Education

Emigreren?

Mocht het kabinet besluiten het collegegeld fors te verhogen, dan is dit voor de honkvaste Nederlandse studenten misschien net het zetje om hun geluk in de buurlanden te beproeven.

Een commissie van ambtenaren heeft het kabinet een aantal onorthodoxe bezuinigingsideeën voorgelegd. Eén daarvan behelst een verhoging van het collegegeld met 900 naar 2500 euro per jaar. Wordt een buitenlandse studie daarmee een serieuze optie?

In Vlaanderen betaal je voor de meeste bachelor- en master-opleidingen aan universiteit of hogeschool maar 540 euro collegegeld, een stuk minder dan in Nederland. Ook de huren zijn er lager. In Nederland kost een kamer op dit moment 343 euro inclusief, becijferde kamernet.nl. De huurprijs van een Vlaams ‘kot’ is gemiddeld 266 euro, al komen daar vaak nog wat extra kosten bij. Vooral Gent en Brussel zijn duur, met rond de 300 euro huur per maand. In de populaire studentensteden Antwerpen (276 euro) en Leuven betaal je minder (240 euro), in Belgisch Limburg het minst (197 euro).

In Duitsland was het universiteiten en hogescholen bij wet verboden om collegegeld te heffen. De meeste studenten betalen nog altijd niets voor hun opleiding. Alleen langstudeerders kregen een rekening gepresenteerd. Maar in 2005 haalde het Duitse constitutionele hof een streep door het landelijke verbod. Zeven van de zestien deelstaten voerden daarop collegegeld in.

De hogescholen en universiteiten mogen in Duitsland hooguit duizend euro per jaar vragen, behalve in Hessen, waar een maximum van 1800 euro geldt. Een politieke meerderheid wil het ‘Studiengebühr’ echter weer afschaffen.

In het aan Nederland grenzende Nordrhein-Westfalen, de grootste Duitse deelstaat, mogen de instellingen zelf weten of ze collegegeld heffen. Ze doen dit vrijwel allemaal. Aan kamerhuur ben je in Duitsland gemiddeld 191 euro kwijt. In Berlijn zijn de prijzen sterk buurtgebonden, maar collegegeld hoef je daar in elk geval niet te betalen.

In Groot-Britannië ben je duurder uit dan in Nederland: je betaalt 3145 pond (3500 euro) collegegeld voor een bacheloropleiding, en minstens 3390 pond (3770 euro) voor een master. Aan het prestigieuze Oxford of Cambridge komt daar voor masterstudenten nog een zogenoemde ‘college fee’ (rond de 2000 pond, zo’n 2200 euro) bovenop.

De gemiddelde huurprijs lijkt met 61 pond per week (290 euro per maand) mee te vallen, maar het populaire Londen (rond de 490 euro maand) en Oxbridge steken daar ver bovenuit.

Waarom bent u ooit voorzitter van de alumnivereniging geworden?

“Nadat ik met vervroegd pensioen ging, had ik voor van alles en nog wat tijd. Nico de Voogd, destijds voorzitter van het college van bestuur, was bezig de alumnivereniging op te richten en vroeg mij voorzitter te worden. Ik had redelijk veel contact met de TU, wij rekruteerden hier mensen en ik heb een tijd in het bestuur van de onderzoeksschool Bouw gezeten. Dus de affiniteit was er.”

Wat is het doel van de alumnivereniging? Geld binnenhalen naar Amerikaans voorbeeld?

“Ik heb lang volgehouden dat ik niet over geld wilde praten. Primaire doel is om de TU in de belangstelling van de alumni te houden. Zij zijn de ambassadeurs van de TU en ze weten vaak maar nauwelijks wat er gebeurt. Natuurlijk zijn velen bij de TU betrokken via de facultaire verenigingen. Je mist dan echter de blik op wat er verder gebeurt op de TU. Verder heb je als universiteit een schare supporters nodig. Zonder fanclub sta je maar alleen. Iedereen ligt onder vuur, van politiek, van fondsen. Je hebt vrienden nodig, je hebt bekendheid nodig, je hebt je visitekaartje nodig. Je moet concurreren om de studenten en om geld. Dan ben je gek als je de natuurlijke achterban niet cultiveert. Het gaat ons er om alumni iets over de TU te vertellen, maar ook dat zij iets aan de TU kunnen vertellen. En dat ze elkaar wat makkelijker kunnen vinden. We willen niet concurreren met het KIVI en de facultaire alumniverenigingen. Het communiceren en een goed gevoel hebben met elkaar blijft het primaire doel. Wij leven niet in een cultuur waarin alumni als vanzelf forse donaties geven. Maar nu we een jaar of vier bestaan, kunnen we best onze leden stimuleren het UfD een handje te helpen bij het werven van fondsen. De Daden voor Delft-actie heeft een financieel beperkte doelstelling. We kunnen geen grote onderzoeksprojecten financieren, maar in al die projecten zit wel ergens een hoekje waar geen geld voor is. Die hoekjes willen we opvullen. En wat niet van de alumni komt, kan het UfD hopelijk bij de industrie werven.”

De alumnivereniging bestaat nu vier jaar. Hoeveel leden hebben jullie nu?

“Er zijn naar schatting 40 duizend alumni. Daarvan zijn er 30 duizend bekend bij het alumnibureau en 10 duizend zoek. Dat zijn er al duizenden minder dan drie jaar geleden. De alumnivereniging heeft bijna zevenduizend leden. Eerst waren dat er wat meer, maar we hebben enkele honderden mensen uitgeschreven die hun contributie niet betaalden. Er zijn zeshonderd alumni begunstiger van het UfD en voor zover we weten hebben de facultaire verenigingen gezamenlijk 5600 leden. Dus als je dit optelt, heb je 13 duizend alumni. Er zijn natuurlijk veel dubbeltellingen bij, hoeveel weten we nog niet. Ik schat dat er ongeveer negenduizend alumni op de een of andere manier via de verenigingen met de TU communiceren.”

