Een oranje klimaatbox met daarin grijze stellingkasten vol maquettes van de beroemdste gebouwen van Nederland. Het Nederlands Architectuurinstituut opende begin deze maand een maquettedepot in de Van Nelle Ontwerpfabriek en maakte daarmee vierhonderd bijzondere maquettes toegankelijk voor publiek.
Miriam Reitenbach, student industrieel ontwerpen aan de TU, opent de speciale deuren die toegang bieden tot de klimaatbox van het maquettedepot in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. “De temperatuur wordt hier constant op achttien graden gehouden, met een luchtvochtigheid van vijftig procent. Op deze manier worden de maquettes optimaal geconserveerd”, legt Reitenbach uit.
Wat er gebeurt als een maquette te lang gewoon op zolder staat, wordt direct zichtbaar. Op de grond staat een gipsen maquette van architect Kromhout, een voorstel voor het nieuwe gemeentehuis van Rotterdam. Jarenlang stond het op de zolder van het huidige gemeentehuis, en inmiddels brokkelt het gips af en de verf is aan het bladderen. De maquette wordt hier gerestaureerd, net als andere maquettes.
Midden in de box staat een enorm ‘aquarium’, waarin restaurateurs aan beschadigde exemplaren werken. Toeschouwers kunnen de restauratie via de glazen wanden volgen.
De rondleiding voert langs de stellingkasten, stuk voor stuk gevuld met gebouwen op schaal, vierhonderd stuks in totaal. De schaal verschilt nogal. Er staan maquettes van vier bij vijf meter, verdeeld over een paar kasten, maar ook piepkleine, gedetailleerde maquettes, compleet met inrichting en bewoners.
“De bedoeling van dit depot is niet om de maquettes zo mooi mogelijk te exposeren. Dat zou veel te veel ruimte in beslag nemen”, aldus Reitenbach. “Wel wilden we opslag en toegankelijkheid met elkaar combineren. Daarom hebben we gekozen voor stellingkasten om de maquettes zichtbaar in op te bergen.”
Het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) bezit dertienhonderd maquettes, waarvan het merendeel van Nederlandse architecten of gebouwen is. Voorheen werden ze allemaal opgeborgen in het NAi zelf, maar door gebrek aan ruimte kon het publiek de maquettes daar niet zien. Bovendien krijgt het NAi ieder jaar zo’n honderddertig nieuwe maquettes binnen, zodat de collectie uit haar jas begon te groeien. Op zoek naar opslagruimte besloot het instituut een nieuw depot te openen om daarmee meteen een deel van de collectie permanent zichtbaar te maken voor publiek.
In het depot zijn niet alleen maquettes opgenomen van uitgevoerde gebouwen of projecten, maar ook schetsmaquettes, waarin slechts ruwe vormen te herkennen zijn, en maquettes van projecten die nooit zijn gerealiseerd. Het NAi hoopt de bezoeker hiermee een indruk te geven van de verschillende functies van de maquette binnen het ontwerpproces.
Behalve qua vorm verschillen de maquettes ook sterk qua gebruik van materialen. Je vindt er maquettes van hout, van gips, karton en papier, maar ook eentje die is opgebouwd uit eierschalen.
Normaal gesproken worden de maquettes aan het NAi geschonken. De enige waarvoor het instituut ooit heeft betaald was van Rem Koolhaas. Reitenbach: “Hij besteedt het maken van zijn maquettes altijd uit en staat inmiddels bekend om zijn mooie presentatiemodellen.” Koolhaas’ architectenbureau OMA is het meest vertegenwoordigd in het maquettedepot.
Het NAi Open Maquettedepot is te vinden in de Van Nelle Ontwerpfabriek, Schiehal A, Van Nelleweg 1 in Rotterdam. Rondleidingen zijn iedere laatste zondag van de maand. Toegang: 7,50 euro per persoon. Inschrijven kan twee weken tevoren via www.nai.nl.
