Campus

‘Een bestuurder is meer dan een belangenbehartiger’

,,Telkens wanneer De Voogd met zijn plannen tegen de lamp loopt, dan is dat vanwege de snelheid en niet vanwege de inhoud”, zegt drs. Louk Fennis die vorige week afscheid nam als buitenuniversitair lid (bul) van de universiteitsraad.

br />




Figuur 1 Fennis: ,,Ik heb nog nooit iemand zien aantonen dat de u-raad niet functioneert”



Als buitenstaander heeft hij vier jaar in de bestuurlijke keuken van de TU mogen doorbrengen, ,,maar je krijgt er maar zeer beperkt zicht op, want de TU is echt een groot bedrijf”.



Fennis ziet geen voordelen in de door minister Ritzen voorgestelde afschaffing van de universiteitsraad. De u-raad wordt dan vervangen door een raad van toezicht en een medezeggenschapsraad voor personeel en studenten. ,,Ik heb nog nooit iemand zien aantonen dat de u-raad niet functioneert”, verdedigt hij het huidige systeem.



Volgens hem is het een misvatting dat het cvb zo meer macht krijgt. ,,Als je iets tegen de wil van studenten en personeel wil doordrukken, zal je toch niet slagen, wegens het ontbreken van draagvlak. Dus het cvb moet nog steeds intensief met personeel en studenten overleggen en nu krijgen ze er ook nog een raad van toezicht bij; ik wens ze veel succes.”



Fennis bekritiseert wel de vergadercultuur van de u-raad: ,,Vaak herhalen personeel en studenten in de ur-vergadering wat zij in de commissies hebben gezegd. Hierdoor duren vergaderingen onnodig lang.” De bullen doen hier volgens Fennis niet aan mee, omdat ze zich niet hoeven te profileren naar een achterban en alleen ‘gratis advies’ aan de TU geven.



Fennis vindt dat studenten langer dan een jaar in de raad zouden moeten zitten. ,,Het is zonde dat studenten na één jaar al weer gewisseld worden, zeker gezien hun ontwikkeling gedurende het jaar.” Hij vindt dat zo te veel energie in het ieder jaar opnieuw inwerken gestoken moet worden. Maar personeelsleden zouden zich na vier jaar niet meer herkiesbaar moeten stellen. ,,Anders krijgt de belangenbehartiging de overhand op het medebestuur, iets waar de personeelsfracties toch al moeite mee hebben.”

IJdel



De verhouding tussen u-raad en cvb is volgens Fennis gegroeid. Collegevoorzitter De Voogd noemt hij ‘aanvankelijk politiek niet sterk, maar hij leert snel’. Daarnaast vindt hij rector Wakker ‘een meester in depolariseren’.



Hij vindt dat het college op de goede weg is met de strategienota en het ARTD-advies over het onderzoeksbeleid. Dat er als gevolg daarvan tegelijkertijd veel verandert aan de TU vindt Fennis niet bezwaarlijk: ,,Als je een decennium zonder relatief grote veranderingen gefunctioneerd hebt terwijl de maatschappij niet stilstaat, dan moet je eens kijken of het anders kan.” Wel waarschuwt hij tegelijkertijdvoor een te hoge snelheid: ,,Telkens wanneer De Voogd met zijn plannen tegen de lamp loopt, dan is dat vanwege de snelheid en niet vanwege de inhoud.”



Na vier jaar lidmaatschap van de u-raad kijkt Fennis terug op een ,,aantal beslissingen waar je ooit spijt van krijgt”. Hij noemt bijvoorbeeld de huidige locatie van het ,,Muzisch Centrum aan de Mekelweg”. ,,Ik heb gehoord dat meisjes ‘s avonds niet over de Mekelweg durven te fietsen.”



