Dure topopleidingen dreigen onbetaalbaar te worden voor armere studenten. De Nederlandse studenten die op de campus van het Utrechtse University College rondlopen hebben bijna zonder uitzondering rijke ouders, waarschuwen twee studenten.
De toegankelijkheid van het University College Utrecht (UCU) komt door de stijgende kosten in gevaar, waarschuwen UCU-studenten Rens Bakker en Kavish Bisseswar op DUB, het digitale magazine van de Universiteit Utrecht.
“De Nederlandse studenten op het UCU komen bijna allemaal uit welgestelde milieus”, zegt student assessor Bakker in een toelichting. Bisseswar, studentlid van de U-raad, vult aan: “Ik ben één van de weinige Nederlandse allochtone studenten op de hele opleiding”.
University colleges mogen sinds 2012 meer collegegeld vragen omdat zij intensief en kleinschalig onderwijs geven. Voorheen waren de bachelors in de praktijk vaak ook al duurder dan andere opleidingen, omdat zij naast het gewone collegegeld een extra bedrag vroegen. In het geval van het UCU om beurzen te kunnen geven aan buitenlandse studenten.
Volgend jaar variëren de kosten voor een jaar studeren van 2.585 euro in Middelburg tot 3.944 euro in Amsterdam. Die bedragen zijn de afgelopen jaren veel te snel gestegen, vinden de twee studenten. In principe krijgen ze waar voor hun geld, erkennen Bakker en Bisseswar. “Het onderwijs is hier fantastisch”, aldus Bisseswar. “Maar is het wel uitermate onrechtvaardig dat studenten uit armere milieus buitengesloten dreigen te worden.”
Leenangst is volgens de twee een groeiend probleem. Ze rekenen het even voor: Studenten die een basisbeurs en een aanvullende beurs krijgen, moeten per maand nog zeshonderd euro lenen om het collegegeld en kost en inwoning aan het UCU te kunnen betalen. Binnen drie jaar loopt de schuld, zonder rente, op tot 21.600 euro. Als de basisbeurs wordt afgeschaft tot 30.600.
Hun observatie wordt gesteund door recent CBS-onderzoek, waaruit blijkt dat havisten en vwo’ers uit rijke gezinnen vaker gaan studeren dan hun leeftijdsgenoten die hetzelfde diploma hebben, maar minder geld te besteden.
Bakker noemt zichzelf een schoolvoorbeeld van iemand uit een minder rijk gezin die zijn leenangst heeft overwonnen. “Mijn moeder heeft de huishoudschool gedaan, mijn vader is monteur. Hij is onlangs zijn baan kwijtgeraakt, dus ik wil van mijn ouders niet te veel geld vragen.” Om zijn studie te betalen, leent hij maximaal en heeft hij een aantal baantjes. “Ik wil niet klagen, maar daardoor besteed ik af en toe minder tijd aan mijn studie dan ik zou willen.”
In zijn omgeving ziet hij mensen die de gok niet aandurven. “Omdat studenten niet goed weten wat ze kunnen verwachten en de baankansen niet altijd duidelijk zijn, durven ze geen grote schuld op te bouwen.” Bisseswar vindt dat “fundamenteel fout”. “Financiële overwegingen zouden geen reden mogen zijn om niet voor een studie te kiezen. Een academische opleiding is bij uitstek bedoeld om je intellectueel te ontwikkelen.”
Fried Keesen, de onderwijsdirecteur van het UCU, geeft de twee deels gelijk. “Studeren wordt inderdaad steeds duurder, maar het is te kort door de bocht om dan te zeggen dat studenten uit minder welgestelde milieus geen toegang meer hebben tot onderwijs.”
Ten eerste vraagt het UCU studenten niet naar hun inkomensgegevens, dus weet Keesen niet uit wat voor gezinnen ze komen. Ten tweede kiezen allochtone studenten of generaties die voor het eerst naar het hoger onderwijs gaan, vaker voor een studie met een duidelijk beroepsprofiel en dat biedt een university college niet.
Vanaf 2014 mogen meer studies dan alleen de university colleges hoger collegegeld gaan vragen. Studenten mogen best wat meer betalen voor topopleidingen, vindt de minister. Maar Bakker en Bisseswar waarschuwen. “De overheid moet een principiële keuze maken voor goed toegankelijk onderwijs voor iedereen. Als opleidingen meer geld gaan vragen, mag dat niet ten koste gaan van bepaalde inkomensgroepen.”
Comments are closed.