Campus

‘Enthousiasme student evenredig aan leeftijd’

Vijftigplussers willen betrokken blijven bij de maatschappij. Vandaar dat Studium Generale en Delft Top Tech een jaar geleden begonnen met hoger onderwijs voor ouderen. Die naam kan misleidend zijn, want een vooropleiding is niet vereist.

Het voorbeeld van prof.dr.ir. Ad Verkooijen, voorzitter van de 3mE-afdeling Materials Science and Engineering, zegt alles. Beginnen aan een college in de bacheloropleiding negentig studenten, dan blijven er veertig over. De vijftigplussers die zich opgeven voor een cursus van het hoger onderwijs voor ouderen (HOVO) zitten aan het eind van de cursus allemaal nog in de collegebanken. “Het zijn ontzettend enthousiaste mensen, heel erg gemotiveerd als ik ze vergelijk met bachelorstudenten.”

Verkooijen, zelf 63, geeft les aan mensen uit alle leeftijdscategorieën: studenten, promovendi, werkende dertigers en veertigers en ouderen, voornamelijk gepensioneerden. “Het enthousiasme is evenredig aan de leeftijd”, beweert hij. Een sluitende verklaring daarvoor heeft hij niet. “Misschien komt het omdat studenten heel veel te doen hebben en gepensioneerden alle tijd hebben.”

Dat merkt hij ook tijdens de colleges. Verkooijen vindt het leuk om ouderen tegenover zich te hebben. “Met hen heb ik veel meer interactie dan met jongeren. Ze hebben iets gelezen en gaan daarover met mij in discussie.”

Ook de 70-jarige Els Melief (zie kader) viel het tijdens haar HOVO-cursus radiochemie op hoe gemotiveerd iedereen om haar heen was. “Daardoor werd het college heel levendig. Iedereen luisterde echt.” Melief heeft het wel eens anders meegemaakt. “Toen ik achter in de vijftig was, heb ik aan de Erasmus Universiteit de opleiding beleid en management gevolgd. Wat toen al opviel, was dat ouderen gemotiveerder zijn dan jongeren. Een jongere zou de ene opleiding zo inwisselen voor een andere, terwijl een oudere na in de praktijk te hebben gewerkt heel bewust een keuze maakt.”
Niet academisch

Het hoger onderwijs voor ouderen in Delft is nog pril. Het initiatief van Studium Generale en Delft Top Tech, met cursussen in voor- en najaar, startte een jaar geleden. Els Koppelman van Studium Generale legt uit waarom: “Tegenwoordig hebben we het altijd over een leven lang leren. De studenten van nu zijn de senioren van over dertig, veertig jaar. En de senioren van nu zijn vitaal, ze willen betrokken zijn bij de maatschappij, ze willen op de hoogte blijven.”

Het hoger onderwijs voor ouderen is volgens Koppelman voor de TU ook een goede manier om contact te houden met oud-studenten. “Al is het HOVO er zeker niet alleen voor hen. Een academische achtergrond is absoluut niet nodig.”

Die boodschap moet de meeste ouderen nog bereiken, denkt Tinus Verwijmeren (zie kader). Hij volgde meerdere HOVO-cursussen. “Mensen zien de naam TU en ze zien de namen van de cursussen, nanotechnologie bijvoorbeeld, of kernenergie. Dan denken ze: dat is vast op een heel hoog niveau.” Dat valt mee, vindt hij. Verwijmeren studeerde zelf aan de TU, maar weet zeker dat zo’n achtergrond niet nodig is. “De stof was voor iedereen heel goed te volgen.”

Toch zijn de groepjes cursisten nog klein, tien â vijftien mensen. Dat is volgens Els Koppelman van Studium Generale nog veel te weinig. Jammer, want daardoor gaan sommige cursussen uiteindelijk niet door. “De onderwerpen die langskomen zijn verdomde interessant. Deelnemers zuigen de informatie werkelijk op. Maar we hebben meer naamsbekendheid nodig.”

