Campus

Doe-het-zelf-café bij Ciccionina

Al ken je het café op de bovenverdieping van Club Ciccionina aan de Kromstraat niet, je ziet meteen dat het totaal verbouwd is. Alles zelf bedacht en zelf gedaan. Typisch Ciccionina.

De wanden en de lange bank tegenover de ingang zijn gemaakt van nieuwe, houten platen en hergebruikte, soms geverfde latten. Vrijwel alles is gedaan met hout. Vanwege ‘de warme uitstraling en het pure van het materiaal’, maar ook vanwege het budget en door een tegenvallertje met een muur.
De bar heeft een donkerblauw blad op een blankhouten constructie. Van hout zijn ook de slimme tafeltjes langs de wand. Als er dansruimte nodig is of een film op het programma staat, kunnen ze wegklappen in de wand. Klap je ze uit, dan hebben ze een dakje met een lampje erboven. Of neem de verrijdbare, lange smalle tafel midden in de ruimte. Tijdens etenstijd is het een buffet, erna kun je er hangen met je biertje. En rol je ´m aan de kant, dan kun je dansen.

Afgelopen weekeinde is het café officieel geopend. Nina Voets, medeoprichter van Club Ciccionina, derdejaars bouwkunde Jos
Noordzij en Meta Wijnen, studente binnenhuisarchitectuur in Deventer, slaakten een zucht van verlichting. En met hen de andere vijf jongeren/studenten van de werkgroep. Het opkalefateren van het café was broodnodig, dankbaar, leuk en leerzaam, maar ook een enorme klus. “Een ding hebben we in elk geval geleerd: dat je zo’n project niet rond een tentamenperiode moet doen”, zegt Noordzij.
Het opknappen van het café was onontkoombaar. “Het was structuurloos. Donker. Sfeerloos. Bijeengescharrelde troepjes. Lelijke pompeuze bar”, sommen Wijnen en Noordzij op. “Weinig mensen begrepen de ruimte. Ze kwamen als ze even wilden uitpuffen en dan gingen ze beneden weer dansen of muziek luisteren.”
Opknappen dus. Op z’n Ciccionina’s. Alles zelf. Ja, en het moest goedkoop. Ciccionina, tweeënhalf jaar geleden opgericht, is een club voor jongeren. Voets: “Met Cas Marks wilde ik het culturele leven in Delft een boost geven voor jonger publiek. Voor ouderen – zeg 55-plus – was en is er veel, maar voor jongeren van 16 tot 30 jaar was er niet veel.” De club moest ook een ruimer publiek trekken dan studenten. “We wilden culturele activiteiten: films exposities, dans, theater en als hoofdmoot muziek. En dan niet te politiek correct, niet te gezapig.” Vandaar ook de naam Ciccionina. “Een woordspeling op Cicciolina, de naam van de Italiaanse pornoster, politica en muze van Jeff Koons.”

Zo’n club bulkt niet van het geld, maar jongeren kunnen er wel ideeën spuien én ze uitvoeren. “Het café moest multifunctioneler worden, geschikt als restaurant met een aperitivobar, maar ook voor filmavonden”, zegt Wijnen. “En als beneden te veel volk is, moet je hier de vloer kunnen vrijmaken zodat er gedanst kon worden.”

Na vijf weken en vijf avonden had de werkgroep een plan. “Strak en overzichtelijk, hergebruik van materialen en dat mocht van alles zijn”, schetst Wijnen. Elk lid van de werkgroep ontwierp vervolgens een deel. “Daarvan leer je veel”, vinden Noordzij en Wijnen. “Ik deed de bar”, vertelt Wijnen. “Dan moet je denken aan formaat, functie, materiaal, het loodgietersdeel, de ijsmachine. Je leert ook goed klussen.”
“En”, valt Noordzij in, “je leert ook dat je planning nooit uitkomt. We wilden een oude bakstenen muur terughalen, zodat je die kaal zou zien, maar die bleek zo vervallen …” Daar kwam dus ook hout. “Het ging ons om de puurheid van de materialen.” En dat bleef in stand.
Het kostte allemaal een habbekrats. Wijnen: “We zijn niet los gegaan, maar hebben wel kunnen doen wat we wilden.”

