatsdiploma. Menig bedrijf heeft behoefte aan een medewerker die een basiskennis heeft van techniek, maar die hoeft niet altijd volleerd ingenieur te zijn”, meent Wakker.

,,Na het kandidaatsdiploma duurt de ingenieursstudie, die equivalent is met de internationale master-of-science-opleiding (M.Sc.), nog twee jaar. Daar mogen we absoluut niet op bezuinigen. Dat is onze echte Delftse opleiding. In het laatste jaar van de ingenieursopleiding wordt zelfstandig een onderzoek verricht dat fundamenteel, toegepast of ontwerpgericht kan zijn.”
Alternatief

,,Ik stel voor dat we studenten de gelegenheid geven om na het kandidaatsdiploma voor een alternatief studietraject te kiezen, dat een jaar duurt en tot een diploma leidt dat ik voorlopig maar het ‘master-of-engineering’ (M.Eng.) heb genoemd. Op het gebied van onderwijs is het even zwaar als de ingenieursopleiding, maar het kent niet de lange periode van zelfstandig onderzoek. Het zal moeten worden onderzocht of er belangstelling voor een dergelijke variant is.”

Volgens de plannen van de rector mag alleen de ingenieur doorstromen naar de promotieopleiding. ,,Daarbij is het de bedoeling dat de student al in het vijfde jaar van zijn ingenieursopleiding begint met het promotieonderzoek. Op die manier wordt het mogelijk om de totale periode tot de promotie met een jaar terug te brengen.”

Wakker verwacht niet dat iedereen direct enthousiast zal zijn over zijn ideeën. ,,Ik stel mij open voor positieve kritiek, mensen moeten bereid zijn mee te denken. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er iets moet veranderen. Iemand moet het gesprek daarover nieuw leven inblazen en ik vind dat dat de rector magnificus moet zijn. Ik zal goed naar de reacties luisteren en pas daarna zal het college van bestuur verdere initiatieven ontplooien.”
Individuen

,,Overigens zijn de meeste van mijn ideeën absoluut niet nieuw”, voegt Wakker nog toe. ,,Ze zijn veelal gebaseerd op de praktijk bij buitenlandse – bijvoorbeeld Amerikaanse – universiteiten. Een gezamenlijke propedeuse is daar normaal en de profilering van de faculteiten is minder. In de VS zegt een student bijvoorbeeld dat hij bij MIT studeert – welke studierichting hij of zij volgt is minder van belang.”

Er is voor Wakker nog een reden om voor een andere opzet van het onderwijs te kiezen. ,,Ik geloof in individuen. De ene student heeft een wetenschappelijke inslag en de andere een meer bedrijfsmatige houding. Voor allebei moet er aan de TU Delft plaats zijn. Het is onjuist om te denken dat alleen het huidige curriculum de ideale academische technische opleiding geeft. ”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.