Bestaat het veelgeroemde studentenleven ook buiten de muren van de sociëteit? Moeilijke vraag, maar als er één alternatief is, dan is het de kroeg.
Alle verenigingsloze eerstejaars dus opgelet: speciaal voor jullie een vluchtige blik in bekende Delftse cafés.
Sluitingstijden en bierprijzen spelen in het leven van een caféganger een niet onbelangrijke rol. Wat het eerste betreft: de Delftse cafés sluiten door de week om één uur, in het weekend om twee uur. Maar wanneer het druk of gezellig is, kan de kroegbaas een zogenaamde vergunning ophangen waardoor de tent twee uur langer open mag blijven. Het is niet altijd feest, want iedere kroeg staan jaarlijks maximaal 104 vergunningen ter beschikking.
De bierprijzen zijn niet overal hetzelfde. Maar ook de inhoud van de glazen verschillen. De meest in omloop zijnde glazen zijn: het fluitje (ongeveer 0,2 liter); het ouderwetse stapelglas (door sommigen tulp genoemd) dat weinig groter is; en het kegelvormige vaasje of Amsterdammertje waar ongeveer een kwart liter ingaat. Geheel eensluidend zijn de visies van de kroegbazen in dezen echter niet.
De meeste kroegen hebben meerdere soorten bier ‘op de tap’. De genoemde biermerken in deze kroegenreportage hebben betrekking op het vocht dat getapt wordt na de vraag: ‘een biertje graag.’
Bebob ( Kromstraat 33 )
Twee piano’s en aan het plafond een doffe verzameling blaasinstrumenten: Bebob is een Jazz-café. Dat betekent veel dertigers en veertigers aan de bar. Toch is het café ook bij menig student populair.
Net als café De Kurk ligt Bebob aan de Kromstraat, in vroeger dagen de Zeedijk van Delft. De studentvijandigheid is inmiddels goeddeels bezworen, maar een enigszins sinister karakter bezit de Kromstraat nog altijd.
Voor een knaak krijg je bij Bebob een tulpje Heineken. Probeer ook de gemengde noten eens, waar sommige mensen speciaal voor schijnen te komen. Iedere maand stelt het café een nieuwe mix samen.
Bebob is de thuisbasis van de honkloze Friese studentenvereniging, die hier tweemaal per maand op woensdag bij elkaar komt. Verder is het café de stamkroeg van een aantal studentenhuizen in de binnenstad, en worden er regelmatig hockeyheren gesignaleerd. De eerste woensdag van de maand speelt er een jazzbandje.
De Joffer ( Nieuwstraat 14 )
Kroeg voor lieden die wat van het leven begrepen hebben, en voor eerstejaars daarom wat minder geschikt. Onder het ‘heel relaxte volk’ bevindt zich wel een aantal oudere studenten. Zoals een Koornbeurs-delegatie die hier zaterdagavond regelmatig neerstrijkt. Het café is hoogdrempelig, maareenmaal binnen willen de meesten volgens eigen zeggen niet meer weg. De Joffer is dan ook een kroeg met ouderwetse stamgasten, waarvan sommigen al meer dan twintig jaar komen. Van timmerman tot ingenieur hangt rond de bar; het is de levensinstelling die hen bindt. ,,De mensen snappen het hier.”
Van jazzfestivals houden ze niet in De Joffer, en van top 40-muziek moeten ze niets hebben. Wat dan wel? ,,Van ouderwetse rock tot psychedelisch”, aldus een stamgast die hier al vanaf 1983 rondhangt. Maar daarbij wordt de volumeknop wel flink hoog gedraaid.
‘Een biertje’ levert een fluitje Heineken op voor een knaak. Wie enigszins bekend is bij de barman, krijgt zijn drankje bij binnenkomst direct voorgezet. En zo hoort het natuurlijk.
De Klok ( Oude Delft 99 )
Café De Klok is een bijzonder café, waar een dosis levenservaring gewenst is. Barman en eigenaar Paul is de meest gemoedelijke barman van Delft. Het café is een gezellige huiskamer, waar stamgasten al ettelijke jaren aan de bar hangen. Als het niet te druk is, kun je een biljartje leggen.