Dat hebben de bezoekers bij de opening zaterdag kunnen zien en meebeleven. Er was een presentatie van het proces met onder meer timelapse, snel afgespeelde filmpjes van een camera die uur na uur het werk filmde. Het werk gaat overigens nog even door. “De verlichting moet grotendeels nog”, zegt Noordzij. “Dat worden ledjes in de lange bank, lampjes boven de uitklaptafeltjes en iets met lampjes in bewerkte cognacflessen. Wijnen: “De rest vullen we later in.” 

Een fly-over, dus een rijbaan boven een rijbaan, dat verzint toch een basisschoolleerling?
“Het idee is inderdaad simpel, maar tegelijkertijd zeer doeltreffend. Voor aannemers is innoveren vaak moeilijk. Wij hebben bewezen dat het idee uitvoerbaar is.”

Júllie idee wordt zeer serieus genomen. Vertel.
“Bij de New Venture Businesscompetitie zijn we van 360 inzendingen een van de tien winnaars in de eerste ronde. En bij de prijsvraag ‘Stalen Bruggen van Rijkswaterstaat’ werden we in april met negen anderen uit 160 ideeën geselecteerd voor de finale. Voor die finale in oktober hebben we een haalbaarheidsonderzoek gedaan en onder meer een ontwerp gemaakt en doorgerekend.”

Hoe liep die finale af?
“We lichtten ons idee op een openbare presentatiedag toe. We wonnen niet, maar legden wel contact met aannemers. Er komen oriënterende gesprekken.”

Wat is er zo speciaal aan jullie fly-over?
“Met de fly-over kun je een deel van de weg afsluiten en er non stop aan werken. Het verkeer rijdt dan op de overblijvende rijstroken en die van de fly-over zonder capaciteitsvermindering. Ons idee is snel op te zetten en af te breken. Een stuk van zevenhonderd meter is in de drie nachten tijdens het weekeinde op te zetten.”

Hoe kan dat dan?
“We werken met modules van drie meter lengte die makkelijk te koppelen zijn. Doordat de modules in zijn geheel met vorkheftrucks van diepladers worden gehaald, zijn ze snel te plaatsen en gelijk rijklaar.”

Een vorkheftruck. Is zo’n module dan zo licht?
“Onderaan zitten betonnen barriers, maar verder bestaat die uit een stalen constructie van drie meter hoogte met daarop wegdek van composiet. Door de barriers kun je niet tegen pijlers rijden en wordt het gewicht verdeeld op het wegdek. Verder zit er bovenop de fly-over een innovatieve vangrail, die ervoor zorgt dat je er bij een aanrijding niet vanaf rijdt.”

Wat zijn de voordelen?
“De filelengte bij wegwerkzaamheden verminderen, want je houdt de wegcapaciteit beter in stand. Onze fly-over heeft bij een snelheid van tachtig kilometer per uur een capaciteit van 1680 personenauto’s per uur.”

En de vrachtwagens?
“De flexibele fly-over wordt zo toegepast dat er per richting een rijstrook vrij blijft voor vrachtverkeer. Personenauto’s rijden onder en boven in de richting waarin de verkeersintensiteit het grootst is: een soort wisselstrook. Dit kan ook in tegengestelde richting, wat in de stad een oplossing kan bieden bij opbrekingen.”

En de kosten?
“Onze fly-over kost acht miljoen euro voor zevenhonderd meter. Hij is ontworpen om dertig jaar mee te kunnen gaan. Even ter vergelijking: wanneer de flexibele fly-over zou zijn gebruikt bij de reconstructie van de Hagesteinsebrug op de A27 bij Vianen, dan zou in een maand ruim vijf miljoen aan maatschappelijke kosten zijn bespaard.”

Wordt dit weer een succesvolle Delftse/TU start up?
“Er is al een bedrijf: Abel Consultants Delft. Daarmee gaan we eerst proberen of we dit idee kunnen implementeren. Het is haalbaar, maar de vraag is of we bedrijven ervan kunnen overtuigen dat ze erin gaan investeren om deze verder te ontwikkelen.”

Nog even als advocaat van de duivel. Met een flexibel te plaatsen en verwijderen rijbaantje naast de weg ben je d’r toch ook?
“Daar zitten wel wat haken en ogen aan. In Nederland is de bodem vaak zacht. En je hebt vaak weinig ruimte, zoals bij een rondweg of bij bruggen.” 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.