Eens in de zoveel jaar wordt in Nederland een wereldrecordhoeveelheid dominosteentjes omgegooid. Dit jaar heb ik het spektakel gemist, want ik was op een conferentie in het buitenland.
En hoe indrukwekkend ook het wereldrecord, in de Amerikaanse media geen woord. Pas afgelopen zaterdag kon ik zien of het gelukt was. In het programma van Jack Spijkerman zag ik een fragment.
Een steen viel aan een touwtje uit het plafond van de Frieslandhal en het was de bedoeling dat de steen een steen op de grond van de sporthal aan zou tikken. Dit mislukte jammerlijk. Het touwtje was te kort!
Spijkermans oordeel was resoluut. Zet je vier miljoen dominosteentjes neer, valt de tweede steen niet om omdat je niet geoefend hebt! De hoofddominoconstructeur ontkende: “We hebben het drie keer getest.” Dat nu het touwtje te kort was (zo’n centimeter of vijf) weet hij aan de opwarming van de hal en de daarmee gepaard gaande uitzetting van het metalen dak. Door de opwarming was het plafond hoger geworden en dit had tot gevolg dat het touwtje te kort was.
Die verklaring leverde hem de hoon van Spijkerman op, want in zijn ogen zou dan het hele gebouw in elkaar storten. Met andere woorden: de constructeur loog.
Omdat ik in tegenstelling tot Spijkerman wel wat weet van materialen dacht ik, dat reken ik even uit. Ik zet in gedachten een metalen strip vast tussen twee stenen muren en laat de strip door de verhoogde temperatuur uitzetten. De randjes houd ik vast: in dit modelletje blijven de stenen muren op hun plaats. Hoeveel zet de strip uit? Nou, ongeveer tien micrometer per meter per graad Celsius: warm een strip van tien meter twintig graden op en hij wordt twee millimeter langer. Niet spectaculair dus… Maar hoever bolt de strip op doordat ik hem niet vrij laat uitzetten maar vasthoudt aan de zijkant? Nou… rond de tien centimeter. En dat is wel een spectaculair effect. Een sporthaldak is natuurlijk geen metalen strip, maar de gedachte dat door uitzetting het plafond hoger wordt vind ik zo gek nog niet (alhoewel het mij waarschijnlijker lijkt dat door de hogere temperatuur het touwtje uitdroogde, waardoor het kromp).
Dat zijn dus al twee mogelijke verklaringen voor het te korte touwtje en ik geloof wel dat de lengte van tevoren getest is. Maar negenennegentig procent van de Kopspijkers-kijkers denkt nu dat de dominoman een leugenaar is omdat Spijkerman een grote mond heeft over dingen waarvan hij geen verstand heeft. Niet zo netjes dus, lijkt me (even toegeven Jack, dat je hem valselijk beschuldigd hebt in je programma afgelopen zaterdag – of beter nog – nomineer jezelf eens als zwatelaar van de week).
Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.
Eens in de zoveel jaar wordt in Nederland een wereldrecordhoeveelheid dominosteentjes omgegooid. Dit jaar heb ik het spektakel gemist, want ik was op een conferentie in het buitenland. En hoe indrukwekkend ook het wereldrecord, in de Amerikaanse media geen woord. Pas afgelopen zaterdag kon ik zien of het gelukt was. In het programma van Jack Spijkerman zag ik een fragment.
Een steen viel aan een touwtje uit het plafond van de Frieslandhal en het was de bedoeling dat de steen een steen op de grond van de sporthal aan zou tikken. Dit mislukte jammerlijk. Het touwtje was te kort!
Spijkermans oordeel was resoluut. Zet je vier miljoen dominosteentjes neer, valt de tweede steen niet om omdat je niet geoefend hebt! De hoofddominoconstructeur ontkende: “We hebben het drie keer getest.” Dat nu het touwtje te kort was (zo’n centimeter of vijf) weet hij aan de opwarming van de hal en de daarmee gepaard gaande uitzetting van het metalen dak. Door de opwarming was het plafond hoger geworden en dit had tot gevolg dat het touwtje te kort was.
Die verklaring leverde hem de hoon van Spijkerman op, want in zijn ogen zou dan het hele gebouw in elkaar storten. Met andere woorden: de constructeur loog.
Omdat ik in tegenstelling tot Spijkerman wel wat weet van materialen dacht ik, dat reken ik even uit. Ik zet in gedachten een metalen strip vast tussen twee stenen muren en laat de strip door de verhoogde temperatuur uitzetten. De randjes houd ik vast: in dit modelletje blijven de stenen muren op hun plaats. Hoeveel zet de strip uit? Nou, ongeveer tien micrometer per meter per graad Celsius: warm een strip van tien meter twintig graden op en hij wordt twee millimeter langer. Niet spectaculair dus… Maar hoever bolt de strip op doordat ik hem niet vrij laat uitzetten maar vasthoudt aan de zijkant? Nou… rond de tien centimeter. En dat is wel een spectaculair effect. Een sporthaldak is natuurlijk geen metalen strip, maar de gedachte dat door uitzetting het plafond hoger wordt vind ik zo gek nog niet (alhoewel het mij waarschijnlijker lijkt dat door de hogere temperatuur het touwtje uitdroogde, waardoor het kromp).
Dat zijn dus al twee mogelijke verklaringen voor het te korte touwtje en ik geloof wel dat de lengte van tevoren getest is. Maar negenennegentig procent van de Kopspijkers-kijkers denkt nu dat de dominoman een leugenaar is omdat Spijkerman een grote mond heeft over dingen waarvan hij geen verstand heeft. Niet zo netjes dus, lijkt me (even toegeven Jack, dat je hem valselijk beschuldigd hebt in je programma afgelopen zaterdag – of beter nog – nomineer jezelf eens als zwatelaar van de week).
Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.
Comments are closed.