Campus

Een prothese voor de danser

In het kader van de Wetenschap & Techniekweek zijn de bureau’s Studium Generale van de TU en de Erasmus Universiteit een samenwerking aangegaan.

Onder het thema ‘beweging’ vinden volgende maand op het raakvlak van kunst en wetenschap vijf lezingen plaats. Verder kunnen studenten uit diverse vakgebieden deelnemen aan twee interdisciplinaire workshops. ,,Het organiseren van een tweelingprogramma beoogt het uitwisselen van kennis die op beide universiteiten aanwezig is”, aldus SG-programmamaker Marion Vredeling.

Traditiegetrouw wordt in oktober de Wetenschap & Techniekweek gehouden. Verspreid over heel Nederland openen universiteiten, musea, sterrenwachten, bibliotheken, onderzoeksinstituten en bedrijven hun deuren om te laten zien wat ze aan wetenschap en techniek in huis hebben. Er zijn lezingen, demonstraties, tentoonstellingen en rondleidingen, maar daarnaast krijgt het publiek ook zelf de gelegenheid experimenten uit te voeren.

Delft blaast uiteraard ook een partijtje mee. Ieder jaar houdt een aantal faculteiten open huis. Ditmaal zijn dat Technische Wiskunde & Informatica en Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek. Op eerstgenoemde faculteit worden onder meer de treinvertragingen van de NS ‘wiskundig’ onder de loep genomen en licht men een onderzoek toe naar de automatische herkenning van emoties. Op de andere faculteit aandacht voor ‘de mechanische aap’, het functioneren van prothesen en orthesen plus een demonstratie van een robot.

Sinds vorig jaar heeft Studium Generale (SG) van de TU aansluiting gezocht bij de Wetenschap & Techniekweek door in te haken op het thema. Zo vonden in 1995 onder de noemer ‘water en vuur’ op het gebied van kunst en wetenschap een groot aantal activiteiten plaats. Gezien het succes ervan krijgt het dit jaar een vervolg. Evenals het vorige thema is ‘beweging’ volgens Marion Vredeling goed in te vullen. ,,Je kunt het heel ruim opvatten, want ‘beweging’ zit in erg veel verschijnselen. Het betekent wel dat je je sterk moet inperken.”
Schandalig

Anders dan vorig jaar, toen SG een eigen programma samenstelde, heeft het dit jaar contact gezocht met zijn evenknie van de Erasmus Universiteit, naar voorbeeld van het samenwerkingsverband tussen de SG’s van Groningen en Twente. ,,Door samen te werken kunnen we een beter programma presenteren en kunnen de kosten worden gedrukt”, zegt Vredeling. Wat dat laatste betreft kijkt ze met scheve ogen naar de SG’s van sommige andere universiteiten, waaronder Groningen en Eindhoven, die vergeleken met Delft een veel groter budget hebben.

,,Bijna iedereen in de wetenschappelijke wereld vindt dat universiteiten meer moeten doen aan de algemene vorming van studenten. Daarbij wordt in allerlei beleidsnota’s gewezen op het belang van interdisciplinaire samenwerking en op het snel oppikken van maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn allemaal activiteiten waaraan SG veel aandacht besteedt. Ik vind het schandalig dat we daar niet meer financiële armslag voor krijgen.”

Los van de financiële noodzaak voorziet samenwerking volgens haar ook in de mogelijkheid om kennis uit te wisselen tussen beide universiteiten, en om studenten bij elkaar te brengen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de interdisciplinaire workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’.

Over het idee erachter zegt Vredeling: ,,We hebben beweging eerst vertaald naar lichaamsbeweging en toen naar dans. Vervolgens hebben we gekeken naar een link met beide universiteiten. Uiteindelijk kwamen we uit bij de studies werktuigbouw en industrieel ontwerpen in Delft en bij de medische faculteit van Erasmus.”
Prothese

Dans lijkt mijlenver af te staan van het onderzoek dat op deze faculteiten wordt verricht, maar er zijn wel degelijk terreinen waar beide elkaar raken. Zo houdt men zich bij werktuigbouwkunde bezig met de ontwikkeling van protheses (ter vervanging van een ontbrekend lichaamsdeel) en ortheses (voor het herstellen van een weggevallen functie van een lichaamsdeel). Op de faculteit IO richt men zich binnen de afdelingen biomechanica en ergonomie ook op de menselijke beweging en hetzelfde doen de medici in Rotterdam.

