Campus

Eindeloos schaven aan een noot

Twee studies naast elkaar, dat doen wel meer studenten. Twee tijdrovende studies tegelijkertijd, dat is zeldzaam. Toch is er in Delft een vijftiental studenten die een conservatoriumstudie en een technische studie combineren.

Over de liefde voor twee vakgebieden.

Jaap de Vries, student natuurkunde en student fagot in Den Haag: ,,Als ik tentamens voor natuurkunde leer, lijdt mijn conservatoriumstudie daaronder. Als ik met fagot bezig ben, lijdt mijn natuurkundestudie eronder.” Het is het eerste dilemma waarvoor je staat wanneer je twee studies doet: welke studie heeft voorrang.

De meeste Delftse studenten die conservatorium doen, lijken hun keus voor muziek voorop te stellen. ,,Als ik moet kiezen, dan kies ik voor muziek”, aldus Joris van Haaften, afgestudeerd bouwkundige en derdejaars cello. Zómaar een conservatoriumstudie volgen – en dat ook volhouden – lijkt er niet bij.

Toch is de keuze niet altijd bewust. De Vries kreeg van een vriend een tweedehandsfagot aangeboden. Hij had toen al aan het conservatorium klarinet gestudeerd, en was aan technische natuurkunde begonnen. ,,Ik woonde in een kraakpand aan de Ezelsveldlaan”, aldus De Vries. ,,We hadden geen kachel. In die winter was het bijzonder koud, en mijn adem kwam als een witte rook uit de fagot zetten. Bovendien vonden mijn huisgenoten – krakers van het oude stempel – klassieke muziek elitair.”

Door zijn klarinetervaring had De Vries al ademsteun geleerd. Binnen no time speelde hij fagot op behoorlijk niveau. ,,Ik ben toen eens meegeweest op een voorspeelavond van het conservatorium. Van het een kwam het ander, ik liet na afloop aan de docent horen hoe ik speelde. De week later deed ik audities en werd ik aangenomen in Rotterdam.” De Vries deed kort daarna auditie in Den Haag omdat daar veel bekenden studeerden.
Blokfluitjuf

Van Haaften koos halverwege zijn studie bouwkunde voor conservatorium. Hij wilde ‘ook die mooie stukken spelen’. Hij bezocht wel acht conservatoriumleraren om zijn ideale docent te vinden. ,,Op het conservatorium zit je vijf jaar vast aan één docent”, motiveert hij de tijd die hij hierin stak. ,,Ik heb gekozen voor een lerares in Hilversum. Ik koos niet voor het beroemdste of best aangeschreven conservatorium, maar omdat ik veel vertrouwen in haar had.”

Tijdens zijn afstuderen hield Van Haaften een strak ritme aan: ‘s morgens cello studeren, ‘s middags bouwkunde. Hij heeft als architect inmiddels zijn eerste opdracht binnen, een’buitenkansje’ volgens hemzelf. De combinatie lijkt hem nog altijd ideaal.

Renske Ligtmans bewandelde een andere weg. Zij begon met een studie blokfluit, met als tweede hoofdvak clavecimbel. ,,Dat beviel me niet”, vertelt Ligtmans. ,,Er wordt van je verwacht dat je je leven lang voldoening haalt uit het blazen op een stuk hout. Het toekomstperspectief om alleen blokfluitjuf te worden vond ik benauwend.”

Voor Ligtmans ging een wereld open toen ze wiskunde in Eindhoven ging doen, gecombineerd met privé-clavecimbellessen. ,,Bij een universitaire studie heb je een hele trits aan docenten. Dan zie je: bij deze docent snap ik het wel, bij die andere niet. Dus denk je: ‘Dat ligt aan die docent, en niet aan mijzelf.’ Natuurlijk vraagt een wiskundestudie intellectueel meer. Met een instrument ben je veel bezig met het overbrengen van emoties.”

