Opinion

Elfdejaars

Maandag 11 november 1996, hoofdkantoor BSO. Twee P&O-managers buigen zich aandachtig over mijn cv, terwijl ik klunzige slokjes water neem.

Het kan ze nu ieder moment opvallen. ,,Informaticastudie: 1986 tot en met 1997 (verwacht)”, stoot de één zijn collega aan. Bingo.

,,Zeg maar een hele tijd…”, probeer ik bedaard. ,,Zeg maar elf jaar”, valt de linker me verbaasd in de rede. ,,Wat heeft u al die tijd gedaan?”

Het blijft een vreemde vraag, ergens, want het antwoord lijkt me voor de hand te liggen. Wat verwachten jullie vragenstellers eigenlijk? Zelfontplooiing? Iets van de wereld gezien? Kunst en cultuur, en zo? Door zijn oprechte verbazing schaal ik de manager ogenblikkelijk in op vier, vijf, hooguit zes jaar studie. Toch moest ook hij al in een vroeg stadium hebben geleerd dat, om van de ene studieweek in de andere te rollen, slechts een bescheiden hoeveelheid werk verzet hoeft te worden, zolang het maar onvoldoende is. In een maand passen zoveel studieweken, in een studiejaar weer zoveel maanden, enfin, de rest is rekenwerk.

Goed, wanneer de eindstreep nadert dreigt deze kennis in veel gevallen verloren te gaan – maar niet voor iedereen. Lanterfanten is iets, zo ontdekt een kleine groep, dat je jezelf met wat discipline werkelijk kunt aanleren. Met hard werken zal het al niet anders wezen, maar de voordelen daarvan blijven wat hen betreft onbewezen. Niet dat een hogerejaars geen arbeidsgenot zou kennen. Een brief posten bijvoorbeeld, met alle rompslomp die daar bij komt kijken, schenkt hem een intens gevoel van tevredenheid dat dagenlang kan aanhouden.

Zodoende ontstaat een groepje die-hards, dat ongemerkt steeds harder om goede raad verlegen zit, maar ter compensatie te volwassen raakt om zich daar ook maar een bal van aan te trekken. Afstudeerprofessoren en leden uit deze groep, wanneer per abuis veroordeeld tot dezelfde gang of lift, knikken elkaar peinzend toe alsof er iets in de lucht hangt waar beiden net de vinger niet achter krijgen. ,,Hoe gaat het met jehh .. jou?” ,,Oh goed hoor. Jij nog wat gehoord van je ex?”

,,Zelfontplooiing”, antwoord ik de manager, want ik houd niet van lange verhalen. ,,Iets van de wereld gezien. Kunst en cultuur, en zo.” Met een brede zwaai mik ik mijn glas water in scherven. Mijn vaders trouwpak scheurt raspend los in de oksel. De P&O-managers springen gelijktijdig op.

,,Geen paniek!”, roep ik snel. ,,Is deze confrontatie met het basismateriaal glas er immers niet een die het glas uit zijn etherische, transparante, dwangmatig opgelegde non-existentie bevrijdt, zijn boeien doorklieft, het in een pandemonium van kristalheldere juichzang uit duizenden ragfijne keeltjes, gedirigeerd door dat ene scheppende, infinitisemale moment van trefzekere impact middels een mozaieken grilligheid van fractale deelraampjes terugvoert naar de metaforische granulariteit van haar quintessentie, het edele zand?”

Ongemerkt ben ik gaan schreeuwen, hoorde ik achteraf. Ik werk nog steeds bij het NIPO. Persoonlijke groei is leuk, maar niet alles tegelijk.

Maandag 11 november 1996, hoofdkantoor BSO. Twee P&O-managers buigen zich aandachtig over mijn cv, terwijl ik klunzige slokjes water neem. Het kan ze nu ieder moment opvallen. ,,Informaticastudie: 1986 tot en met 1997 (verwacht)”, stoot de één zijn collega aan. Bingo.

,,Zeg maar een hele tijd…”, probeer ik bedaard. ,,Zeg maar elf jaar”, valt de linker me verbaasd in de rede. ,,Wat heeft u al die tijd gedaan?”

Het blijft een vreemde vraag, ergens, want het antwoord lijkt me voor de hand te liggen. Wat verwachten jullie vragenstellers eigenlijk? Zelfontplooiing? Iets van de wereld gezien? Kunst en cultuur, en zo? Door zijn oprechte verbazing schaal ik de manager ogenblikkelijk in op vier, vijf, hooguit zes jaar studie. Toch moest ook hij al in een vroeg stadium hebben geleerd dat, om van de ene studieweek in de andere te rollen, slechts een bescheiden hoeveelheid werk verzet hoeft te worden, zolang het maar onvoldoende is. In een maand passen zoveel studieweken, in een studiejaar weer zoveel maanden, enfin, de rest is rekenwerk.

Goed, wanneer de eindstreep nadert dreigt deze kennis in veel gevallen verloren te gaan – maar niet voor iedereen. Lanterfanten is iets, zo ontdekt een kleine groep, dat je jezelf met wat discipline werkelijk kunt aanleren. Met hard werken zal het al niet anders wezen, maar de voordelen daarvan blijven wat hen betreft onbewezen. Niet dat een hogerejaars geen arbeidsgenot zou kennen. Een brief posten bijvoorbeeld, met alle rompslomp die daar bij komt kijken, schenkt hem een intens gevoel van tevredenheid dat dagenlang kan aanhouden.

Zodoende ontstaat een groepje die-hards, dat ongemerkt steeds harder om goede raad verlegen zit, maar ter compensatie te volwassen raakt om zich daar ook maar een bal van aan te trekken. Afstudeerprofessoren en leden uit deze groep, wanneer per abuis veroordeeld tot dezelfde gang of lift, knikken elkaar peinzend toe alsof er iets in de lucht hangt waar beiden net de vinger niet achter krijgen. ,,Hoe gaat het met jehh .. jou?” ,,Oh goed hoor. Jij nog wat gehoord van je ex?”

,,Zelfontplooiing”, antwoord ik de manager, want ik houd niet van lange verhalen. ,,Iets van de wereld gezien. Kunst en cultuur, en zo.” Met een brede zwaai mik ik mijn glas water in scherven. Mijn vaders trouwpak scheurt raspend los in de oksel. De P&O-managers springen gelijktijdig op.

,,Geen paniek!”, roep ik snel. ,,Is deze confrontatie met het basismateriaal glas er immers niet een die het glas uit zijn etherische, transparante, dwangmatig opgelegde non-existentie bevrijdt, zijn boeien doorklieft, het in een pandemonium van kristalheldere juichzang uit duizenden ragfijne keeltjes, gedirigeerd door dat ene scheppende, infinitisemale moment van trefzekere impact middels een mozaieken grilligheid van fractale deelraampjes terugvoert naar de metaforische granulariteit van haar quintessentie, het edele zand?”

Ongemerkt ben ik gaan schreeuwen, hoorde ik achteraf. Ik werk nog steeds bij het NIPO. Persoonlijke groei is leuk, maar niet alles tegelijk.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.