Niet alleen de doelgroep weet nog te weinig van het hoger onderwijs voor ouderen in Delft, ook binnen de TU is het fenomeen niet erg bekend. “Veel docenten weten niet van het bestaan van het HOVO af.” Een nog op te richten HOVO-bureau kan daar volgens Koppelman verandering in brengen. Er wordt gewerkt aan een businessplan.

Tinus Verwijmeren denkt dat ook de overheid ervoor moet zorgen dat het HOVO onder de aandacht van ouderen komt. “Er zijn ontzettend veel senioren die zinvolle bezigheden zoeken, maar ze weten niet eens wat de mogelijkheden zijn.”
Ruststand

Onderzoek van de Universiteit Maastricht toont aan dat het goed is voor ouderen om hun hersenen te blijven trainen. HOVO Rotterdam houdt over dit onderwerp volgende maand zelfs een congres. Neuropsycholoog Jelle Jolles is één van de sprekers. Zijn boodschap: een actief leven met fysieke, sociale en cognitieve activiteiten vermindert de kans op slecht functionerende hersenen.

Volgens Jolles is het nou ook weer niet nodig dat iedere oudere terug naar school gaat, zo blijkt uit een artikel in de Volkskrant van 22 september. Daarin vertelt Jolles dat het brein in ruststand gaat als het geen nieuwe informatie meer hoeft te verwerken. “Gepensioneerden, maar ook mensen die al jaren in dezelfde routine zitten, lopen dit risico. Het maken van een sudoku, wandelen, het opbellen van een kleindochter of iets nieuws proeven, activeert de hersenen. Een actief brein leidt tot meer initiatief, inzicht en interesse. Wij zijn er dan ook voor dat mensen een leven lang leren. [..] Maar onze informatiemaatschappij biedt ruimschoots voldoende prikkels om de hersenen aan het werk te zetten.’

Het trainen van het brein is voor Els Melief geen reden geweest om een HOVO-cursus te volgen. Ze ziet het wel als een gunstig neveneffect. “Tot nu toe gaat het heel goed met mijn hersenen, maar ik ben als de dood voor ziektes als Alzheimer.”
Els Melief (70), cursus radiochemie.

“Dit had ik moeten gaan doen met mijn leven”, dacht Els Melief toen zij bezig was met de HOVO-cursus radiochemie, afgelopen oktober. Met haar achtergrond als verpleeg- en verloskundige en beleidsdeskundige in de zorg wilde zij wel eens weten wat de effecten zijn van radioactieve straling op het lichaam. Die zijn niet gering, weet Melief nu. “Het zijn in zekere zin experimenten die ze uitvoeren op een lichaam. Hoe kun je dat doen als je niet weet wat het effect is? Ik zou daarover graag een vervolgcursus ethiek doen.”

Melief vindt het belangrijk geïnteresseerd in het leven te staan. Jaren werkte ze als verloskundige in Brazilië en Mozambique, waar ze Portugees leerde. Deze taal gebruikt ze nu in haar vrijwilligerswerk met illegale Portugeestalige prostituees, die besmet zijn met hiv/aids. In februari gaat Melief terug naar Mozambique. “We willen daar huizen bouwen waar jonge zwangere meisjes kunnen verblijven totdat ze in de kraamkliniek kunnen bevallen. Nu overleven veel meisjes hun eerste bevalling niet, omdat ze de kliniek niet op tijd bereiken.” Melief hield daarover deze week een praatje bij Bouwkunde, in de hoop dat iemand de zogenaamde waiting houses wil ontwerpen.
Tinus Verwijmeren (68), cursussen radiochemie, kernenergie, nanotechnologie en vliegtuigbouwkunde.