Na haar wiskundestudie is Ligtmans aio geworden in Delft. ,,Maar na anderhalf jaar had ik er genoeg van om eenzaam op een kamertje te zitten.” Om zeker te zijn van haar keus is Ligtmans nog twee maanden gaan werken bij een software-bedrijf. ,,Voor een hoog salaris, vond ik zelf. Maar ik zat daar acht uur per dag mijn energie in iets te stoppen waar ik niet echt ambities voor voelde.” Ligtmans is begonnen met een studie koordirectie in Rotterdam. Wiskunde is voor haar nu ‘een hobby’.
Schnabbel

Renske Ligtmans: wiskunde en blokfluit/clavecimbel

Om financieel rond te komen, hebben veel conservatoriumstudenten schnabbels. Zij spelen dan samen met amateurs of bij onderbezette ensembles om wat bij te verdienen. De Vries heeft het makkelijk: ,,Zodra mensen wisten dat ik een fagot had, werd ik gebeld. Er zijn nu eenmaal weinig fagottisten in Nederland.” Hij speelde al snel bij een orkest, en raadt mensen dan ook aan fagot te gaan spelen.

Kort geleden speelde De Vries mee met het Radio Philharmonisch Orkest – ,,een fantastische ervaring. Dat soort mensen speelt misschien wel dertig jaar, maar probeert toch elke keer de top te halen. Ze halen in de pauze geen koffie, maar repeteren gewoon door.”

Ligtmans heeft een vastere vorm van inkomsten. Ze dirigeert het Delftsch a capella koor en is op zoek naar een tweede koor. ,,Een koor vinden om te dirigeren is niet moeilijk, maar een goed koor vinden wél.” Zij ziet verschil tussen een koor met technische studenten en een koor van ‘burgers’. ,,Het is gevaarlijk om te generaliseren, maar bij een burgerkoor moet je niet aankomen met breuken. Daar staat tegenover dat zo’n koor jarenlang hetzelfde niveau heeft. Een studentenkoor heeft elk jaar nieuwe leden. Je moet alles steeds opnieuw aanleren, maar studenten leren snel.”
Ervaring

Het meespelen in ensembles wordt gezien als een wezenlijk deel van de conservatoriumstudie. Van Haaften speelt bij hetRiciotti, een groot kamerorkest dat bestaat uit de helft conservatoriumstudenten en de helft amateurs. ,,We spelen in principe op onverwachte locaties. Gevangenissen, scholen, gestichten. Tussen de officiële concerten door spelen we soms op nog vreemdere plekken. Zo hebben we een magazijnmeester van Blokker wijsgemaakt dat wij waren uitgenodigd ‘door iemand die hij wel kende’ ter ere van het lustrum van Blokker. Toen hebben we daar drie kwartier in de kantine gespeeld.”

Met een conservatoriumstudie ben je wel je grootste hobby kwijt. Het eindeloos schaven aan elke noot kan vervelend zijn. Toch is elk optreden voor De Vries weer spannend, zeker als er wat mis dreigt te gaan. ,,Vlak voor een solo in een concert van Krashna schoot een asje van een klep eruit. Dat kon ik toen zo snel niet terugvinden. Maar met een paperclip van een naburige piccolospeler heb ik het toen alsnog gered.” (P.R.)

Paul Rutten

,,

Twee studies naast elkaar, dat doen wel meer studenten. Twee tijdrovende studies tegelijkertijd, dat is zeldzaam. Toch is er in Delft een vijftiental studenten die een conservatoriumstudie en een technische studie combineren. Over de liefde voor twee vakgebieden.

Jaap de Vries, student natuurkunde en student fagot in Den Haag: ,,Als ik tentamens voor natuurkunde leer, lijdt mijn conservatoriumstudie daaronder. Als ik met fagot bezig ben, lijdt mijn natuurkundestudie eronder.” Het is het eerste dilemma waarvoor je staat wanneer je twee studies doet: welke studie heeft voorrang.

De meeste Delftse studenten die conservatorium doen, lijken hun keus voor muziek voorop te stellen. ,,Als ik moet kiezen, dan kies ik voor muziek”, aldus Joris van Haaften, afgestudeerd bouwkundige en derdejaars cello. Zómaar een conservatoriumstudie volgen – en dat ook volhouden – lijkt er niet bij.

Toch is de keuze niet altijd bewust. De Vries kreeg van een vriend een tweedehandsfagot aangeboden. Hij had toen al aan het conservatorium klarinet gestudeerd, en was aan technische natuurkunde begonnen. ,,Ik woonde in een kraakpand aan de Ezelsveldlaan”, aldus De Vries. ,,We hadden geen kachel. In die winter was het bijzonder koud, en mijn adem kwam als een witte rook uit de fagot zetten. Bovendien vonden mijn huisgenoten – krakers van het oude stempel – klassieke muziek elitair.”

