Bij MoTiv, het studentenpastoraat van de TU Delft, praten studenten over hun drijfveren. God lijkt de grote afwezige. Maar: "God heeft 101 namen", benadrukt pastor dr. Ton Meijknecht.
Op een nazomeravond zitten in het grachtenpand van MoTiv aan de Voorstraat twaalf mensen aan een grote tafel. Ze praten over Seek my Face, een bijeenkomst die volgende maand plaatsvindt en die TU-studenten aan het denken moet zetten over hun drijfveren.
Onder een grote lamp, versierd met engelen, staan op tafel vier linzensalades met eikenbladsla, gorgonzola en tomaat. Het lijkt een gewoon studentendiner van huisgenoten. Een jongen vertelt dat hij weer is gaan studeren. “Tijdens colleges slaap ik altijd”, zegt hij eigenwijs achteroverleunend in zijn stoel. “Maakt niet uit waar het over gaat; ik val in slaap.” Een meisje reageert: “Daar heb ik geen tijd voor. Ik ben een elektronische notenkraker aan het maken en die moet af.”
Daarna gaat het over de praktische invulling van de taken voor Seek my Face. Wie legt contact met de deelnemers; is de promotie al geregeld; is er al een ruimte afgehuurd? Vakkundig verdelen ze de taken. In een mum van tijd zijn de problemen opgelost.
“Delftse studenten zijn heel sterk in de hoe-vraag”, zegt Meijknecht. “De taakverdeling is nooit een probleem. Heel complexe problemen worden zo opgelost. Maar op de waarom-vraag weten ze heel moeilijk een antwoord te vinden. Waarom zijn ze in Delft een technische studie gaan doen, bijvoorbeeld. Of wat vinden ze belangrijk in het leven? Die vragen hebben we ze de afgelopen weken gesteld. Naar die vragen gaan we op zoek bij MoTiv. En daarover gaat Seek my Face.”
Tijdens het lezen van ‘Seek my Face’, een roman van de Amerikaanse meesterverteller John Updike, viel het Meijknecht op: ook hij was, net als de journalist uit het boek, op zoek naar verborgen verhalen van mensen. In ‘Seek my Face’ interviewt een New Yorkse journalist de bejaarde kunstenares Hope Chafetz. “Ze wordt gedwongen over zichzelf na te denken”, zegt Meijknecht. “Hope heeft geen zin in het gesprek met die kattige journalist; ze wil niet vertellen wie ze is. Maar doordat haar de goede vragen worden gesteld, gaat ze vertellen. En zo kom je steeds meer over haar te weten.” Dat ziet Meijknecht als zijn taak: zo met studenten praten dat ze een deel van zichzelf blootleggen. Net als Hope.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Veel Delftse studenten praten niet gemakkelijk over hun gevoelens: de ‘Delftse botheid’. “Ze spreken met veel moeite over intimiteit en religie”, verzucht Meijknecht. “Levensvragen vinden veel studenten moeilijk. TU’ers zijn niet goedgebekt. Een Leidse student praat misschien makkelijker, maar draagt vaak ook een masker. Om achter die stortvloed van woorden betekenis te vinden is veel lastiger. De botte Delftse student heeft een ook ontroerende eenvoud.”
De laatste jaren zijn mensen steeds meer op zoek naar de antwoorden op spirituele vragen, vindt Meijknecht. “God zit niet minder in de mensen, maar de mensen zitten minder in de kerk.” En juist met die vragen kunnen ze bij MoTiv terecht.
Leo de la Chambre, student werktuigbouwkunde, klopte daarom aan bij Meijknecht. “Door de vragen die bij MoTiv worden gesteld, weet ik beter wat me drijft”, zegt de fervent rugbyer. “Eerst ga ik studeren, dacht ik toen ik begon, en ik zie wel waar het schip strandt. Hoe meer ik ging nadenken over waarom ik techniek ging studeren, des te beter besefte ik hoe nieuwsgierig ik was. Techniek was geen toevallige keuze. Vroeger haalde ik de telefoon al uit elkaar om hem vervolgens weer in elkaar te zetten.”
Meijknecht legt glunderend uit dat dit de taak is van MoTiv. “Het gaat ons erom dat je iemand helpt om wat het diepst in zijn ziel verborgen zit naar boven te halen. Leo is nieuwsgierig, een ander wil de problemen in de maatschappij oplossen of is op zoek naar de waarheid. Dat zijn de diepe menselijke drijfveren.”
God lijkt de grote, opvallende afwezige tijdens de gesprekken bij MoTiv. Aan tafel tijdens het eten wordt met geen woord over hem gerept. Voor het eten vouwen maar weinigen de handen om te bidden. “De eerste keer dacht ik: dit is toch het studentenpastoraat? zegt student industrieel ontwerpen Gabrielle van Leeuwen. “Maar het gaat helemaal niet over God. Ik snap nu wel dat ze deze aanpak hebben gekozen: zo stimuleren ze studenten over zichzelf na te denken, zonder God er bij te betrekken.”