“Mijn grootste probleem is dat alles me interesseert”, verzucht Tinus Verwijmeren als hij vertelt over zijn HOVO-loopbaan. Sinds het hoger onderwijs voor ouderen in Delft te volgen is, zat hij bij vier cursussen. Maar de TU-alumnus natuurkunde volgde ook al lessen in Rotterdam en Leiden. Verwijmeren hoopt op die manier bij te blijven, al heeft hij vele bezigheden. Zo houdt de oud-wethouder van Nootdorp een molen draaiende en zingt hij in verschillende koren. Ook zit hij in de besturen van een begraafplaats en van een stichting voor vrijwilligers in de terminale zorg. Verwijmeren begon zijn loopbaan bij een Amerikaans ingenieursbureau, werkte daarna bij het ministerie van Sociale Zaken en was wethouder. “Mijn functies werden steeds minder technisch, maar mijn interesse voor voornamelijk kernenergie is nog steeds heel groot. Die fascinatie ontstond in het derde jaar van de hts, toen ik een tijdje bij een kernreactor in het buitenland werkte.” Toch durfde Verwijmeren het niet aan zijn toekomst te veel met de kernenergie te verbinden en studeerde hij af in de fysische technologie. “Er waren op dat moment juist allerlei politieke problemen rondom kernenergie. Het leek erop dat Nederland daar niet mee verder zou gaan.”
Hoger Onderwijs voor Ouderen

Het Hoger Onderwijs voor Ouderen, kortweg HOVO, bestaat al eenentwintig jaar in Nederland. Het begon met een cursus voor veertig toehoorders in Groningen. Bij de laatste telling van HOVO-Nederland in 2004 volgden bijna 25 duizend ouderen cursussen bij de vijftien HOVO-instellingen die toen actief waren.

In het najaar van 2006 kwam de TU Delft daarbij. Het cursusaanbod in Delft beslaat allerlei vakgebieden: van nanotechnologie tot kunstmatige intelligentie, van filosofie tot bouwen in water en biotechnologie. Een passende vooropleiding is niet nodig. Een cursus bestaat uit vijf lessen van twee uur. Cursisten krijgen geen huiswerk en doen geen tentamen.

Prof.dr.ir. Ad Verkooijen is een van de docenten. In oktober gaf hij zijn eerste HOVO-cursus, over kernenergie. Gemakkelijk heeft hij het zijn cursisten niet gemaakt. “Ze hebben wel even moeten slikken, ik houd geen praatjes voor de vaak.” Verkooijen hoop dat zijn oudere studenten zich na de cursus een mening kunnen vormen over de voor- en nadelen van kernenergie en een goed beeld hebben van de rol die kernenergie in de toekomst kan spelen.

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Het voorbeeld van prof.dr.ir. Ad Verkooijen, voorzitter van de 3mE-afdeling Materials Science and Engineering, zegt alles. Beginnen aan een college in de bacheloropleiding negentig studenten, dan blijven er veertig over. De vijftigplussers die zich opgeven voor een cursus van het hoger onderwijs voor ouderen (HOVO) zitten aan het eind van de cursus allemaal nog in de collegebanken. “Het zijn ontzettend enthousiaste mensen, heel erg gemotiveerd als ik ze vergelijk met bachelorstudenten.”

Verkooijen, zelf 63, geeft les aan mensen uit alle leeftijdscategorieën: studenten, promovendi, werkende dertigers en veertigers en ouderen, voornamelijk gepensioneerden. “Het enthousiasme is evenredig aan de leeftijd”, beweert hij. Een sluitende verklaring daarvoor heeft hij niet. “Misschien komt het omdat studenten heel veel te doen hebben en gepensioneerden alle tijd hebben.”

Dat merkt hij ook tijdens de colleges. Verkooijen vindt het leuk om ouderen tegenover zich te hebben. “Met hen heb ik veel meer interactie dan met jongeren. Ze hebben iets gelezen en gaan daarover met mij in discussie.”

Ook de 70-jarige Els Melief (zie kader) viel het tijdens haar HOVO-cursus radiochemie op hoe gemotiveerd iedereen om haar heen was. “Daardoor werd het college heel levendig. Iedereen luisterde echt.” Melief heeft het wel eens anders meegemaakt. “Toen ik achter in de vijftig was, heb ik aan de Erasmus Universiteit de opleiding beleid en management gevolgd. Wat toen al opviel, was dat ouderen gemotiveerder zijn dan jongeren. Een jongere zou de ene opleiding zo inwisselen voor een andere, terwijl een oudere na in de praktijk te hebben gewerkt heel bewust een keuze maakt.”
Niet academisch

Het hoger onderwijs voor ouderen in Delft is nog pril. Het initiatief van Studium Generale en Delft Top Tech, met cursussen in voor- en najaar, startte een jaar geleden. Els Koppelman van Studium Generale legt uit waarom: “Tegenwoordig hebben we het altijd over een leven lang leren. De studenten van nu zijn de senioren van over dertig, veertig jaar. En de senioren van nu zijn vitaal, ze willen betrokken zijn bij de maatschappij, ze willen op de hoogte blijven.”