Door zijn klarinetervaring had De Vries al ademsteun geleerd. Binnen no time speelde hij fagot op behoorlijk niveau. ,,Ik ben toen eens meegeweest op een voorspeelavond van het conservatorium. Van het een kwam het ander, ik liet na afloop aan de docent horen hoe ik speelde. De week later deed ik audities en werd ik aangenomen in Rotterdam.” De Vries deed kort daarna auditie in Den Haag omdat daar veel bekenden studeerden.
Blokfluitjuf

Van Haaften koos halverwege zijn studie bouwkunde voor conservatorium. Hij wilde ‘ook die mooie stukken spelen’. Hij bezocht wel acht conservatoriumleraren om zijn ideale docent te vinden. ,,Op het conservatorium zit je vijf jaar vast aan één docent”, motiveert hij de tijd die hij hierin stak. ,,Ik heb gekozen voor een lerares in Hilversum. Ik koos niet voor het beroemdste of best aangeschreven conservatorium, maar omdat ik veel vertrouwen in haar had.”

Tijdens zijn afstuderen hield Van Haaften een strak ritme aan: ‘s morgens cello studeren, ‘s middags bouwkunde. Hij heeft als architect inmiddels zijn eerste opdracht binnen, een’buitenkansje’ volgens hemzelf. De combinatie lijkt hem nog altijd ideaal.

Renske Ligtmans bewandelde een andere weg. Zij begon met een studie blokfluit, met als tweede hoofdvak clavecimbel. ,,Dat beviel me niet”, vertelt Ligtmans. ,,Er wordt van je verwacht dat je je leven lang voldoening haalt uit het blazen op een stuk hout. Het toekomstperspectief om alleen blokfluitjuf te worden vond ik benauwend.”

Voor Ligtmans ging een wereld open toen ze wiskunde in Eindhoven ging doen, gecombineerd met privé-clavecimbellessen. ,,Bij een universitaire studie heb je een hele trits aan docenten. Dan zie je: bij deze docent snap ik het wel, bij die andere niet. Dus denk je: ‘Dat ligt aan die docent, en niet aan mijzelf.’ Natuurlijk vraagt een wiskundestudie intellectueel meer. Met een instrument ben je veel bezig met het overbrengen van emoties.”

Na haar wiskundestudie is Ligtmans aio geworden in Delft. ,,Maar na anderhalf jaar had ik er genoeg van om eenzaam op een kamertje te zitten.” Om zeker te zijn van haar keus is Ligtmans nog twee maanden gaan werken bij een software-bedrijf. ,,Voor een hoog salaris, vond ik zelf. Maar ik zat daar acht uur per dag mijn energie in iets te stoppen waar ik niet echt ambities voor voelde.” Ligtmans is begonnen met een studie koordirectie in Rotterdam. Wiskunde is voor haar nu ‘een hobby’.
Schnabbel

Renske Ligtmans: wiskunde en blokfluit/clavecimbel

Om financieel rond te komen, hebben veel conservatoriumstudenten schnabbels. Zij spelen dan samen met amateurs of bij onderbezette ensembles om wat bij te verdienen. De Vries heeft het makkelijk: ,,Zodra mensen wisten dat ik een fagot had, werd ik gebeld. Er zijn nu eenmaal weinig fagottisten in Nederland.” Hij speelde al snel bij een orkest, en raadt mensen dan ook aan fagot te gaan spelen.

Kort geleden speelde De Vries mee met het Radio Philharmonisch Orkest – ,,een fantastische ervaring. Dat soort mensen speelt misschien wel dertig jaar, maar probeert toch elke keer de top te halen. Ze halen in de pauze geen koffie, maar repeteren gewoon door.”