Volgens Meijknecht moet je God niet bij elk gesprek betrekken. “Dertig jaar geleden had ik dit allemaal niet zo kunnen zeggen”, meent hij. “Maar God heeft 101 namen. Mensen die om de drie woorden God moeten aanhalen, begrijp ik niet. Alsof je steeds zijn naam moet noemen, omdat hij anders wordt vergeten. Alsof God een zielige, hulpbehoevende, eenzame, doodzieke man is, die we anders vergeten. Schei toch uit! God interesseert zich voor ons.”
Hij kijkt naar De la Chambre en zegt: “Stel je voor dat ik tegen Leo zeg: geloof in deze God, lees deze tekst en ga naar de kerk. Dan loopt hij weg. Zo naar binnen gericht wil ik niet zijn.” De la Chambre knikt tevreden. “Ik weet niet of ik in God geloof”, zegt hij. “Maar je denkt er wél over na”, weet Meijknecht. “Dat is onze rol: vertalen. Niet opdreunen wat in de bijbel staat, maar praten over wat Leo of een andere student denkt en vindt.”
Volgens Van Leeuwen is het nadenken over deze vragen essentieel voor iedere student. “Veel studenten denken: wetenschap is alles. Maar juist op een universiteit moet je kritisch nadenken. Je moet weten waarom je iets doet; nadenken over de vraag waarom je bestaat. Dat geldt net zo goed voor een student psychologie als voor een student bouwkunde. MoTiv draagt, door daarover vragen te stellen, bij aan die verbreding van kennis. Dat vind ik goed, ook al geloven mensen op een andere manier dan ik. Dat vind ik jammer, maar dan weten ze in ieder geval wat hun motivatie is.”
De discussie staat centraal binnen MoTiv. Een paar maanden geleden schreef Adriënne van den Boogaard in een vlammend betoog dat het juist hieraan ontbrak binnen de TU. “Wij doen hier wat Van den Boogaard mist”, zegt Meijknecht. “We praten over de essentiële vragen die een student zich moet stellen.”
Hoe haal je die essentie naar boven? “Wij laten de gesprekken lopen”, zegt Meijknecht. “Ik stel aan het begin een vraag aan de groep: waarom studeren jullie in Delft? Of: waarom hebben jullie een technische studie gekozen? Dan wordt het heel stil. De studenten wachten tot ik iets zeg, maar ik zwijg. De stilte wordt ongemakkelijk. Ze kijken zenuwachtig rond. Dan begint de eerste te praten, en begint een beetje bot te vertellen. Dat spreekt anderen aan, die geven zich ook een beetje bloot. Ik zeg nauwelijks iets. Er bestaan geen eisen voor een spiritueel gesprek. We hoeven geen absolute antwoorden te definiëren.”
MoTiv
Dertig jaar geleden trad Ton Meijknecht in dienst bij het studentenpastoraat van de TU Delft. Hij wilde eigenlijk priester worden, na zijn studie theologie in Nijmegen. Maar op het moment dat Meijknecht zich bij de bisschop tot priester wilde laten wijden kwam hij zijn huidige vrouw tegen.
Meijknecht trof bij het studentenpastoraat een ‘traditionele wereld’ aan met een conservatieve groep pastores. Steeds minder studenten zochten het statige grachtenpand aan de Oude Delft op. Begin jaren tachtig was het pastoraat op sterven na dood. “We hadden toen twee keuzes”, zegt Meijknecht, die inmiddels in Leiden was gepromoveerd in de kerkgeschiedenis. “We konden dwangmiddelen gebruiken: presentielijsten, studenten overhoren. Of we konden het pastoraat helemaal opnieuw opbouwen.”
Voor dat laatste koos Meijknecht. Enthousiast ging hij de faculteiten langs om met mensen te praten. “Waarom zijn jullie hier? vroegen studenten ons. Ik had geen idee, dus kaatste de bal terug. Toen moesten ze lang nadenken.” Meijknecht besloot zich daarna op die vraag te richten. Een schot in de roos: met die vraag zaten veel studenten in hun maag.
Het studentenpastoraat werd omgedoopt tot MoTiv . afkorting van motivatie. Behalve de katholieke Meijknecht bestaat het team uit een hervormde (Renske Oldenboom) en twee gereformeerde pastores (Otto Kroesen en Hans van Drongelen). “Renske is veel bezig met hoe mensen met elkaar omgaan”, zegt Meijknecht. “Otto is het meest de theoloog van ons. Hij schrijft veel en studeert meer dan wij. Hans en ik gaan er het liefst op uit, wij zijn missionair ingesteld.” Het bezoek aan MoTiv willen ze zo laagdrempelig mogelijk houden. “We zijn een clubhuis zonder lidmaatschap.”