De Klok is al jarenlang de stamkroeg van veel DWH’ers (Delftse Werkgroep Homoseksualiteit) die na het sluiten van café Begeerte verder drinken in De Klok. Verder staat de kroeg bekend als bouwkunde-café. Maar de aanwezigheid van bouko’s is aan golfbewegingen onderhevig; op dit moment zijn ze wat minder talrijk.
Voor 2,75 heb je een stapelglas Heineken. De witte wijn is er populair en goed. Kroegbaas Paul rijdt geregeld naar Zuid-Frankrijk om het spul persoonlijk bij de wijnboeren in te kopen. Op zondag is De Klok gesloten.
De Klomp ( Binnenwatersloot 5 )
‘De mooiste man van Delft’, noemen sommigen dames barman en eigenaar Sjon van café De Klomp. Sjon – kale kop, zeiloren en rauwe stem – ouwehoert gezellig mee met zijn gasten op een van zijn twee vaste stoelen. Alleen voor een bestelling loopt hij naar de tap. Voor drie piek tapt Sjon een vaasje (het woord Amsterdammertje wil Sjon vanuit voetbal-oogpunt niet horen), voor 2,50 een kleintje Oranjeboom. Hond Artie rochelt er ondertussen lustig op los.
Café De Klomp is veruit de oudste kroeg van Delft, en wordt al sinds 1652 uitgebaat. Een zeer bruin café, met een soosachtige inrichting. Op de piano slingeren bladen en een gouden gids; wie van spelletjes houdt, kan zich hier uitleven. Een redelijk aantal studenten bezoekt De Klomp, maar net als voor een aantal andere cafés geldt: je moet er wel passen. Dinsdagavond gaat Sjon vaste prik door tot drie uur.
Kobus Kuch ( Beestenmarkt 1 )
Kobus Kuch was een Nederlands cabaretier die opa nog wel kent. Onder studenten heerst de foutieve gewoonte om Kuch op zijn Duits uit te spreken. Kobus is al vanaf ‘s morgens half tien open, en oefent vanaf dat moment met een Loesje-achtige spreuk (soms nogal flauw) bij de ingang zijn aantrekkingskracht uit. In de regel zit het café vol, en dat geldt zeker voor het terras.
Van integratie is nauwelijks sprake, iedere gast beperkt deconversatie tot de eigen tafel. Daarnaast is Kobus zo’n beetje het enige café van Delft dat zich stipt aan de sluitingstijden houdt, en geen gebruik maakt van vergunningen. De muziek staat zacht. Dit alles klinkt misschien wat saai. Toch is Kobus bij het studentenvolk zeer geliefd.
Misschien heeft dit te maken met de inrichting die veel weg heeft van een algemene ruimte van een studentenhuis. Een grote collectie artefacten en straatnaamborden siert de wanden, in de loop der jaren door klanten aan het café geschonken.
Bij Kobus word je aan de tafel bediend, maar het café heeft de naam dat je lang moet wachten (valt vaak best mee). Wie een biertje bestelt krijgt een vaasje Heineken voor 2,75. Beroemd is Kobus om de meerdere malen per dag gebakken appeltaart.
De Kurk ( Kromstraat 20 )
Boven de bar van ‘eet en proeflokaaltje de kurk’ hangt een vleugelloos zweefvliegtuig. Aan de bar hangen regelmatig leden van de zweefvliegvereniging van het corps. Het antwoord op de vraag of en zo ja welke relatie er is tussen hun aanwezigheid en de imposante vliegtuigromp, is in de loop van de historie verloren gegaan.
Over studentikoze interesse heeft ‘echt Heineken-café’ De Kurk niet te klagen, misschien een nawee van de schone serveerster die hier een jaar of vijf geleden de harten van het mannelijk studentendom harder deed kloppen. Maandagavond scharen zich lucht- en ruimtevaartstudenten rond de tap, op vrijdag- en zaterdagavond zoeken de bijverdieners bij Ikea hier regelmatig hun heil. Tot voor kort schoolden in De Kurk op gezette tijden buitenlandse studenten samen, maar dat wordt de laatste tijd minder.
Om de student nog meer te gerieven experimenteert het café op het moment met een studentenhap van ruim een tientje. ,,Ons motto is: zeven dagen per week een tweede huiskamer”, vertelt de barman. Daar hoort zo nu en dan op donderdag ook een gezellig bandje bij. En toch mist het eet- en proeflokaaltje iets. Laten we zeggen: karakter.