Eigenlijk stellen wetenschappers binnen deze faculteiten zich soortgelijke vragen als dansers en choreografen, bijvoorbeeld hoe ver een been kan uitdraaien of hoe zwaar een knie kan worden belast. Vredeling: ,,Binnen de danswereld hebben we gezocht naar mensen die zich wenden naar de wetenschap, zoals Albert Jan van der Stel. Hij maakt choreografieën met een computer om bewegingen op te roepen die de mens zelf niet kan maken, bij wijze van studie en voor animatiefilms. Daarmee overschrijdt hij de natuurlijke grenzen van het lichaam, net zoals sommige wetenschappers dat doen.”

In de workshop zullen studenten onder begeleiding van mensen uit bovengenoemde disciplines zich richten op de vraag of je lichaamsexpressie al of niet kunt versterken door de inbreng van techniek. Er kunnen in totaal 25 studenten aan deelnemen, afkomstig van de TUD, EUR of een kunstacademie. Voorafgaand zullen ze gedeeltelijk participeren in de Rotterdamse dansmanifestatie ‘Future Moves’. Afhankelijk van de uitkomsten van het atelierwerk zullen de resultaten aan het publiek worden gepresenteerd in een tentoonstelling of een dans-performance.
Studiedruk

Het thema beweging wordt verder nog uitgediept in en lezingencyclus. Met een divers pakket van programma’s probeert SG in te spelen op de wensen van de huidige lichting studenten. Vredeling: ,,Door de toegenomen studiedruk hebben sommigen behoefte aan kortstondige activiteiten, zoals de lezingen, performances, video- en diavoorstellingen in het kader van ‘De vrolijke wetenschap’. Door die steeds op andere faculteiten te laten plaatsvinden, spelen we in op dezapcultuur. De gewone lezingen voorzien echter nog steeds in een grote behoefte.”

Voor degenen die nog dieper op de materie willen ingaan zijn er leesgroepen en workshops. ,,Ze zijn geen vervanging van het reguliere onderwijs”, benadrukt Vredeling, ,,maar ze zijn additioneel. Wij proberen studenten van verschillende vakgebieden en mensen van buiten bij elkaar te brengen. Juist ook vanuit de behoefte om de verstarring tegen te gaan en de grenzen van de eigen discipline te doorbreken.”

De workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’ start ma. 23 september in Lantaren/Venster en krijgt een vervolg op do. 17, ma. 21 en di. 22 okt. op de faculteit IO. Opgave en inlichtingen: 015-2785235. Het programmablad van SG verschijnt volgende week als katern in Delta.

Lezingen over reizen, transport en stilleven

In de lezingen van Studium Generale komt het thema ‘beweging’ ruimschoots aan bod. De kunsthistorica Marga Bijvoet zal op 1 oktober de cyclus openen met de voordracht ‘Art as inquiry’. Hierin zal ze ingaan op de vraag hoe kunstenaars in deze eeuw inspeelden op nieuwe concepten in wetenschap en techniek.

Een week later houdt de filosoof en literatuurwetenschapper Ginette Verstraete een lezing onder de titel ‘Identiteit en reizen’. Onder invloed van de toegenomen mobiliteit komt de menselijke identiteit steeds meer los te staan van een ‘vaste’ verblijfplaats. Ze zal betogen dat door wereldwijde migratie culturele identiteit niet langer gekoppeld is aan een bepaalde geografische plek met bijbehorende tradities, maar gezien moet worden als een imaginaire positie in een netwerk van uiteenlopende locaties en tradities.

Als een kritische follow-up van het symposium ‘Transport; what are their limits’, dat in mei werd georganiseerd door de faculteit Civiele Techniek, maken dinsdag 15 oktober twee sprekers hun opwachting die het thema belichten vanuit hun eigen specifieke invalshoek. De kunstenaar Yvonne Dröge-Wendel zal ingaan op de manier hoe mensen objecten transporteren. Zelf maakte ze onlangs een huwelijksreis naar Spanje en Portugal in gezelschap van een meterslange kist waarmee ze getrouwd is. De filosoof Bart Verschaffel spreekt daarna over het genre van het stilleven, dat aan het eind van de zestiende eeuw is opgekomen en waarin voor het eerst objecten werden geschilderd. Onder leiding van de kunstcritica Anna Tilroe zal zich vervolgens een discussie ontspinnen.