Het hoger onderwijs voor ouderen is volgens Koppelman voor de TU ook een goede manier om contact te houden met oud-studenten. “Al is het HOVO er zeker niet alleen voor hen. Een academische achtergrond is absoluut niet nodig.”

Die boodschap moet de meeste ouderen nog bereiken, denkt Tinus Verwijmeren (zie kader). Hij volgde meerdere HOVO-cursussen. “Mensen zien de naam TU en ze zien de namen van de cursussen, nanotechnologie bijvoorbeeld, of kernenergie. Dan denken ze: dat is vast op een heel hoog niveau.” Dat valt mee, vindt hij. Verwijmeren studeerde zelf aan de TU, maar weet zeker dat zo’n achtergrond niet nodig is. “De stof was voor iedereen heel goed te volgen.”

Toch zijn de groepjes cursisten nog klein, tien â vijftien mensen. Dat is volgens Els Koppelman van Studium Generale nog veel te weinig. Jammer, want daardoor gaan sommige cursussen uiteindelijk niet door. “De onderwerpen die langskomen zijn verdomde interessant. Deelnemers zuigen de informatie werkelijk op. Maar we hebben meer naamsbekendheid nodig.”

Niet alleen de doelgroep weet nog te weinig van het hoger onderwijs voor ouderen in Delft, ook binnen de TU is het fenomeen niet erg bekend. “Veel docenten weten niet van het bestaan van het HOVO af.” Een nog op te richten HOVO-bureau kan daar volgens Koppelman verandering in brengen. Er wordt gewerkt aan een businessplan.

Tinus Verwijmeren denkt dat ook de overheid ervoor moet zorgen dat het HOVO onder de aandacht van ouderen komt. “Er zijn ontzettend veel senioren die zinvolle bezigheden zoeken, maar ze weten niet eens wat de mogelijkheden zijn.”
Ruststand

Onderzoek van de Universiteit Maastricht toont aan dat het goed is voor ouderen om hun hersenen te blijven trainen. HOVO Rotterdam houdt over dit onderwerp volgende maand zelfs een congres. Neuropsycholoog Jelle Jolles is één van de sprekers. Zijn boodschap: een actief leven met fysieke, sociale en cognitieve activiteiten vermindert de kans op slecht functionerende hersenen.

Volgens Jolles is het nou ook weer niet nodig dat iedere oudere terug naar school gaat, zo blijkt uit een artikel in de Volkskrant van 22 september. Daarin vertelt Jolles dat het brein in ruststand gaat als het geen nieuwe informatie meer hoeft te verwerken. “Gepensioneerden, maar ook mensen die al jaren in dezelfde routine zitten, lopen dit risico. Het maken van een sudoku, wandelen, het opbellen van een kleindochter of iets nieuws proeven, activeert de hersenen. Een actief brein leidt tot meer initiatief, inzicht en interesse. Wij zijn er dan ook voor dat mensen een leven lang leren. [..] Maar onze informatiemaatschappij biedt ruimschoots voldoende prikkels om de hersenen aan het werk te zetten.’

Het trainen van het brein is voor Els Melief geen reden geweest om een HOVO-cursus te volgen. Ze ziet het wel als een gunstig neveneffect. “Tot nu toe gaat het heel goed met mijn hersenen, maar ik ben als de dood voor ziektes als Alzheimer.”
Els Melief (70), cursus radiochemie.