Locus Publicus ( Brabantse Turfmarkt 67 )
Bestel een ‘pilsje’ en geen ‘biertje’ als je in Locus een vaasje Dommelsch van de tap wilt hebben (2,75). Een dergelijke onzorgvuldigheid kan de bierpuristen achter Locus’ bar soms ergeren. We spreken dan ook over het Delftse biercafé bij uitstek. Naast Dommelsch heeft Locus nog acht andere ‘bieren’ op de tap, en tweehonderd biersoorten op fles. Op aanvraag houdt het café zelfs bierproeverijen.
Gedraag je in Locus niet te studentikoos. Aan stropdassen en brallerig gedrag hebben ze bij Locus namelijk een hekel. ,,Hoe groter de bek die je opzet, hoe harder wij je afzeiken”, legt de barman uit. Ook eerstejaars hebben soms gewoontes waar het Locus-personeel niet van gediend is. ,,Apart betalen, het bestellen van klote-likeurtjes, jassen en tassen die door de hele zaak slingeren”, somt de barman op.
Iedere student die zich aan eerder genoemde zaken niet schuldig maakt, schenkt de barman graag een pilsje. Mits hij manieren kent, natuurlijk. Zeg nooit: ‘hé, doe mij een bier’. De barkeeper antwoordt net zo lang met ‘goedendag’ totdat je doorhebt dat je je bestelling met een zelfde aanhef dient te beginnen.
De Oude Jan ( Heilige Geestkerkhof 4 )
Sigaren en whisky vormen de specialiteiten van café De Oude Jan (genoemd naar de ernaast gelegen Oude Kerk). Ongeveer veertig verschillende whisky-soorten prijken op de kaart. De sigaren worden bewaard in een aparte kast. Sigaartjes van negentig cent tot de decadente jongens van vijfentwintig gulden.
Verbazen doet het waarschijnlijk niet meer: het kleine cafeetje Oude Jan wordt bezocht door jonge carrièremakers en corpsballen, en in iets mindere mate door Virgilianen. Toch kent het café ook nog zijn authentieke Delftse stamgasten die het redelijk schijnen te kunnen vinden met de studentenpopulatie.
In het weekend is het publiek wat meer gemêleerd; op maandag is de tent gesloten; op donderdag is de kroeg in zijn geheel studentenbezit. De Oude Jan schenkt overigens Heineken: een vaasje voor drie gulden.
Tango ( Nieuwstraat 2 )
Sinds een aantal jaren probeert café Tango het studentbezoek te bevorderen. Na een verbouwing werd de entree wat uitnodigender gemaakt; in rekken aan de muur staan tijdschriften om het intellect te vermaken. De twee gokkasten passen wat minder in dit concept. Een biertje kost een knaak, maar dan moet je wel met Oranjeboom genoegen nemen.
Wie op een warme middag langs het café loopt, ziet de benen uit het raam bungelen. De plekken in de vensterbank zijn geliefd wanneer de ramen omhoog geschoven worden. Het café ligt aan een straathoek en op de smalle stoep staan wat tafeltjes geparkeerd. Door dit alles lijkt het of het bruine café met de straat vergroeid is.
De V ( Voorstraat 9 )
Café De V ligt een beetje uit de richting. Maar de meeste studenten weten het goed te vinden. In het weekend barst de kroeg bijna uit zijn voegen, en zijn tafeltjes een schaars goed. Een groepje dames uit de provincie valt in de V in het weekeinde soms nog wel te vinden, maar ballen in alle soorten en maten krijgen steeds meer de overhand. Corporaal en Virgiliaan, afgestudeerd of nog gewoon student, zorgen ervoor dat je de longen uit je lijf moet schreeuwen om elkaar nog te kunnen verstaan.
Het café richt zich namelijk op ‘intellectueel publiek’. Likeurtjes als Safari en Pisang Ambon zijn daartoe uit het assortiment verwijderd, en aan de muur zijn wat schilderijtjes opgehangen. Achter het café bevindt zich een restaurant-gedeelte, dat je als student beter kunt vermijden. Duur, en met zijn tropisch groen veel minder gezellig dan het voorhuis.
Voor wie geïnteresseerd is in wat feitjes: voor 2,75 krijg je een fluitje Brand. Elke laatste donderdag van de maand speelt er een band, en zo nu en dan is er een Iers feestje.