De daaropvolgende week maken twee literatoren hun opwachting. De dichter Rogi Wieg laat zich in zijn poëzie inspireren door de natuurwetenschappen. Voor zijn dichtbundel ‘Sneeuwvlok’ verdiepte hij zich bijvoorbeeld in de chaostheorieën. De evolutiebioloog Tijs Goldschmidt zocht vanuit een natuurwetenschappelijke achtergrond aansluiting bij de literatuur. In ‘Darwin’s hofvijver’ illustreerde hij de evolutie aan de hand van het voorkomen van veelsoortige vissen in het Victoriameer. Hij hanteerde in het boek meerdere genres waardoor hij de grens tussen wetenschap en literatuur doorbrak. De filosoof Joop Doorman zal na afloop van hun bijdrage een discussie op gang zetten.

De laatste lezing vindt plaats onder de titel ‘De exacte wetenschappen; leveranciers van nieuwe metaforen voor de kunst’. De componist Victor Wentink zal in zijn (geluids-)voordracht ingaan op de implicaties die technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen hebben voor zijn werk.

De lezingencyclus vindt iedere dinsdag in de maand oktober plaats in het Cultureel Centrum, Mekelweg 10. Aanvang: 20.00 uur.

Mannus van der Laan

,

In het kader van de Wetenschap & Techniekweek zijn de bureau’s Studium Generale van de TU en de Erasmus Universiteit een samenwerking aangegaan. Onder het thema ‘beweging’ vinden volgende maand op het raakvlak van kunst en wetenschap vijf lezingen plaats. Verder kunnen studenten uit diverse vakgebieden deelnemen aan twee interdisciplinaire workshops. ,,Het organiseren van een tweelingprogramma beoogt het uitwisselen van kennis die op beide universiteiten aanwezig is”, aldus SG-programmamaker Marion Vredeling.

Traditiegetrouw wordt in oktober de Wetenschap & Techniekweek gehouden. Verspreid over heel Nederland openen universiteiten, musea, sterrenwachten, bibliotheken, onderzoeksinstituten en bedrijven hun deuren om te laten zien wat ze aan wetenschap en techniek in huis hebben. Er zijn lezingen, demonstraties, tentoonstellingen en rondleidingen, maar daarnaast krijgt het publiek ook zelf de gelegenheid experimenten uit te voeren.

Delft blaast uiteraard ook een partijtje mee. Ieder jaar houdt een aantal faculteiten open huis. Ditmaal zijn dat Technische Wiskunde & Informatica en Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek. Op eerstgenoemde faculteit worden onder meer de treinvertragingen van de NS ‘wiskundig’ onder de loep genomen en licht men een onderzoek toe naar de automatische herkenning van emoties. Op de andere faculteit aandacht voor ‘de mechanische aap’, het functioneren van prothesen en orthesen plus een demonstratie van een robot.

Sinds vorig jaar heeft Studium Generale (SG) van de TU aansluiting gezocht bij de Wetenschap & Techniekweek door in te haken op het thema. Zo vonden in 1995 onder de noemer ‘water en vuur’ op het gebied van kunst en wetenschap een groot aantal activiteiten plaats. Gezien het succes ervan krijgt het dit jaar een vervolg. Evenals het vorige thema is ‘beweging’ volgens Marion Vredeling goed in te vullen. ,,Je kunt het heel ruim opvatten, want ‘beweging’ zit in erg veel verschijnselen. Het betekent wel dat je je sterk moet inperken.”
Schandalig

Anders dan vorig jaar, toen SG een eigen programma samenstelde, heeft het dit jaar contact gezocht met zijn evenknie van de Erasmus Universiteit, naar voorbeeld van het samenwerkingsverband tussen de SG’s van Groningen en Twente. ,,Door samen te werken kunnen we een beter programma presenteren en kunnen de kosten worden gedrukt”, zegt Vredeling. Wat dat laatste betreft kijkt ze met scheve ogen naar de SG’s van sommige andere universiteiten, waaronder Groningen en Eindhoven, die vergeleken met Delft een veel groter budget hebben.