Ligtmans heeft een vastere vorm van inkomsten. Ze dirigeert het Delftsch a capella koor en is op zoek naar een tweede koor. ,,Een koor vinden om te dirigeren is niet moeilijk, maar een goed koor vinden wél.” Zij ziet verschil tussen een koor met technische studenten en een koor van ‘burgers’. ,,Het is gevaarlijk om te generaliseren, maar bij een burgerkoor moet je niet aankomen met breuken. Daar staat tegenover dat zo’n koor jarenlang hetzelfde niveau heeft. Een studentenkoor heeft elk jaar nieuwe leden. Je moet alles steeds opnieuw aanleren, maar studenten leren snel.”
Ervaring

Het meespelen in ensembles wordt gezien als een wezenlijk deel van de conservatoriumstudie. Van Haaften speelt bij hetRiciotti, een groot kamerorkest dat bestaat uit de helft conservatoriumstudenten en de helft amateurs. ,,We spelen in principe op onverwachte locaties. Gevangenissen, scholen, gestichten. Tussen de officiële concerten door spelen we soms op nog vreemdere plekken. Zo hebben we een magazijnmeester van Blokker wijsgemaakt dat wij waren uitgenodigd ‘door iemand die hij wel kende’ ter ere van het lustrum van Blokker. Toen hebben we daar drie kwartier in de kantine gespeeld.”

Met een conservatoriumstudie ben je wel je grootste hobby kwijt. Het eindeloos schaven aan elke noot kan vervelend zijn. Toch is elk optreden voor De Vries weer spannend, zeker als er wat mis dreigt te gaan. ,,Vlak voor een solo in een concert van Krashna schoot een asje van een klep eruit. Dat kon ik toen zo snel niet terugvinden. Maar met een paperclip van een naburige piccolospeler heb ik het toen alsnog gered.” (P.R.)

Paul Rutten

Twee studies naast elkaar, dat doen wel meer studenten. Twee tijdrovende studies tegelijkertijd, dat is zeldzaam. Toch is er in Delft een vijftiental studenten die een conservatoriumstudie en een technische studie combineren. Over de liefde voor twee vakgebieden.

Jaap de Vries, student natuurkunde en student fagot in Den Haag: ,,Als ik tentamens voor natuurkunde leer, lijdt mijn conservatoriumstudie daaronder. Als ik met fagot bezig ben, lijdt mijn natuurkundestudie eronder.” Het is het eerste dilemma waarvoor je staat wanneer je twee studies doet: welke studie heeft voorrang.

De meeste Delftse studenten die conservatorium doen, lijken hun keus voor muziek voorop te stellen. ,,Als ik moet kiezen, dan kies ik voor muziek”, aldus Joris van Haaften, afgestudeerd bouwkundige en derdejaars cello. Zómaar een conservatoriumstudie volgen – en dat ook volhouden – lijkt er niet bij.

Toch is de keuze niet altijd bewust. De Vries kreeg van een vriend een tweedehandsfagot aangeboden. Hij had toen al aan het conservatorium klarinet gestudeerd, en was aan technische natuurkunde begonnen. ,,Ik woonde in een kraakpand aan de Ezelsveldlaan”, aldus De Vries. ,,We hadden geen kachel. In die winter was het bijzonder koud, en mijn adem kwam als een witte rook uit de fagot zetten. Bovendien vonden mijn huisgenoten – krakers van het oude stempel – klassieke muziek elitair.”

Door zijn klarinetervaring had De Vries al ademsteun geleerd. Binnen no time speelde hij fagot op behoorlijk niveau. ,,Ik ben toen eens meegeweest op een voorspeelavond van het conservatorium. Van het een kwam het ander, ik liet na afloop aan de docent horen hoe ik speelde. De week later deed ik audities en werd ik aangenomen in Rotterdam.” De Vries deed kort daarna auditie in Den Haag omdat daar veel bekenden studeerden.
Blokfluitjuf

Van Haaften koos halverwege zijn studie bouwkunde voor conservatorium. Hij wilde ‘ook die mooie stukken spelen’. Hij bezocht wel acht conservatoriumleraren om zijn ideale docent te vinden. ,,Op het conservatorium zit je vijf jaar vast aan één docent”, motiveert hij de tijd die hij hierin stak. ,,Ik heb gekozen voor een lerares in Hilversum. Ik koos niet voor het beroemdste of best aangeschreven conservatorium, maar omdat ik veel vertrouwen in haar had.”

Tijdens zijn afstuderen hield Van Haaften een strak ritme aan: ‘s morgens cello studeren, ‘s middags bouwkunde. Hij heeft als architect inmiddels zijn eerste opdracht binnen, een’buitenkansje’ volgens hemzelf. De combinatie lijkt hem nog altijd ideaal.

