Education

Driehonderd miljoen euro prestatiebekostiging

Staatssecretaris Zijlstra gaat straks zeven procent van het bestaande budget voor hoger onderwijs verdelen onder universiteiten en hogescholen die hun ambities waarmaken.


Onderwijs is de software van onze economie, stelt de regering in haar begroting voor 2012. Daarom wordt het vooralsnog ontzien bij de bezuinigingen. In ruil daarvoor moeten instellingen en studenten wel topprestaties leveren.


Hogescholen en universiteiten die de onderwijsdoelen halen die ze met het ministerie overeengekomen zijn, krijgen straks meer geld dan instellingen die daar niet in slagen. Staatssecretaris Zijlstra had het al aangekondigd in zijn ‘strategische agenda’. Hiermee gaat een lang gekoesterde wens van zijn partij in vervulling. De VVD kon het in 2007 niet verkroppen dat toenmalig PvdA-minister Plasterk de leerrechtenplannen van zijn liberale voorganger Rutte afschoot zonder daar een structurele vorm van prestatiebekostiging tegenover te zetten.


Het kabinet stelt overigens geen extra geld ter beschikking. Het reserveert zeven procent van het reguliere onderwijsbudget voor universiteiten en hogescholen. Een bedrag van tachtig miljoen euro in 2012, oplopend naar 260 miljoen in 2015, gaat naar instellingen die hun prestatieafspraken met het ministerie nakomen. Daar bovenop kunnen ze geld krijgen uit een pot van vijftig miljoen euro als ze er – in lijn met het advies van de commissieVeerman – in slagen om zich goed te profileren en hun onderwijsaanbod zinvol af te stemmen met andere universiteiten of hogescholen.


Ook de studenten zelf worden door het kabinet aangezet om het beste uit zichzelf te halen, al gaat dat met negatieve prikkels. “Om een ambitieuze studiecultuur te ondersteunen”, heet het in de begroting, krijgen masterstudenten vanaf 2012 geen basisbeurs meer, betalen langstudeerders een hoger collegegeld en wordt het gebruik van de studenten ov-chipkaart beperkt. “Studenten moeten daardoor bewuster gaan nadenken over hun studiekeuze en studievoortgang.” Het geld dat deze maatregelen opleveren wordt volgens het kabinet gebruikt om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren.


Het gemiddelde bedrag dat OCW per student uitgeeft, daalt echter. In het hbo van 6100 in 2012 naar 5900 euro per student in 2013 en in het wo van 6000 naar 5600 euro. Dankzij een hogere private bijdrage via de langstudeerboete blijft het totale bedrag per hbo-student gelijk, raamt het kabinet. Maar het erkent dat dit bij de universiteiten niet gaat lukken: die leveren volgens de begroting in 2013 tweehonderd euro per student in.

“It’s just what the province needs,” says Professor Alfred Kleinknecht, innovation economist at the faculty of Technology Policy and Management. “According to economic theory, the local clustering of several companies working in the same sector is a very sensible choice.”
The Silicon Mine (TSM) is the latest asset in a series of solar industries. Earlier, Scheuten Solar opened a factory in Venlo, while Solland Solar settled in Heerlen.

“Local clustering of solar industries with their supply industries and customers works because it offers opportunities for a specialised pool of workforce and professional education at various levels,” Kleinknecht explains. “And because of the local character and face to face contact, competitors work together on the basis of trust.”

What’s still missing, Kleinknecht adds, are one or two public research institutions for fundamental research into solar energy. “An alert Ministry of Economic Affairs would react by financing a TU Eindhoven branch in the growing Sunny Valley.” Instead, the new government has opted for nuclear power. An unwise choice, Kleinknecht argues, because it creates a dependency for decades on a small number of uranium producers that can easily set monopoly prices.

According to Kleinknecht’s colleague, energy market expert Professor Theo Fens, it makes sense for companies like the Abu Dhabi-based Al Manhal Group to start investing heavily in solar energy. Fens believes that solar energy will become increasingly competitive compared to the other kinds of energy. Take nuclear energy for example. “Nuclear energy used to be cheaper, but this year is the tipping point. The price for a kilowatt of solar or nuclear energy is the same now.” Fens explains that nuclear plants are becoming more expensive because they must cope with increasingly stringent safety and environment regulations. “A nuclear reactor must be able to withstand the impact of a Boeing 747 that is flown into it by Al Qaida,” Fens says. Moreover, when present day plants are being designed, the time in future when the plant will be disassembled must also be taken into account. Fens: “The designers have to think cradle to cradle, which makes the design even more expensive.”

Solar energy, in contrast, is becoming cheaper. “There is a kind of law, much like the Moore’s law, that dictates that every doubling of installed photovoltaic panels leads to a 20 percent decrease in the price of solar electricity. In 2016, according to EU commissioned research, we will pay the same price – about 25 cents – for either solar or fossil power, because fossil power will have become more expensive due to rising demand from upcoming economies like India and China.”

Seemingly, it’s starting to make sound economical sense to invest in solar technologies, even if some governments haven’t seen the light yet. 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.