Het onderzoeksproject exergie, het gedeelte van energie dat daadwerkelijk gebruikt wordt, is een van de eerste samenwerkingen in 3-TU-verband. Zeventien onderzoekers proberen het kwaliteitsverlies van energie te minimaliseren.
“Voor de eerste keer zullen we in dit project kijken naar zowel de vraag- als aanbodkant van energie”, zegt dr. Elisa Boelman van Bouwkunde. “Ons doel is om zo min mogelijk energie te verliezen.” In fabrieken is voor het maken van bakstenen of produceren van stoom hoogwaardige energie nodig, om een hoge temperatuur te bereiken. In woonhuizen wordt diezelfde hoogwaardige energie gebruikt om de computer aan de praat te houden en het huis te verlichten. Maar ook voor de verwarming. En dat is nu juist onnodig, meent Boelman. “Want die verwarming in een normaal huis hoeft nooit de hoge temperatuur van een baksteenoven te halen.”
“De verwarming kan daarom ook met laagwaardige energie aan de praat worden gehouden”, zegt Boelman. Zo wordt minder energie verspild. “Want, van restwarmte uit de industrie zou je bijvoorbeeld huizen kunnen verwarmen”, zegt Boelman. Dat levert dubbele winst op: de restwarmte gaat normaliter verloren en zou nu nuttig gebruikt worden. En hoogwaardige energie wordt niet meer onnodig gebruikt. Dat is veel beter voor het milieu en misschien ook goedkoper.
Boelman zoekt met haar onderzoeksproject, dat vier jaar zal duren, daarom naar meer van deze alternatieven om gebouwen te verwarmen of te verkoelen. “Een andere oplossing kunnen beter geïsoleerde ramen zijn, die ‘s winters ook meer warmte van de zon doorlaten. Zo verlies je minder energie.”
Ook zullen de onderzoekers op een onconventionele manier onderzoeken wat voor verwarming en verkoeling mensen comfort geeft. “Meestal wordt via enquêtes aan mensen gevraag welke temperatuur zij aangenaam vinden. Dat doen wij niet. Wij gaan de huidtemperatuur meten en proberen daaruit af te leiden of het lichaam zich behaaglijk voelt. Wat er met de lichaamstemperatuur gebeurt, willen wij vertalen naar de vraag van energie. Dat is hoogst ongewoon. Er is weinig onderzoek naar interactie tussen lichaam en luchtstromen, verwarming en koeling. Ik hoop dat onze aanpak tot vernieuwende inzichten zal leiden.”
Onder de noemer people, planet en profit verrichten de universiteiten onderzoek naar exergie. “We kunnen in deze vier jaar hopelijk meer voor elkaar krijgen, omdat we met zo’n grote groep werken”, zegt Boelman. In Eindhoven kijken onderzoekers naar het effect van ventilatie- en verwarmingssystemen op lichaamstemperaturen. “In Delft kijken we naar hoeveel energie gebruikt moet worden, om mensen zich nog comfortabel te laten voelen in een gebouw,” zegt Boelman. “In Twente berekenen ze het financiële plaatje.”
De samenwerking tussen verschillende faculteiten en universiteiten noemt Boelman een ‘absolute meerwaarde’. “Nu zijn bouwkunde en energie twee verschillende werelden. Als je aan bouwen denkt, denk je aan beton, glas en baksteen. Bij de energievoorziening aan elektriciteitscentrales. Maar in feite zijn ze gerelateerd. Gebouwen veroorzaken behoefte aan energie, waaraan wordt voldaan door de energiecentrale. De samenwerking is daarom van groot belang.” (RV)
“Voor de eerste keer zullen we in dit project kijken naar zowel de vraag- als aanbodkant van energie”, zegt dr. Elisa Boelman van Bouwkunde. “Ons doel is om zo min mogelijk energie te verliezen.” In fabrieken is voor het maken van bakstenen of produceren van stoom hoogwaardige energie nodig, om een hoge temperatuur te bereiken. In woonhuizen wordt diezelfde hoogwaardige energie gebruikt om de computer aan de praat te houden en het huis te verlichten. Maar ook voor de verwarming. En dat is nu juist onnodig, meent Boelman. “Want die verwarming in een normaal huis hoeft nooit de hoge temperatuur van een baksteenoven te halen.”
“De verwarming kan daarom ook met laagwaardige energie aan de praat worden gehouden”, zegt Boelman. Zo wordt minder energie verspild. “Want, van restwarmte uit de industrie zou je bijvoorbeeld huizen kunnen verwarmen”, zegt Boelman. Dat levert dubbele winst op: de restwarmte gaat normaliter verloren en zou nu nuttig gebruikt worden. En hoogwaardige energie wordt niet meer onnodig gebruikt. Dat is veel beter voor het milieu en misschien ook goedkoper.
Boelman zoekt met haar onderzoeksproject, dat vier jaar zal duren, daarom naar meer van deze alternatieven om gebouwen te verwarmen of te verkoelen. “Een andere oplossing kunnen beter geïsoleerde ramen zijn, die ‘s winters ook meer warmte van de zon doorlaten. Zo verlies je minder energie.”
Ook zullen de onderzoekers op een onconventionele manier onderzoeken wat voor verwarming en verkoeling mensen comfort geeft. “Meestal wordt via enquêtes aan mensen gevraag welke temperatuur zij aangenaam vinden. Dat doen wij niet. Wij gaan de huidtemperatuur meten en proberen daaruit af te leiden of het lichaam zich behaaglijk voelt. Wat er met de lichaamstemperatuur gebeurt, willen wij vertalen naar de vraag van energie. Dat is hoogst ongewoon. Er is weinig onderzoek naar interactie tussen lichaam en luchtstromen, verwarming en koeling. Ik hoop dat onze aanpak tot vernieuwende inzichten zal leiden.”
Onder de noemer people, planet en profit verrichten de universiteiten onderzoek naar exergie. “We kunnen in deze vier jaar hopelijk meer voor elkaar krijgen, omdat we met zo’n grote groep werken”, zegt Boelman. In Eindhoven kijken onderzoekers naar het effect van ventilatie- en verwarmingssystemen op lichaamstemperaturen. “In Delft kijken we naar hoeveel energie gebruikt moet worden, om mensen zich nog comfortabel te laten voelen in een gebouw,” zegt Boelman. “In Twente berekenen ze het financiële plaatje.”
De samenwerking tussen verschillende faculteiten en universiteiten noemt Boelman een ‘absolute meerwaarde’. “Nu zijn bouwkunde en energie twee verschillende werelden. Als je aan bouwen denkt, denk je aan beton, glas en baksteen. Bij de energievoorziening aan elektriciteitscentrales. Maar in feite zijn ze gerelateerd. Gebouwen veroorzaken behoefte aan energie, waaraan wordt voldaan door de energiecentrale. De samenwerking is daarom van groot belang.” (RV)
Comments are closed.