Verderop ( Westvest 9 )
Gevestigd in het gebouw van de Vrije Akademie was het in de begintijd een lokaal waar gedistingeerde vioolmeisjes aan hun thee nipten. Dat veranderde drastisch toen Verderop het café werd met de meeste optredens van Delft. Tot verdriet van de eigenaar ontdekten Sjon en gabber de kroeg en waren er nietmeer weg te slaan. De student zocht zijn heil elders.
Maar sinds enige tijd staat een nieuwe man aan het roer, vastbesloten het café zijn vroeger karakter terug te geven. Verderop blijft echter de plaats waar bandjes welkom zijn. Ditmaal geen disco meer, maar Jazz, Dixieland, Salsa en Afrikaanse muziek. We zullen zien.
Wie bier bestelt krijgt Grolsch, drie gulden voor een vaasje. Eten kun je er ook, vooral de saté-hap is in trek. ,,Twaalf vijftig, maar dan heb je wel het grootste bord van Delft”, beweert de barkeeper.
De Wijnhaven ( Wijnhaven 22 )
Een verklaring is moeilijk te geven: maar wie als student pa en ma op bezoek krijgt, neemt deze steevast mee naar De Wijnhaven. Toch is De Wijnhaven geen uitgesproken studentenkroeg, behalve op donderdag misschien.
Het publiek is gemêleerd, zoals kroegbazen dat graag noemen. De lampen, kleurstellingen, stoelen en muurdecoraties doen sterk aan café De V denken; beide cafés hebben dan ook dezelfde eigenaar.
Het café is niet groot, zodat het in het weekend stampvol zit wanneer het terras niet in gebruik is. Het terras loopt overigens nogal schuin af, zodat je je kopje koffie goed in de gaten moet houden.
In het verleden was De Wijnhaven een typisch biercafé, maar sinds de komst van het restaurant is dat veranderd. Ze schenken Brandbier, 2,75 voor een fluitje. Voor de armlastigen: de eerste dinsdag van de maand serveert het café de zogenaamde Saté de Wijnhaven voor een tientje in plaats van vijftien gulden.
Bestaat het veelgeroemde studentenleven ook buiten de muren van de sociëteit? Moeilijke vraag, maar als er één alternatief is, dan is het de kroeg. Alle verenigingsloze eerstejaars dus opgelet: speciaal voor jullie een vluchtige blik in bekende Delftse cafés.
Sluitingstijden en bierprijzen spelen in het leven van een caféganger een niet onbelangrijke rol. Wat het eerste betreft: de Delftse cafés sluiten door de week om één uur, in het weekend om twee uur. Maar wanneer het druk of gezellig is, kan de kroegbaas een zogenaamde vergunning ophangen waardoor de tent twee uur langer open mag blijven. Het is niet altijd feest, want iedere kroeg staan jaarlijks maximaal 104 vergunningen ter beschikking.
De bierprijzen zijn niet overal hetzelfde. Maar ook de inhoud van de glazen verschillen. De meest in omloop zijnde glazen zijn: het fluitje (ongeveer 0,2 liter); het ouderwetse stapelglas (door sommigen tulp genoemd) dat weinig groter is; en het kegelvormige vaasje of Amsterdammertje waar ongeveer een kwart liter ingaat. Geheel eensluidend zijn de visies van de kroegbazen in dezen echter niet.
De meeste kroegen hebben meerdere soorten bier ‘op de tap’. De genoemde biermerken in deze kroegenreportage hebben betrekking op het vocht dat getapt wordt na de vraag: ‘een biertje graag.’
Bebob ( Kromstraat 33 )
Twee piano’s en aan het plafond een doffe verzameling blaasinstrumenten: Bebob is een Jazz-café. Dat betekent veel dertigers en veertigers aan de bar. Toch is het café ook bij menig student populair.
Net als café De Kurk ligt Bebob aan de Kromstraat, in vroeger dagen de Zeedijk van Delft. De studentvijandigheid is inmiddels goeddeels bezworen, maar een enigszins sinister karakter bezit de Kromstraat nog altijd.
Voor een knaak krijg je bij Bebob een tulpje Heineken. Probeer ook de gemengde noten eens, waar sommige mensen speciaal voor schijnen te komen. Iedere maand stelt het café een nieuwe mix samen.