,,Bijna iedereen in de wetenschappelijke wereld vindt dat universiteiten meer moeten doen aan de algemene vorming van studenten. Daarbij wordt in allerlei beleidsnota’s gewezen op het belang van interdisciplinaire samenwerking en op het snel oppikken van maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn allemaal activiteiten waaraan SG veel aandacht besteedt. Ik vind het schandalig dat we daar niet meer financiële armslag voor krijgen.”

Los van de financiële noodzaak voorziet samenwerking volgens haar ook in de mogelijkheid om kennis uit te wisselen tussen beide universiteiten, en om studenten bij elkaar te brengen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de interdisciplinaire workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’.

Over het idee erachter zegt Vredeling: ,,We hebben beweging eerst vertaald naar lichaamsbeweging en toen naar dans. Vervolgens hebben we gekeken naar een link met beide universiteiten. Uiteindelijk kwamen we uit bij de studies werktuigbouw en industrieel ontwerpen in Delft en bij de medische faculteit van Erasmus.”
Prothese

Dans lijkt mijlenver af te staan van het onderzoek dat op deze faculteiten wordt verricht, maar er zijn wel degelijk terreinen waar beide elkaar raken. Zo houdt men zich bij werktuigbouwkunde bezig met de ontwikkeling van protheses (ter vervanging van een ontbrekend lichaamsdeel) en ortheses (voor het herstellen van een weggevallen functie van een lichaamsdeel). Op de faculteit IO richt men zich binnen de afdelingen biomechanica en ergonomie ook op de menselijke beweging en hetzelfde doen de medici in Rotterdam.

Eigenlijk stellen wetenschappers binnen deze faculteiten zich soortgelijke vragen als dansers en choreografen, bijvoorbeeld hoe ver een been kan uitdraaien of hoe zwaar een knie kan worden belast. Vredeling: ,,Binnen de danswereld hebben we gezocht naar mensen die zich wenden naar de wetenschap, zoals Albert Jan van der Stel. Hij maakt choreografieën met een computer om bewegingen op te roepen die de mens zelf niet kan maken, bij wijze van studie en voor animatiefilms. Daarmee overschrijdt hij de natuurlijke grenzen van het lichaam, net zoals sommige wetenschappers dat doen.”

In de workshop zullen studenten onder begeleiding van mensen uit bovengenoemde disciplines zich richten op de vraag of je lichaamsexpressie al of niet kunt versterken door de inbreng van techniek. Er kunnen in totaal 25 studenten aan deelnemen, afkomstig van de TUD, EUR of een kunstacademie. Voorafgaand zullen ze gedeeltelijk participeren in de Rotterdamse dansmanifestatie ‘Future Moves’. Afhankelijk van de uitkomsten van het atelierwerk zullen de resultaten aan het publiek worden gepresenteerd in een tentoonstelling of een dans-performance.
Studiedruk

Het thema beweging wordt verder nog uitgediept in en lezingencyclus. Met een divers pakket van programma’s probeert SG in te spelen op de wensen van de huidige lichting studenten. Vredeling: ,,Door de toegenomen studiedruk hebben sommigen behoefte aan kortstondige activiteiten, zoals de lezingen, performances, video- en diavoorstellingen in het kader van ‘De vrolijke wetenschap’. Door die steeds op andere faculteiten te laten plaatsvinden, spelen we in op dezapcultuur. De gewone lezingen voorzien echter nog steeds in een grote behoefte.”

Voor degenen die nog dieper op de materie willen ingaan zijn er leesgroepen en workshops. ,,Ze zijn geen vervanging van het reguliere onderwijs”, benadrukt Vredeling, ,,maar ze zijn additioneel. Wij proberen studenten van verschillende vakgebieden en mensen van buiten bij elkaar te brengen. Juist ook vanuit de behoefte om de verstarring tegen te gaan en de grenzen van de eigen discipline te doorbreken.”

De workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’ start ma. 23 september in Lantaren/Venster en krijgt een vervolg op do. 17, ma. 21 en di. 22 okt. op de faculteit IO. Opgave en inlichtingen: 015-2785235. Het programmablad van SG verschijnt volgende week als katern in Delta.