“Dit had ik moeten gaan doen met mijn leven”, dacht Els Melief toen zij bezig was met de HOVO-cursus radiochemie, afgelopen oktober. Met haar achtergrond als verpleeg- en verloskundige en beleidsdeskundige in de zorg wilde zij wel eens weten wat de effecten zijn van radioactieve straling op het lichaam. Die zijn niet gering, weet Melief nu. “Het zijn in zekere zin experimenten die ze uitvoeren op een lichaam. Hoe kun je dat doen als je niet weet wat het effect is? Ik zou daarover graag een vervolgcursus ethiek doen.”

Melief vindt het belangrijk geïnteresseerd in het leven te staan. Jaren werkte ze als verloskundige in Brazilië en Mozambique, waar ze Portugees leerde. Deze taal gebruikt ze nu in haar vrijwilligerswerk met illegale Portugeestalige prostituees, die besmet zijn met hiv/aids. In februari gaat Melief terug naar Mozambique. “We willen daar huizen bouwen waar jonge zwangere meisjes kunnen verblijven totdat ze in de kraamkliniek kunnen bevallen. Nu overleven veel meisjes hun eerste bevalling niet, omdat ze de kliniek niet op tijd bereiken.” Melief hield daarover deze week een praatje bij Bouwkunde, in de hoop dat iemand de zogenaamde waiting houses wil ontwerpen.
Tinus Verwijmeren (68), cursussen radiochemie, kernenergie, nanotechnologie en vliegtuigbouwkunde.

“Mijn grootste probleem is dat alles me interesseert”, verzucht Tinus Verwijmeren als hij vertelt over zijn HOVO-loopbaan. Sinds het hoger onderwijs voor ouderen in Delft te volgen is, zat hij bij vier cursussen. Maar de TU-alumnus natuurkunde volgde ook al lessen in Rotterdam en Leiden. Verwijmeren hoopt op die manier bij te blijven, al heeft hij vele bezigheden. Zo houdt de oud-wethouder van Nootdorp een molen draaiende en zingt hij in verschillende koren. Ook zit hij in de besturen van een begraafplaats en van een stichting voor vrijwilligers in de terminale zorg. Verwijmeren begon zijn loopbaan bij een Amerikaans ingenieursbureau, werkte daarna bij het ministerie van Sociale Zaken en was wethouder. “Mijn functies werden steeds minder technisch, maar mijn interesse voor voornamelijk kernenergie is nog steeds heel groot. Die fascinatie ontstond in het derde jaar van de hts, toen ik een tijdje bij een kernreactor in het buitenland werkte.” Toch durfde Verwijmeren het niet aan zijn toekomst te veel met de kernenergie te verbinden en studeerde hij af in de fysische technologie. “Er waren op dat moment juist allerlei politieke problemen rondom kernenergie. Het leek erop dat Nederland daar niet mee verder zou gaan.”
Hoger Onderwijs voor Ouderen

Het Hoger Onderwijs voor Ouderen, kortweg HOVO, bestaat al eenentwintig jaar in Nederland. Het begon met een cursus voor veertig toehoorders in Groningen. Bij de laatste telling van HOVO-Nederland in 2004 volgden bijna 25 duizend ouderen cursussen bij de vijftien HOVO-instellingen die toen actief waren.

In het najaar van 2006 kwam de TU Delft daarbij. Het cursusaanbod in Delft beslaat allerlei vakgebieden: van nanotechnologie tot kunstmatige intelligentie, van filosofie tot bouwen in water en biotechnologie. Een passende vooropleiding is niet nodig. Een cursus bestaat uit vijf lessen van twee uur. Cursisten krijgen geen huiswerk en doen geen tentamen.

Prof.dr.ir. Ad Verkooijen is een van de docenten. In oktober gaf hij zijn eerste HOVO-cursus, over kernenergie. Gemakkelijk heeft hij het zijn cursisten niet gemaakt. “Ze hebben wel even moeten slikken, ik houd geen praatjes voor de vaak.” Verkooijen hoop dat zijn oudere studenten zich na de cursus een mening kunnen vormen over de voor- en nadelen van kernenergie en een goed beeld hebben van de rol die kernenergie in de toekomst kan spelen.

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.