Studentenhuisvester Duwo moet na 1 juli verder zonder directeur Jan Benschop. In de 23 jaar dat hij aan het roer stond, verdween in Delft de kamernood, althans voor Nederlandse studenten. Voor de huisvesting van internationals heeft Benschop nog wel wat oplossingen achter de hand.
Een dichte voordeur en een lege ontvangstruimte. Wie op een doordeweekse ochtend langs gaat bij Duwo moet aanbellen om binnen te komen. Daar staan de computerschermen waarop studenten naar kamers kunnen zoeken er werkeloos bij. Gevolg van de digitalisering, zegt vertrekkend directeur Jan Benschop terwijl we naar zijn kamer lopen. “Negentig procent van het contact met onze huurders verloopt digitaal.” Hij schaart het onder zijn successen.
Benschop was 23 jaar lang directeur van Duwo, tot op 1 juli zijn pensioen ingaat. Op 2 juni nam hij al afscheid. Nu, ruim drie weken later, is hij even terug voor een opruimdag, zongebruind na een vakantie in Italië. Morgen moet hij de nieuwe Delftse vestigingsdirecteur ‘wat dingen overdragen, zodat hij niet door de porseleinkast gaat lopen’. De relatie met de TU is goed, en dat moet vooral zo blijven. Verder wil hij zijn opvolgers niet voor de voeten lopen. Besluiten kan hij toch niet nemen voor een toekomst waarvan hij geen deel uitmaakt.
Alhoewel, voor iemand die met pensioen gaat, blikt Benschop opvallend veel vooruit. Hij gaat de studentenhuisvesting dan ook helemaal niet verlaten. Verschillende commerciële partijen hebben hem gevraagd advieswerk voor ze te doen. Welke, dat laat hij in het midden, maar Benschop wil nationaal en internationaal aan de slag als zzp’er. Hij is ‘veel te ongedurig om achter de geraniums te gaan zitten’. Vooral de huisvesting van internationale studenten is een vraagstuk waar hij mee verder wil. Daar komen er immers steeds meer.
Hoe ziet de toekomstige huisvesting van internationale studenten eruit?
“We moeten naar meer flexibele vormen. Nu huurt een masterstudent voor twee jaar een volledig gemeubileerde kamer. Dat zie je terug in de servicekosten. Laat ze in de toekomst kiezen uit verschillende pakketten, afhankelijk van wat ze te makken hebben. Dan kunnen ze de rest van de inboedel bij elkaar scharrelen bij de kringloop. En misschien wil een internationale student eerst in een studentenhotel of -hostel. Je zou ook juist luxe studentenkamers voor een kleine doelgroep kunnen gaan aanbieden, zoals die bestaan in Londen of Istanbul.”
Zijn dat oplossingen voor de kamernood onder internationals in Delft?
“Daar werkt Duwo aan. We hebben nu een bestand van 6000 tot 6500 kamers voor internationale studenten. Er is behoefte aan nog eens 1500 kamers. We hebben er 1100 in de pijplijn, maar die komen nooit uit de pijplijn. Zo willen we bouwen waar nu de spaceboxen staan, achter EWI, maar dan moet de TU daar geen extra parkeerplaatsen willen bouwen. Ook hebben we een kant-en-klaar plan voor een vierde complex aan de Balthasar van der Polweg. Dat kunnen we niet uitvoeren, doordat het gemeentelijke beleid meer bijbehorende parkeerruimte voorschrijft dan er plek is.”
U leidde Duwo 23 jaar lang. Wat was uw filosofie?
“Die kun je op één handpalm schrijven: betaalbaar bouwen, heel simpel. Vanaf 1995 hebben we altijd gebouwd of hebben we bestaande woningen omgekat. Een rode draad was altijd het overleg met de onderwijsinstellingen. Vooral de relatie met de TU is een bijzondere, omdat we in Delft meer hebben gebouwd dan waar ook. Steeds overleggen we over de ontwikkelingen waarop Duwo moet inspelen.”
Wat is uw belangrijkste succes?
“Ik heb altijd de mazzel gehad dat ik een goed team om me heen had. Successen zijn onze successen. Een belangrijk succes is zeker dat we meer studentenkamers hebben gebouwd dan wie dan ook. Zeker in crisistijd is dat geen sinecure. Het is ons gelukt financieel gezond te blijven door digitalisering en effectief beheer. Tegelijk zijn we herkenbaar gebleven. We zijn geen luxe villa’s gaan bouwen of gezinnen gaan huisvesten. Je moet je imago niet vertroebelen. Duwo is down to earth gebleven.”