Lezingen over reizen, transport en stilleven

In de lezingen van Studium Generale komt het thema ‘beweging’ ruimschoots aan bod. De kunsthistorica Marga Bijvoet zal op 1 oktober de cyclus openen met de voordracht ‘Art as inquiry’. Hierin zal ze ingaan op de vraag hoe kunstenaars in deze eeuw inspeelden op nieuwe concepten in wetenschap en techniek.

Een week later houdt de filosoof en literatuurwetenschapper Ginette Verstraete een lezing onder de titel ‘Identiteit en reizen’. Onder invloed van de toegenomen mobiliteit komt de menselijke identiteit steeds meer los te staan van een ‘vaste’ verblijfplaats. Ze zal betogen dat door wereldwijde migratie culturele identiteit niet langer gekoppeld is aan een bepaalde geografische plek met bijbehorende tradities, maar gezien moet worden als een imaginaire positie in een netwerk van uiteenlopende locaties en tradities.

Als een kritische follow-up van het symposium ‘Transport; what are their limits’, dat in mei werd georganiseerd door de faculteit Civiele Techniek, maken dinsdag 15 oktober twee sprekers hun opwachting die het thema belichten vanuit hun eigen specifieke invalshoek. De kunstenaar Yvonne Dröge-Wendel zal ingaan op de manier hoe mensen objecten transporteren. Zelf maakte ze onlangs een huwelijksreis naar Spanje en Portugal in gezelschap van een meterslange kist waarmee ze getrouwd is. De filosoof Bart Verschaffel spreekt daarna over het genre van het stilleven, dat aan het eind van de zestiende eeuw is opgekomen en waarin voor het eerst objecten werden geschilderd. Onder leiding van de kunstcritica Anna Tilroe zal zich vervolgens een discussie ontspinnen.

De daaropvolgende week maken twee literatoren hun opwachting. De dichter Rogi Wieg laat zich in zijn poëzie inspireren door de natuurwetenschappen. Voor zijn dichtbundel ‘Sneeuwvlok’ verdiepte hij zich bijvoorbeeld in de chaostheorieën. De evolutiebioloog Tijs Goldschmidt zocht vanuit een natuurwetenschappelijke achtergrond aansluiting bij de literatuur. In ‘Darwin’s hofvijver’ illustreerde hij de evolutie aan de hand van het voorkomen van veelsoortige vissen in het Victoriameer. Hij hanteerde in het boek meerdere genres waardoor hij de grens tussen wetenschap en literatuur doorbrak. De filosoof Joop Doorman zal na afloop van hun bijdrage een discussie op gang zetten.

De laatste lezing vindt plaats onder de titel ‘De exacte wetenschappen; leveranciers van nieuwe metaforen voor de kunst’. De componist Victor Wentink zal in zijn (geluids-)voordracht ingaan op de implicaties die technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen hebben voor zijn werk.

De lezingencyclus vindt iedere dinsdag in de maand oktober plaats in het Cultureel Centrum, Mekelweg 10. Aanvang: 20.00 uur.

Mannus van der Laan

In het kader van de Wetenschap & Techniekweek zijn de bureau’s Studium Generale van de TU en de Erasmus Universiteit een samenwerking aangegaan. Onder het thema ‘beweging’ vinden volgende maand op het raakvlak van kunst en wetenschap vijf lezingen plaats. Verder kunnen studenten uit diverse vakgebieden deelnemen aan twee interdisciplinaire workshops. ,,Het organiseren van een tweelingprogramma beoogt het uitwisselen van kennis die op beide universiteiten aanwezig is”, aldus SG-programmamaker Marion Vredeling.

Traditiegetrouw wordt in oktober de Wetenschap & Techniekweek gehouden. Verspreid over heel Nederland openen universiteiten, musea, sterrenwachten, bibliotheken, onderzoeksinstituten en bedrijven hun deuren om te laten zien wat ze aan wetenschap en techniek in huis hebben. Er zijn lezingen, demonstraties, tentoonstellingen en rondleidingen, maar daarnaast krijgt het publiek ook zelf de gelegenheid experimenten uit te voeren.

Delft blaast uiteraard ook een partijtje mee. Ieder jaar houdt een aantal faculteiten open huis. Ditmaal zijn dat Technische Wiskunde & Informatica en Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek. Op eerstgenoemde faculteit worden onder meer de treinvertragingen van de NS ‘wiskundig’ onder de loep genomen en licht men een onderzoek toe naar de automatische herkenning van emoties. Op de andere faculteit aandacht voor ‘de mechanische aap’, het functioneren van prothesen en orthesen plus een demonstratie van een robot.

