Een wetenschapper-consultant die mij nog nooit had gebeld, belde me thuis op en vroeg uitgebreid naar mijn vakantie, naar werk en gezin.
En trouwens. “Nu is er binnenkort dat grote internationale congres en kun jij een praatje houden in onze workshop?” Over een maand al, ja beetje laat, maar professor die en minister die hadden afgezegd en dus had hij meteen aan mij gedacht.
“Waarover gaat die workshop?”, vroeg ik.
“Over innovatie. En daarom dacht ik aan jou. Jij hebt toch laatst dat rapport geschreven bij de WRR over innovatie?”
“Nee, dat was een ander rapport; ons rapport ging over investeringen in infrastructuur.”
“Ja precies. Bij infrastructuur is innovatie toch ook heel erg van belang?”
Daar kon ik niets tegenin brengen.
“Ik weet eigenlijk niets zinnigs te zeggen over innovatie. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan.”
De wetenschapper-consultant begon nattigheid te voelen. Na minister en professor ging nu ook de gewone wetenschapper bedanken voor de eer.
“Het is heel eervol. Je geeft een soort keynote speech. De plenaire openingsspeech op een internationaal congres. Dat is toch niet niks.”
“Een soort keynote“, herhaalde ik.
“Jazeker, zo zou je dat wel kunnen zeggen. Maar dan niet helemaal plenair maar in een workshop. En naast jou zijn er nog twee lezingen.”
“En moet ik ook nog een paper schrijven voor die tijd?”
“Nee, die leest toch niemand? Gewoon een goed praatje.”
“Over investeringen in infrastructuur?”
“En een beetje innovatie.”
“Ik weet het niet hoor…”
“Gewoon doen. Wordt lachen. Komen goeie mensen. Is mooie gelegenheid om jouw rapport over innovatie in infrastructuur aan de man te brengen. Toch?”
Ik liet een stilte vallen.
“En je zou mij enorm uit de brand helpen.”
En zo is het gekomen dat ik nu een soort keynote aan het maken ben over een beetje innovatie.
Willemijn Dicke
Comments are closed.