Bebob is de thuisbasis van de honkloze Friese studentenvereniging, die hier tweemaal per maand op woensdag bij elkaar komt. Verder is het café de stamkroeg van een aantal studentenhuizen in de binnenstad, en worden er regelmatig hockeyheren gesignaleerd. De eerste woensdag van de maand speelt er een jazzbandje.
De Joffer ( Nieuwstraat 14 )
Kroeg voor lieden die wat van het leven begrepen hebben, en voor eerstejaars daarom wat minder geschikt. Onder het ‘heel relaxte volk’ bevindt zich wel een aantal oudere studenten. Zoals een Koornbeurs-delegatie die hier zaterdagavond regelmatig neerstrijkt. Het café is hoogdrempelig, maareenmaal binnen willen de meesten volgens eigen zeggen niet meer weg. De Joffer is dan ook een kroeg met ouderwetse stamgasten, waarvan sommigen al meer dan twintig jaar komen. Van timmerman tot ingenieur hangt rond de bar; het is de levensinstelling die hen bindt. ,,De mensen snappen het hier.”
Van jazzfestivals houden ze niet in De Joffer, en van top 40-muziek moeten ze niets hebben. Wat dan wel? ,,Van ouderwetse rock tot psychedelisch”, aldus een stamgast die hier al vanaf 1983 rondhangt. Maar daarbij wordt de volumeknop wel flink hoog gedraaid.
‘Een biertje’ levert een fluitje Heineken op voor een knaak. Wie enigszins bekend is bij de barman, krijgt zijn drankje bij binnenkomst direct voorgezet. En zo hoort het natuurlijk.
De Klok ( Oude Delft 99 )
Café De Klok is een bijzonder café, waar een dosis levenservaring gewenst is. Barman en eigenaar Paul is de meest gemoedelijke barman van Delft. Het café is een gezellige huiskamer, waar stamgasten al ettelijke jaren aan de bar hangen. Als het niet te druk is, kun je een biljartje leggen.
De Klok is al jarenlang de stamkroeg van veel DWH’ers (Delftse Werkgroep Homoseksualiteit) die na het sluiten van café Begeerte verder drinken in De Klok. Verder staat de kroeg bekend als bouwkunde-café. Maar de aanwezigheid van bouko’s is aan golfbewegingen onderhevig; op dit moment zijn ze wat minder talrijk.
Voor 2,75 heb je een stapelglas Heineken. De witte wijn is er populair en goed. Kroegbaas Paul rijdt geregeld naar Zuid-Frankrijk om het spul persoonlijk bij de wijnboeren in te kopen. Op zondag is De Klok gesloten.
De Klomp ( Binnenwatersloot 5 )
‘De mooiste man van Delft’, noemen sommigen dames barman en eigenaar Sjon van café De Klomp. Sjon – kale kop, zeiloren en rauwe stem – ouwehoert gezellig mee met zijn gasten op een van zijn twee vaste stoelen. Alleen voor een bestelling loopt hij naar de tap. Voor drie piek tapt Sjon een vaasje (het woord Amsterdammertje wil Sjon vanuit voetbal-oogpunt niet horen), voor 2,50 een kleintje Oranjeboom. Hond Artie rochelt er ondertussen lustig op los.
Café De Klomp is veruit de oudste kroeg van Delft, en wordt al sinds 1652 uitgebaat. Een zeer bruin café, met een soosachtige inrichting. Op de piano slingeren bladen en een gouden gids; wie van spelletjes houdt, kan zich hier uitleven. Een redelijk aantal studenten bezoekt De Klomp, maar net als voor een aantal andere cafés geldt: je moet er wel passen. Dinsdagavond gaat Sjon vaste prik door tot drie uur.
Kobus Kuch ( Beestenmarkt 1 )
Kobus Kuch was een Nederlands cabaretier die opa nog wel kent. Onder studenten heerst de foutieve gewoonte om Kuch op zijn Duits uit te spreken. Kobus is al vanaf ‘s morgens half tien open, en oefent vanaf dat moment met een Loesje-achtige spreuk (soms nogal flauw) bij de ingang zijn aantrekkingskracht uit. In de regel zit het café vol, en dat geldt zeker voor het terras.