Sinds vorig jaar heeft Studium Generale (SG) van de TU aansluiting gezocht bij de Wetenschap & Techniekweek door in te haken op het thema. Zo vonden in 1995 onder de noemer ‘water en vuur’ op het gebied van kunst en wetenschap een groot aantal activiteiten plaats. Gezien het succes ervan krijgt het dit jaar een vervolg. Evenals het vorige thema is ‘beweging’ volgens Marion Vredeling goed in te vullen. ,,Je kunt het heel ruim opvatten, want ‘beweging’ zit in erg veel verschijnselen. Het betekent wel dat je je sterk moet inperken.”
Schandalig

Anders dan vorig jaar, toen SG een eigen programma samenstelde, heeft het dit jaar contact gezocht met zijn evenknie van de Erasmus Universiteit, naar voorbeeld van het samenwerkingsverband tussen de SG’s van Groningen en Twente. ,,Door samen te werken kunnen we een beter programma presenteren en kunnen de kosten worden gedrukt”, zegt Vredeling. Wat dat laatste betreft kijkt ze met scheve ogen naar de SG’s van sommige andere universiteiten, waaronder Groningen en Eindhoven, die vergeleken met Delft een veel groter budget hebben.

,,Bijna iedereen in de wetenschappelijke wereld vindt dat universiteiten meer moeten doen aan de algemene vorming van studenten. Daarbij wordt in allerlei beleidsnota’s gewezen op het belang van interdisciplinaire samenwerking en op het snel oppikken van maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn allemaal activiteiten waaraan SG veel aandacht besteedt. Ik vind het schandalig dat we daar niet meer financiële armslag voor krijgen.”

Los van de financiële noodzaak voorziet samenwerking volgens haar ook in de mogelijkheid om kennis uit te wisselen tussen beide universiteiten, en om studenten bij elkaar te brengen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de interdisciplinaire workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’.

Over het idee erachter zegt Vredeling: ,,We hebben beweging eerst vertaald naar lichaamsbeweging en toen naar dans. Vervolgens hebben we gekeken naar een link met beide universiteiten. Uiteindelijk kwamen we uit bij de studies werktuigbouw en industrieel ontwerpen in Delft en bij de medische faculteit van Erasmus.”
Prothese

Dans lijkt mijlenver af te staan van het onderzoek dat op deze faculteiten wordt verricht, maar er zijn wel degelijk terreinen waar beide elkaar raken. Zo houdt men zich bij werktuigbouwkunde bezig met de ontwikkeling van protheses (ter vervanging van een ontbrekend lichaamsdeel) en ortheses (voor het herstellen van een weggevallen functie van een lichaamsdeel). Op de faculteit IO richt men zich binnen de afdelingen biomechanica en ergonomie ook op de menselijke beweging en hetzelfde doen de medici in Rotterdam.

Eigenlijk stellen wetenschappers binnen deze faculteiten zich soortgelijke vragen als dansers en choreografen, bijvoorbeeld hoe ver een been kan uitdraaien of hoe zwaar een knie kan worden belast. Vredeling: ,,Binnen de danswereld hebben we gezocht naar mensen die zich wenden naar de wetenschap, zoals Albert Jan van der Stel. Hij maakt choreografieën met een computer om bewegingen op te roepen die de mens zelf niet kan maken, bij wijze van studie en voor animatiefilms. Daarmee overschrijdt hij de natuurlijke grenzen van het lichaam, net zoals sommige wetenschappers dat doen.”

In de workshop zullen studenten onder begeleiding van mensen uit bovengenoemde disciplines zich richten op de vraag of je lichaamsexpressie al of niet kunt versterken door de inbreng van techniek. Er kunnen in totaal 25 studenten aan deelnemen, afkomstig van de TUD, EUR of een kunstacademie. Voorafgaand zullen ze gedeeltelijk participeren in de Rotterdamse dansmanifestatie ‘Future Moves’. Afhankelijk van de uitkomsten van het atelierwerk zullen de resultaten aan het publiek worden gepresenteerd in een tentoonstelling of een dans-performance.
Studiedruk

Het thema beweging wordt verder nog uitgediept in en lezingencyclus. Met een divers pakket van programma’s probeert SG in te spelen op de wensen van de huidige lichting studenten. Vredeling: ,,Door de toegenomen studiedruk hebben sommigen behoefte aan kortstondige activiteiten, zoals de lezingen, performances, video- en diavoorstellingen in het kader van ‘De vrolijke wetenschap’. Door die steeds op andere faculteiten te laten plaatsvinden, spelen we in op dezapcultuur. De gewone lezingen voorzien echter nog steeds in een grote behoefte.”