Maquette van Villa Gaudeamus in Bilthoven van architect F.E Röntgen (Foto: Kees Spruijt)
Miriam Reitenbach, student industrieel ontwerpen aan de TU, opent de speciale deuren die toegang bieden tot de klimaatbox van het maquettedepot in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. “De temperatuur wordt hier constant op achttien graden gehouden, met een luchtvochtigheid van vijftig procent. Op deze manier worden de maquettes optimaal geconserveerd”, legt Reitenbach uit.
Wat er gebeurt als een maquette te lang gewoon op zolder staat, wordt direct zichtbaar. Op de grond staat een gipsen maquette van architect Kromhout, een voorstel voor het nieuwe gemeentehuis van Rotterdam. Jarenlang stond het op de zolder van het huidige gemeentehuis, en inmiddels brokkelt het gips af en de verf is aan het bladderen. De maquette wordt hier gerestaureerd, net als andere maquettes.
Midden in de box staat een enorm ‘aquarium’, waarin restaurateurs aan beschadigde exemplaren werken. Toeschouwers kunnen de restauratie via de glazen wanden volgen.
De rondleiding voert langs de stellingkasten, stuk voor stuk gevuld met gebouwen op schaal, vierhonderd stuks in totaal. De schaal verschilt nogal. Er staan maquettes van vier bij vijf meter, verdeeld over een paar kasten, maar ook piepkleine, gedetailleerde maquettes, compleet met inrichting en bewoners.
“De bedoeling van dit depot is niet om de maquettes zo mooi mogelijk te exposeren. Dat zou veel te veel ruimte in beslag nemen”, aldus Reitenbach. “Wel wilden we opslag en toegankelijkheid met elkaar combineren. Daarom hebben we gekozen voor stellingkasten om de maquettes zichtbaar in op te bergen.”
Het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) bezit dertienhonderd maquettes, waarvan het merendeel van Nederlandse architecten of gebouwen is. Voorheen werden ze allemaal opgeborgen in het NAi zelf, maar door gebrek aan ruimte kon het publiek de maquettes daar niet zien. Bovendien krijgt het NAi ieder jaar zo’n honderddertig nieuwe maquettes binnen, zodat de collectie uit haar jas begon te groeien. Op zoek naar opslagruimte besloot het instituut een nieuw depot te openen om daarmee meteen een deel van de collectie permanent zichtbaar te maken voor publiek.
In het depot zijn niet alleen maquettes opgenomen van uitgevoerde gebouwen of projecten, maar ook schetsmaquettes, waarin slechts ruwe vormen te herkennen zijn, en maquettes van projecten die nooit zijn gerealiseerd. Het NAi hoopt de bezoeker hiermee een indruk te geven van de verschillende functies van de maquette binnen het ontwerpproces.
Behalve qua vorm verschillen de maquettes ook sterk qua gebruik van materialen. Je vindt er maquettes van hout, van gips, karton en papier, maar ook eentje die is opgebouwd uit eierschalen.
Normaal gesproken worden de maquettes aan het NAi geschonken. De enige waarvoor het instituut ooit heeft betaald was van Rem Koolhaas. Reitenbach: “Hij besteedt het maken van zijn maquettes altijd uit en staat inmiddels bekend om zijn mooie presentatiemodellen.” Koolhaas’ architectenbureau OMA is het meest vertegenwoordigd in het maquettedepot.
Het NAi Open Maquettedepot is te vinden in de Van Nelle Ontwerpfabriek, Schiehal A, Van Nelleweg 1 in Rotterdam. Rondleidingen zijn iedere laatste zondag van de maand. Toegang: 7,50 euro per persoon. Inschrijven kan twee weken tevoren via www.nai.nl.
Maquette van Villa Gaudeamus in Bilthoven van architect F.E Röntgen (Foto: Kees Spruijt)

Comments are closed.