Van integratie is nauwelijks sprake, iedere gast beperkt deconversatie tot de eigen tafel. Daarnaast is Kobus zo’n beetje het enige café van Delft dat zich stipt aan de sluitingstijden houdt, en geen gebruik maakt van vergunningen. De muziek staat zacht. Dit alles klinkt misschien wat saai. Toch is Kobus bij het studentenvolk zeer geliefd.
Misschien heeft dit te maken met de inrichting die veel weg heeft van een algemene ruimte van een studentenhuis. Een grote collectie artefacten en straatnaamborden siert de wanden, in de loop der jaren door klanten aan het café geschonken.
Bij Kobus word je aan de tafel bediend, maar het café heeft de naam dat je lang moet wachten (valt vaak best mee). Wie een biertje bestelt krijgt een vaasje Heineken voor 2,75. Beroemd is Kobus om de meerdere malen per dag gebakken appeltaart.
De Kurk ( Kromstraat 20 )
Boven de bar van ‘eet en proeflokaaltje de kurk’ hangt een vleugelloos zweefvliegtuig. Aan de bar hangen regelmatig leden van de zweefvliegvereniging van het corps. Het antwoord op de vraag of en zo ja welke relatie er is tussen hun aanwezigheid en de imposante vliegtuigromp, is in de loop van de historie verloren gegaan.
Over studentikoze interesse heeft ‘echt Heineken-café’ De Kurk niet te klagen, misschien een nawee van de schone serveerster die hier een jaar of vijf geleden de harten van het mannelijk studentendom harder deed kloppen. Maandagavond scharen zich lucht- en ruimtevaartstudenten rond de tap, op vrijdag- en zaterdagavond zoeken de bijverdieners bij Ikea hier regelmatig hun heil. Tot voor kort schoolden in De Kurk op gezette tijden buitenlandse studenten samen, maar dat wordt de laatste tijd minder.
Om de student nog meer te gerieven experimenteert het café op het moment met een studentenhap van ruim een tientje. ,,Ons motto is: zeven dagen per week een tweede huiskamer”, vertelt de barman. Daar hoort zo nu en dan op donderdag ook een gezellig bandje bij. En toch mist het eet- en proeflokaaltje iets. Laten we zeggen: karakter.
Locus Publicus ( Brabantse Turfmarkt 67 )
Bestel een ‘pilsje’ en geen ‘biertje’ als je in Locus een vaasje Dommelsch van de tap wilt hebben (2,75). Een dergelijke onzorgvuldigheid kan de bierpuristen achter Locus’ bar soms ergeren. We spreken dan ook over het Delftse biercafé bij uitstek. Naast Dommelsch heeft Locus nog acht andere ‘bieren’ op de tap, en tweehonderd biersoorten op fles. Op aanvraag houdt het café zelfs bierproeverijen.
Gedraag je in Locus niet te studentikoos. Aan stropdassen en brallerig gedrag hebben ze bij Locus namelijk een hekel. ,,Hoe groter de bek die je opzet, hoe harder wij je afzeiken”, legt de barman uit. Ook eerstejaars hebben soms gewoontes waar het Locus-personeel niet van gediend is. ,,Apart betalen, het bestellen van klote-likeurtjes, jassen en tassen die door de hele zaak slingeren”, somt de barman op.
Iedere student die zich aan eerder genoemde zaken niet schuldig maakt, schenkt de barman graag een pilsje. Mits hij manieren kent, natuurlijk. Zeg nooit: ‘hé, doe mij een bier’. De barkeeper antwoordt net zo lang met ‘goedendag’ totdat je doorhebt dat je je bestelling met een zelfde aanhef dient te beginnen.
De Oude Jan ( Heilige Geestkerkhof 4 )
Sigaren en whisky vormen de specialiteiten van café De Oude Jan (genoemd naar de ernaast gelegen Oude Kerk). Ongeveer veertig verschillende whisky-soorten prijken op de kaart. De sigaren worden bewaard in een aparte kast. Sigaartjes van negentig cent tot de decadente jongens van vijfentwintig gulden.
Verbazen doet het waarschijnlijk niet meer: het kleine cafeetje Oude Jan wordt bezocht door jonge carrièremakers en corpsballen, en in iets mindere mate door Virgilianen. Toch kent het café ook nog zijn authentieke Delftse stamgasten die het redelijk schijnen te kunnen vinden met de studentenpopulatie.