Voor degenen die nog dieper op de materie willen ingaan zijn er leesgroepen en workshops. ,,Ze zijn geen vervanging van het reguliere onderwijs”, benadrukt Vredeling, ,,maar ze zijn additioneel. Wij proberen studenten van verschillende vakgebieden en mensen van buiten bij elkaar te brengen. Juist ook vanuit de behoefte om de verstarring tegen te gaan en de grenzen van de eigen discipline te doorbreken.”

De workshop ‘Ontwerp een prothese voor een danser’ start ma. 23 september in Lantaren/Venster en krijgt een vervolg op do. 17, ma. 21 en di. 22 okt. op de faculteit IO. Opgave en inlichtingen: 015-2785235. Het programmablad van SG verschijnt volgende week als katern in Delta.

Lezingen over reizen, transport en stilleven

In de lezingen van Studium Generale komt het thema ‘beweging’ ruimschoots aan bod. De kunsthistorica Marga Bijvoet zal op 1 oktober de cyclus openen met de voordracht ‘Art as inquiry’. Hierin zal ze ingaan op de vraag hoe kunstenaars in deze eeuw inspeelden op nieuwe concepten in wetenschap en techniek.

Een week later houdt de filosoof en literatuurwetenschapper Ginette Verstraete een lezing onder de titel ‘Identiteit en reizen’. Onder invloed van de toegenomen mobiliteit komt de menselijke identiteit steeds meer los te staan van een ‘vaste’ verblijfplaats. Ze zal betogen dat door wereldwijde migratie culturele identiteit niet langer gekoppeld is aan een bepaalde geografische plek met bijbehorende tradities, maar gezien moet worden als een imaginaire positie in een netwerk van uiteenlopende locaties en tradities.

Als een kritische follow-up van het symposium ‘Transport; what are their limits’, dat in mei werd georganiseerd door de faculteit Civiele Techniek, maken dinsdag 15 oktober twee sprekers hun opwachting die het thema belichten vanuit hun eigen specifieke invalshoek. De kunstenaar Yvonne Dröge-Wendel zal ingaan op de manier hoe mensen objecten transporteren. Zelf maakte ze onlangs een huwelijksreis naar Spanje en Portugal in gezelschap van een meterslange kist waarmee ze getrouwd is. De filosoof Bart Verschaffel spreekt daarna over het genre van het stilleven, dat aan het eind van de zestiende eeuw is opgekomen en waarin voor het eerst objecten werden geschilderd. Onder leiding van de kunstcritica Anna Tilroe zal zich vervolgens een discussie ontspinnen.

De daaropvolgende week maken twee literatoren hun opwachting. De dichter Rogi Wieg laat zich in zijn poëzie inspireren door de natuurwetenschappen. Voor zijn dichtbundel ‘Sneeuwvlok’ verdiepte hij zich bijvoorbeeld in de chaostheorieën. De evolutiebioloog Tijs Goldschmidt zocht vanuit een natuurwetenschappelijke achtergrond aansluiting bij de literatuur. In ‘Darwin’s hofvijver’ illustreerde hij de evolutie aan de hand van het voorkomen van veelsoortige vissen in het Victoriameer. Hij hanteerde in het boek meerdere genres waardoor hij de grens tussen wetenschap en literatuur doorbrak. De filosoof Joop Doorman zal na afloop van hun bijdrage een discussie op gang zetten.

De laatste lezing vindt plaats onder de titel ‘De exacte wetenschappen; leveranciers van nieuwe metaforen voor de kunst’. De componist Victor Wentink zal in zijn (geluids-)voordracht ingaan op de implicaties die technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen hebben voor zijn werk.

De lezingencyclus vindt iedere dinsdag in de maand oktober plaats in het Cultureel Centrum, Mekelweg 10. Aanvang: 20.00 uur.

Mannus van der Laan

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.