Daarnaast voorspelt hij dat de TU spijt krijgt dat de parkeergarage onder de nieuwe bibliotheek in een ronde van bezuinigingen geschrapt is. Fennis heeft zelf als oplossing aangedragen de bibliotheek te laten sponsoren. ,,Het college heeft dat als een ludiek idee opgevat, maar nooit uitgewerkt. Er zijn echter mensen ijdel genoeg om voor veel geld hun naam op een gebouw te zien.”

Krachtiger



Ook het huidige geldverdeelmodel tussen faculteiten verdient volgens Fennis niet de schoonheidsprijs. ,,Het is het juiste uitgangspunt om op basis van output te financieren, maar er zitten nu te veel regelknoppen aan. Maar een u-raad zal niet een krachtiger model kunnen verzinnen, omdat dat door de direct betrokkenen niet rechtvaardig gevonden wordt.”



Voor de toekomst ziet Fennis op het gebied van contractonderzoek in de derde geldstroom voor de TU nog veel mogelijkheden. ,,Het open-eindonderzoek werd vroeger ook door grote bedrijfslaboratoria zoals van Shell en Philips gedaan. Nu zie je dat dat typisch iets van de universiteiten wordt.” Hij vindt daarom dat de TU constant moet zoeken naar een goed evenwicht tussen het typisch academische onderzoek en toegepast onderzoek voor bedrijven.



Zelf is Fennis directeur van de landelijk opererende stichting postacademisch onderwijs natuurwetenschappen. Hij koopt expertise van universiteiten en bedrijven in en verzorgt daarmee cursussen van een tot vijf dagen. Die expertise komt ook van de TU Delft. ,,Hoewel Delft internationaal sterk staat, komt de instelling op de kaart voor internationale postacademische opleidingen niet voor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Enschede en Eindhoven.” Fennis heeft in de afgelopen jaren in vele internationale contacten de TU Delft dan ook gepromoot. Iets wat hij naar eigen zeggen met genoegen blijft doen, ,,omdat het de TU nu nog aan voldoende marktgerichte middelen ontbreekt”.



Steven Hubeek

,,Telkens wanneer De Voogd met zijn plannen tegen de lamp loopt, dan is dat vanwege de snelheid en niet vanwege de inhoud”, zegt drs. Louk Fennis die vorige week afscheid nam als buitenuniversitair lid (bul) van de universiteitsraad.


Figuur 1 Fennis: ,,Ik heb nog nooit iemand zien aantonen dat de u-raad niet functioneert”

Als buitenstaander heeft hij vier jaar in de bestuurlijke keuken van de TU mogen doorbrengen, ,,maar je krijgt er maar zeer beperkt zicht op, want de TU is echt een groot bedrijf”.

Fennis ziet geen voordelen in de door minister Ritzen voorgestelde afschaffing van de universiteitsraad. De u-raad wordt dan vervangen door een raad van toezicht en een medezeggenschapsraad voor personeel en studenten. ,,Ik heb nog nooit iemand zien aantonen dat de u-raad niet functioneert”, verdedigt hij het huidige systeem.

Volgens hem is het een misvatting dat het cvb zo meer macht krijgt. ,,Als je iets tegen de wil van studenten en personeel wil doordrukken, zal je toch niet slagen, wegens het ontbreken van draagvlak. Dus het cvb moet nog steeds intensief met personeel en studenten overleggen en nu krijgen ze er ook nog een raad van toezicht bij; ik wens ze veel succes.”

Fennis bekritiseert wel de vergadercultuur van de u-raad: ,,Vaak herhalen personeel en studenten in de ur-vergadering wat zij in de commissies hebben gezegd. Hierdoor duren vergaderingen onnodig lang.” De bullen doen hier volgens Fennis niet aan mee, omdat ze zich niet hoeven te profileren naar een achterban en alleen ‘gratis advies’ aan de TU geven.