In het weekend is het publiek wat meer gemêleerd; op maandag is de tent gesloten; op donderdag is de kroeg in zijn geheel studentenbezit. De Oude Jan schenkt overigens Heineken: een vaasje voor drie gulden.
Tango ( Nieuwstraat 2 )
Sinds een aantal jaren probeert café Tango het studentbezoek te bevorderen. Na een verbouwing werd de entree wat uitnodigender gemaakt; in rekken aan de muur staan tijdschriften om het intellect te vermaken. De twee gokkasten passen wat minder in dit concept. Een biertje kost een knaak, maar dan moet je wel met Oranjeboom genoegen nemen.
Wie op een warme middag langs het café loopt, ziet de benen uit het raam bungelen. De plekken in de vensterbank zijn geliefd wanneer de ramen omhoog geschoven worden. Het café ligt aan een straathoek en op de smalle stoep staan wat tafeltjes geparkeerd. Door dit alles lijkt het of het bruine café met de straat vergroeid is.
De V ( Voorstraat 9 )
Café De V ligt een beetje uit de richting. Maar de meeste studenten weten het goed te vinden. In het weekend barst de kroeg bijna uit zijn voegen, en zijn tafeltjes een schaars goed. Een groepje dames uit de provincie valt in de V in het weekeinde soms nog wel te vinden, maar ballen in alle soorten en maten krijgen steeds meer de overhand. Corporaal en Virgiliaan, afgestudeerd of nog gewoon student, zorgen ervoor dat je de longen uit je lijf moet schreeuwen om elkaar nog te kunnen verstaan.
Het café richt zich namelijk op ‘intellectueel publiek’. Likeurtjes als Safari en Pisang Ambon zijn daartoe uit het assortiment verwijderd, en aan de muur zijn wat schilderijtjes opgehangen. Achter het café bevindt zich een restaurant-gedeelte, dat je als student beter kunt vermijden. Duur, en met zijn tropisch groen veel minder gezellig dan het voorhuis.
Voor wie geïnteresseerd is in wat feitjes: voor 2,75 krijg je een fluitje Brand. Elke laatste donderdag van de maand speelt er een band, en zo nu en dan is er een Iers feestje.
Verderop ( Westvest 9 )
Gevestigd in het gebouw van de Vrije Akademie was het in de begintijd een lokaal waar gedistingeerde vioolmeisjes aan hun thee nipten. Dat veranderde drastisch toen Verderop het café werd met de meeste optredens van Delft. Tot verdriet van de eigenaar ontdekten Sjon en gabber de kroeg en waren er nietmeer weg te slaan. De student zocht zijn heil elders.
Maar sinds enige tijd staat een nieuwe man aan het roer, vastbesloten het café zijn vroeger karakter terug te geven. Verderop blijft echter de plaats waar bandjes welkom zijn. Ditmaal geen disco meer, maar Jazz, Dixieland, Salsa en Afrikaanse muziek. We zullen zien.
Wie bier bestelt krijgt Grolsch, drie gulden voor een vaasje. Eten kun je er ook, vooral de saté-hap is in trek. ,,Twaalf vijftig, maar dan heb je wel het grootste bord van Delft”, beweert de barkeeper.
De Wijnhaven ( Wijnhaven 22 )
Een verklaring is moeilijk te geven: maar wie als student pa en ma op bezoek krijgt, neemt deze steevast mee naar De Wijnhaven. Toch is De Wijnhaven geen uitgesproken studentenkroeg, behalve op donderdag misschien.
Het publiek is gemêleerd, zoals kroegbazen dat graag noemen. De lampen, kleurstellingen, stoelen en muurdecoraties doen sterk aan café De V denken; beide cafés hebben dan ook dezelfde eigenaar.
Het café is niet groot, zodat het in het weekend stampvol zit wanneer het terras niet in gebruik is. Het terras loopt overigens nogal schuin af, zodat je je kopje koffie goed in de gaten moet houden.
In het verleden was De Wijnhaven een typisch biercafé, maar sinds de komst van het restaurant is dat veranderd. Ze schenken Brandbier, 2,75 voor een fluitje. Voor de armlastigen: de eerste dinsdag van de maand serveert het café de zogenaamde Saté de Wijnhaven voor een tientje in plaats van vijftien gulden.
Comments are closed.