U was wel door de SP in Den Haag genomineerd voor de ‘grootste graaier award‘. Hoe vond u dat?
“Ik heb dat voor kennisgeving aangenomen, want het was een ongenuanceerd verhaal. Het bedrag dat ze noemden (240 duizend euro, red.) was veel hoger dan wat ik krijg. De kosten voor mijn lease-auto en pensioenafdracht, alles zat erin. Ik heb nooit een bepaald salaris of een verhoging gevraagd. De raad van commissarissen heeft de hoogte laten vaststellen door een extern bureau, dat kijkt naar de markt. We hebben ons daarbij altijd aan de spelregels gehouden.”
Waar heeft u spijt van als u terugkijkt op uw carrière?
“Nou, spijt. Ik had wel een studentenhotel willen hebben, maar dat mogen we niet als sociaal verhuurder. Ik vind het ook jammer dat we niet breder in Nederland aan de slag zijn gegaan, zoals in Groningen. Want als je meer spek op het bot hebt, kun je een volgende stap zetten in de ontwikkeling van je aanbod. Ik had verder eerder willen beginnen met de samenwerking met de international offices. Er spelen moeilijke vragen, bijvoorbeeld over het mengen van internationale en Nederlandse studenten. Het integratievraagstuk is lastig. Sommige internationale studenten willen liever samenwonen met andere internationals om meer te weten te komen over hun culturen. Anderen willen op zijn Nederlands leren appelmoes eten. En dan zijn er Nederlandse studenten die zeggen: na een hele dag Engelstalig onderwijs ben ik blij als ik ‘s avonds thuis Nederlands kan praten.”
De studenten die Duwo-huizen bewonen, hebben van alles uitgehaald. Welke anekdote zal u altijd bijblijven?
“De halve Saab. Studenten in de Krakeelhof hadden tegen hun muur een in de lengte doorgezaagde Saab neergezet, zo’n mooie oude. Op de plek van het stuur zat een telefoon, de kilometerteller was de tikkenteller. Daar konden ze rustig bellen. Maar de Saab blokkeerde de vluchtgang. Hij moest helaas echt weg. De studenten zeiden: dit is een kunstobject en kunst mag je aan de muur hebben. Dat werd een rechtszaak. De rechter werd nieuwsgierig en is gaan kijken. Zijn uitspraak was een Salomonsoordeel: ja, de Saab was een kunstobject en ja, hij blokkeerde de doorgang. Zijn oordeel was toch dat hij weg moest. Toen we hem niet veel later wilden weghalen, was hij al verdwenen. Jammer, want het was hier op kantoor een leuk kunstwerk geweest. Ik heb er geen spijt van dat ik ouder word, alleen wel eens bij dit soort dingen. Dit is heel erg hoe TU-studenten zijn. Een huisvester moet oog hebben voor die lol. Bij andere verhuurders mag je geen spijker in de muur slaan. Daar doen wij niet moeilijk over.”
Wat moet Duwo de komende jaren doen naast blijven bouwen?
“Duwo moet meer in overleg, met allerlei groepen. Bijvoorbeeld met de studentenpsychologen. Internationale studenten zijn ver van huis, dat is wel eens moeilijk. Ook denk ik dat het ontsluiten van informatie beter kan. Dat je ‘s avonds kunt sporten bij sport, wat je kunt doen bij cultuur. Dat de International Neighbour Group van alles organiseert. Dat is misschien niet onze kerntaak, maar het is wel belangrijk als je wilt dat studenten eenmaal terug in hun land van herkomst ambassadeurs zijn van de TU.”
Huurdersvereniging WijWonen hamert op meer duurzaamheid. Zo hebben sommige huizen nog enkel glas. Wat doet Duwo daarmee?
“We gaan naar zonnepanelen en slimme cv-ketels. Als we aanpassingen doen aan gebouwen is het een voorwaarde dat het duurzaam is. En ook bij nieuwbouw gaat het automatisch mee. We moeten wel, want dat is de bouwregelgeving. Het onderwerp staat hoog op de agenda, en dat kán ook niet anders in de omgeving van de TU.”
Comments are closed.