Op een nazomeravond zitten in het grachtenpand van MoTiv aan de Voorstraat twaalf mensen aan een grote tafel. Ze praten over Seek my Face, een bijeenkomst die volgende maand plaatsvindt en die TU-studenten aan het denken moet zetten over hun drijfveren.
Onder een grote lamp, versierd met engelen, staan op tafel vier linzensalades met eikenbladsla, gorgonzola en tomaat. Het lijkt een gewoon studentendiner van huisgenoten. Een jongen vertelt dat hij weer is gaan studeren. “Tijdens colleges slaap ik altijd”, zegt hij eigenwijs achteroverleunend in zijn stoel. “Maakt niet uit waar het over gaat; ik val in slaap.” Een meisje reageert: “Daar heb ik geen tijd voor. Ik ben een elektronische notenkraker aan het maken en die moet af.”
Daarna gaat het over de praktische invulling van de taken voor Seek my Face. Wie legt contact met de deelnemers; is de promotie al geregeld; is er al een ruimte afgehuurd? Vakkundig verdelen ze de taken. In een mum van tijd zijn de problemen opgelost.
“Delftse studenten zijn heel sterk in de hoe-vraag”, zegt Meijknecht. “De taakverdeling is nooit een probleem. Heel complexe problemen worden zo opgelost. Maar op de waarom-vraag weten ze heel moeilijk een antwoord te vinden. Waarom zijn ze in Delft een technische studie gaan doen, bijvoorbeeld. Of wat vinden ze belangrijk in het leven? Die vragen hebben we ze de afgelopen weken gesteld. Naar die vragen gaan we op zoek bij MoTiv. En daarover gaat Seek my Face.”
Tijdens het lezen van ‘Seek my Face’, een roman van de Amerikaanse meesterverteller John Updike, viel het Meijknecht op: ook hij was, net als de journalist uit het boek, op zoek naar verborgen verhalen van mensen. In ‘Seek my Face’ interviewt een New Yorkse journalist de bejaarde kunstenares Hope Chafetz. “Ze wordt gedwongen over zichzelf na te denken”, zegt Meijknecht. “Hope heeft geen zin in het gesprek met die kattige journalist; ze wil niet vertellen wie ze is. Maar doordat haar de goede vragen worden gesteld, gaat ze vertellen. En zo kom je steeds meer over haar te weten.” Dat ziet Meijknecht als zijn taak: zo met studenten praten dat ze een deel van zichzelf blootleggen. Net als Hope.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Veel Delftse studenten praten niet gemakkelijk over hun gevoelens: de ‘Delftse botheid’. “Ze spreken met veel moeite over intimiteit en religie”, verzucht Meijknecht. “Levensvragen vinden veel studenten moeilijk. TU’ers zijn niet goedgebekt. Een Leidse student praat misschien makkelijker, maar draagt vaak ook een masker. Om achter die stortvloed van woorden betekenis te vinden is veel lastiger. De botte Delftse student heeft een ook ontroerende eenvoud.”
De laatste jaren zijn mensen steeds meer op zoek naar de antwoorden op spirituele vragen, vindt Meijknecht. “God zit niet minder in de mensen, maar de mensen zitten minder in de kerk.” En juist met die vragen kunnen ze bij MoTiv terecht.
Leo de la Chambre, student werktuigbouwkunde, klopte daarom aan bij Meijknecht. “Door de vragen die bij MoTiv worden gesteld, weet ik beter wat me drijft”, zegt de fervent rugbyer. “Eerst ga ik studeren, dacht ik toen ik begon, en ik zie wel waar het schip strandt. Hoe meer ik ging nadenken over waarom ik techniek ging studeren, des te beter besefte ik hoe nieuwsgierig ik was. Techniek was geen toevallige keuze. Vroeger haalde ik de telefoon al uit elkaar om hem vervolgens weer in elkaar te zetten.”
Meijknecht legt glunderend uit dat dit de taak is van MoTiv. “Het gaat ons erom dat je iemand helpt om wat het diepst in zijn ziel verborgen zit naar boven te halen. Leo is nieuwsgierig, een ander wil de problemen in de maatschappij oplossen of is op zoek naar de waarheid. Dat zijn de diepe menselijke drijfveren.”
God lijkt de grote, opvallende afwezige tijdens de gesprekken bij MoTiv. Aan tafel tijdens het eten wordt met geen woord over hem gerept. Voor het eten vouwen maar weinigen de handen om te bidden. “De eerste keer dacht ik: dit is toch het studentenpastoraat? zegt student industrieel ontwerpen Gabrielle van Leeuwen. “Maar het gaat helemaal niet over God. Ik snap nu wel dat ze deze aanpak hebben gekozen: zo stimuleren ze studenten over zichzelf na te denken, zonder God er bij te betrekken.”