Renske Ligtmans bewandelde een andere weg. Zij begon met een studie blokfluit, met als tweede hoofdvak clavecimbel. ,,Dat beviel me niet”, vertelt Ligtmans. ,,Er wordt van je verwacht dat je je leven lang voldoening haalt uit het blazen op een stuk hout. Het toekomstperspectief om alleen blokfluitjuf te worden vond ik benauwend.”

Voor Ligtmans ging een wereld open toen ze wiskunde in Eindhoven ging doen, gecombineerd met privé-clavecimbellessen. ,,Bij een universitaire studie heb je een hele trits aan docenten. Dan zie je: bij deze docent snap ik het wel, bij die andere niet. Dus denk je: ‘Dat ligt aan die docent, en niet aan mijzelf.’ Natuurlijk vraagt een wiskundestudie intellectueel meer. Met een instrument ben je veel bezig met het overbrengen van emoties.”

Na haar wiskundestudie is Ligtmans aio geworden in Delft. ,,Maar na anderhalf jaar had ik er genoeg van om eenzaam op een kamertje te zitten.” Om zeker te zijn van haar keus is Ligtmans nog twee maanden gaan werken bij een software-bedrijf. ,,Voor een hoog salaris, vond ik zelf. Maar ik zat daar acht uur per dag mijn energie in iets te stoppen waar ik niet echt ambities voor voelde.” Ligtmans is begonnen met een studie koordirectie in Rotterdam. Wiskunde is voor haar nu ‘een hobby’.
Schnabbel

Renske Ligtmans: wiskunde en blokfluit/clavecimbel

Om financieel rond te komen, hebben veel conservatoriumstudenten schnabbels. Zij spelen dan samen met amateurs of bij onderbezette ensembles om wat bij te verdienen. De Vries heeft het makkelijk: ,,Zodra mensen wisten dat ik een fagot had, werd ik gebeld. Er zijn nu eenmaal weinig fagottisten in Nederland.” Hij speelde al snel bij een orkest, en raadt mensen dan ook aan fagot te gaan spelen.

Kort geleden speelde De Vries mee met het Radio Philharmonisch Orkest – ,,een fantastische ervaring. Dat soort mensen speelt misschien wel dertig jaar, maar probeert toch elke keer de top te halen. Ze halen in de pauze geen koffie, maar repeteren gewoon door.”

Ligtmans heeft een vastere vorm van inkomsten. Ze dirigeert het Delftsch a capella koor en is op zoek naar een tweede koor. ,,Een koor vinden om te dirigeren is niet moeilijk, maar een goed koor vinden wél.” Zij ziet verschil tussen een koor met technische studenten en een koor van ‘burgers’. ,,Het is gevaarlijk om te generaliseren, maar bij een burgerkoor moet je niet aankomen met breuken. Daar staat tegenover dat zo’n koor jarenlang hetzelfde niveau heeft. Een studentenkoor heeft elk jaar nieuwe leden. Je moet alles steeds opnieuw aanleren, maar studenten leren snel.”
Ervaring

Het meespelen in ensembles wordt gezien als een wezenlijk deel van de conservatoriumstudie. Van Haaften speelt bij hetRiciotti, een groot kamerorkest dat bestaat uit de helft conservatoriumstudenten en de helft amateurs. ,,We spelen in principe op onverwachte locaties. Gevangenissen, scholen, gestichten. Tussen de officiële concerten door spelen we soms op nog vreemdere plekken. Zo hebben we een magazijnmeester van Blokker wijsgemaakt dat wij waren uitgenodigd ‘door iemand die hij wel kende’ ter ere van het lustrum van Blokker. Toen hebben we daar drie kwartier in de kantine gespeeld.”

Met een conservatoriumstudie ben je wel je grootste hobby kwijt. Het eindeloos schaven aan elke noot kan vervelend zijn. Toch is elk optreden voor De Vries weer spannend, zeker als er wat mis dreigt te gaan. ,,Vlak voor een solo in een concert van Krashna schoot een asje van een klep eruit. Dat kon ik toen zo snel niet terugvinden. Maar met een paperclip van een naburige piccolospeler heb ik het toen alsnog gered.” (P.R.)

Paul Rutten

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.