Education

‘Druk TU op G4S kan Israël veranderen’

De TU Delft kan een sterk signaal afgeven aan G4S door het beveiligingsbedrijf ‘zwaar te wijzen op de moeite die de universiteit heeft’ met het werk dat G4S doet in Israël.

“Gaat de universiteit een stap verder en zegt ze de samenwerking met G4S op, dan zou ik dat toejuichen.” Dat zegt de vooraanstaande mensenrechtenadvocate en hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit Leiden Liesbeth Zegveld.


Zegveld gelooft dat druk van burgers en consumenten (inclusief instellingen als de TU) uiteindelijk een verandering teweeg kan brengen in Israël. “Als burgers het niet meer accepteren dat Israël mensenrechten schendt en internationaal recht overtreedt en buitenlandse bedrijven trekken zich terug uit Israël, dan moet het land wel veranderen.”



Zegveld heeft namens de Palestijnse non-gouvernementele organisatie Al Haq aangifte gedaan in een soortgelijke zaak. Het betreft het Dordtse kranenbedrijf Riwal, dat kranen heeft geleverd die bij de afscheidingsmuur tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever zijn geplaatst.



Riwal wordt aangeklaagd voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven. “Internationaal is immers vastgesteld dat landen, inclusief bedrijven die in die landen zijn gevestigd, geen ondersteuning mogen bieden aan de afscheidingsmuur of aan nederzettingen, omdat die illegaal zijn.” Dat maakt ook dat er volgens Zegveld ‘heel grote vraagtekens over rechtmatigheid gezet kunnen worden’ bij het beveiligen van bedrijven in nederzettingen, zoals G4S doet.




Juridisch gezien is het dus mogelijk dat G4S onrechtmatig werk doet. Maar wat heeft de TU daarmee te maken? In juridische zin vrijwel zeker niks. Zegveld: “De universiteit valt juridisch alleen wat te verwijten als er een causaal verband te leggen is tussen het werk dat G4S voor de TU Delft doet en de discriminatie van Palestijnen in Israël. De kans is klein dat dat kan.”



Moreel kan de TU volgens Zegveld wel aangesproken worden. “Het is duidelijk dat het veld opschuift, dat het idee groeit dat je geen zaken doet met bedrijven die meewerken aan mensenrechtenschendingen of aan het overtreden van internationaal recht. Je kunt gewoon zeggen: hier willen we niet aan meewerken. Zo kun je wel degelijk invloed hebben.”



Zegvelds boodschap past in de lijn van het advies ‘Tussen woord en daad: perspectieven op duurzame vrede in het Midden-Oosten’, dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) deze week heeft aangeboden aan de Eerste Kamer.



Daarin staat onder meer de aanbeveling ‘dat Nederland zich ervoor inzet dat Nederlandse en Europese bedrijven actief worden ontmoedigd om zaken te doen met Israëlische bedrijven die zijn gevestigd in de nederzettingen’.



Volgens de AIV mogen ‘de historische banden en politieke verbondenheid van de westerse landen met Israël geen reden zijn schendingen van het internationale recht door dit land te gedogen’. “Die schendingen betreffen in het bijzonder de bouw van de Israëlische nederzettingen en beperking van de bewegingsvrijheid van de Palestijnen in de bezette gebieden, alsook de aanleg van de afscheidingsmuur voor zover deze over Palestijns gebied loopt.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.