Volgens Meijknecht moet je God niet bij elk gesprek betrekken. “Dertig jaar geleden had ik dit allemaal niet zo kunnen zeggen”, meent hij. “Maar God heeft 101 namen. Mensen die om de drie woorden God moeten aanhalen, begrijp ik niet. Alsof je steeds zijn naam moet noemen, omdat hij anders wordt vergeten. Alsof God een zielige, hulpbehoevende, eenzame, doodzieke man is, die we anders vergeten. Schei toch uit! God interesseert zich voor ons.”
Hij kijkt naar De la Chambre en zegt: “Stel je voor dat ik tegen Leo zeg: geloof in deze God, lees deze tekst en ga naar de kerk. Dan loopt hij weg. Zo naar binnen gericht wil ik niet zijn.” De la Chambre knikt tevreden. “Ik weet niet of ik in God geloof”, zegt hij. “Maar je denkt er wél over na”, weet Meijknecht. “Dat is onze rol: vertalen. Niet opdreunen wat in de bijbel staat, maar praten over wat Leo of een andere student denkt en vindt.”
Volgens Van Leeuwen is het nadenken over deze vragen essentieel voor iedere student. “Veel studenten denken: wetenschap is alles. Maar juist op een universiteit moet je kritisch nadenken. Je moet weten waarom je iets doet; nadenken over de vraag waarom je bestaat. Dat geldt net zo goed voor een student psychologie als voor een student bouwkunde. MoTiv draagt, door daarover vragen te stellen, bij aan die verbreding van kennis. Dat vind ik goed, ook al geloven mensen op een andere manier dan ik. Dat vind ik jammer, maar dan weten ze in ieder geval wat hun motivatie is.”
De discussie staat centraal binnen MoTiv. Een paar maanden geleden schreef Adriënne van den Boogaard in een vlammend betoog dat het juist hieraan ontbrak binnen de TU. “Wij doen hier wat Van den Boogaard mist”, zegt Meijknecht. “We praten over de essentiële vragen die een student zich moet stellen.”
Hoe haal je die essentie naar boven? “Wij laten de gesprekken lopen”, zegt Meijknecht. “Ik stel aan het begin een vraag aan de groep: waarom studeren jullie in Delft? Of: waarom hebben jullie een technische studie gekozen? Dan wordt het heel stil. De studenten wachten tot ik iets zeg, maar ik zwijg. De stilte wordt ongemakkelijk. Ze kijken zenuwachtig rond. Dan begint de eerste te praten, en begint een beetje bot te vertellen. Dat spreekt anderen aan, die geven zich ook een beetje bloot. Ik zeg nauwelijks iets. Er bestaan geen eisen voor een spiritueel gesprek. We hoeven geen absolute antwoorden te definiëren.”
MoTiv
Dertig jaar geleden trad Ton Meijknecht in dienst bij het studentenpastoraat van de TU Delft. Hij wilde eigenlijk priester worden, na zijn studie theologie in Nijmegen. Maar op het moment dat Meijknecht zich bij de bisschop tot priester wilde laten wijden kwam hij zijn huidige vrouw tegen.
Meijknecht trof bij het studentenpastoraat een ‘traditionele wereld’ aan met een conservatieve groep pastores. Steeds minder studenten zochten het statige grachtenpand aan de Oude Delft op. Begin jaren tachtig was het pastoraat op sterven na dood. “We hadden toen twee keuzes”, zegt Meijknecht, die inmiddels in Leiden was gepromoveerd in de kerkgeschiedenis. “We konden dwangmiddelen gebruiken: presentielijsten, studenten overhoren. Of we konden het pastoraat helemaal opnieuw opbouwen.”
Voor dat laatste koos Meijknecht. Enthousiast ging hij de faculteiten langs om met mensen te praten. “Waarom zijn jullie hier? vroegen studenten ons. Ik had geen idee, dus kaatste de bal terug. Toen moesten ze lang nadenken.” Meijknecht besloot zich daarna op die vraag te richten. Een schot in de roos: met die vraag zaten veel studenten in hun maag.
Het studentenpastoraat werd omgedoopt tot MoTiv . afkorting van motivatie. Behalve de katholieke Meijknecht bestaat het team uit een hervormde (Renske Oldenboom) en twee gereformeerde pastores (Otto Kroesen en Hans van Drongelen). “Renske is veel bezig met hoe mensen met elkaar omgaan”, zegt Meijknecht. “Otto is het meest de theoloog van ons. Hij schrijft veel en studeert meer dan wij. Hans en ik gaan er het liefst op uit, wij zijn missionair ingesteld.” Het bezoek aan MoTiv willen ze zo laagdrempelig mogelijk houden. “We zijn een clubhuis zonder lidmaatschap.”
Comments are closed.