Fennis vindt dat studenten langer dan een jaar in de raad zouden moeten zitten. ,,Het is zonde dat studenten na één jaar al weer gewisseld worden, zeker gezien hun ontwikkeling gedurende het jaar.” Hij vindt dat zo te veel energie in het ieder jaar opnieuw inwerken gestoken moet worden. Maar personeelsleden zouden zich na vier jaar niet meer herkiesbaar moeten stellen. ,,Anders krijgt de belangenbehartiging de overhand op het medebestuur, iets waar de personeelsfracties toch al moeite mee hebben.”
IJdel

De verhouding tussen u-raad en cvb is volgens Fennis gegroeid. Collegevoorzitter De Voogd noemt hij ‘aanvankelijk politiek niet sterk, maar hij leert snel’. Daarnaast vindt hij rector Wakker ‘een meester in depolariseren’.

Hij vindt dat het college op de goede weg is met de strategienota en het ARTD-advies over het onderzoeksbeleid. Dat er als gevolg daarvan tegelijkertijd veel verandert aan de TU vindt Fennis niet bezwaarlijk: ,,Als je een decennium zonder relatief grote veranderingen gefunctioneerd hebt terwijl de maatschappij niet stilstaat, dan moet je eens kijken of het anders kan.” Wel waarschuwt hij tegelijkertijdvoor een te hoge snelheid: ,,Telkens wanneer De Voogd met zijn plannen tegen de lamp loopt, dan is dat vanwege de snelheid en niet vanwege de inhoud.”

Na vier jaar lidmaatschap van de u-raad kijkt Fennis terug op een ,,aantal beslissingen waar je ooit spijt van krijgt”. Hij noemt bijvoorbeeld de huidige locatie van het ,,Muzisch Centrum aan de Mekelweg”. ,,Ik heb gehoord dat meisjes ‘s avonds niet over de Mekelweg durven te fietsen.”

Daarnaast voorspelt hij dat de TU spijt krijgt dat de parkeergarage onder de nieuwe bibliotheek in een ronde van bezuinigingen geschrapt is. Fennis heeft zelf als oplossing aangedragen de bibliotheek te laten sponsoren. ,,Het college heeft dat als een ludiek idee opgevat, maar nooit uitgewerkt. Er zijn echter mensen ijdel genoeg om voor veel geld hun naam op een gebouw te zien.”
Krachtiger

Ook het huidige geldverdeelmodel tussen faculteiten verdient volgens Fennis niet de schoonheidsprijs. ,,Het is het juiste uitgangspunt om op basis van output te financieren, maar er zitten nu te veel regelknoppen aan. Maar een u-raad zal niet een krachtiger model kunnen verzinnen, omdat dat door de direct betrokkenen niet rechtvaardig gevonden wordt.”

Voor de toekomst ziet Fennis op het gebied van contractonderzoek in de derde geldstroom voor de TU nog veel mogelijkheden. ,,Het open-eindonderzoek werd vroeger ook door grote bedrijfslaboratoria zoals van Shell en Philips gedaan. Nu zie je dat dat typisch iets van de universiteiten wordt.” Hij vindt daarom dat de TU constant moet zoeken naar een goed evenwicht tussen het typisch academische onderzoek en toegepast onderzoek voor bedrijven.

Zelf is Fennis directeur van de landelijk opererende stichting postacademisch onderwijs natuurwetenschappen. Hij koopt expertise van universiteiten en bedrijven in en verzorgt daarmee cursussen van een tot vijf dagen. Die expertise komt ook van de TU Delft. ,,Hoewel Delft internationaal sterk staat, komt de instelling op de kaart voor internationale postacademische opleidingen niet voor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Enschede en Eindhoven.” Fennis heeft in de afgelopen jaren in vele internationale contacten de TU Delft dan ook gepromoot. Iets wat hij naar eigen zeggen met genoegen blijft doen, ,,omdat het de TU nu nog aan voldoende marktgerichte middelen ontbreekt”.

Steven Hubeek

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.