Hoe is de leeftijdsopbouw?

“Op de ledenvergadering is de gemiddelde leeftijd gepensioneerd-plus, maar als je naar ons ledenbestand kijkt is die leeftijd een stuk lager. Ons gat valt in de eerste drie jaar na de studie. Die mensen zijn erg mobiel en raken even uit beeld. We proberen die jonge afgestudeerden, en zeker ook de buitenlandse studenten, te strikken middels gerichte acties.”

Wat houdt de actie Daden voor Delft in?

“Dat zijn acht projecten waarvoor wij geld willen inzamelen. Wij schrijven onze leden aan, en het geld wordt beheerd door het UfD voor het project dat die leden aangeven. Zij kunnen namelijk zeggen voor welk project het geld bedoeld is. We laten met Daden voor Delft ook zien wat voor leuke projecten er zijn. Het is als reclameactie voor de TU ook belangrijk. Iedereen weet van glare en de Nuna, maar weinigen weten van de menselijke robot, of van verpakte waterstof. Ik stond te kijken van de ideeën die wij toegestuurd kregen waar we deze acht uitgehaald hebben.”

In welk perspectief ziet u deze gezamenlijke actie van het Universiteitsfonds en de alumnivereniging?

“Ik kan niet spreken namens het Universiteitsfonds, ik spreek namens de alumnivereniging. Het is naar buiten toe vaak heel moeilijk uit te leggen. Als je nu mensen benadert, die snappen niet waarom ze de ene keer een brief van het fonds krijgen, en dan weer van de vereniging. Als je hetzelfde doel hebt: bloei van de TU Delft, probeer dan zo eenduidig mogelijk naar buiten te komen. Dat willen we allebei.”

Wat is het verschil tussen de twee organen?

“De focus van de alumnivereniging ligt op mensen: de alumni als vrienden bij de TU betrekken of betrokken houden. Het UfD, met zijn lange traditie, heeft een andere focus. Wij kijken naar vrienden, naar communicatie; zij kijken naar geld, naar donateurs, naar contribuanten, naar bedrijven.”

De twee organen hebben nog steeds ieder een eigen bestuur en voorzitter. Waarom is dat?

“Wanneer je met de vereniging van friends en de stichting van funds naar buiten toe een gezicht wilt voeren en het beleid zo goed mogelijk op elkaar wilt afstemmen, dan denk ik dat het goed is als die twee organen op termijn hetzelfde bestuur krijgen. Of tenminste een zelfde voorzitter. Dus ik kan me voorstellen dat er op enig moment één voorzitter komt die de twee huidige opvolgt. Maar ook nu streven we naar dat ene gezicht naar buiten, de gezamenlijke acties en communicatie gaan voor. We moeten de buitenwereld niet te veel lastig vallen met ons interne doen en laten, dat zal de buitenwereld een zorg zijn. De eenheid naar buiten toe uitdragen, is het belangrijkste.”

Hoe verloopt de samenwerking nu?

“We werkten al samen. We hebben 3,5 jaar geleden al een memorandum van verstandhouding getekend, dat we elkaar consulteren en dat we bestuursleden uitwisselen. Alleen, we zijn nu in een stadium dat het op twee manieren heel zichtbaar naar buiten wordt gebracht. Het ene is dat we een gezamenlijk blad hebben, Uit Delft. En een andere vertaalslag is die actie Daden voor Delft. Het UfD was ook op zoek naar een verjongde, vernieuwde, uitgebreidere doelstelling. Vandaar dat we hebben gezegd: we beginnen samen een actie. Als het lukt krijgen alle leden voor de kerst een brief van vereniging en stichting, met een acceptgiro en een toelichting op de projecten en de vraag of ze willen bijdragen. Wanneer we de ondersteunende bureaus of de besturen in elkaar schuiven, dat zal de tijd leren.”

U bent al sinds de oprichting voorzitter van de alumnivereniging en bent zojuist aan uw tweede termijn begonnen. Hoe lang blijft u nog?

“Ik vind het natuurlijk erg leuk om te doen, maar aan de andere kant moet je niet te lang op je stoel blijven zitten. Dit had een moment kunnen zijn dat iemand anders het oppakt, maar er waren toch nogal wat andere bestuurswisselingen, dus vandaar de tweede termijn. Het is meer een pragmatische reden, maar ik houd wel van een zekere vernieuwing.”

WIE IS JAN VERAART?

Ir. Jan (J.J.M.) Veraart (65) is in 1964 afgestudeerd aan de toenmalige faculteit Civiele Techniek van de TU Delft. Na zijn studie hield hij zich bezig met de bouw bij aannemingsbedrijven zoals Hollandsche Beton Groep (HBG), waar hij tot 2000 bestuursvoorzitter was. Veraart is gepensioneerd maar is nog steeds zeer actief. Sinds de oprichting in 2000 is Veraart voorzitter van de alumnivereniging van de TU. Het is slechts een van de vele functies die de voormalige HBG-topman bekleedt. Zo is hij voorzitter van de raad van commissarissen (RvC) van het internationale adviesbureau Royal Haskoning, voorzitter van de stuurgroep ‘Het Nieuwe Rijksmuseum’ en voorzitter van de RvC van Beheersmaatschappij De Vries Scheepsbouw.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.